Varus, Varusgeef mij mijn legioenen weder !T 11ÏÏWII flIÏÏWi Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. '3882. Woensdag 28 Mei. 1919. ■''■TOS. UND VAN alten^' Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 4.20, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 cent. Elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag 4 uur ingewacht. Hoe geheel anders toch was de oorlog vroeger dan thans. Waar tegenwoordig bijna geen sprake is van „dapperheid", daar trad deze vroeger heel sterk opden voorgrond. Elk volk telt van die dapperen, wier heldendaden nog van mond tot mond gaan. Laat ons thans eens hooren naar de geschiedenis van een van Duitsch- lands dappere zonen. Het was op den middag, in de eerste helft der Septembermaand van het jaar 9 n. Chr. Gloeiend heet was de zomer ge weest. Zelfs de grijsaards hadden de Wezer nog nooit zoo laag gekend dag aan dag had de zon neergevlamd van een vlekkeloos blauwen hemel en de aarde had gesmacht naar re gen. De .Germaansche Cheruskers, die hier woonden, hadden de góden om wolken en regen gesmeekt, maar de hemel bleef als koper, al naderde de herfst. En dan was er nog iets, dat een scherpen doorn dreef in het na tionale vleesch het gezicht van het versterkte Romeinsche legerkamp op een heuvel, dicht bij de Wezer. Quintilius Varus had de toestem ming der Cheruskers niet gevraagd, toen hij dit legerkamp voor zijn 20,000 krijgslieden had laten bouwen Hij, de Romein, de man van het adellijk bloed, was immers de mees ter. Vroeger had Varus in Syrië het bewind gevoerd, en spottend had een zijner tijdgenooten gezegd„Deze man, deze Quintilius Varus, trok arm naar een rijk land, en verliet rijk een arm land Zoo had hij Syrië uitgezogen! Zwaar rustte zijn hand op de Ger maansche landen. Zijn voorgangers hadden de Germaansche wetten en zeden geëerbiedigd, doch hij eerbie digde noch wetten noch zeden noch taal, en kweekte in de borst van het volk een gloeienden haat tegen den verdrukker Het moest tot een uitbarsting ko men, indien een onverschrokken en S.' 33. Maar deze had geantwoord, dat zij te Nordenstein niemand had, die daarvoor geschikt was, waarop hare tante moeite voor haar had gedaan, en haar nu meldde, dat den volgenden dag in den voormiddag, een jong meisje zich bij haar zou komen presenteeren. Mevrouw Dorbeck had van eene vriendin te Arnhem de beste informa ties omtrent haar gekregenals zij dus Elise aanstond, dan moest zij haar maar nemen. Elise was van het begin af niets inge nomen geweest met het denkbeeld voor haar zelve een kamenier te houden, maar zij had zich onderworpen aan den wensch van hare tante, die beter dan zij wist, wat zij den aanstaanden winter zou noodig hebben, Toen echter het bewuste meisje kwam, be viel zij Elise op het eerste oog al zoo goed, dat zij er zich dadelijk mede kon vereeni gen, zulk een aardig schepseltje tot haar dagelijkschen dienst te hebben. Tiende Hoofdstuk. In eene zeer gedrukte stemming had Henriette de reis naar Clarens volbracht. Zy had afscheid genomen van haar vrien- beleidvol man zich aan de spits stel de, en deze man zou de Cherusker- vorst Hermann (Arminius) zijn. Hij kende beter dan iemand de Remeinsche krijgskunsthij had de Romeinen in verscheiden veldtochten vergezeld, en zich het Romeinsch burgerrecht en het Romeinsch rid derschap verworven. Deze jonge man van vier-en-twintig jaren bezat reeds de wijsheid der rijpe ervaring. Hij stelde list tegen list, en terwijl hij daar in de prachtige tent van Varus aan het maal zat, en luchthartig over den komenden veldtocht tegen de Marsen sprak, had zijn brein het plan reeds uitgewerkt, dat met de verplettering der Romeinsche krijgs macht zou eindigen. Het maal was een afscheidsmaal, en lustig ging de beker rond, met vurige heildronken op het geluk en den voorspoed der Romeinsche ade laren. De Marsen, die aan de Eems woonden, waren opgestaan, en had den alle Romeinen binnen hun land palen gedood. Dat was de mare, die Varus had ontvangen, en thans stond hij gereed, om bloedige wraak te nemen. Zonderling klinkt het ons in de ooren, dat Segestes, even goed een Cherusker als Hermann, den opper bevelhebber voor Hermans geheime plannen waarschuwde, en nog vreem der schijnt de zaak, wanneer we be denken, dat Hermann de schoonzoon was van Segestes. 'en gehuwd was met diens dochter, de edele Toes- nelda. Doch waarom verwondert men zich Segeste's nationaal bewustzijn was uitgedoofdhij zag in de Ro meinen zijn vrienden, omdat ze hem welvaart en rijkdom waarborgden, en hij verkocht zijn eerstgeboorte recht gaarne voor een schotel lin- zenmoes. Hoe zal Hermanns hart hebben gebeefd, toen de hand van Segestes tftj,ar hem weesDoch Varus luis terde niet naar de waarschuwing GocL-had hem met blindheid geslagen, en met een zegeviereden glimlach om de lippen ging hij zijn ondergang tegemoet. Hij schreef Segestes' waar schuwing aan bittere partij veeten din, voor hoe lang wist zij nietzij had bare betrekking opgevenzij verwijderde zich voor goed van het land waar hij woon de, die nog altijd de eerste plaats in hare gedachten innam, en zij maakte zich zeer bezorgd over den toestand van haar moe der, terwijl zij niet kon nagaan hoeveel zij deze verminderd zou vinden. En om haar gedachterigang nog somberder te maken, droeg zij het treurige bewustzijn bij zich, dat zij hoewel buiten hare schuld den broeder van hare vriendin ongelukkig had gemaakt, dat zij daardoor ook bij deze, zoowel als bij haar vader, in minder aan gename herinnering zou blijven. Zij vond haar moeder beter dan zij ver wacht had zooals het met personen, die hare ziekte hebben, meer gaat, gevoelde mevrouw Dorval zich soms weken en maan den genoegzaam gezond, om daarna plotse ling in te storten, zoo zelfs, dat men voor haar leven begon te vreezen. Het was na eene dergelijke periode, dat zij den brief aan Henriette had geschreven, waarin zij haar verzocht hare betrekking op te geven en voor goed bij haar te blijven maar kort daarna was zij veel beter geworden en nog dagelijksch beterende. Hoewel Hen riette zich over deze tijdelijke beterschap zeer verheugde, kon zij toch het gevoel niet altijd onderdrukken, dat zij, voorioopig al thans, haar betrekking nog niet had behoe ven op te geven. Ook mevrouw Dorval was van die meening en drukte ze onverholen uit. Wanneer zij toe, en zoo rotsvast vertrouwde hij Hermann, dat deze de opdracht ont ving, den Duitschen heirban ter ver sterking der Romeinsche legioenen op te roepen. Dien avond heerschte er een on gewone drukte in het legerkamp. Men maakte zich gereed tot den af tocht, en reeds den volgenden mor gen, den 9den September, zag de bevolking met innige voldoening, hoe Varus' legioenen oprukten, en de richting naar Herford insloegen. De lucht was veranderdzware wolken dreven door het luchtruim, en men verwachtte den afgebeden regen. Zoo trok de Romeinsche krijgs macht voort, in die onberispelijke, schitterende orde, die op de bevol king een diepen indruk moest maken, •toen in den namiddag de achterhoede onverwacht werd bestookt. De opperbevelhebber vond er ech ter niets verontrustends in. Hij kende dat wel: het waren kleine, vijande lijke stroopersbenden, die zonder overleg en zonder orde, op krijgs avonturen uittrokken, en met een kleinen, armzaligen buit reeds tevre den waren. Doch de aanvallen werden heviger, zij werden met taaie koppigheid voortgezet, en met het uur groeide het aantal vijanden. Zij zwermden reeds op de flanken der Romeinen, en de orde werd verbroken. Toen begon Varus toch den ernst van den toestand in te zien. Zijn verliezen waren schrikbarend, en de nacht, die kwam, was een ware uit komst. Het leger verschanste zich alle overbodige bagage werd verbrand en bij het krieken van den morgen werd de tocht voortgezet Zoo werd de omtrek van het tegenwoordige Detmold bereikt. Een moerassig dal, met dichte wouden bedekt, strekte zich voor de Romeinen uit, en hier wachtte Hermann, die met den Duit schen heirban op kortere wegen den vijand was omgetrokken, hen reeds op. Er ontstond een verwoede wor steling elke voetbreed gronds moes ten cfe Romeinen veroverefluit de boomen flitsten de doodelijke pijlen eens in een betere periode was, dan kon zij zich moeilijk voorstellen, dat weder an dere dagen zouden komen, en Henriette wachtte zich wel, de mogelijkheid daarvan te opperen orn hare moeder niet den moed te benemen, zoodat zij in de treurige nood zakelijkheid was, te veinzen dat zij hare betrekking niet meer terug zou kunnen krijgen, terwijl zij niets liever verlangde dan weder naar hare school terug te keeren. De dagen gingen voor Henriette treurig voorbij. Zoolang hare moeder nog betrek kelijk wel was, ging alles vrij goed, maar toen de minder goede dagen en nachten kwamen, werd veel zelfopoffering van haar geëischt. Daarbij kwam, dat zij weinig uit Nederland hoorde. Zij had Elise eens geschreven en daarop spoedig antwoord ont vangen, maar die brief was nog te zeer onder den indruk van het gebeurde ge schreven, om Henriette niet pijnlijk aan te doen. Eenige weken verliepen zonder na dere tijding, toen een brief van Eiise haar op de hoogte bracht van het voorgenomen vertrek van Albert naar Atjehen dereden daarvan. Wel weidde Elise niet uit over zijn gemoedstoestand, omdat zij wist, dat ze daarmede haar vriendin zeker geen ge noegen zou doen, maar zij was er toch op gesteld om Henriette te doen gevoelen, dat het geen voorbijgaande vlaag van haar broer was geweest. Aan het einde van den brief schreef Elise breedvoerig over haar aanstaand ver blijf te Amsterdam, en het genoegen dat op hen neer, terwijl de storm loeide en het stortregende. De wegen waren onbegaanbaar de legerwagens bleven in de leemige klei stekenen met een hart vol zorgen liet Varus andermaal een verschanst kamp aanleggen. Zoo brak de derde dag, de 11de September aan. Van Varus' krijgs macht was reeds meer dan de helft gevallen, en de vermoeide Romeinen werden slechts door de hoop, de veste Aliso nog te kunnen bereiken, op de been gehouden Varus liet de gelederen sluiten de trompetten gaven het signaal tot den opmarsch, en met de uiterste inspanning trachtten de Romeinen uit de doodelijke engte der wouden te komen, En ziedaar, zij bereikten de vlakte. Doch een nieuwe ontsteltenis greep hen aan, want de geheele macht der Germaansche eedgenooten versperde hun den weg. Het was een onver biddelijke muur, waartegen zij zich te pletter zouden loopendaar was geen uitweg een siddering ging door de dapperste harten Zij werden door de Germanen om singeld. Als een stormvloed kwamen de Cheruskers aanzetten. Daar hielp geen dapperheid, geen verweeren even als koning Saul stortte Varus zich in zijn zwaard, om de schande der nederlaag 'niet te overleven. Slechts enkele Romeinsche krijgs lieden bereikten de veste Aliso, om daar het verhaal te doen van de ongehoorde nederlaag.- Dat }vas de beroemde Hermannslag ie het Teutoburgerwoud. Rome ontroerde er van. Men vrees de de zonen der Kimberen en der Teutoners voor de poorten te zien verschijnen, en keizer Augustus stiet, toen hem de schrikmare bereikte, dat drie zijner voortreffelijkste legi oenen waren vernietigd, met het voorhoofd tegen den muur van zijn marmeren paleis, vol wanhoop roe pend „Varus Varus geef mij mijn legioenen weder Sinds zijn negentienhonderd jaren voorbijgegaan, doch die negentien eeuwen hebben de eervolle gedach tenis aan den jeugdigen held, die het zij zich daarvan voorstelde, gepaard aan een zekere huivering om voor het eerst in de wereld te komen. Deze brief gat Henriette veel te denken. Vooreerst dë" toestand van Albert. Toen hij haar zijne liefde verklaarde, had zij nauwelijks overwogen of zijn gevoel voor haar al dan niet van blijvenden aard zou zijn zij was zoo beslist geweest in hare afwijzing, dat het zelfs niet bij haar was opgekomen, daar over na te denken maar nu zij hoorde, dat na bijna drie maanden zijne droefheid nog even groot was als op den eersten dag, maakte dit toch een diepen indruk op haar. Zij vroeg zich af, of het wel goed van haar was geweest hem zoo alle hoop te ontne men als zij toch niet het geluk kon ver krijgen, dat haar als een ideaal voorzweefde en de kans daarop scheen steeds ge ringer te worden waarom had zij dan hem tenminste niet gelukkig gemaakt. Voor haar zelve, met Albert als liefhebbend echt genoot, zou het leven zeker toch wel dra gelijk zijn geweest. Maar zij wierp dit denkbeeld ver van zich, want naar haar innige overtuiging was de liefde een te heilig iets, om zich te werpen in de armen van een man die haar wel lief had, maar dien zij niet beminde. Neen, hoe treu rig haar ook het vooruitzicht toescheen, nooit te zullen trouwen, nooit al de liefde, die haar gemoed vervulde, te zullen kunnen uitstorten, toch nog beter dit, dan die lief de niet te geven uit de volheid van haar hart. voor de Duitsche vrijheid opnam niet kunnen uitwisschen. Waar eens de grond bedekt was met de lijken der verslagen Romeinen, verrijst thans zijn standbeeld. Op een hoogen heuvel staat hij daar, in volle wa penrusting, den helm op het hoofd, het zwaard in de hand. Hoog boven de kruinen der dennen steekt dat Cheruskerzwaard, dat zwaard dat niet buigen wou voor de Romeinsche over- heersching. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Groot nieuws is er niet. Wij leven in een tijd van afwachten, 't Kan zoo vreemd nog loopen. Teekenen of niet teekenen dat is de vraag die allen bezighoudt. Wat zal het worden Marcel Hutin zegt in de Echo de Paris, dat naar de meening van verscheidene ge delegeerden ter vredesconferentie, die hi; ondervroeg, de Duitschers zullen teekenen. Bij het opstellen van de antwoorden o; de Duitsche nota's heeft Wilson met bij- zonderen klem aan de eens ingenomen standpunten vastgehouderr. Hutin zegt verder, dat. het plan van Foch in geval van niet-onderteekening geheel gereed is.' Op een bevel uit Parijs zullen de gealli eerde troepen dadeiijk een verderen op marsch op den rechter Rijnoever beginnen De geallieerden zullen verder onrnid'deliji; besprekingen over een afzonderlijken vrede beginnen met Beieren, Baden, Wurtenberg. Men verwacht voor Dinsdag of Woens dag het over handigen van het geheel van het Duitsche tegenvoorstel. Men denkt, dat dit stuk de klachten, in de vorige de tail-nota's geuit, nog eens zal herhalen ei vooral zal klagen in verband met de 14 punten van Wilson, het verlies van gebie- in Polen en Siiezië en in de koloniës Het tegenvoorstel zal waarschijnlijk vri omvangrijk zijn, zoodat de geallieerden e hun technische commissies wel een dag e 8 noodig zullen hebben om een antwoon uit te werken. Als het Duitsche tegen voorstel vóór 29 Mei overhandigd word zal, denkt men, het antwoord der gealli eerden op 7 of 8 Juni te Versailles kun nen zijn. In dat antwoord, dat definitie; zal zijn, zal aan de Duitsche delegatie me degedeeld worden, dat zij een kotten ter mijn, misschien 3 dagen, zal hebben on de voorwaarden te onderteekenen of wee; naar Berlijn terug te keeren. Het tweede gedeelte van den brief va Elise liet Henriette ook volstrekt niet on verschillig. Haar vriendin ging naar Am sterdam, naar de plaats waar hij woonde Hoezeer benyde zij haar. Misschien zou z hem zien, misschien kennis met hem maken zij was benieuwd hoe hij aan Elise zou be vallen misschien Daar kwam eeru vreeseüjke gedachte bij haar op... mas neen, dat zou niet gebeuren. Hij was nog ongetrouwd, dat wist zij van eene Amstei damsche familie, die eenigen tijd te Claren had dóorgebracht, en met wie zij kenni gémaakt had zij had toen het gesprek o; Ravening weten te brengen, en zoo het eei en ander van hem gehoord. Hij was zee gezien; hij had veel praktijkmen begree niet waarom hij niet trouwde, daar h:, toch zoo menige goede partij zou kunnen doen. Dat deed haar goec^ Als iedereen ver baasd waa, dat hij niet trouwde, dan moes; er toch vfrel een reden zijn, waarom hij di. niet deed. Misschien verdiende hij nog nie genoeg, om haar die nagenoeg niet bezat op fatsoenlijken voet te onderhou den misschien ook wilde hij de proef een nemen hoe standvastig zij was, en of zi, hem getrouw zou blijven. Getrouw Aa welke belofte Hij had immers geen woor< van liefde gesproken Wordt vervolgd.) tgns, !le Lanostraat en flo Boaiogierwaar V i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1919 | | pagina 1