L FËIJlLLETOivr r - I ZELFOPOFFERING. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No4110 Woensdag 3 Augustus1921. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur ingewacht. BUITENLANDSCH OVERZICHT De Opperste Raad zal niet, zooals we in ons vorig overzicht schreven, 4 Augustus doch hoopt 8 Augustus bijeen te komen. Lord Curzon gaat met Balfour op 5 Au gustus naar Parijs, terwijl het bovendien niet is uitgesloten, dat ook Lloyd George nog een paar zittingen van den Raad zal bijwonen. In een redevoering, die de Engelsche premier Zaterdag bij de onthulling van een oorlogsmonument heeft gehouden, heeft hij nog eens met nadruk verklaard, dat de beide groote West-Europeesche mogend heden dienen samen te gaan, teneinde den wereldvrede te bevestigen. Uit alles blijkt echter, dat de Britsche nota van 29 Juli, waarin Curzon volgens geruchten te kennen heeft gegeven, dat een afzonderlijk optreden van Frankrijk door het zenden van troepen naar Silezië, een gemeenschappelijk optreden onmogelijk zou maken, zeer scherp is geweest. De Fransche ministerraad schijnt door deze nota er dan ook voor teruggedeinsd te zijn om een zelfstandige politiek te voeren, en heeft aan den eisch van Engeland tot bijeenroeping van den Oppersten Raad voldaan, zoodat thans tusschen Parijs en Londen de vrede is weergekeerd. Reuter meldt dat er onder deze om standigheden geen sprake van is, dat de jongste nota in haar geheel gepubliceerd zal worden. Engeland wil Frankrijk dus waarschijnlijk de publicatie der scherpe bewoordingen besparen. Lloyd George erkent dat Frankrijk zich zeer groote op offeringen heeft getroost en dat het meer onmiddellijk belang heeft bij sommige der nog niet opgeloste kwestie's, doch hij ver langt een waren en onmiddellijken vrede, om het nageslacht niet een erfenis van haat na te laten, die nog eens ontploft. De gansche macht van het Engelsche rijk die in Augustus 1914 in den oorlog werd geworpen, is nu de weegschaal van den vrede geworden. Op verzoek van Briand blijft de kwestie van de versterkingen nummer één staan. Tevens is den Engelschen gezant in Berlijn de opdracht gegeven om met de Fransche en Italiaansche gezanten gemeenschappelijk den eisch te stellen om het eventueele transport van intergeallieerde troepen te vergemakkelijken. Dit is slechts een schijn-succes voor de Franschen, daar de verplichting der Duit- schers, deze troepen door te laten, nadat de Raad gesproken heeft, zoo duidelijk is, dat de stap der gezanten veel op eer» overbodige formaliteit lijkt. De Duitschers (eene novelle door Louise.) 13) Zij, hopeloos door d'angst verblind, Ontsluiten zich een ander pad Zij storten in het zwalpend nat, Dat duizenden van hen verslindt. Of klemmen hand en armen vast Aan 't paalwerk van het bruggevaart, Dat, buigend onder zulk een last, Uiteenbarst, instort, hen die 't beurt, In de ijslijk opgesparde kaak Der Berezina medesleurtDe vloed Bruist op, verdooft het noodgeschrei, En verft de schollen ijs met bloed, En wentelt voort, verscheurt, verdelgt De ellendelingen die hij verzwelgt. Die stompen yan verminkten leên, Nog opgeheven naar omhoog, Dat kind, welks moeder reeds verdween, Reeds wegzonk onder 't schuimend nat, Nog rustend op de moederhand, En schreiend of 't om hulpe bad zullen dezen stap zelfs als eer» antwoord op hun bekende, gewraakte vraag kunnen beschouwen, en wel als een antwoord, dat hun twijfel, of Frankrijk het recht had, in dezen alléén besluiten te nemen, ten volle rechtvaardigt. Behalve de kwestie voor het zenden van versterking zal den Oppersten Raad te behandelen krijgen de verdeeling van Opper- Silezië en het vraagstuk van de vonnissen der oorlogsmisdadigers van Leipzig. Met het oog hierop zal ook België in den Raad vertegenwoordigd zijn. Waarschijnlijk zal de Raad zich ook bezighouden met de middelen om den hongersnood in Rusland tegen te gaan. Aangezien de missie-Hansen mislukt is we gens de onvervulbare voorwaarden, welke de Sovjet-regeering stelde, zal deze alleen de voedselvoorziening en hulpverleening moeten controleeren. Wellicht zal de Raad ook de Oostersche kwestie ter hand nemen, hoewel Grieken land geen bemiddeling van de geallieerden wenscht. De zitting van den Raad zal waarschijnlijk acht tot tien dagen duren. De laatste officieele berichten uit Marokko melden, dat de kolonne van San Jurgo versterkingen heeft opgeworpen ter ver steviging van het front Atalaion-Sidridah. Bij deze verrichtingen leden de Spanjaarden eenige verliezen door vijandelijk mitrail leursvuur. De stellingen van Zeloan, Nador en Mont Arroeit houden hun tegenstand vol. Van de overige stellingen valt geen wijziging in den toestand te melden. Nader wordt gemeld, dat kolonel San- jurjo de stelling bij Sidihamed el Hoch heeft bezet, en dat de infant Alfonso te Malilla is aangekomen. Het Grieksch eskader blijft voortgaan te kruisen in de Zwarte Zee en heeft, naar verluidt, de haven van Sinopel, ten westen van Samsoen, beschoten. Zij hebben troepen ontscheept te En- zerli en te Sinopel (aan de Zwarte Zee). De troepen, die te Enzerli aan wal zijn gezet, rukten na een botsing met den vijand op in de richting van Adabaza. De Turksche terugtocht duurt voort. De Grieksche schepen hebben koopvaar ders doorzocht onder het bereik van de kanonen van Samsoen en te Ordoes matrozen aan wal gezet, zonder dat de Turken het gewaagd hebben een schot te lossen. In Rusland komt er meer teekening in de organisatie tegen den hongersnood. Vol gens Deensche berichten uit Reval zouden daarbij staatslieden uit het oude Rusland en uit de Kerensky-periode, naast andere burgerlijke elementen, op den voorgrond treden. Men kan echter zeggen, dat, voor Doch keeren wij ons oog van dat schrik- tooneel af, of neen, nog één blik er op geworpen. Daar wordt eene verheven daad verricht. Een jeugdig officier stort met de geheele schare, die hij geleidt, in de golven. Het is Eduard. Maar op 't zelfde oogenblik dat hij tusschen de schotsen verdwijnt, springt een ander wezen, eene vrouw, in den vloed. Dreigend is het doodsgevaar, de hoekige ijsklompen kneuzen hare fijne leden, haar bloed kleurt het ijs, toch snelt ze verder, ze heft den dierbaren drenkeling met de laatste inspanning harer krachten op een ijsklomp, en voortgedrongen en voortgestuwd, maar meer nog door de zichtbare hulpe Gods, bereiken zij den oeverkant. Bloedend en machteloos valt zij neer, maar Eduard is gered, is maar licht gewond. Het wordt avond. Het leger is verder voortgevlucht, de gewonden op de schouderen hunner krijgsbroeders voortgedragen, liggen in verschillende hulptenten verspreid. De heelmeesters keeren en gaan, verheugd zoo ze nog hulpe aan kunnen brengen. Eduard, door zijn dienstplicht van de legerstede der edele Josephine geroepen, had een genees heer, Francheville, hare zelfopofferende daad herhaald, hem dringend gebeden, alle mo gelijke zorg voor de dierbare kranke te een eenigszins batende hulp, de buitenwereld te laat is ingelicht over de ramp, die in Rusland in aantocht was. Desowjet-overheid heeft steeds te geheimzinnig gedaan met de ellende die er heerschte in het land. Daar door gaf zij feitelijk te kennen, dat zij een zware verantwoordelijkheid daarvoor op zich voelde rusten. Zelfs nu nog hebben de Moskousche regeeringskringen lang ge aarzeld, kleur te bekennen. Dat de eerste kreten om hulp werden geslaakt, hebben zij slechts noode geduld, en de lieden, die ze slaakten in Eropa, hebben dat gedaan met de merkbare vrees, bij hun terugkomst daarvoor ter verantwoording geroepen te worden. BUITENLAND. De hongersnood in Sovjet-Rusland. Ontzettende tooneelen. Aan het «Beliner Tageblatt* wordt het volgende uit Reval gemeld Uit Petrograd zijn de volgende berichten ontvangen over den nood, waarin zich sommige deelen van Rusland bevinden. Te Petrograd heerscht een stemming, die neerslachtiger is dan zij ooit is geweest. De arbeiders hebben alle discipline op zij gezet. Gewerkt wordt er zoo goed als niet meer. Houten huizen zijn te Petro grad bijna niet meer te vinden. Al het hout is gebruikt als brandstof. Van de fabrieken staan er 75 pCt. stil wegens gebrek aan stookmateriaal, grondstoffen enz. In de fabrieken die nog aan het werk zijn gebleven, werkt slechts 1525 pCt. van het normale aantal arbeiders. Hulp wordt alleen uit het buitenland ver wacht in den vorm van goederenzendirigen. Is te Petrograd de toestand allesbehalve rooskleurig, ontzettend is de toestand in de gebieden, waar de groote hongersnood heerscht, namelijk het gouvernement Sa mara, alsmede ook het oostelijk deel van het gebied van de Don en verder in het gouverment Astrakan en het noordelijk deel van Koehan- en Terek-gebied. In een brief uit het dorp Tasjelka in het gouvernement Samara wordt gezegd De bevolking is hier door den honger ge heel wanhopig. Wij zijn gravende en knagende dieren geworden. Die nog een koe heeft leeft uitsluitend nog van melk. Die er geen heeft, kan alleen nog door graven aan wat eetbare knollen komen. Velen leven alleen van zuringplanten. De menschen zijn soms zoo zwak, dat zij reeds na twintig passen te hebben gedaan, neer vallen. Velen verzamelen op het veld onkruid, mengen dat met zaagsel en zemelen en eten het zoo op om den honger te dragen. De edelmoedige geneesheer, die leefde voor de lijdende menschheid, voldeed gaarne aan het verzoek van den jongman. Toen hij echter het bed der lijderes ge naderd <was, schudde hij bedenkelijk het hoofd zij lag in een heete verwoestende wondkoorts, die haar reeds zoo zwak gestel geheel uitputte. Na een half uur echter begon de koorts te verminderen, doch alle teekenen van den naderenden dood vertoonden zich. De zieke sloeg de oogen op en sprak met nauw hoorbare stem«Eduard zijt gij hier «Eduard moest u voor eenige oogen- blikken verlaten, ik ben zijn vriend edele vrouw,zeide Francheville het was hem of een toon uit vroeger dagen zijn oor getroffen had. «Ik ga sterven,* zeide de krankeik zal Eduard niet ziengeef hem dit boek het bevat mijn levensloop het eenige wat ik hem nalaten kan het geheim en de wil van eene stervende zij u heiligzeg hem dat zijn naam is Eduard Grichy als zijn vader nog leeft... en hem herkent... Josephine Chalier heeft hem den dood haars vaders vergeven. De zaligheid, die zij door Eduards deugd heeft gesmaaktheeft haar al haar lyden vergoed. Charlotte ik kom stillen. Het sterftecijfer is tot 90 pCt. gestegen, doordat er hier ook nog cholera is uitgebroken. De troostelooze vooruit zichten maken de menschen wanhopig. Een overval op een bokswedstrijd. Ter gelegenheid van een bokswedstrijd te Brooklijn (bij New-York) heeft een goed ge organiseerde bende het plaatskaartenbureau geforseerd en de kas geroofd en is daarna door een cordon van 100 politie agenten heengebro ken om een auto te bereiken, waarmee zy zich in veiligheid stelde. Een en ander was zorgvuldig voorbereid, en het signaal voor den aanval der bandieten was het plotse ling uitgaan van alle lichten. In de herrie, die daarna ontstond, deden zakkenrollers hun werk terwijl er tevens hevig gevochten werd. Ternauwernood kon een algemeene paniek voorkomen worden. Nieuwe grotten ontdekt. Naar «Das Alpenland« meldt, heeft men in de bergen in Tirol ten Noorden van Wörgl, aan de Ache, dicht bij de uitmon ding van die rivier in de Inn, een net van grotten ontdekt, dat zich tot 600 Meter onder de oppervlakte uitstrekt. Bij het afdalen in een der vijf schachten ontdekte men dezer dagen een groot ijspaleis, een reusachtigen koepel boven een jjszee. Men zet de onderzoekingen voort. De opstand in Marokko. De «Times* verneemt uit Tanger dat 20.000 man Spaansche gekleurde troepen in het district Melil'a worden vermist, die gedood gewond of gedeserteerd zijn. Er wordt gehoopt dat er nog eenige zullen terugkeeren, maar het wordt onwaarschijn lijk geacht, dat het aantal groot zal zijn, daar de troepen in dit onherbergzaam gebied zonder voedsel en minutie zijn. De Talenkwestie in België. De Kamer nam met 74 tegen 57 stem men en 14 onthoudingen het wetsontwerp aan op het gebruik van twee talen in ad ministratieve zaken. Het ontwerp gaat terug naar den Senaat, die er verschillende wijzigingen in aangebracht had. Ongeregeldheden. In het dorp Borike in de Pundjab (Britsch- Indië), zijn ernstige onlusten uitgebroken tengevolge van een twist over grondbezit. Achttien personen werden gedood. Vier mannen, die bebloede bijlen bij zich droegen, werden gearresteerd. Vijftien anderen ontsnapten. o vader moeder ik kom.* Nu werd alles licht voor Francheville. De vrouw die hij door gansch Europa had gezocht, lag voor hem op een eenvoudig veldleger, stervend, als een offer harer zelopofferende liefde. «Josephine,* riep hij uit, «o sterf niet gij kunt nog zoo gelukkig worden.* De kranke herkende die stem, de beelden van vroeger jaren stonden op eenmaal levendig voor haar geest. «Francheville*, fluisterde zij, «gij veroor deeld mij niet.* «Ik u veroordeelen o herleef,* en zich over haar heenbuigende fluisterde hij «Grichy is hier, hij ook veroordeelt u niet, hij heeft berouw ovef zijn woordenbreuk*. »Neenniet zien, ik kan hem niet zienik heb vergeven ik sterf gelukkig en tevreden mijn Eduard «Hier ben ik, moeder,* sprak deze, die juist binnentrad, nog tijdig genoeg om den laatsten blik van het brekend oog op te vangen. «Eduard,* zeide Francheville tot den snikkenden jongman, «hier sluimert een heilige, roep den kolonel Grichy hier, hij is uw vader.* Half bedwelmd tuimelde Eduard de tent uit. De toestand ran den handel. In het Londensche Mansionhouse is een feestmaal gehouden, waaraan Sir Robert Home, de kanselier van de schatkist, als mede de gouverneur en de directeur der Bank van Engeland, en tal van vooraan staande personen uit de City hebben aan gezeten. De Lord Mayor presideerde. In en rede zeide Sir Robert Home, dat er heden teekenen zijn, die er op wijzen dat er een einde aan de groote malaise gekomen is. Tal van personen zeggen wel is waar dat de insdustrie verlamd is door de vrees voor arbeidsconflicten, doch thans kunnen zij het begin aanschouwen van een herleving van den handel. Er is een ver laging der engrosprijzen vast te stellen, doch de prijzen in den kleinhandel zijn ten achter gebleven. Hij zou den kleinhande laren er op willen wijzen dat het in hun eigen belang is om den huidigen toestand onder de oogen te zien en hun prijzen naar omlaag te brengen. Zelfs al gaat het met eenlg verlies gepaard. Sir Robert verwachtte binnenkort een daling in de prijzen der kolen, hetgeen van het grootste gewicht is voor alle in dustrieën. De huidige omstandigheden zijn abnormaal en kunstmatig doch wanneer de kolenindustrie weer op dreef is, zal er zulk een daling in den prijs plaats vinden dat tal van industrieën in staat zullen worden gesteld tot grooten voorspoed terug te keeren. o Karpetten in een bank. Bij een der grootste bankinstellingen te Londen, zegt de »Daily Chron., liggen tien prachtige karpetten, die eer» geschiedenis hebben en geschat worden op 10.000. Een Russische graaf, die zeer bekend was onder de regeering van den Tsaar, vluchtte bij het uitbreken der revolutie met niets anders van waarde dan de tien karpetten. Deze waren door een der vroegere Tsaars aan zijn voorouders geschonken. Die Tsaar had ze zeven honderd jaar geleden gekregen van een Perzischen vorst. Toen de graaf te Batoem was aange komen en totaal bankroet was, gaf hij de karpetten aan een Russischen koopman, die op weg was naar Engeland met bevel ze daar te verkoopen een bank gaf er een groot voorschot op. Dé karpetten liggen nu echter nog bij de Engelsche bank, zonder dat ze opge- eischt zijn. Weinige oogenblikken daarna stond het drietal vereenigd bij de doode hare engel achtige gelaatsttrekken hadden eene uit drukking van hemelschen vrede aangenomen. Zij had haar taak volbracht. Zij had de zelfopoffering begrepen in een hoogeren zin dan Charlotte, en droevig herhaalde Grichy, toen hij dat brooze, koude hulsel aanschouwde, met den toon der waarachtigste wroeging «neen, zy was geen coquette.* Zoo stierf Josephine, en wij die weenen bij haar lijk, laten wij een plechtigen eed zweren, nooit een onbarmhartig oordeel over een mensch, over een broeder of zuster te vellen. Wij kennen de omstandigheden des levens niethoe zouden wij de harten kunnen doorgronden Laat ons zweren te zijn zooals zij, die afgestorvene blijmoedig offers te brengen, al worden ze niet ge vraagd, niet te wachten op groote gebeur tenissen om onze liefde en onze zielskracht te betoonen, want ieder dag en ieder uur, ja dikwijls één woord, één stilzwijgen kan een offer zijn. Dan, al leidt ons leven als 't hare door doornen en grieven, ons einde zal kalm en blijde zijn, want God is hem en haar nabij, die vertrouwt op den bijstand van boven, de roeping des sterve- lings begrijpt, en mensch wil zijn voor de menschen. Einde. «oor liet Land van Heiislei en Aitena, de Langstraat en de Boiielirvurd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1921 | | pagina 1