De Geschiedenis herhaalt zich. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 1919. FEUILLETON. 11T IlïïWiS iïIÏÏWI No. 3848. Woensdag 29 Januari. Und van altena fi 11 Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG, Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 46 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. De gewezen Czaar aller Russen met zijn geheele gezin is dan toch wer kelijk vermoord. Langen tijd wist men geen bijzonderheden en daarom kon men nog hopen dat zijn dood slechts verzonnen was. Maar nu. graaf A, A. Tolstoï deelt er de vree- selijke bijzonderheden van mede. Ver moord door de roode gardisten, omdat zij geloof sloegen aan het praatje dat de Siberische troepen den Keizer weer op den troon wilden plaatsen. Op onmenschelijke ruwe wijze zijn zij daarbij te werk gegaan De soldaten die het vonnis moesten voltrekken stórmden bard stampend de slaap kamer van den Tsaar en Tsaritsa binnen. De Tsaar, die begreep wat er ging gebeuren, trok zelf den troon opvolger zijn militaire uniform aan Toen knielden allen neer om te bid den. De soldaten omsingelden de veroordeelden en dreven ze de deur uit. De Tsaar liep voorop met zijn in zwijm gevallen zoon in de armen. Hij was doodsbleek en wankelde, maar herstelde zich - spoedig de tsaritsa volgde hem met vaste schreden, aldoor zachtjes biddend. In een soort kel der, waar het vonnis voltrokken zou worden, werden allen met revolver schoten gedoodhet eerst de tsaritsa, toen de grootvorstinnen en ten laatste de tsaar. De lijken werden op een vrachtauto geladen en zoo denzelfden nacht met petroleum overgoten en in brand gestoken. Reeds meer dan eens zijn de dagen waarin wij nu leven vergeleken met die van de Fransche omwenteling. En ook de hierboven vermelde moordgeschiedenis vindt haar even knie in een feit in de Fransche revo lutie Staat Maria Antoinette, de on gelukkige gemalin van Lodewijk XVI ons niet dadelijk voor den geest"? en moeten wij dan niet zeggen de geschiedenis herhaalt zich. Hoort slechts wat de geschiedenis omtrent haar uiteinde vertelt. Maria Antoinette bevond zich in haar laatste gevangenis. Het was een armelijke celde meubels bestonden uit een oud, versleten veldbed, een 2. »Neen, maar ook de dochter moet zoo niet zijn,® antwoordt Gilberg. »Maar, Marine 1 wat zeg jij van het geval voegt hij er bij, terwijl hij den persoon, die naast hem is gezeten, op den schouder klopt, »Je zit volgens je gewoonte weer zoo stil als een pasgeboren kind, dat schreeuwen kan en toch ben jij nog wel secondant van Ravening geweest. Die man, die aldus toegesproken werd, had tot dusverre volstrekt niet aan het gesprek deelgenomen, maar zich bezigge houden met het nakijken van de rookwolkjes, die hij uitblies. Zijn door de zon ge bruind gelaat had ongeveer den tint aangenomen van het kort geknipte, ros blonde haar en drukte groote kalmte en vastberadenheid uit. Ook al had Hilberg hem niet met »Marine« aangesproken, zou men toch den zeeman hebben herkend. Langzaam en met afgemeten stem zeide hij»Wel, wat zou ik er van zeggen, "Wolf? Het is weer de oude kwestie dat heele standje had vermeden kunnen worden, als al de lui beter in équiliber waren kleine tafel, en een stoel met biezen zitting. De mannen, die toen Frankrijk regeerden, vonden zulks voldoende. Zij was immers een beruchte vrouw zij had door haar verkwistingen het volk arm gemaakten haar grootste misdaad was haar huwelijk met Louis Capet geweest. Louis Capet dat was een geliefd- koosde uitdrukking op de lippen der Jacobijnen. Zij bedoelden daarmede hun koning Lodewijk XVI, op wiens zwakke schouders de zonden zijner voorvaderen waren gestapeld, en die in den vorigen winter onder de guil lotine zijn einde,had gevonden. Hij was een goedhartige zwakke ling geweest; een vorst, die de tee kenen der tijden niet had verstaan, en aan een zwijnenjacht meer betee- kenis had gehecht dan aan een zitting van het parlement. Lodewijk XVI was in zijn leven een kind geweest; een kind op een waggelenden troon „wee u land," heeft de Prediker uitgeroepen, „welks koning een kind is Den avonds voor zijn onthoofding- had hij zijn vrouw mogen ontmoeten. Met een harer zoontjes aan de hand, had zij zich in de armen des konings geworpen. Zij had zich met hem naar zijn kabinet willen begeven, om niet gehinderd te worden door de vrijpostige blikken der bewakers, die door de kijkgaten der gesloten deur gluurden, maar de vorst had haar beduid, dat de regeering die gunst niet had vergund. Prinses Elizabeth, des konings zus ter, was met het koninklijk prinsesje gevolgd, en daarop was Clery, de trouwe, grijze kamerdienaar heen gegaan Maria Antoinette zou dien indroe- ven avond nooit vergeten. Zij had rechts van den koning gezeten, en hij had de kiDderen op zijn knieën ge nomen' terwijl ze den arm offi zijn hals had geslagen: in een vaag besef van het ongeluk, dat hun vader zou verpletteren. Meer dan een half uur hadden deze beklagenswaardige men- schen daar gezeten, stom van smart, terwijl hun harten in één droeve wee klacht waren saamgesmolten Daarna had de koningin haar tranen gedroogd geweest.® »Daar heb je hem weer met zijn équi liber,riep Sponheim halfluid. »Is het dan misschien niet waar vroeg Vrfn Dormen, de zee-officier, Sponheim aanziende. »Daar heb je dat meisje laat ons een oogenblik aannemen, dat zij op straat moest wezen op dat uur, hoewel ik blijf gelooven, dat een mooi jong deerntje des avonds haar équiliber het gemakkelijkst bij haar moeder thuis bewaart maar laat ons eens aannemen, zeg ik, dat zij niet thuis kon blijven, dan was ze, toen ze door Van Bralen werd aangesproken, als ze haar équiliber bewaard had, niet als een waanzinnige op den eersten den besten heer, die haar tegenkwam, aangeloopen, maar dan had ze gedaan wat wij doen, als bedelkinderen ons met doosjes lucifers naloopen, of zooals een groote hond doet, als kleine honden hem aankeffen dan had Van Bralen haar een poos met zijn praatjes kunnen vervelen, maar er was niets^ebeurd, want handtastelijkheden op straat, daartoe zou hij toch zeker niet zijn overgegaan. Goed Nog zou er niets gebeurd zijn als Ravening in équiliber- was geweest. Hij geeft het .meisje een arm, maar voor dat hij dat doet, vindt hij aanleiding om tot Van Bralen te zeggen, dat hij zich schamen moest. Waarschijnlijk was dit een-uiting van verontwaardiging, maar een man, die zóó verontwaardigd is, dat hij zijn gevoel moet uiten, is niet in équiliber, want was Ravening dit wel geweest, dan had hij en den koning woorden der innigste liefde toegesproken. „Vaarwelwas het laatste woord des konings geweest. Zijn stem was gebroken geweest van smarten dat vaarwel trilde nog na in haar ziel -De koningin stond daar voor den armelijken disch, waar haar schamel maal gereed stond, en deed haar ta felgebed. Zij was in het zwrart ge kleed, want zij was immers weduwe, en heur haar was vergrijsd vóór den tijd. Het was een lijdensgestaltede zonnige dagen van weleer waren ver wisseld door rouw en zielepijn, en terwijl de brutale blik van een on- gevoeligen, ruwen cipier op haar was gericht, verhief haar hart zich tot God. Vreeselijke, zedelijke folteringen had zij daar straks, vele uren lang, voor een bloedraad der revolutie moe ten doorstaan. Zij was voor den raad gevoerd, zonder dat één ster der hoop haar doornig pad bescheen. Zij moest ster ven dé Jacokijnen dorstten naar haar bloed. Het vonnis was reeds getee- kend, voordat de beschuldiging was uitgesproken. Er waren echter beschuldigingen noodig, om den schijn te redden. Fouquier had zijn aanklachten uit gesproken. Hij had herinnerd aan de loopende geruchten, hoe de ko ningin het nationale geld had ver kwist, of aan haar broeder, den Oos- tenrijkschen keizer, laten toekomen hoe zij zich in de rcgeeringszaken had gemengd met haar gemaal had beraadslaagd; de mislukte ontvluch ting naar Varennes had voorbereid, en den vijanden des lands de Fran sche veldtochtsplannen in handen had gespeeld. Zij had een nieuwe samen zwering op "touvr gezet, op het volk laten schieten, en haar gemaal aan gezet om zich te verdedigen, hem van lafheid beschuldigend Er werden een aantal getuigen op geroepen, om de beschuldigingen te bekrachtigen. Hun getuigenissen wa ren vaag, verward en met elkander in tegenspraak. Een oude werkvrouw had vijf jaar geleden hooren zeggen tot den hertog van Coigny, dat de keizer reeds tweehonderd millioen n leien begrijpen, dat een speech in die omstandigheden en op die plaats al bitter weinig zou uitwerken. Dat Van Bralen, toen hij daarop Ravening uitschold, niet in équiliber was, dat spreekt van zelf, maar daarover wil ik niet eens spreken, want want zoo'n kerel als Van Bralen heeft geen équiliber,® »Bravo, voor de speech,riepen ver scheiden stemmen, »Een speech, waaronder ik kalm kan blijven,« zeide Vanissa glimlachend *daar ik vrij wel op gelijke lijn gesteld word met van Bralen, want je hebt mij ook dikwijls gezegd, dat ik geen équiliber heb.® »Pardon, dat heb ik je nooit gezegd ik heb beweerd en dit beweer ik nog, dat jij nooit in équiliber bent geweest, maar dat is heel wat anders, dan te zeggen »je bent geen équiliber cc. Van Bralen heeft er geen en zal er dus nooit in komen, maar jij zult wel degelijk in équiliber komen, vriendje, maar het zal je moeite kosten, dat verzeker ik je.® »Ik kan niet zeggen, dat ik er tot dus verre hard naar verlang,zeide Vannissa. ïOmdat je daarvoor veel te romantische idees hebtstraks hebben we nog een théorie door je hooren ontwikkelen, die bewijst, hoe ver je nog van den gewenschten toestand verwijderd bent.® »Nu, maar als het eenige doel van het leven daarin bestond, om in den toestand te komen, dien jij den naam geeft van toestand van équiliber, dan moet ik zeggen, francs van Frankrijk had ontvangen, om tegen de Turken te vechten dat was zoo ongeveer het voornaam ste. Toen stond de cynische Hébert op, om met een schaamteloos gelaat de ongelukkige martelares met den vuig- sten laster te bezwadderen, Nooit is een koningin schandelijker mishan deld dan Maria Antoinette door dezen valschen getuige. Zij antwoordde niet op den laster zij zweeg. Doch toen de Jacobijnsche bloedraad een antwoord eischtte, riep zij, terwijl het bloed haar bleeke wangen kleurde, met een koninklijk gebaar„Ik doe een beroep op alle hier tegenwoordige moeders, of de bloote gedachte aan zulk een misdaad haar zielen niet met afschuw en wal ging vervult." Zij hoorde het doodvonnis zonder zichtbare ontroering aan, en van den bloedraad werd ze naar de gevan genis teruggeleid. Het was te half vijf in den mor gen, dat zij terugkwam. Het laatste maal stond nu voor haar gereed. En te elf uur in den voormiddag werd zij naar het schavot gevoerd. Zij wierp een kalmen blik op het volk, dat eens haar schoonheid en gratie had toegejuicht, en heden met dezelfde geestdrift haar dood toe juichte. Aan den voet van het schavot ge naderd, zag zij in de verte het paleis der Tuillerieën, en dat gezicht ont roerde haar. Het was een droeve Octoberdag, en sombere wolken le gerden zich boven Parijs. Snel betrad Maria Antoinette daar op de treden van de noodlottige ge rechtsplaats. Zij boog het bevallige hoofd onder de valbijl, en een oogen blik later toonde de scherprechter het bloedende hoofd aan het volk. En opnieuw barstte het volk uit in ge juich. Dat was het einde van de ramp spoedige Maria Antoinette. Zij was slechts acht en dertig jaar geworden. En haar lijk vond een rustplaats in een verachtelijke kalkgroeve op het Magdalena -kerkhof. dat ik het een treurig doel zou vinden. Ik voor mij, ik wil leven in den vollen zin van het woord, ik wil niet vegeteeren.® ïMaar iemand, die geheel équiliber is, behoeft daarom nog niet te vegeteeren, antwoordt Van Dormen. ïHij behoeft toch weinig anders te doen, dan al zijne passies over boord gooien, en als de passies volstrekt niet meer werken, dan komt men toch in een toestand, die weinig anders is dan eene vegetatie.® »Wie zou ooit zijne passies over boord kunnen werpen Iemand, die in équiliber is, heeft wel degelijk zijne passies, maar hij heeft de macht daarover gekregen hij beheerscht ze, maar zij beheerschten niet hem hij laat ze slechts haar gang gaan, voor zooveel hij zelf wil.« »Ben jij dan nu in équiliber vroeg Sponheim aan Van Dormen. jZeker nog niet zoo volledig als ik zou wenschen,® was het antwoord. ïNu, als jij met je kalm karakter tot nu toe nog niet in dien toestand kunt komen, dan geloof ik niet, dat ik die zalige équilibersfeer ooit zal bereiken,® merkte Vanissa op. ïJe zult ze bereiken, Vanissa,® zeide Van Dormen ernstig »maar nogmaals niet zonder moeite.® »Maar, Vanissa,® zeide Hilberg, ïweet je wel dat al dikwijls de vraag bij me is opgekomen, wat toch de reden is, dat jij, met je romaneske idêes zoo maar tevreden BUITENLANDSCH OVERZICHT. Wel telkenmale zal in de loop der vol gende weken en maanden en jaren schreven we bijna de aandacht gevestigd moeten worden op wat ter vredesconferent e behandeld wordt. Niet dat de buitenstaan- den daar zooveel van te hooren krijgt. Met de door Pres. Wilson vroeger geëischte openbaarheid is men ten minste niet erg scheutig, Wat het publiek vernemen mag, wordt wereldkundig gemaakt en de rest houdt men binnen de vier muren. Wij weten uit het vorige overzicht dat de Russische bolsjewiksche regeering, of wat men ten minste zoo noemt, want de heeren houden er een eigenaardig soort van regeeren op na is uitgenoodigd afgevaardigden te zenden naar een afgelegen eiland, terwijl ook de andere politieke groepen vertegenwoordigers moeten sturen, om er te beraadslagen over een vrede met de geassocieerden. Doch daar zal wei niet veel van komen. Een correspondent van de Daily Tele graph heeft machtiging gekregen, om te verzekeren, dat de regeeringen van Omsk, Jekaterinodar, Archangel en de Krim, er niet over denken om tezamen met de bols- jewiki te onderhandelen. De machtiging om dat te melden, zal die correspondent wel hebben ontvangen van vertegenwoor digers dier regeeringen te Parijs, die over dit onderwerp natuurlijk niet nu al met hun regeeringen overleg kunnen hebben gepleegd, maar zich zoo zeker van hun zaak voelen, dat zij dit overleg niet eens noodig hebben gevonden alvorens zich be- slist uit te spreken. En zjj zullen wel ge- lijk hebben. De onderscheiden regeeringen in Rusland en Siberië moesten eerst onderling een algemeenen wapenstilstand sluiten. En het eerste bericht, dat vervolgens uit Rusland komt, is, dat de Oekraine aan de bolsjewiki officieel den oorlog heeft ver klaard. Dat is heel iets anders dan vriendschap pelijk overleg plegen om tot overeensteai ming te komen. Frankrijk zal hierover wel niet rouwig zijn. Dat wil maar korte metten met de bolsjewiki maken. Hen met geweld van wapenen tot rede brengen want anders komt er toch geen rust in hei vroegere Czarenrijk. In verband met wat ons hoofdartikel terloops meedeelde, schrijven wij hier iets uitvoeriger over den tragischen dood van kunt blijven bij den dagelijkschen dienst, met een goed diner en des avonds een stukje muziek in de buitensociteit of Musis. Mij dunkt, dat moest je toch niet voldoen.® i»Dat voldoet me ook zeker niet, maar daarom ben ik nog niet ontevreden. Wat kan ik er aan veranderen Ik kan toch mijn ontslag niet nemen alleen om aan mijn romaneske idéés bot te vieren »Dat behoeft tegenwoordig ook niei. Vraag bijvoorbeeld eene detacheering naar Indië, dan zullen ze je gauw genoeg naar Atjeh zenden en daar is toch zeker meer te vinden, wat aan je zucht tot avontuur bevrediging kan geven.® ïZucht tot avontuur heb ik nu juist niet zoo bepaald. Maar als mijn familie er niet sterk tegen was, had ik zeker mijn detachee ring aangevraagd en ik heb ook nooit beloofd, dat ik het niet zou doen. Toch kan ik niet zeggen, dat Atjeh mij zoo bijzonder aantrektde toestand is daar te passief, te lijdend, er is te weinig va riatie. Maar als er eens iets gebeurde, waarover ik bijzonder het land had, bijv. een ongelukkige liefde, hoewel ik mij die moeilijk kan denken, dan zou ik misschien wel naar Atjeh gaan, ook al was mijn familie er tegenin elk geval liever dan de hand aan mijzelf te slaan,® voegde hy er bij. ïHoor me nu die idéés eens aan,® zegt van Alfen binnensmonds. Wordt vervolgd.) NIEUWSBLAD m s: m Alteia, is Lanistraat en de Boiamelerwaari.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1919 | | pagina 1