Kerstmis.
land van altena
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No3888, Woensdag 25 December1918c
mtJILLETOlV.
KRAT ES,
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Hoort, o hoort de kerkklok luiden
Luiden ver in 't rond,
't Is een blijde, blijde boodschap
Die hun mond, hun mond verkondt.
Daar klinken weer de feestklokken
met hun plechtigen galm en luiden
het Kerstfeest in en allen die het
hooren, moeten het voelen dat het
werkelijk een feest is dat ingeluid
wordt. Er [is zooveel in-droevigs in
de wereld en toch, degenen die dit
jaar het ernstigst beproefd werden,
zij kunnen ook dit feest meevieren,
omdat het een feest is dat zich uiten
moet niet in drukke pretmaking maar
in stille vreugde en dank voor de
gave die God nu 1918 jaar geleden
aan deze duistere aarde schonkZijn
Zoon liggende in de kribbe, in doeken
gew7onden.
Meer dan een der andere kerke
lijke herdenkingsdagenGoede Vrij
dag, Paschen, Hemelvaart en Pink
steren is het Kerstfeest altijd geliefd
geweest. Is het omdat het zich beter
eigent tot vreugde, terwijl de andere
feesten meer droevige herinnering,
heilige beving en eerbeid in ons
wakker roepen Is het misschien
omdat het zoo wezenlijk vóór ons
staatdat kribbetje in die arme stal,
en het daarom een herdenking is voor
kinderen zoo begrijpelijk? We we
ten het niet, maar een feit is het, dat
Kerstfeest in alle landen en ten allen
tijde het feest bij innemendheid was.
'En geen wonder dat het Kerstfeest
dat zoo'n groote plaats inneemt in de
harten der menschen als met een
krans van sagen omwonden is ge
worden. Niets was te mooi, of te
heerlijk om die Kerstnacht nog schoo
ner te maken De gedachten der men
schen verwijlen er zoo graag en de
phantaisie wordt wekker en allerlei
zinrijke verhalen omtrent die Kerst
nacht schooner dan de dagen ont
stonden.
Zoo geloofde men eertijds dat in
den Kerstnacht de Kerstroos haar
blaadjes opende en bloeien ging. Deze
Kerstroos is ons Nieskruid dat inder
daad in het midden van den winter
zijn sierlijke bloemen opent.
EEN LEVENSBEELD.
58
»En u, juffrouw Ram, kan u ook in
gemoede, desnoods door een eed bevestigen,
dat deze hier Dorus Makko is
ï>Met pleizier, meneer, maar ik begrijp
er eigenlijk niets van, en als u 't niet
kwalijk meent, zou ik wel willen dat...«
»Dus u teekent ook?«c
Graag, meneer, maar ik wou wel eens
hooren, wat.<c
Later, juffrouw, later
Met verbeten woede, maar angstig en
bevend, onderteekende Strijkman de ver
langde verklaring, en toen hij eindelijk uit
des procureurs mond de woorden »nou
kun je heengaan, bedank de heeren dat zij
geen gevolg aan de zaak geven,vernam,
greep hij zijn hoed en verliet zonder een
woord te zeggen de kamer, gevolgd door
vrouw Jutlner en haar zoon, die, omdat
zijn moeder huilde, het van den weerom
stuit ook deed.
Toen Keesje hen uitliet, kon hij niet
nalaten hem toe te voegen ïDat is je
niet meêgevallen, ouwe droogstok.f
Op straat gekomen gaf de pandjesbaas
zijn hart lucht door een stroom van ver-
wenschingen tegen den procureur en Krates.
In Vlaanderen zegt men dat in den
Kerstnacht de Jerode bloeit. De Jerode
wordt onder den naam van Roos van
Jericho als bezienswaardigheid ver
kocht. 't Is een dor uitziende plant,
die als men haar in het water legt
zich sierlijk ontplooit.
Volgens de Sage zou deze plant bij
Christus geboorte voor 't eerst hebben
gebloeid en ontsproot ze overal waar
Maria op haar vlucht naar Egypte,
in de woestijn haar voetsporen had
achtergelaten.
Ook werd beweerd dat alle bloe
men in den Kerstnacht haar kelken
en knoppen openden. Vooral de
vlierstruik staat er in sommige deelen
van ons land voor bekend dat dan
haar knoppen uitloopen om bladeren
en bloemen voort te brengen.
Een belangrijke rol, met betrek
king tot den Kerstnacht speelt in het
volksgeloof de hazelaar.
Toen Maria het bekende bezoek
bracht aan Elisabeth werd ze naar
luidt de sage, overvallen door een
zware donderbui, waartegen ze be
veiliging vond onder een hazelaar.
Met betrekking tot den Kerstnacht
zegt de sage van den hazelaar dat
zich in iedere struik een gouden twijg
bevindt, die verkregen kan worden
door hem tusschen den eersten en
laatsten klokslag van het midden-
nachterlijk uur af te snijden. Even
wel, wie dat beproeft en er niet in
slaagt verdwijnt voor eeuwig.
Toen Jozef met Maria en het kin-
deke vluchtte, kwam hij langs een
veld, waar eenige zaaiers waren ge
komen om te zaaien. Uit vrees van
door de handlangers des konings te
worden achterhaald verzocht Maria
hen wanneer iemand mocht vragen,
wanneer de Zoon des Menschen was
voorbijgegaan te zeggen „Toen we
het koren zaaiden."
Gedurende den nacht geschiedde
nu op 't gebed van Maria een wonder
het koren schoot op en rijpte, zoodat
den volgenden dag reeds kon worden
geoogst. Nu werden de zaaiers maaiers
en toen de soldaten van Herodes
kwamen en inderdaad op hun vragen
het antwoord kregen dat Maria had be
dacht, staakten zij de vervolging, mee-
nende dat ze toch reeds te laat waren.
In sommige streken verkondigen
De weduwe Jutlner liep met hem mede,
totdat hij, zich nijdig tot haar wendend,
vroeg »En wat moet jij
»Wat ik moet? Denk je me nu zoo aan
mijn lot over te laten
»Wel wis en waarachtig.
»Kun je dat over je hart verkrijgen ik
heb je toch trouw geholpen,
»Loop naar de hél
Strijkman
»'k Heb niets meer met je te maken.
^Strijkman ik waarschuw je
»Jou dreigementen gaan mij niets meer
aan. Ruk uitje hebt me geld genoeg
gekost voor niemendal. Hè hè hè hè
dat heb ik er ten minste bij gewonnen.
Van jou ben ik af; jij maakt mij niets,
niemendal meer, geen lor
»Och och had ik hem toch maar ge
trouwd,a zuchtte vrouw Juttner, toen zij
weer op haar kamer was. »Ik zou hem
wel klein gekregen hebben, Kom hier,
Kobus, kom hier, stumper, doe je nog maar
eens te goed voor dat alles op isdaar
heb je een stuk koek Arme stakker,
wat moet ik nou met je beginnen Och 1
och't eindje zal de Ommerschans nog
wezen
Na het gebeurde ten huize van den pro
cureur Verhagen had het weinig moeite
gekost om de zaak der erfenis voor Dorus
in orde te brengen.
Toen alle formuliteiten vervuld waren en
dokter Abels tot voogd was benoemd, bleek
de erfenis de som van ongeveer negentien
de staldieren elkander in den Kerst
nacht, elk op zijn wijze de geboorte
van Christus.
In Overijssel, Noord-Brabant en
Vlaamsch België wordt verteld dat
dan, klokke twaalf het rundvee even
opstaat en dan weer gaat liggen.
En dan eindelijk de geschiedenis
vaD de verborgen schatten, die zicht
baar worden op het oogenblik dat in
den Kerstnacht het kindeke geboren
werd. Rotsen, die schatten verbergen,
maken op dat oogenblik een meer
malen draaiende beweging, of splijten
vaneen om zich na korten tijd weer
te sluiten en voor een heel jaar de
schatten weer aan het oog der men
schen te onttrekken. Er wordt ver
haald van een vrome die te laat op
weg ging om de middernachtmis te
bezoeken en op het juiste oogenblik
voorbij een geopende rots komend,
een schat van goud en kostbaarheden
te zien kreeg, die zijn begeerte op
wekten. Hij begaf zich in de rots
spleet en vulde zijn jaszakken met
wat het meest voor de hand lag.
Maar .hij toefde, hoe kort, toch nog
te lang. Reeds begon de spleet weer
dicht te gaan en er was nauwlijks
gelegenheid zich in veiligheid te
stellen, waarbij hem de kleeding met
de volgeladen zakken van het lijf
werd gescheurd.
Zou dit verhaal een zinnebeeldige
beteekenis hebben Zou met die schat
bedoeld worden het kindeke Jezus
een schat die ons getoond wordt in
den heiligen Kerstnacht? Gelukkig,
dat deze schat, niet als de aardsche
schatten van korten duur en van
vooybijgaanden* aard is. Gelukkig hij
die deze schat vindt
iüiriiïltndseï oversight.
Vrede op aarde. Vrede op aarde
Is het waarlijk zoo Is nu vervuld ge
worden wat eens in donkere Kerstnacht
de engelen zongen Zal nu waarlijk voor
goed het waanzinnige woeden der volken
uit zijn en geen broederbloed meer worden
vergoten
O hoe hebben de ernstige, de teer voe
lende menschen geleden in de zwarte jaren
die achter ons liggen. Hoe is hun diepste
mensch zijn gewond en hoe is de smart
kreet opgestegen Waarom toch deze gru-
duizend gulden te bedragen.
»'tls een mooi kapitaalje,zei de dokter
tot Dorus, vóór deze weer naar 't Conser
vatoire vertrok »zoodra ik het geld in
handen heb, zal ik 't zoo goed en zeker
mogelijk voor je beleggen.
Zwaarmoedig en droef gestemd nam Do
rus afscheid van dokter Ahels. De Tour-
nels had hij niet weergezien, over Augusta
sprak hij niet, en toch dacht hij meer dan
ooit aan haar, maar als aan een verloren
geluk.
XV.
Vier jaar later
Vier jaren zijn vervolgen, met al hun
lief en leed.
Dorus was, na zijn studiën op het Con
servatoire te Brussel te hebben voleindigd,
op reis gegaan, om iets van de wereld te
zien. 't Geërfde kapitaaltje, dat dokter
Abels voor hem beheerde, stelde hem in
staat zich onafhankelijk en vrij te kunnen
bewegen, en T was in 't bijzonder voor
zijn verdere ontwikkeling als kunstenaar
van groot belang, dat hij zich niet bepaald
aan ééne plaats bond, of in ééne richting
bewoog.
Hoewel hij intusschen meerderjarig ge
worden was, had hij aan dokter Abels ver
zocht zijn geld te willen blijven beheeren,
en deze had zich gaarne daartoe bereid
verklaard.
Ofschoon dokter Abels zijn bescherme
ling in de vier jaren, die na het voorge
wei Waarom toch Kunnen de menschen
en de volkeren dan niet één zijn, één in
het streven naar het hoogste, één in liefde
één in den goeden wil om de wereld een
weinigje minder donker te maken
Is dit nu het resultaat van 1000 jaar
christendom, dat Europa één schrikkelijk
bloed veld is geworden? Hoe hardleersch
is toch de menschheid, die kent het heilige
evangelie die weet van een alles gevende,
alles omarmende liefde, van een Heiland
die kwam om een wereld te redden en
die toch maar voortgaat op wegen van
haat en wellust, van zelfzucht en wraak
zucht, van nyd en jaloezie.
Vrede op aarde
De oorlog op het slagveld is geëindigd.
Ja wel, maar voor hoelang Wapenen
zich de volkeren al weer niet tot een nog
bloediger krijg Is niet Amerika bezig
zijn vloot uit te breiden tot ze zal wezen
de sterkste der wereld
Wordt er niet door de beschikkingen
die de overwinnaars treffen gaan een vuur
gestookt, dat tot nog schrikkelijke wereld
brand zal voeren
Vrededat is toch het bijeenbrengen
van twee tot nu toe vijandig tegenover
elkander staande partijen. Vrededit is
wegnemen de oorzaak van den twist. Vrede
dat is verzoening, dat is elkaar de broeder
hand geven.
Maar de vrede, die te Versailles geslo
ten zal worden, dat is de vrede van de
ijzeren vuist, het is de vrede van de ver
pletterende hak op den nek van den ver-
slagene.
Vrede op aarde
Zie naar Duitschland. Daar zijn de
mannen aan het vergaderen, die het land
een bewind zullen geven voor den vredes
tijd. En nooit werden de hartstochten
schrikkelijke!' ontketend. Lees het verslag
van het einde van het congres dor ar(bei-
ders)sol(daten)raden. Er werd gesproken
over verzoening tusschen de sociaaldemo
craten en de onafhankelijken. Een|o!daat
behoorende tot de onafhankelijke diende
een motie in voor samenwerking der beide
partijen bij de verkiezingen, terwijl hij er
op wees dat een onoverbrugbare kloof hen
scheidde van de Spartacusmenschen (de
uiterste linkerzijde).
Na hem sprak echter Ledebour en hield
een rede, die laaide van haat tegen de
meerderheidssocialisten. De hartstocht
vallene op het kantoor van den heer Ver
hagen verloopen waren, niet had gezien,
was hij met hem in voortdurende brief
wisseling geweest, en daardoor op de hoogte
gebleven van al zijn doen en laten. Dorus'
brieven ademden steeds een geest van
dankbaarheid jegens zijn weldoener, maar
waren meestal zwaarmoedig getint, terwijl
nu en dan een aardige zet of een satireke
zinsnede bewezen, dat hij fijn opmerkte en
geestig wist te geven wat hij ondervond
en zag. Hooggeschatte dokterschreef hij
in een van zijn laatste brieven, »ik schrijf
u dezen uit Berlijn, zooals u aan het post
merk reeds gezien zult hebben. Waar
schijnlijk verwondert het u, want nog kort
geleden had ik het genoegen, uit Parijs,
u over mijne omstandigheden een en ander
te berichten. De reden, waarom ik mij
thans te Berlijn bevind, is deze ik ben
op weg naar Rusland, naar de stad
der Czaren. Mij dunkt, ik zie u verwon
derd opkijken en hoor u in gedachte zeg
gen wat moet hij daar doen Ik zal 't
met korte woorden uitleggen. Zooals U
weet, was ik, nadat mijn contract met den
Cur-director van Homburg afgeloopen was,
een tijd lang bij het orchest van den im-
pressario Dubillard als concertmeester ge
ëngageerd. Het toeval wilde, dat op een
avond onze solist Majösz; een Hongaar,
eenige dagen ongesteld werd en zijn solo,
dat herhaalde malen geannoncerd was, niet
kon spelen.
ïDubillard was woedend, ongelukkig,
maakte hem welsprekend. Hij slingerde
de wildste verwijten en beschuldigingen
tegen de regeering. Wat er aan onaf
hankelijken in de zaal en op de tribunes
was schreeuwde mee of applaudisseerde
oorverdoovend. Het spektakel brak pas
goed los, toen hij geëindigd had. In de
zaal waren het de buiten zich zelf geraakte
regeeringsaanhangers die de physieke over
macht hadden, maar op de tribune had
Spartacus machtige hulptroepen. Geloei
huilde door de zaal, men schold, men
dreigde, gilde en floot. Inmenging van de
tribune lokte weer protesten uitmen riep
om uitzetting van de schreeuwers.
President Leinert, die met buitengewoon
talent het congres tot nog toe had be-
heerscht, stond machteloos. Hem zelf vlo
gen de scheldwoorden toe, maar alles wat
wij toen meemaakten, bleek slechts kin
derspel, toen Scheidemann, de meest ge
hate van de regeeringssocialisten, probeerde
te antwoorden. Een hysterische woede
overviel de betoogers, tien minuten duurde
het gebrul, dat men nauwelijks nog men-
schelijk kon noemen. Op de tribune der
Spartacisten stond een reusachtige grijsaard
met langen baard en galmde de hart-
3tochtelijkste scheldwoorden in de zaal. Met
geen mogelijkheid was hij tot zwijgen te
brengen en toen het geraas verslapte,
zweepte hij het weer op. Begaf zijn stem
hem, dan haak)e hij een fluit te voorschijn
en onmiddellijk gierde een algemeen gehuil
door het Huis. Beneden raakte men bijna
handgemeen, terwijl er op de tribunes geen
denken aan was, het spektakel te onder
drukken.
Zoo ging het geruimen tijd tot eindelijk
toch de storm bedaarde. Toen Scheide
mann sprak, was wel de laatste rest van
parlemantair docorum verloren gegaan en
had niemand meer de zelfbeheersching
zelfs maar om niet naar voren te vliegen,
maar Scheidfemann maakte toch duidelijk,
wat hij zeggen wilde, namelijk dat het
congres geen plaats was om over samen
werkingsvoorstellen te spreken en dat de
uitkomst der poging ook leerde, hoe men
de scheuring slechts erger had gemaakt.
De motie werd toen ingetrokken, waarop
een soldaat zijn kameraden van het oostelijk
en westelijk front aanspoorde, naar hun
troepen terug te keeren en hun te ver
tellen, wat zij hier zooeven hadden aan
schouwd.
Dat ontketende nieuwe storm en geen
oogenblik was men zoo dicht bij handtas-
radeloos, zooals alieen een opgewonden
Franschman, vooral een »chef d'orchestre,
die zijn publiek ongaarne teleurstelt, kan
zijn.
»»Je suis au comble du désespoir,« riep
hij uit, »il me faut absolument ce solo
njGeef iets anders,zei ik.
»»Mais nom d'un nom quoi done, le
public ne vient que pour ce solo le
solo de Majósz I«
jMisschien verwondert het u te lezen:
»Le solo de Majèsz.« Laat ik u even uit
leggen wat hij eigenlijk daarmede bedoelde.
De Hongaar, ontegenzeggelijk in de tech
niek een meester van den eersten rang,
speelde namelijk hongaarsche volksmelodieën,
waarop hij »ad libituma fantaseerde. Ge
woonlijk droeg hij zijn eigen compositie
voor, maar meeatal hield hij zich niet
bepaald aan de geschreven noten, en im
proviseerde naar hartelust. Zijn spel had
iets wilds, fantastisch en melancholisch,
men zou 't kunnen noemen zigeunerachtigs,
dat vooral den Parijzenaars scheen te be
vallen en ïthe great attractionvan de
Dubillard's concerten was. Geen wonder
dus, dat onze impressario zich diep onge
lukkig gevoelde.
»Ik moest waarlijk lachen om de onge
lukkige uitdrukking van zijn gezicht, en
stelde hem voor in plaats van den hongaar
te spelen.
>ïEt vous pensez que vous en viendriez
a bout ?c
Wordt vervolgd.)
MEI WS
ügr lel Lui mReisden sa Altena,
Langstraat u ie Bomielerwaard.