EER OM EER. Steenpuisten - andere zweren FEUILLETON. Grootvorstin Anastasia ran Rusland neg in leren. Verschillende verhalen met uitvoerige bijzonderheden zijn de laatste jaren over den dood van den ex-Czaar van Rusland, de Czaritsa en al hunne kinderen versche nen. En toch zal veler belangstelling ge wekt worden door een boek, dat dezer dagen onder den titel van »Survivante« in Frankrijk verschenen is. De schrijfster, die zich zelf Mademoiselle Marie Berditse noemt, verklaart, dat zij niemand anders is dan grootvorstin Anas- tasia, de jongste dochter van den Czaar en de eenige overlevende van de Russische keizerlijke familie. Zij verklaart, dat, toen de moord be dreven was, zij voor dood werd achterge laten, doch gered werd door een ouden timmerman, die, bemerkende, dat zij, of schoon zwaar gewond, nog in leven was, haar in zijn armeu wegdroeg op het oogen- blik, dat de dronken bolsjewisten de andere lijken wegvoerden om ze te verbranden. o Hassa-berooring van goederentreinen. Een bond van spoorwegroovers. Te Maagdenburg is dezer dagen een groote, goed georganiseerde bond van spoor wegroovers ontdekt en onschadelijk gemaakt, die de spoorwegkas reeds vele millioenen schade heeft berokkend. Drie en veertig leden van dezen bond, onder wie spoor wegarbeiders, zakenlieden en hotelhouders, alsmede eenige Berlijnsche smokkelaars, zijn reeds aan de politie bekend. Zelfs een politie-ambtenaar maakte deel van dezen bond uit. Twintig personen bevinden zich in hechtenis en er worden nog meer ar restaties verwacht. De dieven hielden zich in hoofdzaak bezig met het rooven van ijlgoederen gedurende de reis. Ongelukken. Twee toeristen, die de vorige week trachtten den Gross Glockner te beklimmen, zijn uitgegleden en neergestort op een ge vaarlijk punt van een ijsveld. De één werd gedood, doch den ander heeft men nog drie dagen om hulp hooren roepen. Door den storm moest men eenige dagen wachten voor een reddingsbrigade kon worden uit gezonden. Vier toeristen die voorbij kwamen, hadden het voor dien tijd al geprobeerd met het noodlottig gevolg dat twee hunner gedood werden. Ook verdere pogingen zijn tot dusver vruchteloos gebleven. lierooving in een sneltrein. Treinbandieten hebben hun slag geslagen in den sneltrein BoedapestBoekarest, dien zij ophielden tusschen Grostadt en Schaff- burg. De reizigers werden in hun slaap wagens gechloroformeerd en alles van waarde medegenomen, onder meer het gouden gebit van een Amerikaan. Uit Frankrijk komt het bericht, dat de vossen in het Maasdepartement bjjzonder talrijk zijn en met heele benden in de Fransche en Duitsche loopgraven nestelen. Sprinkhanenplaag. Een sprinkhanenplaag teistert de Zuide lijke districten van het departement Seine- et-Marne (Frankrijk). Ongeveer 7500 H.A. zijn reeds geheel verwoest. Een zoo enorme sprinkhanenplaag is nooit te voren in Frankrijk opgetreden en het ministerie van Naar het Fransch. 9) Men oogst daarmede den lof der vrou wen in, dat is best mogelijk. Met alles, wat maar eenigszins een romantisch karakter draagt, dweepen zij. En als zij den over winnaar toejuichen, hem lauwerkransen toe werpen, zijn roem bezingen, o, dat is zoo heerlijk, nietwaar Jean Laurent zag hem medelijdend aan. Het jeugdig bloed dat hem door de aderen stroomde en zijn geestdrift, kwamen gedurende het gesprek in hevige beroering. Hij begreep nu, hoe groot de afstand moest wezen, die de graaf en de gravin van elkaar scheiden. Hy vroeg zich nu af, of de kalmte van den eerste niet een mom was, waarachter de haat zich schuil hield. Mijnheer de graaf,gaf hij aarzelend ten antwoord, »ge hebt zeker treurige er varingen gehad, dat ge aan niets gelooft »Ge begrijpt mij niet goed,* zei de graaf lachend, »ik stel de zaken voor, zoo als zij werkelijk zijn, en omdat ik dat doe veronderstelt ge, dat ik aan niets geloof 1 Daarin herken ik uw Fransch karakter. Het is mij tamelijk onverschillig, jongman, welken weg ge wenscht op te gaan, dat wil zeggen als ge u droombeelden wilt landbouw deelt mede, dat deze plaag zoo onverwacht kwam, dat men in de onmo gelijkheid verkeerde, om tijdig maatregelen te nemen. o De Russische diamanten. Het schijnt, dat de door de bolsjewisten in Rusland gestolen diamanten nog steeds, o.a. ook te Amsterdam, worden aange houden. In een overzicht van de diamantmarkt te Antwerpen leest men o.a. »Ondanks de verzekering, dat de voor raad Russische diamanten uitgeput was, blijft de aanvoer te Londen, Antwerpen en Amsterdam van bolsjewisten-diamanten voortduren. Die aanvoer dreigt nog lang de diamantmarkt onzeker te maken.» Vliegtuig gekanteld. Brussel, 1 Sept. Het postvliegtuig naar Amsterdam moest gisteren wegens motor defect een noodlanding doen bij Antwerpen. Het vliegtuig ging over den kop. De be stuurder werd licht gewond en de drie passagiers kregen eveneens kneuzingen. De spraak herkregen. Een gewezen soldaat, George H. Wit- combe, te Cardiff, was al vijf jaar zijn spraak kwijt. Zijn jongste kinderen had den nog nooit de stem van hun vader ge hoord. Alle mogelijke methoden van be handeling hadden hem niet gebaat. Vrij dag begaf hij zich naar de afdeeling van het pensioenministerie. Terwijl hij daar op een brits lag en onderzocht werd, maakte de man zich plotseling zenuwachtig en kreeg hij zijn stem terug. o Voor de nagedachtenis van Caruso. Te New York wordt een kaars vervaar digd van 18 voet lengte, die naar men zegt 13 jaar achtereen zal branden en door een weeshuis aan een kerk te Napels zal worden geschonken, ter nagedachtenis aan Caruso, die belangrijke giften aan het weeshuis heeft gedaan. Een Belgische landverrader. Het parket heeft voor het Assisenhof te Bergen gedaagd den handelsbediende Armand Jeannes, om te recht te staan ter zake van spionnage en verstandhouding met den vijand. Gedurende den geheelen oorlog maakte hij deel uit van de Duitsché ge heime politie. Vooral in het proces tegen Miss Cavell heeft hij een rol gespeeld. BINNENLAND. Een indringer. Zondagmiddag is te Beekbergen een onbekende man binnengedrongen in de wo ning van den onderwijzer J. H. van I. Hij trof de vrouw des huizes alleen aan, die hij, na haar met een stuk ijzer op het hoofd te hebben geslagen, op den grond wierp. Vervolgens bond hïj haar de armen vast met een lakentje uit de wieg van haar kind en duwde haar een prop in den mond. De indringer heeft zich daarna een bank biljet van f 60 toegeëigend en is, na het wiegekleed in brand te hebben gestoken, in de richting Arnhem verdwenen. o scheppen, zal ik de laatste zijn, u tegen te streven. Ik geef u slechts een raad, waartoe ik, als meerdere in jaren, toch wel gerechtigd ben, niet waar Ge zoudt toch zeer goed mijn zoon kunnen zijn Als ge den kostbaren tijd verbeuzelt, om alle volkeren, die naar hunne onafhanke lijkheid streven, te dienen, begaat ge tegen over uzelven een onrecht. Ga liever onder een volk, dat vrij is, dat vrij wil zijn of het tenminste in de toekomst zal worden. Ge hebt middelen, nietwaar Voldoende om roe daarheen te begeven, waar mijn hart mij trekt Ge zijt gelukkig en ik begrijp nu ten volle, dat ge u nu door een of ander denk beeld van streek heb laten brengen* sprak de graaf, terwijl hij met de handen in de zakken op en neer liep. »De ingeving van het hart volgen Dat teekent den echten Franschman. Ik houd van Frankrijk, on danks de gebreken, die het aankleven. Zijn hart gehoorzamen Hij bleef voor Jean Laurent stilstaan en zeide hoogst ernstig Het hart is de slechtste gids, die er bestaat. Ge denkt er mee het Paradijs binnen te treden, maar inderdaad. »Neem u in achtriep Jean Laurent uit, die nu zich zelve vergat, »als de gravin u hoorde 1* Jean Laurent begreep, dat hij te ver was gegaan. Het was te laat om zijn woorden in te trekken. en pijnigden den Heer S. LANDHEER Jr. te Tietjerkop eene ondragelijke wijze. Nadat de OPRECHTE WINSÜ- MER ZALF was aangewend, wa- I ren steenpuisteh en zweren spoedig verdwenen. Steenpuisten, negen- cogen, bloedvinnen, zweren, dauw-, ring- en baardworm en verouderde wonden genezen volkomen en,vlug door OPRECHTE WINSUMER ZALF. Verkrijgbaar per bus van 75 cent en f 1.35 (hoe grooter bus hoe voordeeliger) bij Apoth., Drogisten en Winkeliers en te Hensden bij J. N. W. Brugman, Coiffeur, Boter markt 's-Bosch Gebrs. Verhees, Orthenstr. 28 en Vuchterstr. 77 Gorinchem Firma Schoon, Apoth. Hoogstr.Waalwijk Drog. De Toko, t/o de MarktBaardwijk G. Bijnen. Waar niet verkrijgbaar is verkoopers gevraagd. Gen.-Agent J. C. DE VRIES, Winsum (Gr Hulde aan wijlen Asser. Onthulling van het monument. 's Gravenhage, 30 Aug. Hedenmiddag 4 uur is in het Vredespaleis het beeld ont huld van wijlen den minister van staat, staatsraad, prof. mr. T. M. C, Asser. In November 4913 had zich een alge meen Nederlandsch Comité gevormd voor de oprichting van een gedenkteeken, ter herinnering aan dezen beroemden rechts geleerde, die dat jaar overleden was. Aan den oproep van dit comité tot het geven van een bijdrage ter verwezenlijking van het doel werd door ongeveer 550 per sonen gevolg gegeven. Het intreden van den wereldoorlog heeft ïntusschen de uit voering der plannen vertraagd. Toch kon reeds in 1918 vanwege het comité een borstbeeld van Asser in het universiteits gebouw te Amsterdam worden onthuld. Onder de vele buitenlanders die de plechtigheid bijwoonden bevond zich o.a. Prof. Oscar Montelius, als vertegenwoor diger van het Nobel-Instituut, in verband met het feit dat aan wijlen Asser den Nobelprijs voor den vrede was toegekend. Prof, Mr. Josephus Jitta droeg het As serbeeld aan den President van de Carne- gie-stichting, den Minister van Staat Jhr. Mr. A. P. C. van Karnebeek over met een rede, waarin hij gewag maakte van de instemming welke het Comité bij zijn plannen tot huldiging van Asser's nage dachtenis ondervond. Daarop droeg Prof. Jitta het monument over aan den President van de Carnegie- stichting. De President van de Carnegie-stichting Jhr. Mr. A. P. C. van Karnebeek ver klaarde hierop namens deze instelling het standbeeld in dank te aanvaarden. Nadat nog eenige andere personen het woord hadden gevoerd, werd de zitting opgeheven, waarop de aanwezigen langs het beeld defileerden. De graaf verbleekte. Er kwam iels verachtendsin zijn blikken. Hij zag den Franschman trotsch aan. »De gravin heeft met ons gesprek niets te maken, mijnheer, ge hebt daar iets uit gesproken, waarmede ge mij niet verplicht Zonder hem te groeten keerde de graaf zich om en ging heen. Jean Laurent gevoelde na dit gesprek niet den minsten lust, om langer bij den ^raaf Poloscaï te blijven. De dokter, die hem onder behandeling had, trachtte hem in zijn ongeduld te kal- meeren en gaf hem de verzekering, dat hij binnen acht dagen kon vertrekken. Be halve de redenen, die wij reeds vermeld hebben was er nog iets anders, dat Jean Laurent haast deed maken, om zoo spoedig mogelijk te vertrekken. De vijandelijkheden hadden een ander aanzien gekregen. Een convooi van ge wonden uit Ragusa verspreidde de mare, dat de Montenegrijnsche troepen na een verwoed gevecht het dorp Lipnitz-Mult en een Turksche redoute te Englowatz hadden bezet. Tegenover de gravin Poloscaï schaam de hij zich over zijn werkeloosheid. Deze blijde tijding vernam hij op een namiddag uit den mond van de gravin, Zij achtte zich gelukkig, dat zij met hem over het krijgsgeluk harer broeders kon spreken, Jean Laurent vond haar zeer veranderd. Zij had, wel is waar, haar schoonheid niet verloren, maar de innige voldoening over Een ontsnapte gevangene gearresteerd. Een sluw heerschap. Amsterdam, 31 Aug. Twee jaren ge leden wist een der gevangenen uit de strafgevangenis te Leeuwarden een zekere De Bruijn, iemand, die nogal veel op zijn geweten had, te ontsnappen. Hij was er in geslaagd zijn spoor uit te wisselen en geruimen tijd hoorde men niets meer van hem. Gistermiddag ontdekte men hem op een bouwwerk aan het Damrak. Daar men meende, dat hij via de brandladders van naburige huizen zou ontsnappen, werd ge wacht tot hij het werk verliet. Toen hij eenmaal op straat was, werd hij onver hoeds overvallen en gearresteerd. Zijn medeplichtigen aan de inbraak in de St. Willibrorduskerk hebben drie jaar gekregen. Vermoed worejt, dat de Bruijn er niet malsch zal afkomen. -ro Hoe men failliet verklaard kan worden. Bij advertentie, in een ingezonden stuk in N. v. d. Dag bespreekt Mr. Z. van den Bergh dit onderwerp hebben wij een eigen aardige geval ter kennis van het publiek moeten brengenIemand die als zeer vermogend bekend staat, de heer C., uit Laren, is op zyn vacantiereis in het buiten land en wordt inmiddels failliet verklaard zonder dat hij of degeen die hier zijn be langen waarneemt daar iets van vernomen heeft. Failliet verklaard voor een vorde ring, één vordering van f 170.terwijl hij in zijn woonplaats voor eenige tonnen onroerende goederen bezit, onbezwaard. Geen wonder dat deze zaak in handelskrin gen de aandacht trekt en er velerlei vragen tot ons komen. Gaat dat zoo maar, vraagt men, voor één vorderingetje en moet men niet eerst de gelegenheid hebben zich daar tegen te verweren Dan moet er toch iets aan onze rechtsbedeeling haperen In zijn toelichting bespreekt de inzender de oproeping die per brief geschiedt en b.v. in Amsterdam in de brievenbus gestoken wordt en elders per post wordt bezorgt. Komt nu die kennisgeving niet in het bezit van den betrokken persoon dan kan hij ook niet ter terechtzitting verschijnen en wordt de zaak voortgezet, zonder dat de betrokken persoon er iets van afweet. De redactie voegt er aan toeop dit ernstige gevaar, door den inzender zoo treffend toegelicht, is reeds jaren geleden toen de nieuwe wet in de maak was gewezen. Het goot Wij lezen in de Avondpost onder de rubriek «Nootjes.» In den nacht van Maandag op Dinsdag werden wij wakker geschrikt door een in dezen zomer zelden gehoorde muziek het gootDe regen kletterde tegen de ruiten, niet voor een paar minuten, maar herhaal delijk en aanhoudend. Eindelijk lafenis voor het uitgedroogde land. Het was los ge komen 1 En toen wij Dinsdag het avondblad ont vingen was de lucht schoongeveegd, maar een andere stortbui, wat zeggen wij een wolkbreuk was losgebarst over ons land. Een lintjesregen zooals wij nog nooit hebben gezien. Is nu eindelijk de achter stand der oorlogsjaren met één slag inge haald en de bespaarde voorraad opgeruimd Of zal het van jaar tot jaar crescendo dit schitterende wapenfeit had heur gelaat een andere uitdrukking gegeven. Tot dus verre was zij öf treurig en somber óf op gewonden en majestueus. Maar nu straalde haar oogen van zuivere onvervalschte vreugde. »Ik ben tevreden* sprak zij zich in de handen wrijvend. »Dit is een dag van zegen en geluk. Onze broeders hebben te Lipnitz-Mult een zege behaald, de ge neesheer heeft mij de verzekering gegeven, dat gij genezen zijt en ten slotte heb ik gehoord, dat de graaf met u een onderhoud heeft gehad. Ik heb er bij hem op aan gedrongen, u vanavond aan onze tafel te ontvangen. Het is de eerste gunst, die ik hem heb gevraagd. Hij heeft mijn ver zoek ingewilligd »Ik zal den graaf Poloscaï daarvoor zelf bedanken* gaf Jean Laurent ten antwoord. »Ik heb hem nu reeds leeren kennen als iemand die in den strijd geen belang stelt.* »Zoo 1 .heeft hij zich daaromtrent tegen over u uitgelaten vroeg Helèrie, terwijl haar gelaat betrok. »Hij heeft het mij zonder omwegen ge openbaard.* »Aan u ook »Het schijnt bij hem nogal ernst te zijn, hij schijnt het niet voor zich te kunnen houden, anders had hij er met mij niet over gesproken, die mijn vaderland heeft verlaten om in het Montenegrijnsche leger te dienen »Zijn onvoorzichtigheid is even groot als zijn trots* zeide de gravin. »Alsmen gaan Dat moet welwant naarmate de kans om een beurt te krijgen grooter wordt, vermeerdert de queue van wachtenden. Want waarom zou Piet niet krijgen wat Jan gekregen heeft, als de verdiensten van Piet precies dezelfde zijn (Wij bedoelen nietde verdiensten in het tractement, maor in gepresteerde vaderlandsliefde.) o Nederland en België. Uit Brussel wordt aan de N. C. R. ge meld Minister Jaspar, keert heden uit Zwitser land terug. Hij heeft aan zijn kabinet berichtIk heb de eer gehad, minister Van Karnebeek den 27sten Augustus te Luzern te ontmoeten. Wij hebben samen de tusschen België en Nederland hangende kwesties besproken en ik ben overtuigd, dat dit onderhoud van belang zal zijn voor de goede betrekkingen tusschen beide landen. Een Belgisch blad over de toenadering. In een artikel »de noodzakelijke toe nadering* heet het Antwerpsche blad. »De Schelde,* de afschaffing van het pasvisum voor het verkeer tusschen België en Neder land met ingang van 15 Sept. e.k. een verheugende en heugelijke gebeurtenis. Het spreekt van »twee volken, die ten spijt van de onbenullige analfabetten en dwaashoofden die in Augustus 1914 het ellendige laster praatje in omloop brachten en zelfs in zekere groote stad lieten aanplakken, als zouden de Duitsche troepen over Neder- landsch-Limburgsch grondgebied België zijn binnengerukt met elkaar in voor treffelijk verstandhouding bleven zoolang de oorlog duurde en waarvan het een vele honderdduizenden van het andere grootmoedig herbergte.« Toch was dat kleine kliekje groote schreeuwers in staat om de afschaffing van dat miserabele pasvisum maanden lang op te houden. Mogen wij hopen dat deze eindelijk© afschaffing, hoe eenvoudig en natuur lijk het nu op zichzelf ook zij, dat, in volle XXe eeuw, volken, die met elkaar geenszins in oorlog waren wederzijds hun grenzen voor hun staatsaangehoorigen openstellen mogen wij hopen, dat deze maatregelen de voorbode zal wezen van een algeheele verzoening tusschen... de eindelijk wijsgeworden nakomelingen van de Kaaskoppen en de Muiters uit het jaar 1830, en, vooral, op een regeling in der minne, mild en breedgeestig en praktisch tegelijk, van het zoo in ééns als een zandplaat uit de zee opgedoken Wielingenvraagstuk In vredestijd kan die zandplaat geen van beide volken schaden, en in tijd van oorlog wij blijven zegt de «Schelde* een oorlog waarin België of Nederland zou gewikkeld worden, als zeer hypothetisch beschouwen. Daarentegen is het nadeel, dat de Belgische nijverheid van de ver troebeling der wederzijdsche verhouding reeds ondervond en alle dagen nog onder vindt, dat is niet hypothetisch, maar, eilaas, een tast- en voelbare werkelijkheid? het hier wist Maar slechts tegenover u heeft hij immers die gevoelens geopenbaard mevrouw?* »Tegenover u ook, dien hij niet goed kent. En dergelijke vertrouwelijkheid zou hem vooral nu zeer slecht te stade komen. Onze vendetta's zijn verschrikkelijk. Een mijner neven is daarvoor door een sluip moordenaar omgebracht. Mijn oom heeft zijn door bloedgekleurd hemd bewaard en aan een spijker opgehangen. »Het vader land gaat boven alles. Laat hij voorzichtig zijn.« Jean Laurent twijfelde niet langer aan het bestaan van een klove tusschen den graaf en de gravin. Zij droegen elkaar een doodelijke haat toe. Bij den graaf bleef de haat verborgen voor de wereld en voor hem zeiven. Bij de gravin trad hij helder te voorschijn, in haar gansChe houding, in haar karakter. De gravin voer op harstochtelijken toon voort. Dat scheen haar verlichting te geven. Intusschen herinnerde Jean Laurent zich den avond, toen ze heur handen in de zijne gelegd had. De liefde werd hem nu weer te sterk. De verachting, die de gravin voor haar man gevoelde, scheen hem aan te moedigen. Een verborgen in stinct, dat in ons aller hart sluimert, zeide hem, dat hij nu van de gelegenheidmoest profijt trekken, om zich tusschen de beide echtgenooten te stellen. Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1921 | | pagina 6