Und van ALTEN*
Jij dit nr. belisert ecu bijvoegsel.
Betalen van belastingen.
YIOLA.
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No4231. Woensdag 4 October 1922.
FEUILLETON,
Telefoon no. 19. Postrekening no. 61535.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
,;ibonnement8pry s: per 3 maanden 1.25,
V en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
immers 6 cent^
Advertentiën van 16 regels 90 cent. Eike regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Wanneer men het onderwerp van
dit artikel ziet, zal men onwillekeu
rig denken„wat kan daar nu voor
nieuws van gezegd worden, betalen
is toch betalen en daarmede uit."
Zeker, betalen is betalen<r, maar
„de wijze waarop het geschiedt is toch
niet steeds dezelfde. We weten dat
de meeste belastingbetalers met een
eenigszins zuur gezicht hun pennin-
l .en aan de verschillende ontvang
kantoren gaan brengen en dat slechts
weinigen met opgewektheid aan hun
vaderlandschen plicht van belasting
betalen voldoen. En nu is het juist
de kunst om het groot aantal zuur
I kijkende betalers voor een gedeelte
om te zetten, we willen niet zeggen
in vroolijke, maar toch wel in min
der zure-gezichten-trekkers. Daartoe
het onze eenigermate bij te dragen,
is het doel van dit artikel.
Bij de hooge belastingen, die in
den tegenwoordigen tijd in de meeste
gemeenten worden geheven, en nu
Rijksinkomstenbelasting en gemeen
telijke Hoofdelijke Omslag voortaan
op één aanslagbiljet verschijnen en
deze biljetten vaak tegen December
pas zullen worden uitgereikt, moet
de belastingschuldige dit hooge be
drag dus tusschen December en de
daarop volgende Meimaand, dus in
enkele maanden voldoen, daar vol
gens de Rijks voorschriften beide aan
slagen uiterlijk 30 April moeten zijn
betaald. Van eene afbetaling in 10
maandelijksche termijnen, waarvan
de wet spreekt, zal in den regel in
de praktijk niets terecht komen, ja
het kan zelfs gebeuren, dat het
biljet nog later dan December ver
schijnt en betaling in eens moet ge
schieden.
Zooals men ziet wordt »het betalen
der belastingen voor velen feitelijk
moeilijker dan voorheen. In den
regel zal men in de toekomst veel
meer over korten termijn of in eens
moeten betalen dan tot nu toe het
geval was. En als gevolg hiervan
»nog zuurder, ontevredener en
Door L. J. FIKKEE.
kwaadaardiger gezichtendan vroe
ger. Het aantal opgewekte men-
schen wordt er in dezen tijd van
malaise toch al niet grooter op, en
als dan de meer vroolijke naturen
ook nog door de wijze van offeren
aan den fiscus in hun goed humeur
worden gestoord, wordt ons lieve
vaderland zoo langzamerhand een
verzamelplaats van onaangename
menschen, wier lachspieren verstijfd
zijn door den eeuwigdurenden ernst,
die op hun gelaat ligt.
In meerdere vaderlandsche ge
meenten heeft men begrepen, dat de
nieuwe wijze van betaling tot allerlei
moeilijkheden kan leiden, die men
moet trachten te ondervangen. Men
probeert dit door de instelling van
een zoogenaamden j>gemeentelijken
ophaaldienst.Deze dienst heeft ten
doel om bij de belastingschuldigen
van Rijk en Gemeente, die daartoe
den wensch te kennen geven, de
belastinggelden maandelijks of weke
lijks aan huis te innen. Hij treedt
óp als gemachtigde van de van zijn
tusschenkomst gebruik makende be
lastingbetalers en zorgt voor de af
dracht der belastinggelden aan- en
de quiteering der aanslagbiljetten
door den betrokken ontvanger.
Men betaalt op drieërlei wijze
le aan den van gemeentewege
daartoe aangewezen looper, die de
gelden aan huis ophaalt
2e door storting ten kantore van
den gemeente-ontvanger of ter ge
meente secretarie, aan eèn daartoe
aangewezen ambtenaar
3e door storting ten postkantore
(giro).
Door te betalen op de meest ge
makkelijke dezer drie wijzen en wel
't zij maandelijks 't zij wekelijks aan
den persoon, die de belastinggelden
aan huis komt ophalen, begint men
reeds dadelijk bij het begin des jaars,
dus nog lang vóór de uitreiking der
aanslagbiljetten te storten. Tot grond
slag der stortingen worden dan ge
nomen de aanslagen van hetafgeloopen
jaar. Blijkt dan later dat te veel is be
taald, dan wordt dit meerdere terug
gegeven, en blijkt dat te weinig is
gestort, dan moet natuurlijk het te
weinig betaalde aangevuld worden.
De maandelijksche of wekelijksche
33)
Inderdaad kwam er een fraai hert, met
veeltakkig gewei op den sierlijk geheven
kop in vliegende vaart over het heideveld
wirennen. Haastig spande Teun opnieuw
jn boog, zocht den besten der pijlen uit
a was juist tot schieten gereed, toen het
ert op ongeveer twintig passen afstands
!e hut voorbij vloog. Doch Teuns pijl was
neller, dan de arme woudbewoner, en het
luurde dan ook niet lang, of de strooper
trok, onder een blij gemompel en het
vroolyk gebrom van Juno andermaal een
pijl uit een stuk wild.
»Wat een prachtig hert, Teun, is het
niet vroeg Ubbe met glinsterende oogen
~n een blos van vreugde op het gelaat, *ik
eb nog nooit zulk een fraai en groot dier
het bosch gezien. Gij wel
»Het is een overjarige, dat is duidelijk,
dbbe, maar het beest zal mij goed geld
opbrengen, dat verzeker ik u. Als ik elke
week zoo'n goede jacht had, zouden wij
nooit honger lyden, Ubbe, evenmin als de
waard uit,t
f »Ach, lieve deugd, het is waar ook !t
piep Ubbe verschrikt uit, »ik moest immers
jtl lang weer in den stal van >Het ge
kroonde HerU zijn. Hoe kom ik toch ook
zoo vergeetachtig4
»Wel, jongen, zoo hard je beenen je
toelaten,antwoordde Teun goedig, *laat
die dingen maar hier als ik straks naar
huis ga, zal ik ze wel medenemen, en dan
zullen wij vanavond eens flink de tabak
aanspreken, Ubbe.t
Ubbe legde boog en haas, welke hij tot
op dat oogenblik nog altijd in de handen
had gehouden, haastig neder en begaf zich
naar de deur doch Teun trad hem in den
weg.
aHolla, jongen, je zoudt mijne heele jacht
bederven, sprak hij glimlachend, »als je
van hier rechtuit, rechtaan naar het dorp
gingt. Loop daarom tot dien ginaschen
hoogen denneboom, daar aan je rechterhand,
en ga dan achter het bosch om, begrepen
Ubbe knikte, opende de deur en snelde
zoo haastig mogelijk in de hem aangeduide
richting voort. Ditmaal hield hij zich onder
weg nergens op, daar hij maar al te goed
wist, wat hem wachtte, indien de waard
zijne buitengewone afwezigheid bemerkt
had, en daardoor kwam het, dat Ubbe na
ongeveer een half uur voortgedraafd te
hebben, eindelijk de herberg bereikte en,
na zich reeds van verre te hebben verge
wist, dat de waard hem niet stond op te
wachten, gelijk hij meermalen gedaan had,
sloop hij zoo stil en vlug mogelijk naar
den stal, haalde uit een verborgen hoek
een ouden halster, wierp dien achteloos over
den schouder en wachtte nu in alle be-
betalingen leveren een groot gemak
op voor de belastingbetalers, en wel
voornamelijk voor hen, voor wie het
betalen van eenigszins groote som
men op korten termijn vaak moeilijk
is. Men betaalt zoo ongemerkt zijn
aanslag precies op dezelfde wijze
als arbeidersgezinnen hun busgel-
den.En nu kan men wel zeggen
dat men ook wel zonder ophaaldienst
maandelijks of wekelijks een gedeelte
van zijn inkomen voor het betalen
van belastingen kan afzonderen,
maar dit is toch niet juist, want de
praktijk leert, dat de doorsueê-Ne-
derlander niet spaart om op tijd zijn
belastingschuld te kunnen voldoen,
indien hij geen prikkel heeft, die er
hem toe aanspoort. Komen waar
schuwing, aanmaning en dwangbevel
den achterstalligen betaler verrassen
dan is Leiden in last en meermalen
is een executoriale verkoop van de
meubels het gevolg van de nalatig
heid. Op het critieke oogenblik is
het benoodigde geld er niet en de
fiscus moet wel ingrijpen.
En is zoo'n ophaaldienst dan voor
de gemeente geen schadepost zal men
vragen Ons antwoord daarop is beslist
ontkennend. De gemeente moethebben
een zeer vertrouwd persoon, die naar
gelang van het aantal bij den be
lastingsdienst aangeslotenen en van
de uitgestrektheid der gemeente eén
of twee dagen per week rond moet
om de gelden o-* te halen. Dezen
persoon moet de gemeente natuurlijk
betalen.
Maar tegenover dit nadeel staan
twee voordeelen. Eerstens dat het
aantal oninbare posten zeer zal ver
minderen, en in de tweede plaats
dat de gemeente de opgehaalde
gelden ten haren voordeele rente-
gevend kan beleggen tot het oogen
blik, waarop zij aan den Rijksfiscus
moeten worden afgedragen.
Tot centraal punt van een ge
meentelijken ophaaldienst kan het
kantoor van den gemeente-ontvanger
worden benut. Aan dezen drage
de ophaler de door hem opgehat
gelden af. En dit kan zonder bezwaar
geschieden, omdat het werk der ge
meente-ontvangers den laatsten tijd
aanmerkelijk is verminderd, doordat
zij niet meer zijn belast met het
innen van de gemeentelijke inkom
stenbelasting, terwijl hun salaris het
zelfde is gebleven.
Dat een ophaaldienst uitstekend
kan werken, blijkt b.v. wel te Hui
zen, eene gemeente van ruim 6000
zielen, gelegen in het Gooi. Het aan
tal weekabonné's bedraagt aldaar
170 en het aantal maandbetalers 140.
Onder deze zijn niet alleen arbeiders,
maar ook burgers en zelfs gegoede
burgers. En waar het mij nu bekend
is, dat ook in meerdere gemeenten
van het Land van Heusden en Al-
tena, de Langstraat en de Bomme-
lerwaard het betalen der belastingen
vele moeilijkheden met zich brengt,
komt het mij voor, dat een ophaal
dienst in vele gemeenten nuttig werk
zou kunnen verrichten.
Indien een gemeentebestuur meer
van een en ander wil weten zou
het zich b v. kunnen wenden tot
Burgemeester en Wethouders van
genoemde gemeente Huizen,j die
stellig wel bereid zullen wórden
bevonden om nadere inlichtitj&en te
verschaffen.
daardheid de dingen af, die komen zonde
Toen hij echter 'ruim een kwartier tever
geefs gewacht had en alles in den stal
doodelijk stil bleef, besloot Ubbe, eens even
poolshoogte te gaan nemen.
Hij begaf zich met dat doel naar buiten,
en ook hier niemand aantreffende, dan
eenige voorbijgaande landlieden, waagde hij
het ten laatste, zich naar het achterhuis
te begeven, teneinde eens te zien, of de
waard zich daar mogelijk ook verdekt had
opgesteld, hetgeen meermalen gebeurd was,
en by welke gelegenheid de rug van den
staljongen ruimschoots met de zv'eep had
kennis gemaakt.
Maar tot zijne groote verbazing vvas ook
hier niemand te hooren of te zien. De
kippen en varkens liepen rustig rond,, geen
knecht was er op de weide of in de oude
loodsnergens een der huisgenooten te
ontdekken.
»Dat is vreemd,mompelde Ubbe, lier-
wijl hij langzaam op zijne schreden terug-
keerde, ïzoo iets heb ik hier nog nimmer
aangetroffen op dit uur van den dag is
alles hier gewoonlijk even druk aan het
werk. Zou er mogelijk iets buitengewoons
voorgevallen zijn Daar moet ik meer van
weten.
Zonder zich lang te bedenken, liep hij
het huis cm en trad door eene zijdeur de
woning binnen. De keukendeur stond half
open Ubbe luisterde even en onderscheidde
nu duidelijk de stem van den waard, die
blijkbaar in levendig gesprek was met
1 w&schïf en Yk
verf! lege)1jkerH;d
Georgettecrepe de chine, alle
stoffen,hoe fijn en teer ook .kun
nenindiori verschoten, met
Twin\ yfeder prachtige frissche
kleuren krijgen.
DE LEER'S ZEEP-Mv o
VM\ARDinGEM.
FöÉrikdnten van
Sunlight
en Lux
BÜITENLANDSCH OVERZICHT
De berichten van Zaterdag en Zondag
deden het ergste vreezen voor den toe
stand in het Nabije Oosten. Een oorlog
tusschen Engeland en de Kemalisten leek
zoo goed als onvermijdelijk. Ieder beefde
bij de gedachte aan de verstrekkende ge
volgen, die een dergelijk conflict met zich
konden sleepen.
Inplaats gevolg te geven aan den na
drukkelijk uitgesproken wensch van gene
raal Harrington, om zich uit de neutrale
zone terug te trekken, drongen de Kema
listen steeds dichter naar de Britsche
stellingen op en er kwamen zelfs veront
rustende, zij het zeer onduidelijke berichten
over een schermutseling in het neutrale
gebied by Ismid, waarbij vele dooden ge
vallen zouden zijn. Het was dus te ver
wachten, dat generaal Har rington tot den
aanval gereed stond en maatregelen nam
om ook de stad Gallipoli door de burger
lijke bevolking te doen ontruimen. Te
Konstantinopel verkeerde de bevolking,
gelijk men zich voorstellen kan, in koorts
achtige spanning. De Turken aldaar konden
hun vreugde moeilijk verhelen, de Grieken
evenmin hun ongerustheid, terwijl de
krijgsmuziek der Britsche regimenten voort
durend in de straten weerschalde.
Gelukkig luiden de laatste berichten
gunstiger. Moestafa Kemal heeft zich bereid
verklaard tot een conferentie. In een nota
van de regeering te Angora, welke aan
den Franschen hoogen commissaris te Kon
stantinopel werd overhandigd, wordt gezegd
dat er bevel gegeven is tot het onmiddellijk
staken van alle millitaire operaties tegen
Tsjanak en Konstantinopel. Dit geschiedt
echter niet onvoorwaardelijk. Angora stelt
den tegeneisch, dat Thracië beoosten de
Maritza, met inbegrip yan Adrianopel, on
middellijk door de Grieksche troepen ontruimd
zal worden en onder bewaking zal komen
van de Geallieerden, om binnen een maand
te worden overgedragen aan een commissie
welke de provincie met behulp van Turksche
gendarmerie tot het sluiten van den vrede
bezet zal houden.
Heden Dinsdag zal te Moedania aan de
Zuidkust van de Zee van Marmora een
conferentie worden gehouden om de militaire
aangelegenheden te regelen.
Dit zijn dus verblijdende teekens, die
de kans op overeenstemming vergrooten,
Franklin Bouillon, die met Moestafa
Kemal Pasja onderhandeld heeft, is van
eenige anderen. Nieuwsgierig sloop de
staljongen naderbij en hield den adem in,
om beter te kunnen hooren.
»Ik begrijp er niemendal van,« klonk
nu de stem van den waard op alles, be
halve vriendelijken toon, »zij moet door de
gelagkamer of door het raam zijn heenge
gaan, en dat wel in den nacht, toen wij
allen sliepen.
»Gy kunt zeggen, wat gij wilt,* viel
hierop zijne vrouw in, »maar zooveel is
zeker, dat zij, gisteravond, toen ik haar
voor het laatst nog even kwam bezoeken,
goed en wel in bed lag en rustig sliep,
tenminste ik kon niet anders denken. En
toen ik vanmorgen naar haar toe wilde
gaan, om haar te vragen, hoe zij gerust
had en om haar een heerlyk morgenstukje
te brengen, vond ik niets in de kamer ver
anderd, en de deur was goed gesloten,
maar juffer Viola was verdwenen en
»Ge behoeft geen naam te noemen,*
lóeet de waard haar toe, »het is niet noodig,
dat anderen weten, wie dat meisje was.
Maar gij zult, zoo goed als ikzelf, gezien
hebben, hoe vreemd juffer Emma ons aan
zag, toen zij kwam vragen naar hare vrien
din en ik haar vertelde, hoe onze gaste
spoorloos verdwenen was, zonder dat ik
vermoeden kon, waarom zij ons zoo plotse
ling en op zoo vreemde wijze had verlaten.
Ik zeg u nog eens, dat ik niets van begrijp.
Wat mij betreft, ik heb haar geene reden
gegeven, om zoo te doen, daar ben ik ge
rust op.c
®Wel, heere mijn tijd, nu zou het bijna
schijnen, alsof ik er de schuld nog van
ben, dat zij ons verlaten heeftriep
de waardin luider, dan nu juist noodig
of noodzakelijk was. Waarom zegt je niet
liever ronduit, dat het mijne schuld is
Waarom zegt je niet, dat ik haar heb
weggejaagd of de deur uitgegooid Waar
om jaagt je mij ook maar niet liever weg
of gooit mij de deur uit Zeg, waarom
doe je dat niet Dat zou ik wel eens
graag van je willen weten
De waard scheen juist voornemens te
zijn, hierop een antwoord te geven, toen
hij hoorde, hoe de deur der gelagkamer,
werd opengeworpen en haastige voetstappen
op den vloer weerklonken. Hij slikte dus
zijne woorden in en spoedde zich naar
voren, zoo snel zijne lange beenen hem dit
toelieten. Nauwelijks was hy de kamer
binnengekomen, of hij zag zijn vriend Worp,
den houtvester, met alle teekenen van
groote haast op zich toekomen, gevolgd
door zijn vroegeren jongen meester, Fre-
derik Vorster. De waard maakte eene
sierlijke buiging en wilde beiden welkom
heeten onder zyn dak, doch mijnheer Vor
ster, die buitengewoon bleek was, liet hem
niet uitspreken en viel hem in de rede
met de korte vraag: *Waar iszii, Jelle
Jelle zag verbaasd en tevens verschrikt
eerst Frederik en vervolgens Worp aan^
Toen stotterde hij verlegen *U bedoelt,
mijnheer, u
Wordt vei'volgd.)
NIEUWSBLAD
cur tietLand vüitHeusden en Mtenaje Langstraat en de Bommelerwaard
(V