abonneeren, GRATIS EER OM EER. Und van altena Uitgever: L. J. VEEKMAN, Heusden, No. 4123 Woensdag 21 September1921. FEIJILLETi ONOVERTROFFEN voor Corduroy en andere Kindermanteltjes Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden i .25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur ingewacht. Die zich voor het volgend kwartaal op ons blad ontvangen de tot 1 October verschij nende nummers BUITENLANDSCH OVERZICHT Leek het een oogenblik, alsof de onder handelingen tusschen Engeland en Ierland plotseling afgebroken zouden worden, thans is de toestand toch weer verbeterd. De Valera heeft moeten terugkrabbelen en hij wringt zich in alle mogelijke bochten om hieraan eene verklaring te geven. Het gezag van den president der lersche re- publieke heeft hierdoor veel geleden. Aan het hoofd van de nieuwe deputatie komt thans Arthur Griffith, een man met fijner en scherper geest, een man ook van zuiveren Ierschen bloede, die dieper kan voelen welke groote belangen er voor zijn volk op het spel staan, dan De Valera, die zijn grootste rol in de propaganda in Amerika gespeeld heeft. Het plechtig nadruk leggen van De Valera op Ierland's onafhankelijkheid van souvereinen staat schijnt men thans te laten varen. De Valera wil nu onderhandelen zonder eenige voorwaarden en vraagt dus precies hetzelfde wat Lloyd George aan hem ge vraagd heeft, toen Engeland den eersten stap tot onderhandelen deed. Men is ook nog even ver, behalve dan dat de Dail Eirann een gezaghebbende afvaardiging tot onderhandelen heeft benoemd en dat er veel papier ennoodig beschreven is, om stellingen te bepalen, die opgegeven zullen moeten worden, indien de onderhandelingen tot iets willen leiden. Wij vermoeden, dat Lloyd George, die aldoor getoond heeft zooveel waarde te hechten aan het slagen van de onderhandelingen en zelfs in zijn laatste antwoord tusschen de regels door aan Sinn Fein een paar dagen nieuwen bedenktijd liet, den onhandigen briefschrijver niet te hard zal vallen en uit zijn laatste telegram vooral zal lezen, dat de gezag hebbende mannen van Sinn Fein de onder handelingen in dit stadium niet wenschen te laten afspringen. Na veel bittere woorden zwart op wit, zullen de eigenlijke mondelinge onderhan JVaar het Fr arisch. 13) Op denzelfden avond van ons huwelijk terwijl de vrienden zich overgaven aan de genoegens, die op de huwelijksplechtigheid volgen, naderde mij eene oude vrouw zeggende «Heléne herkent gij mij Ik zag haar eenige oogenolikken goed in het gelaat en antwoordde «Ge zijt de oude Goradja, de waarzegster.® «Juist,hernam de oude vrouw, «op het oogenblik dat uw paard de bruigoms woning in het gezicht kreeg, heeft het ge steigerd. U zal nog hedennnacht een groote ramp overkomen. Toen zij deze woorden had gesproken verdween zij, Houd mij bij mijne handen vast. De angst heeft zich van mij meester gemaakt Laurent.® Ze prevelde nog eenige onverstaanbare woorden. Ze legde heur hoofd op zijn schouder. Laurent -hield haar in de armen als een slapend kind. Even later vervolgde zij. «De oude had goed gezien, zooals ge nader zult hooren. Toen de genoodigden waren vertrokken bleven wij alleen. De graaf sprak enkele woorden, liet mij door een kamenier naar mijn vertrekken brengen, delingen dan beginnen, waarbij elk mis verstand sneller uit den weg geruimd kan worden dan met stroeve pennen. De Duitsche pers is verontwaardigd, dat de tegen 15 September beloofde opheffing der ekonomische sancties is uitgebleven, ofschoon Duitschland vóór 1 September het milliard heeft gestort en in beginsel de instelling van een contróledienst op den in- en uitvoer heeft goedgevonden. Men spreekt van openlijke rechtsbreuk en herinnert aan de verklaring van Briand, dat Frankrijk edelmoedig zou optreden. Een officieus bericht uit Parijs zegt dat de economische sancties aan den Rijn voorshands niet kunnen worden ingetrok ken daar Duitschland eerstens nog niet het geallieerde toezicht op de consenten van in- en uitvoer naar en van het bezette gebied heeft erkend en ten tweede wenscht dat deze controle na afgifte dier consenten geschiede, terwijl de geallieerden willen dat ze daaraan voorafgaat. De eerste ge allieerde nota omtrent de voorwaarde der intrekking van de economische sancties is door Berlijn met een uitvoerig stuk beant woord, waarin het aanknoopen van onder handelingen werd voorgesteld. Later heeft Mayer, de Duitsche gezant, dienaangaande met het Fransch Ministerie van Buiten landsche Zaken overlegd doch dit heeft nog geen besluit opgeleverd. Frankryk en Engeland zyn het in dit opzicht volkomen eens en het is Frankrijk allerminst om inmenging in Duitsche aangelegenheden te doen. Het ryksverbond van de Duitsche ny- verheid heeft een grootsch plan om mede te werken aan de geregelde af betaling van de oorlogslasten, door het opnemen van een particuliere goudleening in het buitenland met het crediet van de Duitsche nijver heid en landbouw als onderpand. De gedachte die er aan ten grondslag ligt, is volmaakt gezond en de uitvoering van het plan moet bijdragen tot stabilisee ring van den toestand in de heele wereld. Men verwacht er vooral van, dat er aan het gespeculeer met het Duitsche ruilmidr del, dat een bron is van binnenlandsche onrust, een einde zal komen. Daalt de mark, dan wordt het leven in Duitschland duurder en komt er loonstryd. Bovendien kan de industrie bij zulk een toestand moeilijk leveringscontracten sluiten. Men zal daarom begrijpen, dat de Duitsche er bijvoegende, dat hij weer dadelijk bij mij zoude wezen. De kamenier hielp mij aan het een en ander, en toen zij er mede gereed was, zeide zei, een armband oprapend, met een ernstig hoofdschudden «Een boos voorteeken, mevrouw de gravin U Zij toonde mij een brief, met bet Oostersche wapen, en in de Turksche taal geschreven 1 Ge kunt u voorstellen wat ik gevoelde 1 Die gewaarwordingen zijn niet te beschrijven I Al ware de dood mijn straf geweest, dan nog zou ik hem opengebroken hebben. Uit den inhoud bleek mij duidelijk, welke rol de graaf speelde. De graat trad op als verrader van Montenegro.® De gravin rukte zich nu uit de omarming los. Haar mantel gleed haar van het lichaam en Jean Laurent zag haar in Montenegrijnsch gewaad. De maan wierp haar somber schijnsel op de vrouw, wier gelaat een on heilspellende uitdrukking had gekregen. De Franschman bleef zitten. Zij vervolgde «Aan zoo'n man had ik mijn leven ver bonden 1 Wat moest ik doen Vluchten Waarheen Ik had hem aan onze leger hoofden kunnen uitleveren I Maar de schande hield mij tegen Ik wilde niet, dat mijn volk nog eenmaal zou kunnen zeggen «de nicht van Peter II heeft haar hart wegge schonken aan een verrader, aan een spion «Ik zond de kamenier weg, en wachtte de komst van den graaf af. Nauwelijks was hij mijn kamer binnengetreden, of ik liet hem den brief zien. «Ik heb hem ge lezen® zeide ik. Eer zal ik met den dood nijverheid ook uit welbegrepen eigenbelang mee wil werken, maar een eigenbelang dat de goede zijde heeft, dat het algemeene belang erbij gebaat wordt. Nijverheid en landbouw dekken op de voorgestelde wijze met hun arbeid de Duitsche mark, een dekking welke die van den goudvoorraad vervangt. En in Duitschland werkt men hard misschien harder dan in eer.ig land van Europa, behalve dan Frankrijk. Het vraagstuk van de bestrijding der werkloosheid in Engeland is er nog altijd een van diepgaande beteekenis. Engeland's nood is ten deele een gevolg van de ver betering van den eigen wisselkoers. Toen het pond na den wapenstilstand nog laag stond en alierwege groote behoefte heerschte aan Engelsche fabrikaten, regende het bestellingen en beleefden industrie, handel en verkeer een korten tijd van bloei. Maar het pond steeg en herstelde zich, en de Engelsche fabrikaten werden te duur in vergelijking met die uit landen met gestadig af brokkelenden wisselkoers en dus gcedkoopen arbeid. Nu is het al zoo ver, dat een Engelsch fabrikant dezer dagen aan een journalist een scheertoestel liet zien, dat Duitschland voor zes stuivers aan Engelsche winkeliers levert, maar dat voor dien prijs, zoo verzekerde hij, in Engeland niet eens te maken is, zelfs al had men den arbeid voor niets. Tegen de Duitsche concurrentie valt niet op te werken. Voor een ander deel is Engeland's nood natuurlijk te wijten aan het afbrok kelen van den wisselkoers in landen, die vroeger zijn beste klanten waren voor specifiek Engelsche artikelen. Zij kunnen niet koopen. BUITENLAND. De overeenkomst van Wiesbaden. De Fransche minister voor herstel Lou- cheur sprak voor de financiële commissie der Fransche Kamer over de onderhande lingen te Wiesbaden en deelde zyn meening mede over de overneming der Duitsche douane controle in geval Duitschland niet meer tot betalen in staat is. Engeland, dat eveneens de betalingsonmogelijkheid van Duitschland vreest, schynt eindelijk geneigd te zijn met Frankrijk een garantiepoltiek door te voeren. Loucheur bepleitte de retificatie van de voor Frankrijk gunstige overeenkomsten van Wiesbaden. Frankrijk moet handelen met de geallieerden of alleen. DE LEVER'S ZEEP-MAATSCHAPPIJ, VLAARDINGEN, Fabrikante van Sunlight Zeep. trouwen, dan uw vrouw worden. Ga heen, alles wat ik voor u doen kan, is in stilte voor u bidden «Arme vrouw® prevelde Jean Laurent. «Ja,« hernam de gravin «arme vrouw Ziedend van toorn, kokend van woede, wierp hij zich op mij. Ik had een dolk in de hand, ik dreigde hem met dat wapen te zullen dooden. De liefde tot mijn vaderland, of de razernij, ik kan het niet zeggen, verblindde mij. Ik voelde zijn hand op mijn schouder, ik hief den dolk op en trof hem. Hij brulde van pijnik maakte van de gelegenheid gebruik, om hem te ontvlieden en mij in eene naburig vertrek op te sluiten. De wonde, die ik hem had toegebracht, was niet gevaarlijk. Den volgenden morgen liet hij mij door een bediende roepen, en ver klaarde, dat hij het huwelijk beschouwde als niet gesloten. Van dat oogenblik af, hebben wij samen als twee vreemdelingen geleefd. Zijn trots had zyn liefde overwonnen en mijn haat deed mij hem verafschuwen.® Jean Laurent zuchtte zwaar. «Ik bemin u klonk het zijn lippen. Goddank 1 Het is er uit riep de gravin, terwijl zij den arm om zijn hals sloeg. «Het heerlijke woord, waarop ik heb gewacht, de pleister voor de diepe wonde, in mijn hart geslagen Myn wonden zijn vele Laurent, want ik heb je nog niet alles verteld Zoolang er vrede in Montenegro heerschte, heb ik het juk als een welver diende tuchtiging getorst. Maar ge kunt u voorstellen, wat er in mij omging, toen de oorlog werd verklaard, De worstelstrijd tusschen de liefde voor mijn vaderland, en de vrees voor hem, wiens naam ik draag, was allerverschrikkelijkstBegrijpt ge nu, waarom zonder eenige aarzeling, Heléne Berda, de nicht van Peter II., tot uzegt: Jean Laurent, ik heb u lief, en ik gevoel mij gelukkig, dat ook gij mij liefhebt «Heléne, nu kan ik ook openhartig zijn 1 Hoe vaak heb ik in twijfel gestaan, hoe vaak heb ik gehoopt, hoe dikwerf heeft de wanhooop mij gepijnd, en wat heb ik geleden. En nu zal het mij vergund zijn u te beminnen. Naast die liefde zetelt de haat tegen hem, onder wiens dak ik zoo lang geweest ben. Heléne I ik bezit een krachtiger) arm, en een zuiver hartZij behooren beide u toe Ge kunt er over beschikken.® «De arm voor mijn vaderland, en het hart voor mij.® Een vurige kus bezegelde het verbond, in het stille nachtelijk uur gesloten. «O® zuchtte Heléne, «waarom wij beiden zóó niet sterven, of, gelijk de nachtegalen unzichbaar in de bosschen leven VI. Een geruimen tijd bleven zij in dien zaligen toestand, toen de gravin plotseling opschrikte. «Luister® zeide zij. «Wat is er?« «Menschen naderen.® «De graaf laat ons wellicht vervolgen.® De financleele toestand van Duitschland. Berlijn, 18 Sept. De rijkskanselier had gisteren een bespreking met voorstaande personen uit de financieele wereld over de credietoperaties op langen termijn ten gunste der industrie. Zij verklaarden zich een parig bereid daaraan naar beste krachten mede te werken. De woningnood. Te New York schijnt de woningnood geëindigd. Er staan daar althans op 't oogenblik tienduizend appartementen leeg en er wordt reusachtig gebouwd. Niet minder dan 446 groote gebouwen, elk met een aanzienlijk getal woningen, zijn in aan bouw en de kosten daarvan bedragen 55 ir.iilioen dollars. Men doet alles graag in 't groot in Amerika 1 Sedert 1 Januari van dit jaar is er voor een bedrag van 262 millioen dollars aan nieuwe woningen gebouwd, tegen 237 millioen tn 1220. o De moordenaars van Erzberger. De beide moordenaars van Erzberger hebben, naar uit de nasporingen der Würt- tembergsche politie blijkt, voor den moord op 14 en 15 Augustus te Stuttgart ver toefd en in het hótel «Badischer Hof« onder hun juiste namen gelogeerd. Van 17 tot 19 Augustus hielden zij zich te Ulm op in het hotel »Zum Engek onder de namen Rudolf Briese, jur. stud, uit Würzburg en Ernst Berkner, koopman uit Jena. De belooning voor het aanhouden der moordenaars van Erzberger is verhoogd tot 200.000 Mark. Een nieuwe aanslag in een trein. Langs den spoordijk van de lijn Atrecht- Amiens, niet ver het station Albert, werd een erustig gewond man gevonden. Men bracht hem naar het station Albert, waar 't bleek, dat hij een Portugees was, 19 jaar oud, en dat hij het slachtoffer was van een aanslag. Hij had te Atrecht plaats genomen in den trein, in gezelschap van een 18 jarig jongmensch, Alfred Leve- bore genaamd met wien hij twee dagen te voren had kennis gemaakt. Even voorbij het station Aveluy had zijn nieuwe «vriend hem onverhoeds met een ijzeren voorwerp een harden slag op het hoofd gegeven en hem daarop beroofd van zijn portefeuille met 400 francs. De aanvaller, die over groote lichaamskracht scheen te beschik - «Dood aan de spionnen,® lispelde de gravin, terwijl zij de hand aan een wapen bracht, dat in den gordel stak. «Ze zijn met zoo velen l« antwoordde Jean Laurent, die met zijn oogen de duisternis trachtte te doorboren. «Het is zoo «Kijk, ze naderen ons.« Een twintigtal mannen vervolgde een smal pad en werd door het licht der maan helder beschenen. Voorop liep een man, in het zwart ge kleed. Hij was de eenige, die geen Montene grijnsch gewaad droeg. De gravin en Laurent verwijderen zich en verscholen zich achter een reusachtig rotsblok, waar zij, zonder zelf gezien te worden, alle bewegingen van het troepje nauwkeurig konden gadeslaan. Heléne greep zenuwachtig de* hand van Jean Laurent. Deze, die de oog strak gevestigd hield op den persoon, die zich aan den spits be vond, hield den adem in. Zij wachtten, totdat de mannen voortij waren. «Hebt gij hem gezien?® vroeg Heléne, «Ja.® «Den man, die voorop liep «Het schijnt de graaf te zijn.® «Hij is het.® «Weet ge dat zeker.?® Wordt vervolgd.) iiir list Land van Heusden sn Alteia, de Langstraat en is Soiielerwaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1921 | | pagina 1