voor let Land van leasden
en Altena, de Langstraat en de
Bommelerwaard.
kW. woensdag 3 Mei
Openbare Raadsvergadering van de ge
meente ALMKERK op Vrijdag 28 April
4922, vrn. 9 uur.
Aanwezig de heeren Verschoor, Ottevan-
ger, Buizer, v. d. Meijden, Middelkoop,
Ouwerkerk, Dekker, Groeneveld, de Jong.
Voorzitter de Ed.Achtb. heer Egberts,
Burgemeester.
Secretaris de heer C. J. v. d. Wiel.
De Voorzitter opent de vergadering met
gebed en verzoekt daarna den secretaris
de notulen der vorige vergadering voor te
lezen welke onveranderd worden goedge
keurd.
Aan de orde zijn ingekomen stukken
I. Een schrijven van de Ger. Meisjes-
vereeniging alhier, waarin zij den Raad
verzoekt om van het Gymnastieklokaal
aan de Voorsteeg gebruik te mogen maken
voor de te houden vergaderingen. Dit adres
wordt na eenige opmerkingen terzijde ge-
legd.
IL Een schrijven van H.H. Ged. Staten
dezer provincie, waarin zij den Raad be
lichten hunne goedkeuring te verleenen
aan het Raadsbesluit tot opheffing der O.
L, school te Nieuwendijk (gem. Almkerk),
onder voorwaarde dat met het gemeente
bestuur van Dussen een gemeenschappelijk
besluit wordt genomen om eventueele kin-
aderen uit deze gemeente op de O. L. school
te Dussen (Hank) te plaatsen.
De heer de Jong is er niet op tegen,
dat de kinderen naar Dussen ter school
gaan.
De heer Groeneveld vindt niet goed, dat
de ouders gedwongen worden hunne kinde
ren naar die school te zenden.
De Voorzitter merkt op, dat de kinderen
ook de school Voorsteeg kunnen bezoeken.
De heer Ouwerkerk is van meening, dat
deze school na 1 of 2 jaar wel een Chr.
School zou kunnen worden.
De heer Ottevanger zegt dat zulks geen
bezwaar is.
Een schrijven van hetzelfde college waar
in den Raad wordt bericht, dat 't bezwaar
schrift van eenige ouders van schoolgaande
kinderen te Uitwijk is vernietigd, waardoor
de opheffing van de O. L, school te Uit
wijk gehandhaafd blijft, onder bepaling,
dat de kinderen de school te Rijswijk kun
nen bezoeken.
De Raad kan zich met de bovenstaande
mededeelingen vereenigen.
H.H. Ged. Staten dezer provincie be
richten dat de aanslagen van den omslag
1921 ten- name F. v. Vugt, P. de Graaf,
C. v. Andel, A. de Ruijter en C. P. van
Herwijnen alhier gehandhaafd blijven.
Een schrijven van den heer B. W. Bui
zer waarin hjj den Raad mededeelt, voor
zijne benoeming tot lid van de Commissie
tot wering van schoolverzuim te bedanken.
In zijn plaats wordt benoemd de heer
A. J. van Dis terwijl als plaatsvervangend
lid wordt benoemd de heer B. J. Branger.
Een gelijkluidend schryven van de hee
ren C. v. Helden en J. Snoekin hun
plaats worden benoemd de heeren A. de
Later en C. de Bok. De heer P. A. Nieu
wen huizen bericht eveneens voor zijne be
noeming als lid in deze commissie te be
danken. Hiervoor wordt de heer C. T. v.
Herwijnen als zoodanig benoemd, terwijl
tevens de heer W. ScherfF als plaatsver
vangend lid benoemd wordt.
Een schrijven van N. de Graaf alhier,
waarin hij den Raad verzoekt op grond
dat hij in de gemeente Drongelen voor de
H. O. 1921 is aangeslagen, voor deze ge
meente van zijnen aanslag ontheffing te ver
leenen. Aldus wordt besloten.
Thans is aan de orde vaststelling kohier
H. O. 1922 over de maanden Jan., Febr.,
Maart en April.
De Voorzitter zegt, dat al reeds besloten
is, dezen aanslag overeenkomstig den aan
slag van 1920 te regelen.
De heeren Dekker, Groeneveld en Ouwer-
1 kerk kunnen zich met dezen aanslag niet
vereenigen daar de loonen der arbeiders
sterk zijn verminderd sedert 1920.
De Voorzitter zegt dat de aanslag zuiver
is volgens de verordening, en dat de be
zwaren daartegen door belanghebbenden
kunnen worden ingediend.
De heer Ouwerkerk wenscht in deze
stemming.
De aanslag wordt hierna met 6 stem
men voor, 2 tegen en 1 blanco vastgesteld.
Aan de orde is voorstel B. en W. om
het geheele personeel van het gem.-electr.
bedrijf met ingang van 15 Juli te ontslaan.
De Voorzitter zegt dat dezen datum ruim
genomen is om het personeel in de gele
genheid te stellen zich van een anderen
werkkring te voorzien.
't Voorstel van B. en W. wordt aange
nomen.
Nu komt aan de orde een voorstel van
B. en W. tot het aangaan van eene geld-
leening groot f 85000,in aandeelen van
f1000.en f500.tegen 6 pCt. voor
den bouw van het electrisch net in deze
gemeente.
De heer Groeneveld zegt, dat toch een
ruim bedrag in de gemeentekas aanwezig
is, waarop de Voorzitter antwoordt - dat
er gelden noodig zijn voor de bijzondere
school te Uitwijk en Waardhuizen.
Het voorstel van B. en W. wordt hierna
aangenomen.
B. en W. stellen voor om de commissie
tot wering van schoolverzuim een bedrag
voor administratie van f50.beschikbaar
te stellen.
De heer Ottevanger stelt voor om voor de
commissie te Almkerk f 50.te Nieuwen
dijk en te Uitwijk ieder f 40.uit te
trekken welk voorstel wordt aangenomen.
Een schrijven van H.H. Ged. Staten dezer
provincie, waarin den Raad wordt bericht
dat zij hunne goedkeuring niet zullen ont
houden aan het raadsbesluit om van het
vonnis der Rechtbank te 's Bosch, waarbij
de vordering van den heer K. Punt, oud
burgemeester dezer gemeente (gedeelte sa
laris 1919) is toegewezen, in appel te gaan.
Het college is echter van oordeel, dat de
gemeente op groote financieele kosten zal
komen.
De Voorzitter zegt, naar aanleiding van
dit schrijven niet verantwoord te zijn
zonder over dit schrijven een woord te
hebben gesproken. Spreker is van meening
dat de Raad zich in dezen op den ver
keerden weg bevindt, en is na bestudee
ring van het advies van den raadsman
dezer gemeente (Mr. Bergman) tot de vaste
overtuiging gekomen, dat pleiter zich vast
klemt aan stroohalmen, het advies van den
advocaat is totaal uiteen te schudden. Spr.
zou dan ook ernstig willen adviseeren,
afgezien van de groote kosten der gemeente
die nooit verantwoord kunnen worden, en
in verband met den goeden naam der
gemeente, op den ingeslagen weg terug
te keeren.
Er wordt gesproken over een genomen
Raadsbesluit om deze zaak in de hoogste
instantie door te voeren dit behoeft in
geen geval een reden te zijn om op den
verkeerden weg te blijven voortgaan.
Volgens de Gemeentewet zijn Ged. Staten
bevoegd het salaris van Burgemeester en
Secretaris, na den Raad gehoord te hebben
vast te stellen, onder koninklijke goedkeu
ring. Dit is onbetwistbaar. Spreker zegt
nu nog iets over terugwerkende kracht.
Welk bezwaar zou er tegen zijn, wanneer
een huismoeder aan het einde van 't jaar
voor dèt jaar een verhooging van loon gaf
aan haar dienstbode? Alleen zou haar
man zijne goedkeuring hierover moeten
geven. Wanneer er eens verlaging van
salaris door Ged. Staten zou voorgesteld
zijn, dan zou er niet over de bevoegdheid
van Ged. Staten getwist zijn geworden.
Nogmaals geeft de Voorzitter den Raad in
overweging, in dezen niet zoo halsstarrig
te blijven voortgaan.
De heer v. d. Meijden wil maar liever
terug keeren, Spr. zegt't is beter ten
halve gekeerd, dan ten heele gedwaald en
stelt voor niet in appèl te gaan.
De heer Buizer zegt, na het krachtige
pleidooi van den Voorzitter nog niet van
meening te zijn veranderd, en zag gaarne
uitgemaakt, hoe ver de macht van Ged.
Staten in dezen strekt.
Het is den Voorzitter opgevallen, dat
men hier zoo graag procedeertiemand,
aan wien spreker zijne bemiddeling aan
bood, wilde daar wel gebruik van maken
maar toch rechten.
De heer Verschoor zegt, als men wil
rechten, men dan zelf moet betalen, dit
maar, zooals nu, uit de gemeentekas te doen
is naar sprekers meening geld weggooien.
De heer Ottevanger is dezelfde meening
van het lid Buizer toegedaan. Spr. zegt,
het gaat niet tegen den persoon zelf, maar
tegen de macht van Ged. Staten. Spreker
stelt voor een commissie te benoemen,
waarbij inzonderheid de Burgemeester en
twee Raadsleden, om met den raadsman
der gemeente (Mr. Bergman) een onderhoud
te hebben over het al dan niet gunstig
verloop van het proces.
Ten slotte wordt het voorstel van den
heer Ottevanger aangenomen en tot com
missieleden benoemd met den Burgemees
ter de heeren Buizer en Ottevanger.
Bij de gebruikelijke rondvraag zegt de
heer Groeneveld, vernomen te hebben dat
zelfs bij ongunstig weer de kinderen der
O. L. School alhier (die 's middags over
blijven) niet in de school mogen.
De Voorzitter zegt, dat de kinderen
graag in den regen loopen, ze kunnen de
school in wanneer ze willen, hij zal deze
zaak echter onderzoeken.
De heer Dekker klaagt, dat de kinderen
aldaar het pompwater niet kunnen gebruiken
en daarom aan den Alm gaan drinken,
hetgeen volgens spr. niet in orde is.
De Voorzitter zegt ook dit te zullen
onderzoeken.
De heer Ouwerkerk meent, dat de
Correspondent der Arbeidsbemiddeling voor
deze gemeente niet de aangewezen persoon
daarvoor is. Volgens spr. moest hij be
paalde uren stellen, wanneer men hem
kan spreken zijn salaris van f 200.
is weggegooid, in andere gemeenten wordt
f50.voor deze functie uitgetrokken.
De heeren Ottevanger en v. d. Meijden
nemen hem veel werk uit de handen,
zoodat de Correspondent niets meer te doen
heeft, 't is van nul en geener waarde.
De heer de Jong zegt, dat Buchner de
geschikste uit de gemeente is en ook goed
voor de controle, waarop de heer Ouwer
kerk antwoordt, dat van de controle van
Buchner aan den Nieuwendijk niets terecht
komt.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. met
een voorstel zullen komen en met het ge
sprokene van Ouwerkerk rekening zullen
houden.
De Voorzitter, thans aan het woord
komende, zegt, dat het van zeer groot
belang zoowel voor de gemeente als voor
spreker is, dat er zoo spoedig mogelijk
maatregelen worden getroffen, dat spreker
met zijn huisgezin in Almkerk woonachtig
is en zou gaarne van den Raad willen
vernemen, of deze in beginsel bereid is
V
BEHOORENDE BIJ HET
A
JfienwsMad