ie Schim van '1 Verleden.
Und van altena
Uitgever: L, J, VEERMAN, Heusden.
No3828. Woensdag 20 November1918.
muLLF/rov
KRAT ES,
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 4.20,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 40 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Bij de golf van Napels, nu achttien
eeuwen geleden, lagen twee steden
Herculanum en Pompeï, laatstgenoem
de een mode badplaats van meer dan
300.000 inwoners, waar d,e deftige
Romeinen van 't begin onzer jaar
telling heentrokken, als de hondsda
gen het verblijf in de hoofdstad on
draaglijk maakten. Op zekeren dag,
toen onze Christelijke jaartelling nog
maar kwalijk zeventig lentes telde,
kreeg de Vesuvius 'n kuur en spuwde
zijn gansche omgeving onder. De
beide steden verdwenen van den aard
bodem zóó royaal, alsof zij er nooit
geweest waren. Een dikke laag asch
en lava dekte ze toe, en na eenige
eeuwen wist niemand meer waar deze
plaatsen waren geweestja, zonder
enkele berichten van Latijnsche schrij
vers zou geen mensch zelfs geweten
hebben, dat zij ooit hadden bestaan.
De bovenste laag verweerde, en de
Italiaansche boeren ploegden hun ak
kers en plukten hun olijven, zonder
te vermoeden, dat zij boven een be
graven stad woonden.
Tot, een goede honderd jaar gele
den, de geleerden eens gingen onder
zoeken (een mooi woord, datverge
lijk het met het Fransche rechercher
waar ze geweest konden zijn, en of
er misschien nog iets van overge
bleven was. De uitkomst van deze
pogingen overtrof de stoutste verwach
tingen. Een gansche stad werd „ont
dekt," zooals zij was, achttienhonderd
jaar geleden, op het tijdstip, dat zij
door de geweldige uitbarsting over
vallen wasde inwoners in de stra
ten en iri huis, gemummificeerd een
dame uit den hoogsten stand, die al
haar juweelen bij zich gestoken had
vóór zij vluchtte een athleet, in een
boom geklommen voor den gloeienden
lavastroom, en met den afgebroken
tak teruggevallen een gansche fami
lie, bij de deur van hun woning allen
plotseling gedood door de ramp.
Een wijnhuis, met de wijnkruiken
en de bekers, en zelfs het geld in een
ivoren doosjede wijn nog in de
kruiken, door de lava hermetisch ge
sloten.
De muren vertoonen opschriften als
EEN LEVENSBEELD.
48
Is de dissonant, die zich schril tusschen
de anderen tonen als een kreet van smart
doet hooren, niet als een weerspiegeling
van zijn eigen gemoed
Maar hoorde melodie wordt zachter,
dan vroolijker, eindelijk jubelen, ais de zang
van den opstijgenden leeuwerik.
't Juicht in de snaren: »Geduld 1 Ge
duld eens zult ge meer zijn dan zij, dan
allen die u bespotten om uw lichaam. Ge
duld
Het niet te weerhouden applaus rukt den
spelenden Dorus uit zijn droomerijen. Hij
ziet Augusta's vochtige oogen en Tournel's
bewonderende blikken.
Met een krachtige, korte finale besluit
hij zijn fantasie. Nu buigt hij en verlaat
het orchest.
In de kleine kamer achter de zaal laat
hij zich op een stoel neervallen en wischt
zich vermoeid de slapen.
Goddankhij is een oogenblik alléén.
Verrukkelijk heerlijk onverbeterlijk
hoort men van alle kanten uit de opgeto
gen monden.
van heden „Stemt op X. als lid van
den gemeenteraad." Een vurige min
naar, die een blauwtje liep, kraste
op den muur „ik zal haar haten, als
ik kan zoo niet, dan zal ik haar be
minnen" - - hetgeen afdoende aantoont,
dat haat vaak niet anders is dan de
verkeerde kant van de liefde. En
eldersmaar waarom zou ik dit
alles opschrijven, Velen uwer zijn
ongetwijfeld beter met al deze bijzon
derheden bekend dan ik, en hebben
óók dat mooie boek van Lytton Bul-
wer gelezen: „The last days of Pom
pei" hetwelk hij schreef in een tijd,
toen er nog niet een derde van nu
blootgelegd was.
Dat kan bij ons in Nederland niet
voorvallen. Geen vulkaan heeft een
twintig eeuwen oude beschaving af
gesloten en verzegeld, gelijk in Italië.
Geen zandstormen, als in Assyrië,
overdekten vóór dertig eeuwen een
wereldstad met haar duizenden ge
schriften op kleitafeltjes. Wat hier
in de lage landen van vroegere kui
tuur gevondèn wordt, het is een oud
kanon, een steenen kogel, een koperen
duithet is een muurschildering, een
verbogen piek, een gebutste helm
het zijn urnen, ringen en lampjes
en zoo wij dieper graven beenderen
van uitgestorven diersoorten.
Nog dieper Onder veen en klei.
het zeezand daaronder weer klei en
weer zand, tot op een kilometer diep
te dan zout, een zware bank zout
van een paar honderd voet dik, En
daaronder.steenkolen.
Een ondenkbaar langen tijd geleden-
is derhalve de grond, waarop deze
kolenlaag nu 1400 meters diep rust,
aan de oppervlakte geweest en heeft
een weelderig plantenkleed gedragen,
tot de zee het bedolf en te ruste legde
met laag op laag van zout,
Dat is ónze historie. Ons Pompeï.
Anders niet
Zeker. Er is een ander Pompeï en
Babyion en Ninevé om ons heenwij
wandelen er in en tusschen, en mer
ken het niet eens op. Om den be
roemden regel van Bilderdijk eens
om te keeren In het heden ligt 't
verleden. Zooals de wording van
onzen aardbol in fonkelend schrift
»'t Is incroyable, dat zoo'n mismaakte
sinjeur zoo aardig spelen kan
»Foei, mijnheer dat 's ongevoelig van
u 't was goddelijk zoo te kunnen
spelen is een gave, die
»Ha ha is u er sentimenteel van ge
worden, juffrouw
De verontwaardigde jonge dame spreekt
niet meer tegen den burgemeesterszoon, die
na afloop van 't concert woedend tot een
zijner vrienden zegt»Zoo'n miserabele
kromme speelman zou me waarachtig mijn
heele succes bij juffrouw Maslhoven beder
ven, ze is, parole d'honneur, épris van dien
bochelha ha ha wat zoo'n beetje
muziek al niet doet, hè Zeg willen we
nog een toddy nemen ik heb mijn bekomst
al van 't concert. Goddanknog maar
drie nommers en dan En avant la danse 1
Vive la polka
t Concert is afgeloopen in de zaal wor
den de stoelen verzet en ailes maakt zich
gereed tot den dans.
In de koffiekamer staan verschillende
clubjes heeren te praten. Dokter Abels
en Dorus met de heeren Verhagen en
Dankelaar.
»Is u tevreden, dokter vraagt Dorus
bescheiden.
»Uitmuntend, mijn jongen, 'k heb eer
met je ingelegd.Hij klopt Dorus vertrou
welijk op den schouder.
»Mag ik u wel myn kompliment maken,
mijnheer pardon uw naam is mij nog
niet genoemd, op 't programma staat
aan den hemel geschreven staat, zoo
dwarrelen tal van losseafgescheurde
blaadjes om ons heen, waarop onze
eigen historie geschreven staat, bijna
grappig van duidelijkheid.
Professor Obbink geeft in het mooie
boek„Oostersch leven" een merk
waardige toelichting aan vele duistere
plaatsen in den Bijbel, eenvoudig door
de zeden en gewoonten der Palestina-
bewoners van heden te beschrijven.
Dat is een goed werk. Ik wenschte,
dat men zulks ook eens deed van de
zeden en gewoonten van ons eigen
volk uit vroeger tijd.
Moeilijk is het zeker. Maar toch
wel mogelijk. Gij kunt veel zelf op
merken, wanneer gij maar u ver
waardigt uw oogen rondom u te
slaan Ja, dat bedoel ik in uw
eigeh huiskamerGij bobt slechts
te luisteren naar het rijmpje, dat uw
lieve kinderen daar zingen bij hun
spel, Zei ik het u niet, dat er brok
ken historie van twintig, dertig eeu
wen her om u heendwarrelen, en gij
merkt het niet
Daar komt Paul Jonas aan,
't Is zoo'n aardig ventje
Mijnheer Van Son is zoo'n brave
kapitein,
tlij regeert zijn volkje zoo groot
als klein
Midden in de week, maar 's Zondags
niet
- Altijd is Kortjakje ziek.
En wat er verder volgt in de klas
sieke liederen. Alle drie historische
personen, die één of twee eenwen
geleden van zich deden spreken.
Eerstgenoemde is de Araerikaan-
sche kaperkapitein Paul Jones, die
in 1799 bij Tessel binnenliep, en zóó
hartelijk door onze anti-Engelsche
landgenooten ontvangen werd, dat de
Britten er den oorlog door verklaarden.
Mijnheer Van Son was een Am-
sterdamsche kapitein, die bij zijn ge
wone troepen een compagnie jonge
heertjes commandeerde, en dus wer
kelijk „zijn volkje zoo groot ale klein"
voor den Prins liet paradeeren.
En Kortjakje maar laat ik daar
over zwijgen R. I. P.
alleen zegt de heer Verhagen, Dorus
naderend,
»Makko mijnheer
»Makko
»Makko, juist mijnheer, verwonderd u
dat
»Makko Makko De heer Verhagen
ziet hem oplettend aan en neemt een vi
sitekaartje uit den zak met dé woorden
»Doe mij het pleizier en kom dezer dagen
even bij mij. Ik ben de procureur Verha
gen, ik logeer een dag of wat hij mijn neef
Dankelaar waarschijnlijk heb ik u iets zeer
belangrijks mede te deelen. Dokter Abels,
kan ik u strakjes even alleen spreken
»En valse, messieurs et mesdames La
polonaise et en valse,roept Davids de
dansmeester.
»Hoor eens 1 daar begint de muziek.
Gaat u niet eens kijken, danst u niet
vraagt Dankelaar, als hij eenige. oogenblik
ken later alleen is gebleven met Dorus.
»Ik dansen U maakt toch zeker een
grap. Ik dansen, met mijn figuur ?<r
x>Ah ja pardon, u doet er zeker niet
aan, excuseer mij een oogenblik.Danke
laar verlaat de zaal en Dorus ziet de bonte
schaar voor zich met sombere blikken aan.
»Rêve, doux rêvespeelt het zestal
muzikanten.
En valse, mesdames et messieurs
Arm in arm wandelen de paren door de
zaal. Davids regelt den dans. Onvermoeid
Dat zijn herinneringen aan de 18e
eeuw, dus zaken van gisteren, ora
zoo te zeggen. Gij hebt ze evengoed
om u heen van iets vroeger: toen
de heele Christelijke wereld nog Ka
tholiek was, en het geestelijk gezag
de wereldlijke strengheid matigde.
Kijk maar moeder zeult door de ka
mer met een paar kleuters aan haar
japon
Hansje sjokken,
Trekken aan de rokken
Trekken aan den staart
Hansje is geen oortje waard.
De bisschop is overleden, en een
nieuwe kerkvorst door den Paus be
noemd. De prelaat trekt in statigen
optocht ter stede binnen, op een muil
dier gezeten, en een aantal ballingen,
die wegens hun euveldaden de stad
uitgejaagd zijn, houden zich aan zijn
kleederen en aan den staart vast,
want het gebruik wil, dat zij op die wij
ze pardon erlangen. Ge zietHansje,
die aldus meesjokt, is werkelijk „geen
oortje waard," en niets anders dan
een voorwerp van vergevende barm
hartigheid.
(Wordt vervolgd)
BUXTENLANDSCH OVERZICHT.
De groote vraag blijft nog altijd Wie
zal de revolutie zich verder in Duitschland
ontwikkelen Tot nu toe heeft zij een gunstig
en onbloedig verloop gehad. De meerder
heid in Duitschland wil de kant van het
bolsjewisme niet op. Gelukkig ook de
soldaten niet en waar zij in Rusland het
waarschuwend voorbeeld zien, ijveren zij
krachtig voor een orderlijk verloop, waarbij
de in één slag veroverde politieke vrijheid
van volk en staat veilig blijven. Van Roode
Garden moeten zij dan ook niets heb
ben en het eenige wat zij willen, is eene
spoedige verkiezing der begeerde constituante
Men ziet het, dat, wat ook mogelijk zij,
de soldaten en arbeidsraden in Duitschland
er op uit zijn een gematigde politiek
na te streven. En zelfs zullen zij in dit
opzicht de huidige regeering, nog wel een
duwtje in de goede richting geven in een
motie verklaarden de vertegenwoordigers
van alle troepen in Groot-Berlijn, dat zij
wantrouwend tegenover de huidige regeering
zouden blijven tot zij zekerheid hadden,
de Constituante bijeenkomen zal. Zoo gaat
dribbelt de kleine onde man heen en weer.
»Cinq, six, sept, huit paires«, zegt hij, met
zijn witte handschoenen de schouders der
heeren even aanrakend, ss'il vous plaitj en
valse.De aangewezen paren zweven lus
tig door de zaal totdat Davids in de han
den klappend roept: »En place«, en acht
nieuwe paren gelukkig maakt door zijn
»En valse, mesdames Nu en dan ontglipt
een ongeduldig paartje aan het waakzame
oog van den dansmeester en maakt vóór
zijn beurt een toertje door 'de zaal, maar
't is met angst en beven, want Davids is
ad-rem en weet zeer beleefd aan de voor
barige paren de onregelmatigheid van hun
gedrag onder 't oog te brengen. De da
mes worden allengs min of meer opgewon
den, de heeren krijgen ;t warm en de
burgemeesterszoon wischt zich het voorhoofd
af, want onvermoeid danser als hij is en
»chéri des damescc, zooals hij zich verbeeld
te zijn, maakt hij tallooze extratoertjes.
Als Dorus een poosje in de zaal is, ont
neemt een stoffige, benauwde warmte hem
bijna den adem. Eenige jonge dames, die
gpen danser hebben, zien hem meelijdend
aan, als wilden zij zeggen »'t gaat u als
ons, gij danst zeker ook niet van avond
en een paar oudere heeren maken plaats
voor hem, terwijl zij onder 't voorbijgaan
iets vleiends zeggen over ïzijn talentvol
spe!.« De jongeman slaat er nauwelijks
acht op, want zooeven is Augusta hem voor
bijgevlogen in den arm van een vluggen
danser, een knap jong mensch met een
het, komt het ons voor, den goeden kant
uitde soldaten kiezen positief pariij voor
het herstel der rechten van alle partijen
en keeren zich af van Liebknecht (dien zij
bedreigen, als hij niet ophoudt met do
lieden op te ruien, op de keien te zullen
zetten) en zijn helpster, Rosa Luxemburg.
Op die constituante of nationale verga
dering vestigt het rustige deel van Duitsch
land zijn hoop.
Niet groepen van klassen, van partijen
en standen, geïsoleerd en in onderlinge
tegenstelling zoo schrijft het Berliner
Tageblatt - maar alleen het geheele
Duitsche volk, vertegenwoordigd door ëen
volkomen democratisch gekozen nationale
vergadering, van den Duitschen Volksstaat
scheppen, en moet dat ten spoedigste doen,
als niet ontzaglyk leed ons volk, dat er
toch al treurig aan toe is, volkomen te
gronde zal richten. De nationale Verga
dering beteekent de democratie boven het
bolsjowisme.
De Vorwaerts schrijft daaroverUit het
program van de nieuwe regeering blijkt,
dat zij de groote macht, die in haar handen
is gelegd, en de bevoegdheid van den vroe-
geren Rijksdag en Bondsraad tezamen omvat,
slechts als voorloopig beschouwt. Immers
zij kondigt een Nationale Vergadering aan
van het heele Duitsche volk, gekozen door
alle mannen en vrouwen boven 20 jaar.
De Duitsche republiek streeft dus naar
een wettigen toestand. Hiervoor zijn de
arbeiders altijd opgekomen.
Het algemeene, gelijke, rechtstreeksche
kiesrecht zit de Duitsche proletariërs in
het hoofd gehamerd. Zij zullen het niet
op den dag van hun overwinning bij het
oud ijzer werpen.
Voor de constitueerende vergadering van
het heele Duitsche volk, voor de nieuwe
regeering, die tegen alle gewelddadigheid
moet worden beschermd, dat moet thans
ons parool zijn. De regeering van de re
publiek Pruisen stelt zich op hetzelfde
standpunt als de rijksregeering.
Of echter de verkiezing van deze Natio
nale vergadering spoedig kan plaats hebben
is een vraag. Eerst moeten alle gedemobili
seerde soldaten hun haardsteden bereikt
hebben voor zij hun stern kunnen uitbren
gen.
De terugtocht naar het vaderland wordt
zoo vlug mogelijk ten uitvoer gebracht,
terwijl de overwinnaars in gelijken tred
oprukken. Reeds zijn de Franschen over
de grens en hebben Lotharingen als eerste
frisch gelaat en een blonden krullebol.
»Hoe sierlijk danst zij,« denkt Dorus,
»haar voeten schijnen nauw den grond te
raken.
Zeer vertrouwelijk babbelt zij met haar
daaser, die geheel »aux petits soins<r is.
Haar boezem zwoegt en haar oogen schit
teren van genot. Nauwelijks is zij weer
in de rij der wachtende paren getreden,
of de burgemeesterszoon nadert haar en
verzoekt beleefd om een extra-toertje,
't Wordt hem toegestaan en op nieuw
walst Augusta ep de maat der muziek door
de zaal. Ademloos laat zij zich eindelijk
op een stoel nedervallen haar cavalier buigt
allersierlijkst en verwijdert zich om zijn
plaats weder af te staan aan den eersten
danser. Lachend en hijgend waait zij zich
koelte toe met haar waaier.
In een hoekje der zaal slaat Dorus, on
opgemerkt door de overigen, Augusta gade.
Er is op dat oogenblik bitterheid in zijn
hart. ïWaarom ben ik niet zoo als an
deren waarom is mij het geluk ontzegd
haar thans in mijn armen te drukken, haar
hoofd tegen mijn schouder te voelen rus
ten, met haar door de zaal te zweven
Waarom Omdat ik een geteekende
ben, een misbaksel, een bultIn stilte
balt hij de vuisten en bijt zijn lippen bijna
aan 't bloeden.
(Wordt vervolgd.)
m
MEUWSBLAB
üis Min n Hitna. U Lmstrut ei
orwaari.