De roem van Kashgar.
THUISKOMST.
UND VAN ALTENA
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 4019 Woensdag 22 September. 1920.
FEUILLETON.
mm
iüll
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
A bonne mentspr ij s: per 3 maanden 1.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen
10 uur ingewacht.
Uit het Zeemansleven.
Dat oogenblik van afscheid
Brr Hij was liever vier-en-twin-
tig uur in een vliegenden storm. Hij
worstelde liever een uur lang in de
felste branding.
Dat afscheid
Zij had hem verzeld tot de haven.
Zij had het willen doen, ook al viel
de gang haar zwaar. Want bet doel
van de reis lag ver heelemaal bij
IJsland. En de tocht zou maanden
duren.
Hij was liever thuis gebleven. Na
tuurlijk Maar 't ging niet. 't Was
onmogelijk.
En als de reis ten einde was,
dan
Zij had de kleine kleertjes al klaar
gemaakt. Dat was een werk geweest,
vol weelde. Weelde, waarbij zijn
hart soms trillen ging van vrees
Indien hij, in de moeilijke ure, haar
verloor
„Bewaar ons, Heer, onze boot is klein
En Uw zee is groot
Gelukkig, hij had dat oude Breton-
sche zeemansgebed niet vergeefs ge
leerd.
En hij bad het, ook met het oog
op zijn vrouw.
En toen hij ver weg was, kwam
de blijde tijding. „Een dochtertje.
En moeder en kind welvarend."
Nog enkele dagen en de thuis
reis wordt aanvaard
Waai nu wind Blaas in de zeilen
met nieuwe krachtJaag het schip
voortDat het steigert door de gol
ven, dat het een breed spoor van
schuim achterlaat. O, het gaat niet
gauw genoeg! Vooruit dan toch!
Vooruit! Weet je dan niet, hoe hij
verlangtZie je dan niet, dat hij al
duizend en tienduizend maal den ho
rizon heeft afgezocht, of hij de
Lust al niet ziet opdoemen, of hij
de torenspits al niet blinken ziet, of
hij de duinen al niet ziet grauwen
aan de kim Daar ginds, daar is
zijn huis, daar is zijO wind, ster
ke wind, waarom ben je nu niet sterker
En wat is het schip lomp en traag
Een vreemd verhaal in vier gedeelten.
12)
De Prins nam het briefje en las het bij
het licht der straatlantaarn. Het bevatte
een uitnoodiging om onverwijld aan de Pre
fectuur van Politie te komen.
»Dat wil zeggen, dat ik uw arrestant
ben vroeg de Prins.
«Ik geloof, dat die gedachte verre van
den Prefect is? hernam de detective.
«Maar als ik dan eens weigerde u te
volgen hernam de Prins.
«Ik mag Uwe Hoogheid niet ontveinzen,
dat ik besliste orders heb,«
«Maar wat in hemelsnaam kan zulk een
handeling rechtvaardigen riep de Prins,
«gij als onderschikt agent hebt natuurlijk
geen schuld, dat begrijp ik, maar gij zult
toch inzien, dat hetgeen gij doet hoogst
ernstig is.«
»Uwe Hoogheide hernam de detective
«generaal Vandeleur en zijn broeder heb'
ben, hoe ongelooflijk het is, een aanklacht
wegens diefstal tegen u ingediend. Zij be
weren dat de gestolen diamant in uw be
zit is. Een enkele ontkenning van u zal
den Pretect voor zeker geheel voldoende
zijn, en ik wil nog verder gaan, als Uw
Hoogheid hier op deze zelfde plek aan mij
En wat gaat het toch langzaam, vree-
selijk langzaam.
Gode zij dank 1 daar blinkt de kust
Daar is de haven. Daar is het duin
En achter dat duin, en terzijde, het
dakHet dak van zijn huisEn
uit de schouw kringelt fijne rook
omhoogEn op den drempel staat
zij. En ze lacht hem toe. Alles wel
Alles welHoe zou ze hem anders
kunnen toelachen
De boot was klein,
En de zee was groot,
Maar 't was Zijn zee.
En hij dankte. Elke stap naar zijn
huis was danken,en elke blik van zijn
oogen was danken. En elke kus, dien
hij haar gaf, was danken. Danken
zonder woorden. En jubel zonder
woorden En ik denk, dat menige
engel geglimlacht zal hebben bij zoo
veel jubelEn dat de Onuitgesproken
woorden wel heel precies door God
werden verstaan.
En nu ga je binnen. En je trekt
natuurlijk de zware laarzen uit, en
loopt op kousenvoeten de kamer bin
nen Want het kleine ding slaapt,
En die laarzen maken zoo'n gewel
dig lawaai. Dat heb je nog nooit zoo
goed gehoord als nu. En je kun je
voeten onmogelijk zacht neerzetten,
met die zware laarzen aan. 't Lijkt
wel, of je beenen niet willen, zooals
jij. Of ze dronken zijn. En ze zijn
ook dronken. En zelf ben je het ook
Dronken van vreugde.
Ja, juist, dronken van vreugde.
En vóór dat je er erg in hebt, heb
je de pijp al uit den mond genomen.
Het versch gestopte pijpje. Pas aan
gestoken. En nu al uit
Maar je hebt ook: het trekken ver
geten. Heelemaal vergeten Natuur
lijk
En je kijkt de kamer niet rond
de huiskamer, waar je toch in
geen maanden een voet hebt ingezet.
Vroeger, als je thuis kwam van de
reis, dan deed je het wel. Dan
streelde je, met je blikken, en ook
wel met je handen, die oude, trouwe
dingen in de kamer, die oude meu
belen nog van je vader en moeder
zijn ze, nietwaar die oude vrien
den uitje jeugd, die zooveel met je heb-
wil verzekeren, dat zij van de zaak niets
afweet, zal ik mij onmiddellijk verwijderen.
Florizel die tot dusver de zaak niet zeer
ernstig had opgevat, werd bij het hooren
van den naam Vandeleur zeer ontsteld. Hij
was niet alleen gearresteerd, maar zou zelfs
schuldig verklaard worden. Wat moest hij
zeggen Wat doen De «roem van Kas-
ghar« was inderdaad een vervloekte steen,
en het scheen dat hij het laatste slacht
offer zou worden van dat noodlottig juweel 1
Een ding was zeker, Hij kon de ver
langde verklaring voor den politieagent niet
afleggen en moest tijd winnen. Na een
seconde aarzeling vervolgde hij
«Goed, laten wij naar de Prefectuur gaan.c
De agent boog en zei, dat hij den Prins
op eenigen afstand zou volgen.
«Neen, blijf naast mij« hernam de Prins,
ik heb lust om wat te praten, te meer om
dat ik geloof, dat ik U vroeger nog eens
gezien heb.«
«Ik ben zeer vereerd, dat Uwe Hoog
heid mij herkent. Het' is nu acht jaar ge
leden, dat ik u ontmoette.ee
«Het onthouden van gelaatstrekken is
zoowel de taak van vorsten als van politie
agenten «hernam de Prins.Wij strij
den elk tegen misdaad, maar mijn taak is
winstgevender en minder gevaarlijk dan de
uwe. Gij staat aan groote verleiding bloot.
Zou het niet kunnen wezen, dat ik u op
ditzelfde oogenblik in Verzoeking wil bren
gen.?
«De hemel beware mij daarvoorsta-
ben meegemaakt, en zooveel vertel
sels kennen, en zooveel herinnerin
gen weten. Vroeger, bij de thuis
komst, begroette je ze met onuitge
sproken woorden, die er niet min
der hartelijk om waren, hartelijk en
warm.
Nu ga je ze haastig voorbij. En
je hebt zoo'n haast, dat je je vrouw
wel op zij zou willen dringen, om toch
maar de eerste te zijn ginds
bij de wieg. Maar dat gaat niet.
Natuurlijk niet. Zij is er de eerste.
En je blijft stilstaan. En je luis
tert. En je hoort de zachtte woord
jes, waarvan ze er nog duizenden
zeggen zal, in toekomstige dagen,
duizenden, waarmee ze haar
geluk tracht uit te spreken, haar
geluk en haar liefde, die niet uit
te spreken zijn.
En je staat stil. En wacht. En
je oogen worden vochtig. En je han
den trillen. En je lippen bewegen.
Maar er komt geen woord Ook jouw
hart is vol van het onuitsprekelijke.
(Tim.)
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Kamenef, een der Russische onderhan
delaars met Engeland, is naar huis gezon
den. De Engelsche regeering heeft bewijzen,
zooals ze zegt, dat hij de hand gehad heeft
in den verkoop van Russische juweelen in
Engeland. Hij had er voor 40.000 pond
sterling van te gelde gemaakt en deze op
brengst aan de Daily Herald, een Engelsch
blad, doen toekomen. Hij deed moeite om
er nog meer te verkoopen en daarvan nog
10.000 pond sterling aan datzelfde blad te
verstrekken. Wel heeft de Daily Herald,
op 't laatste oogenblik tot beter inzicht ge
komen zijnde, het geld teruggezonden, maar
het feit blijft bestaan, dat Kamenef, die
beioofd had, zich van directe of indirecte
propaganda te onthouden, onderhands bezig
is geweest om een Engelsch blad in dienst
van de bolsjewistische propaganda te stellen.
In de Engelsche steenkolencrisis zijn de
vooruitzichten weer verbeterd.
Lloyd George heeft een plechtige ver
klaring uitgevaardigd, waaruit de mijnwer
kers hebben vernomen, dat het regeerings-
toezicht op het mijnbedrijf niet zal ophou
den, zoolang er een verschil van beteekenis
blijft bestaan tusscheri den prijs van de
binnenlandsche en dien van de exportkolen.
melde de detective.
«En toch hoeveel schoons biedt het leven
niet aan en hoe weinigen weten zich te
bedwingen. De man die om een millioen
zijn plicht niet verzaken wil, zal dat mis
schien doen om gezag en heerschappij te
krijgen. Maar zie, wij zijn thans midden
op de brug, leg uw ellebogen op de leu
ning en kijk naar omlaag. Zooals het wa
ter daar wegstroomt, zoo voeren hartstoch
ten de eerlijkheid van een zwak man weg.
Ik wil u eens een geschiedenis verhalen.»
«Ik luister» zei de detective eerbiedig.
En evenals de Prins ging hij over de balus
trade leunen. De stad was stil, hier en
daar glinsterden de lichten der lantaarns.
«Een officier» zoo begon de Prins, «een
man van eer en moed, die reeds tot hoo-
gen rang was opgeklommen en door ieder
een gerespecteerd werd, bezocht een uur
dat voor zijn gemoedsrust noodlottig zou
worden, de verzameling kostbaarheden van
een Indisch Prins. Hier zag hij een dia
mant zoo buitengewoon van groote waar
de, dat hij van dit oogenblik af slechts één
wensch had. Eer, goeden naam, vriend
schap, vaderlandschliefde, alles wat hij be
reid op te offeren, voor dien ellendigen steen.
Drie jaren lang diende hij den vreemden
vorst, hij bestreed zijn eigen landgenooten,
liet een vriend van eertijds ter dood bren
gen, en op deze wijze wist hij een groot
fortuin te verkrijgen en keerde hij daar
mee en met den grooten diamant naar zijn
geboorteland terug.
Hij zegt, dat hij daarmee bevestigt wat
Horne, de minister van koophandel, al te
verstaan heeft gegeven, maar Herbert Smith,
de ondervoorzitter van het mijn werkers ver
bond, heeft verklaard, dat hij vond, dat
Lloyd George een stap verder was gegaan
dan Horne. Daarom werd de weg geëf
fend voor een nieuwe conferentie, die tus-
schen den minister van koophandel en de
leiders van de mijnwerkers zal gehouden
worden. De besluiten, die tot regeling der
crisis genomen mochten worden, zuilen in
het begin van de volgende week voorgelegd
worden aan een nieuw mijnwei kerscongres.
De vooruitzichten der onderhandelingen
die tusschen de Polen en de bolsjewiki
over een wapenstilstand te Riga moeten
beginnen, zijn niet gunstig. Zoowel uit
Polen als uit Sowjet-Rusland komen nieu
we oorlogszuchtige stemmen. Zelfs de
Poolsche nationaal-democraten, die totnog
toe de sterktste voorstanders van den vrede
met Rusland waren, zijn plotseling eene
oppositie tegen het sluiten van den vrede
begonnen, naar men zegt, onder den invloed
van generaal Wrangel, wiens afgezant te
Warschau vertoeft en daar propaganda
maakt voor de voortzetting van den oorlog
tegen Sowjet-Rusland. Wrangel is den
laatsten tijd in zijn krijgsverrichtingen niet
onvoorspoedig geweest, maar het kan toch
nog een heelen tijd duren, voor het hem
lukt eene stevige verbinding met het
Poolsch-Oekrainsche front te verkrijgen,
wat zijn doel schijnt te zijn.
Het is den befaamden en beruchten
Enver Pasja gelukt van uit Duitschland
naar Moskou te komen. Hij is daar met
open armen ontvangen, en men heeft hem
het opperbevel opgedragen over de Roode
legers, gevormd uit de Moslims in Zuid-
Oost-Rusland, Turkestan en Midden Azië,
waarmede hij naar Indië moet optrekken
om daar zoo mogelijk aan de Britsche
heerschappij een einde te maken.
Een vertrouwde van Moestafa Kemal Pasja
is dezer dagen te Moskou aangekomen,
naar alle waarschijnlijkheid om zich met
de Sowjet-regeering te verstaan omtrent
den strijd tegen de Entente in Aziatisch
Turkije en heeft daar waarschijnlijk ook
wel Enver Pasja bezocht, die de ziel is
van de »Nationalistische« beweging in
Turkije.
Deze berichten uit Moskou bewijzen op
nieuw het streven van de bolsjewieken om
zich van de medewerking van de Moslims
te verzekeren tegen de geallieerden, en
Jaren gingen voorbij en eindelijk ging
de diamant door een toeval verloren. Hij
viel in handen van een eenvoudig jonkman,
die op het punt stond de heilige roeping
van geestelijke te volgen. En dadelijk oefen
de de steen zijn noodlottigen invloed uit.
De jonkman vergeet eer en plicht en vlucht
met den diamant naar het buitenland. De
officier, van wien ik straks sprak, had een
broeder, een zelfzuchtig gevaarlijk man die
het geheim van den geestelijke ontdekte.
Wat moest hij doen Zijn broeder inlich
ten De politie waarschuwen Neen, ook
op dezen man viel de vloek, hij begeerde
den diamant voor zich zelf. Op gevaar af
van den jongen geestelijke te vermoorden,
bedwelmde hy hem en beroofde hem. En
nu kwam de diamant, door omstandigheden,
die ik verzwijgen kan, in handen van een
derde, die verschrikte over hetgeen hij zag
en den kostbaren steen overgaf aan iemand
van hooge positie, boven alle verdenking
verheven.
De naam van den officier is Thomas
Vandeleur vervolgde Prins Florizel, «desteen
heetde roem van Kashgaren plot
seling zijne hand opende hier ziet gij
hem
De detective uitte een kreet van ver
rassing.
«Ik sprak van verleiding» hernam de
Prins, «voor mij is deze steen evenveel waard
als een ledige notendop, ja, erger ik walg
van hem als van een rottend lijk. Ik zie
hem hier in mijn hand en weet dat hij
met name tegen de Engelsche en de Fran- 1
schen, aan welke zij vooral een gevoeligen
slag willen toebrengen om ze onschadelijk,
of tenminste toeschietelijk te maken.
Zoowel de Moslims in het Russische rijk
zelf, als Moestafe Kemal en zijn volgelingen,
toonen zich bereid om op de een of an
dere wijze of in den een of anderen vorm
met de bolsjewieken samen te gaan of hun
steun aan te nemen. Toch mag daaruit
geenszins worden opgemaakt, dat de Mos
lims het bolsjewisme hebben omhelsd of
dit zouden willen aauvaarden.
Deschanel, de Fransche president, die
behalve lijder aan verkalking van bloedva
ten, ook zwaar zenuwziek is, verlangt sterk
naar het einde van zijn presidentieele loop
baan niet alleen, maar blijkbaar ook naar
het einde van zijn leven. Den lOden Sept.
heeft hij zich willen verdrinken, hij is uit
het water gehaald, zonder dat dit voorval
ernstige gevolgen voor hem heeft gehad.
Welmeenende menschen hebben hun best
gedaan, de zaak zoo lang mogelijk stil te
houden. Men gelooft nu ook, dat zijn val
uit den Neir te Rambouillet geen ongeluk
maar opzet geweest is en een poging om
zich in een aanval van zwaarmoedigheid,
van het leven te berooven. De Senaat en
de Kamer zullen nu spoedig in vereenigde
zitting een nieuw staatshoofd kiezen. Mil-
lerand zegt, het presidentschap niet te be-
geeren. Als opvolger van Deschanel wor
den genoemd, Jonnart, Peret en Foch.
De Pruisische Landdag heeft gisteren
twee moties aangenomen, een waarin hij
er bij de regeering op aandringt te zorgen
dat er in Opper Silezië een volksstemming
gehouden wordt volgens het vredestractaat
en ertegen te waken, dat de provincie door
toedoen van Polen voor Duitsland verloren
gaat, zonder dat zulk een plebisciet is, en
een andere motie ten gunste van de be
scherming van de rechten en vrijheden van
het Saargebied. Uit beide moties spreken
het wantrouwen en de verbittering tegen
de Polen en de Frauschen, waarvan de
Duitsche pers zich in de laatste maanden,
niet altijd op gelukkige wijze, den tolk heeft
gemaakt. Zoo had zij tegen 15 Septem
ber een Poolschen opstand in Opper-Silezië
aangekondigd, die ten doel zou hebben, zich
met geweld in het bezit van het betwiste
gebied te stellen, maar die opstaan is uit
gebleven. In Duitsche bladen is een order
openbaar gemaakt, die van den Franschen
generaal Lerond uitgegaan heette te zijn,
en waaruit zou blijken dat hij de Polen in
met helschen glans schijnt. Ik heb u slechts
een honderste deel van zijn geschiedenis
verhaald. Ik schrik terug, als ik mij ver
beeld hoeveel ramp, hoeveel misdaad hij in
vroegere eeuwen veroorzaakt heeft. Jaren
en jaren heeft hij als werktuig van den
duivel gediend. Maar nu moet een einde
komen aan zijn heerschappij
En eensklaps een beweging makende liet
hij den diamant een boog beschrijven en
haar met een plons in het donkere water
vallen.
«Groote hemel, wat hebt gij gedaan
riep de detective, «Ik ben een verloren
man.«
«Ik geloof,hernam de Prins glimlachend
«dat honderden menschen U benijden zul
len, gij zelf waart reeds onder de beko
ring, misschien, ja bijna zeker, zoudt gij
gezwicht zijn en had de noodlottige steen,
die thans in den slijkerigen bodem weg
zinkt, van een braaf politie-beambte een
misdadige gemaakt.
En thans, ga naar den prefect, en zeg
hem wat gij gezien, en wat ik gedaan
heb.«
t Land ïan Heisdei en Alteia, dt Lanastraat n de Bommeierwaard
EINDE.