ONZE ZOMER VRIENDEN
BET ISÜWIS ilEÏÏWl
^and van altena
4 UitgeverL. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3864» Woensdag 26 Maart1919.
IWILLKTOS.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.20,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel
meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag
4 uur ingewacht.
Br.wat is het toch koud, en
toch de kalender zegt hetde
Lente is in 'i land. Ondanks die koude
zien we buiten ook aan alle kanten
het groen, de bloemen ze laten zich
niet terughouden. Als de tijd eenmaal
daar is dan komen ze, koud of niet
koud.
En zoo ook gaat het met onze hoog
geborenen op de kerktoren. Ze komen
op den vastgestelden tijdwèer of
gèen weer. Want eigenlijk gaan onze
trekvogels: ooievaar, zwaluw, gans,
eend, kievit en spreeuw ook niet weg
uit deze streken voor de kou, maar
omdat ze het noodige voedsel in den
winter hier niet kunnen vinden.
En met de ooievaars is het bekende
ooievaarsliedje weer in 't land ge
komen. De kinderen vooral ook zijn
zoo blij dat ze het vroolijk geklepper
weer hooren en ze kunnen het niet
laten hun liedjeOoievaar, lepelaar
te laten weerklinken. Ja ouden en
jongen zijn blij als ze den ooievaar
weer zien. Ik geloof dat dit ons in
het bloed zit. Reeds zijn naam geeft
blijk van de bijzondere vereeriDg die
hij van oudsher ontving.
Ooievaar beteekent, schatdrager.
Oudtijds zeide men dan ook oodebaar,
waarin het woordje ood zit, dat be
teekent schat. Dat men den ooievaar
vroeger oodebaar noemde kwam door
het bijgeloof. Men schreef aan hem
allerlei geheimzinnige krachten toe.
En is het zulk een wonder dat men
dit deed, ja, dat er nog wel menschen
gevonden worden die van den ooievaar
heel vreemde dingen gelooven. Zulk
een kleinigheid is het toch niet om
den weg van Nederland naar Egypte
en omgekeerd te weten.
Ook in den Germaanschen tijd kwa
men de ooievaars hier. Voor eeD
Germaan was elk verschijnsel in de
natuur een soort van macht of een
soort van God. Men had goede en
booze goden. Is het nu wonder dat
zij in het voorjaar als de geheele
natuur herleeft dat geheimzinnige
drijven in de Schepping aan een zeer
machtige geest toeschreven. Uit het
zuiden kwam die geest ende
oodebaar was de brenger van die
blijde boodschap; Ziet hij komt.
De levenswekker komt en hij draagt
j in een schat van gouden zonnestralen
den eersten opstandingsmorgen mede.
Is het wonder dat de bijgeloovige
Germaan in het voorjaar met verlan
gen naar dien boodschapper uitzag.
De oodebaar die zulk een vriendschap
pelijke taak vervulde was de lieveling
van het noorden van Germanië en
zoo langzamerhand begon men hem
zekere verborgen krachten toe te
schrijven.
Toen later in deze streken het
Christelijk geloof werd ingevoerd
bracht men veel gebruiken van het
heidendom op den dienst van het kruis
over. En eeuwen zijn over Oud Ger
manië heengevlogen maar dat bijge
loof is blijven zitten en dat zit er
nog. Tal van gewoonten hebben we
die op den keper beschouwd niet
anders zijn dan een gevolg van oud
Germaansch bijgeloof. Men gaf den
oodebaar het beste plekje op de hoeve.
Wee hem die zulk een nest verstoren
durfde! Het Christendom kwam en
bracht kerken en zie eens welk een
moeite gedaan werd om dien vogel op
het kerkdak te lokken Verscheiden
kerken in en buiten ons land pronken
dan ook met het reusachtig nest. In
dat nest komen 3 a 5 eieren te liggen
en vanaf dat nest ondernemen de
jongen hun eerste viiegoefeningen.
De najaarsreis wordt steeds in groot
gezelschap ondernomen. Wee de jonge
vogels die dan nog niet sterk genoeg
zijn om de reis mee te kunnen maken.
Als de vergadering van ooievaars die
samen zullen trekken voltallig is,
worden de zieken of zwakken die de
reis niet mee kunnen maken, uit den
kring gestooten en op staanden voet
gedood Dit geschiedt niet uit boosheid,
maar om den zwakke verder lijden
d.w.z. hongerdood te besparen.
Ik las laatst een aardig staaltje
hiervan. Op een hoeve woonde een
paar ooievaars. De eieren werden
uitgebroed en er kwamen drie jonge
ooievaars die zich weldra oefenden
in het vliegen. Al spoedig bleek dat
een van hen veel zwakker wgs dan
de andere Deze ging dan ook zelden
mede als de verdere familie wat
grootere tochten ging ondernemen
maar bleef rustig in de weide rond-
17.
»Nu, hoe dit ook zij, ik vind het geval
hoogst onaangenaam. Wat moeten die Van
Bralens nu wel van mij denken
Mevrouw, ofschoon ik zelf met den heer
Van Bralen heb gedanst, moet ik u eerlijk
zeggen, dat ik mijne vriendin gelyk geef,
dat zij het niet wil doen.®
ïKom, wat een dwaze meisjesgrillen.
Omdat nu dat geval van Van Bralen door
het duel publiek is geworden. Ga je zóó
altyd na met wien je danst Dat zou
een aardige wereld worden, als de dames
eerst het gedrag van de heeren moesten
onderzoeken. Als je ouder wordt, zal je
nog wel andere dingen hooren, kind. Maar
mij dunkt, dat ik het recht heb te eischen,
dat mijne gasten de gewone beleefdheids
vormen in acht nemen, En hierop spoedde
zy zich weg in de richting, waar Van
Bralen met een anderen heer stond te
praten.
De tranen kwamen Elise in de oogen.
Zij wist niet wat ze doen moest. In geen
geval wilde zy aan Henriette mededeelen
wat mevrouw Van Noorden haar had toe
gevoegd, naar zij overwoog of het wel
goed was nog langer te blyven. Misschien
was het beter, nu mevrouw Van Noorden
over de vormen van haar logée had geklaagd,
met Albert en haar terug te keeren. Maar
zij durfde er Albert nauwelijk over spreken,
want zij vreesde voor eene uitbarsting van
drift van sijn kant, vooral omdat hij toch
reeds grieven had tegen Van Bralen en
ook niet op mevrouw Van Noorden gesteld
was. Er*. bleef haar niets over dan Van
Dormen in haar vertrouwen te nemen.
Toen hij naar haar keek, wenkte zij hem
hij kwam onmiddelijk. Daarop deed zij
hem het verhaal van hetgeen er tusschen
mevrouw Van Noorden en haar was voor
gevallen en vroeg hem om raad.
Intusschen was er nog meer gebeurd.
Albert, die zijns ondanks Henriette altijd
in het oog hield, had de woordenwisseling
tusschen Van Bralen en haar opgemerkt,
en uit hare houding duidelijk kunnen op
merken, dat het geen gewoon gesprek was,
dat zy samen voerden. Dat Henriette
verstoord was, zag hij duidelijk. Hij be
greep maar niet, wat er toch tusschen
haar en Van Bralen kon zijnstraks was
hem gebleken, dat hij haar belang inboe
zemde, maar dat zij niet gunstig over hem
dacht, was nu niet twijfelachtig. Dadelijk
na den dans ging hij naar haar toe, en
vroeg haar
»Wat is er toch gebeurd, Henriette?®
Niets bijzonders, c zeide zij. Maar de
gejaagde toon, waarop zij deze woorden
uitbracht, maakte dat Albert aan dit ant
woordt weinig waarde hechtte.
sVan Bralen heeft toch niets onaange-
loopen bij de schapen. De schapen
en de jonge ooievaar sloten vriend
schap en van de kant van de schapen
kwam daar een groote mate van
dankbaarheid bij, want hun vriendje
bevrijdde hen van de lastige schapen
luizen die hen zoo geducht konden
kwellen. Toen kwam de tijd van de
najaarstrek. En op een goeden dag
zag men een groote menigte ooievaars
zich verzamelen op de weide waar
de schapen graasden ook onze jonge
ooievaar bevond zich \in den kring
van zijn rasgenooten. Maar zie op
een gegeven oogenblik werd hij uit
den kring gestooten als zijnde te zwak
om de reis mede te maken en zou
het volgende oogenblik door snavel-
pikken gedood zijn als niet plotseling
een schaap was komen aanloopen
dat zich voor zijn kleine vriend plaatste
om hem te beschermen Op hetzelfde
oogei'blik kwamen ook de andere
schapen aanloopen en namen hem in
hun midden. De ooievaars weken
terug en na eenig geklèpper, waarin
zeker het voor en tegen besproken
werd, Tieten ze den zwakken broeder
metf rust, blijkbaar er van overtuigd
dat hij niet onverzorgd achter zou
blijven. Nog een oogenblik en een
luid geklapwiek verkondigde dat de
ooievaars hun verre tocht ondernomen
hadden.
Hoe verrast en boe beschaamd
moeten wij dikwijls staan als het ons
een enkele maal vergund wordt een
blik te slaan in de dierenwereld.
BÜITBNLANDSCH OVERZICHT.
In de weinige dagen, die sedert het
verschijnen van het vorige nummer van
ons blad zijn verloopen, is er iets geschied,
dat al het andere wereldgebeuren als on
belangrijk ter zijde stelt. Hier is het:
Hongarije is tot het boljewisme overge
gaan et! heeft zich aangesloten bij Rusland.
Wat beteekent al bij dit feit het bericht
dat de Italiaansche delegatie Parijs zal ver
laten als Italië Fiame niet krijgt? We
wisten trouwens toch al, dat Italië een
onbetrouwbare bondgenoot is. De geschie
denis heeft a! voldoende geleerd dat dit
land zich slechts zoolang stoort aan ver
bonden en verbintenissen als het er voordeel
in ziét en terstond tot de tegenpartij over
loopt, wanneer het door de vroegere vijand
naams gezegd
>Neen, zeker nietals er iemand van
ons beiden onaangenaam was, dan was ik
het, want ik heb hem gezegd, dat ik niet
met hem wil dansen.®
»En waarom niet
Henriette aarzelde »IIeb je mij zelf
niet verhaald wat de reden was van zijn
laatste duel
»Je hebt gelijk, Henriette. Zoo moesten
alfe jonge meisjes doen.®
Een vriendelijke blik uit de glanzend
blauwe oogen, drukte haar dank uit voor
die woorden.
»Maar, nu zou ik mij die zaak verder
niet aantrekken,® zeide Albert, die dezen
blik niet beantwoord liet, >dat is de heele
kerel niet waard.® t
sNeen, dat is hij zeker niet,® antwoordde
Henriette, maar de woorden bleven haar
byna in de keel steken zoozeer was zij
nog in zenuwachtige opgewondenheid.
»Korn, maak een kleine wandeling met
mij, dat zal je goed doen,® zeide Albert,
terwijl hij haar zijn arm aanbood.
Zij stond op om dien aan te nemen,
toen zij Van Bralen recht op zich af zag
komen.
ïVergun me, juffrouw Dorval,® zeide hij
op trotschen toon, »dat ik u een oogenblik
stoor om u te bedanken voor uw delicatesse,
straks tegenover mij betoond. Had ik
geweten dat u secondante waart, dan
had ik u zeker niet om een dans lastig
gevallen; ik kon dat moeilijk veronderstel-
meer kan verkrijgen dan van den huidigen
vriend. Ja wij kunnen wel zeggen, dat de
Italianen, zoolang hun land tot eenheid
is gekomen, zich nog nooit in een verbond
hebben kunnen thuis gevoelen. Maar wat
beteekent het of Italië al wegblijft van de
conferentie, vergeleken bij wat nu in Hon
garije plaats vindt?
En wat boezemt het ons nog belang in
of de geallieerden het oneens zijn over de
verdeeling van de schadevergoeding en het
bedrag daarvan. En wat letten wij er nog
op, of er in Engeland een strijd is tusschen
de mijnwerkers en de regeering over hooger
loon en korter werkdag. En wat trekken
we er ons nog van aan of .de Polen aan
sluiting wensehen bij ae Entente. Dat is
alles kinderspel bij wat in Hongarije is
geschiedt.
Laat ons maar kortelijks vertellen hoe
de zaken daar staan.
De Zweedsche schrijver Egon Ecalius
b.v. zegthet bolsjewisme dreigt de geheele
wereld te overstroornen, als het eenig bol
werk ertegeneen sterk Duitschland, geheel
mocht worden vernietigd. En in het Journal
des Débats« schrijft de Fransch'man Gau»ais:
de chaos neemt in de wereld hand over
hand toe met een snelheid, welke alleen
de blinden niet zien. Wanneer men het
eenmaal eens zal zijn over de verdeeling
van den buit, zal men geen gelegenheid
meer hebben ervan te profiteeren. Terwijl
de lui op de conferentie aan 't bakkeleien
zijn over allerlei bijkomstige dingen en de
zoo noodige rust in Europa tegenhouden
gaan straks de anarchisten, de bolsjewiki
met de buit strijken. Zie maar eens naar
Hongarije. Dit vernederde en vertrapte
land was sedert het sluiten van den wa
penstilstand, overgeleverd aan de kleine
roofzuchtige buren, die het aan alle kanten,
beschermd door de Entente, straffeloos be
sprongen. Roemenen en Serviërs aan de
eene, Tsjecho-Slowaken aan de andere
zijde, hebben het uitgeputte en ineenge
storte Hongarije geplunderd en beroofd.
En gevolg van dat alles is nu gevyeest dat
de regeering te Boedapest haar post heeft
ver'aten en het land aan zijn lot heeft
overgelaten. De oorzaak van deze wanhopige
daad is geweest de nota van de Entente,
waarin geeischt werd, dat geheel Hongarije
door den vijand zou bezet worden met
uitzondering van de gebieden, die het hart
van Hongarije vormen. En die bezetting
zou dan geschieden, naar het heet, als een
maatregel tegen de bolsjewistische beweging.
len, daar u tot de gasten van mevrouw
Van Noorden behoordetterrecht hebt
u zelf begrepen dat bet u niet paste
met mij te dansen. Toch ware het
mij aangenamer geweest, als u my
dadelijk de reden van uw refus hadt ge
zegd.®
'Het grove sarcasme, dat in deze woorden
lag, hinderde Henriette geweldighaar
geheele gemoed kwam in opstand, een
stroom van gedachten doorkruiste haar brein,
maar zij was niet bedaard genoeg om
dadelijk een gepast antwoord te geven
gelukkig deed Albert, die bleek werd
van drift, dit voor haarhy trad een
paar schreden op Van Bralen toe, en
zag hem strak in het gezicht, toen hij
zeide
»Dus u meent, dat juffrouw Dorval
niet met u dansen wil, omdat zy seccon-
dante is en "u baron Van Bralen Dan
zal ik u beter inlichten. Juffrouw Dorval
wil, als fatsoenlyk meisje, niet dansen met
iemand van het gedrag van baron Van
Bralen.®
Van Bralen was op dezen onverwachten
aanval niet voorbereid. Hij wist niet wat
te antwoordden bovendien boezemde hem
de houdiug van Albert, die zijn drift nau
welijks kon beteugelen, ontzag in. Hy
stamelde alleen
»U schijntwel goed ingelicht
omtrent de denkwijzevan juffrouw
Dorval
In dit opzicht, ja, mijnheerwant zy
De regeering van graaf Karoly heeft ge
meend dit niet te mogen dulden. Dat was
strijdig met de nationale eer, die nu ge
noeg gehoond was. In den nacht van Vrijdag
op Zaterdag besloot de regeering derhalve
in haar geheel af te treden. Een merk
waardige figuur, die Karoly. In een pro
clamatie tot zyn volk zegt hy
»Afgezien van de dreigende anarchie in
de voortbrengst is ook de toestand voor
Hongarije op het gebied der buitenlandsche
politiek kritiek. De Parijsche vredesconfe
rentie heeft in het geheim besloten, dat
byna het heele Hongaarsche gebied wordt
bezet. De entente-commissie verklaarde,
de demarcatie-lijn voortaan als politieke
grens te zullen beschouwen. De verdere
bezetting van het land heeft klaarblijkelijk
ten doel, Hongarije tot opmarsch- en opera
tiegebied tegen het aan de Rumeeiische
grens vechtende Russische sovjetleger te
maken. Met het ons ontroofde land zouden
dan de Rumeensche en Tsjechische troepen
worden beloond, waardoor men het Rus
sische sovjetleger wil laten neerbeuken. Ik
als voorloopig president der Hongaarsche
volksrepubliek, wend mij tegenover de Pa
rijsche vredesconferentie tot het proletariaat
der wereld om recht en steun te verkrij
gen. Ik treed af en geef het gezag aan
het proletariaat der volken van Hongarije
over.®
M. a. w.ik geef het op, er moet dan
maar van komen, wat wil, ik heb rnyn
best gedaan, den wagen in de rails te
houden maar der Entente heeft het mij
onmogelyk gemaakt op de locomotief te
blyven en nu derailleert de trein. De
Hongaren, die eenige weken geleden Bela
Kun en andere leidende communisten nog
op een pak slaag onthaalden Bela Kun
is reeds meermalen op het nippertje aan
Liebknecht's lot ontkomen geven zich
nu aan zijn leiding over, zij zijn nu bols
jewiki geworden, zonder het in hun hart
te zijn, zooals de Berlijrische correspondent
van de N. R. C. terecht opmerkt, die er
tevens op wijst, hoe dit trotsche volk zich
het ongeluk van het land persoonlijk aan
trok, er als het ware mee opstond en naar
bed ging. En de daad der afgetreden re
geering vergelijkt hy in zijn verdere be
schouwing van den toestand in Hongarye
met den daad van Van Speyck, die zijn
schip in de lucht liet vliegen, liever dan
het aan het Antwerpsche gepeupel in han
den te geven.
Omtrent Karoly zegt de N. R. Ct. nog
heeft my daar juist medegedeeld, waarom
zy u eene weigering heeft gegeven.®
»Het ware te wensehen, dat juffrouw
Dorval, alvorens fatsoenlijke gezelschappen
te frequenteeren, zich beter op de hoogte
stelde van de gewone beleefdheidsvormen,®
mompelde Van Bralen. Ik heb de eer u
te groeten, mynheer,® waarop hij zich
verwijderde.
vHet is goed dat de kerel weg ga&t,®
zeide Albert tot Henriette, swant anders
had ik hem bij zyn kraag genomen, Kom,
Henriette, neem mijn arm, dan wandelen
wy een een eindje ommisschien kalmee-
ren wy beiden dan wat, ik heb het nu
ook hoog noodig.®
Henriette nam zijn arm en drukte dien
even, terwyl zij zeide sik dank je wel,
Albert.®
Nauwelijks hadden zy eenige schredea
gedaan, of zy zagen Van Dormen en Elise
op hen aankomen. Elise vertelde aan
haar broeder, hem eenigszins ter zijde
nemende, wat mevrouw Van Noorden tot
haar had gezegd en dat Van Dormen het
ook beter vond als zy zich voor het verdere
gedeelte der partij exenseerden. Albert
stemde hierin dadelijk toena zulk eene
uiting wilde hij geen oogenblik langer dan
noodig was de gast van mevrouw Van
Noorden zijn. Van Dormen liep dadelijk
naar het logement en kwam na eenige
oogenblikken terug met de mededeeling
dat er een rijtuig verkrijgbaar was.
(Wordt vervolgd.)
voor liet Land van lensden en Jlltena, de Langstraat en de Bommelerwaard.