LUX Gemeentelijke Strafverordeningen. Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No4235. Woensdag 18 October 1922 FEUILLETON. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlyke nummers 6 cent. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. INDOET WOL ttlET/DE LEVER'S lKRMPEIIX ZEER MY Het is in den tegenwoordigen tijd een niet zelden voorkomend ver schijnsel, dat er bij de gemeente besturen een zucht bestaat, om met betrekking hunner bevoegdheid tot het maken van strafverordeningen niet alleen het noodige te regelen, maar ook het nagenoeg overbodige en schier onmogelijke. Met een vreemd woord betitelt men dit met „keuromanie", terwijl de Duitschers het „massregeln" noemen. Bedoeld verschijnsel behoeft ons evenwel niet te bevreemden, als we er bij denken dat ook èn rijks- èn provinciale wetgever bijzondere nei gingen vertoonen om regelingen te maken omtrent tal van punten, die naar zeer veler meening van over heidswege niet geregeld behoorden te worden. Zoo beschouw ik, om een voorbeeld te noemen, de Vleesch- keuringswet, wat het platteland be treft, een ongelukkig product van rijkswetgeving, terwijl b.v. een stierenreglement dat gelukkig alleen bestaat in de provinciën Gel derland, Noordbrabant en Limburg een alleriniserabelste uitwas is van provinciale wetgeving. En waar nu Rijk en Provincie voorgaan met het Door L. J. F IKKE E. 36) «Dat hangt geheel van de omstandig heden af, maar de hoofdzaak is, dat gij zoo hard mogelijk rijdt,antwoordde Fre- derik. «Daar zal het niet aan mankeeren,« zeide de koetsier met een knipoogje naar buiten, waar de paarden reeds ongeduldig stonden te trappelen, terwijl men bezig was met het uit- en inladen van bagage. «Die beestjes loopen als de wind, mijnheer, ik ken ze al sedert jaren l Wees gerust, u zal eens zien, hoe wij er straks langs vliegen. «Hoe eer ge mij brengt, waar ik wezen moet, hoe grooter uw drinkgeld zal zijn, reken daar op,« antwoordde Frederik, en met een veelbeteekend knipoogje liep de koetsier naar buiten, om de aldaar bezig zijnde bedienden tot den meest mogelijken spoed aan te sporen. Nauwelijks was dan ook door den knecht het gebruikelijk »klaar« uitgesproken en hadden Frederik en Worp met de andere passagiers plaats genomen, of de koetsier zette de paarden aan, en voort ging het, in vliegenden draf, langs de nederige dorps in het leven roepen van wettelijke regelingen, die naar veler inzicht, 't zij geheel 't zij ten deele, beter achterwege waren gebleven, daar behoeft het geen verwondering te baren dat meerdere gemeentebesturen het minder goede voorbeeld van hoogere machten volgen. Een bekend schrijver op het gebied van gemeenterecht heeft eenige jaren geleden een geestige critiek gegeven van de keuromanie, waaraan menige Nederlandsche gemeente laboreert. Er zijn aldus deze schrijver gemeen ten waarvan men gekscherend zegt dat men er alleen ongestraft mag adem halen mits men maar zorgt dat men zijn adem niet hoorbaar laat uitgaan anders begaat men weer eene over treding. En hij vertelde o.a. van eene verordening, in 1894 door den Raad eenerZuidhollandsche gemeente vastgesteld, bekend onder den naam „musschenpooten-verordening", krachtens welke ieder gebruiker van twee hectaren land in de gemeente eens per jaar ter secretarie of bij den veldwachter moet inleveren „de pooten van ééne musch". Het aantal van zoodanige bepalin gen in gemeentelijke strafbepalingen, die getuigen van bemoeizucht en plagerij is er sedert genoemd jaar 1894 werkelijk niet beter op gewor den en als bedoelde schrijver, die thans naar ik meen, reeds is over leden, de politieverordeningen van ons goede vaderland nog eens kon doorbladeren, zou hij zijn opsomming .van belachelijke voorbeelden met tallooze hebben kunnen vermeerderen. Enkele bepalingen uit een paar politieverordeningen van gemeenten in het Land van Heusden en Altena moge ik hier voor het voetlicht brengen en ik doe dit om aan te toonen dat er ook in onze omgeving gemeentebesturen zijn, die schijnbaar ook in „massregeln" hun behagen scheppen, maar daarin niet altijd erg gelukkig zijn geweest. Wanneer wij de politieverordening der gemeente W. naslaan dan vinden we daarin o.m. deze bepalingNa aankomst van een lijk op de be graafplaats zal het zoodra mogelijk in het lijkenhuis worden geplaatst of in het graf worden nedergelaten woningen, waaruit de menschen haastig naar buiten kwamen, om de diligence eenige oogenblikken na te staren. Buiten het dorp gekomen, legde echter de koetsier de zweep over de dieren, en voort vlogen ze nu, niet langer ingehouden, in woeste vaart, zoodat het zand van hnnne hoeven hoog opvloog en het voertuig in zijn naden en voegen kraakte en piepte en enkelen der passa giers niet konden nalaten, een min of meer angistigen en bezorgden blik naar buiten te werpen. Doch de wagen bleek tegen een dergelijken dolzinnigen rit volkomen bestand te zyn, en de eerste pleisterplaats werd bereikt, zonder dat eenig noemens waardig voorval de reis had gestoord. De paarden schenen nog van geen vermoeienis te weten, en voort vlogen zij na eenige minuten weder. Aldus ging het van dorp tot dorpreizigers kwamen en gingen doch Frederik en de houtvester zaten stil en onbeewegelijk tegenover elkander, elk in zijn eigene gedachten verdiept en zich hoegenaamd niet storende aan hunne mede passagiers of deze, als zij een enkele maal al een gesprek poogden aan te knoopen, daartoe door een half of kort antwoord allen verderen lust benemende. Toen men eindelijk, in het holst van den nacht, te Nijmegen aankwam, tikte de koetsier even aan zijn hoed en vroeg «Welnu, mijnheer, hoe is u dat ritje tot hiertoe bevallen «Uitstekend,» antwoordde Frederik kortaf en liet er in een adem op volgen «Wij gaan immers dadelijk weer verder en behoorlijk met zand of aarde worden gevuld". Overtreding dezer bepaling zal gestraft worden met eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden of zes dagen hech tenis. Hier staat dus dat het lijk, op de begraafplaats aangekomen zijnde, met zand moet worden gevuld Jammer genoeg staat er niet bij wie de aansprakelijke persoon voor eene lijkvulling is, want anders zou het werkelijk aardig zijn dat tegen Jan, Piet of Klaas procesverbaal werd opgemaakt, op grond dat hij een lijk niet met zand had gevuld. Zoo lezen we verder in gemelde politieverordening, dat het verbo den is om in boomen te klimmen; voortgaande rijwielen te beklimmen sneeuw te laten neervallen in eens anders eigendom na zonsondergang ladders buitenshuis te laten staan veldvruchten, die niet volkomen droog zijn, in de gemeente te voeren en op te slaan zonder schriftelijke ver gunning van Burgemeester en Wet houders vuurwapenen af te schieten enz. enz. enz. Onze opsomming is voldoende om de nonsens te demon- streeren. Laten we eens zien. Zoo mag men in bedoelde gemeente dus nimmer in een boom klimmen, ook niet in eigen tuin. Met een aanloopje op een rijwiel springen mag ook al niet. Sneeuw laten neervallen in eens anders eigendom kan moeilijk anders dan uit de lucht. Ladders mogen 's nachts niet buiten staan, ook niet op eigen grond. Aardappelen, peeën en knollen mogen, veldvruchten zijnde, niet in de gemeente worden gevoerd, tenzij volkomen droog, Een buks of jachtgeweer mag men te W. niet afschieten zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders. Als zonderling mag ook nog van de gemeente W. worden vermeld, dat men in den bebouwden kring met trekdieren stapvoets moet rijden en met rijwielen niet sneller dan een voet ganger gaat, terwijl voor automobie len en motorrijwielen geen maximum snelheid is aangegeven. Een ezel of bok b.v. (als trekdieren gebezigd) mogen dus in de hoofdstraat niet anders dan stapvoets gaan, terwijl «De koetsier zag verbaasd zyn zonder lingen passagier even aan en vroeg uiterst verwonderd «Wat Dadelijk door, mijn heer «Ja, natuurlijk. Waarom niet «Maar de paarden zijn doodmoe en bekaf.» «Dan dienen wij andere te nemen.» «Als die hier maar te krijgen zijn op dit uur.« «Zeker wel. Wij zullen de lieden op kloppen.» «En bovendien, mijnheer, het reizen bij nacht is in deze streek vrij gevaarlijk.» «Gij kent toch den weg «Natuurlijk, maar zoo bedoel ik het niet.» «Hoe dan «Er zwerft hier veel slecht volk in de bosschen, mijnheer.» «Zyt ge bang vroeg Frederik met een flauw lachje. «Ik? Volstrekt niet, mijnheer. «En ik evenmin.» «Maar ik verlang naar rust en slaap.» «Dit zal u rust en slaap doen vergeten, hoop ik,« antwoordde Frederik, den man eenige goudstukken voorhoudende, welke deze gretig aannam en haastig in zijn wij den mantel deed verdwijnen. «Wat dunkt u, gaan wij vannacht verder «Met genoegen, mijnheer, al zou ik tot morgenavond aan één stuk op den bok moeten zitten, rijden zullen wij, en dat wel zoo gauw. en zoo hard mogelijk,» ant woordde de koetsier, bij wien het geld plotseling alle bedenkingen en tegenwerpin voor automobilist of wielrijder geen snelheidsbeperking in de ver ordening voorkomt. Zeker, de motor en rijwielwet zegt wel dat de snelheid niet zoodanig mag zijn dat de vrijheid of de veiligheid van het verkeer op den weg wordt belemmerd of in ge vaar gebracht, maar deze bepaling geeft toch geen mate van snelheid aan. En waar de verordening deze zoo nauwkeurig aangeeft voor trek dieren en rijwielen is het wel vreemd dat zij zulks niet doet voor motor rijtuigen. De zin van een en ander ontgaat ons ten eenenmale Ik zou nog heel wat uit gemelde politieverordening kunnen halen, dat getuigt van een geliefhebber van het scheppen van strafvoorschriften, maar ik wil het bij het vorenstaande nu maar laten. Gaan we nu eens naar de gemeente de W. kijken. Hier is het niet veel beter en de vroede vaderen van dit dorpske schijnen van hunne collega's uit W. de verordeningsmanie te hebben overgenomen, al moet ik toegeven dat de W. wel een beetje gematigder is in zijn aantal verbods- en gebods bepalingen. Toch zijn er eenige bij die werkelijk waard zijn hier even genoemd te worden. In het openbaar deelnemen aan eenig spel met kaarten, is te de W. niet geoorloofd, zoodat dus deelnemers aan een partijtje whist of omber straf baar zijn wanneer zij rustig zitten te spelen in een koffiehuis. Immers is een koffiehuis eene openbare plaats omdat het publiek er toegang heeft. Een voorwerp op den weg vertoonen is te de W. ook al uit den booze, zoodat b.v. ook door den strafrechter wordt gegrepen de minnaar, die met zijn meisje over den openbaren weg wandelend, zijne dulcinea een stoffe lijk blijk zijner liefde vertoont. Een walgelijk voorwerp mag men niet in mesthoopen of verzamelingen van mest brengen of hebben. Maar wat willen de EdelAchtbaren dan Willen zij dat een mesthoop samen gesteld is uit iets anders dan walgelijke voorwerpen Slot in het nummer van 25 Oct. gen had doen verdwijnen. Onmiddellijk liep hij naar de tegenoverliggende schuur, verdween daarin en kwam na eenigen tijd daaruit terug, met een half slapende stal knecht, die ijverig zijne oogen wreef en moeite scheen te hebben, de woorden van den koetsier, die nu geheel ijver was geworden, te begrijpen. Na eenige woor denwisseling echter scheen het hem duide lijk te zijn geworden, wat men van hem verlangde, en er verliep geen kwartier, of de vermoeide, geheel met schuin en slijk overdekte paarden waren voor de diligence weggespannen en andere, flinker nog ge heel versche, voor in de plaats gebracht. Weldra rolde de wagen, waarin behalve Frederik en de houtvester, nog slechts één andere passagier had plaats genomen, weder voort onder het scherpe geknal van de zweep en de aanmoedigende kreten van den koetsier. Toen men buiten het stads gebied aan den zoom van een dicht, donker woud gekomen was, hield de wagen plots- seling stil de koetsier tikte tegen het raampje en stak weldra het hoofd naar binnen. «Wat is er nu weer vroeg Frederik knorrig. «Zijt gij gewapend was de wedervraag van den koetsier. «Ja, en mijn bediende eveneens.» «En gij, mijnheer, hebt gij ook wapens bij u ging de koetsier verder, zich tot den anderen passagier wendende, die zich in den versten hoek van den wagen terug BUITENLANDSCH OVERZICHT In een belangwekkende rede te Manchester heeft Lloyd George hulde gebracht aan de Britsche vertegenwoordigers in het Nabije Oosten en eenige opmerkingen gemaakt waarmede hij de politiek van Poincaré poogt te treffen. Dank zij de krachtige houding van Engeland, aldus Lloyd George, is een ramp voorkomen waarbij de Christenen in Konstantinopel en in Thracië het lot van Smyrna zouden moeten deelen. Frankrijk daarentegen had niets gedaan en de Engelschen bij hun vredelievend streven in den steek gelaten. Frankrijk had de neutrale zone onaantastbaar ver klaard zoolang de Grieken deze bedreigden, maar toen de Turken daarheen oprukten had het de bondgeriooten zonder meer in den steek gelaten. Lloyd George heeft den Franschen bondgenoot openlijk deze dubbelzinnige politiek verweten. Het behoeft geen betoog dat Lloyd George's woorden te Parijs een zeer onaangenamen indruk hebben gemaakt. Franklin Bouillon, die te Toulon wederom voet aan wal heeft gezet, betoogt met nadruk, dat niet Engeland met zijn machtsvertoon, maar Frankrijk met zijn diplomatieke overredingskracht een oorlog in den Balkan voorkomen heeft. Frankrijk verstond het om tegenover Turkije den juisten toon te treffen en voor de ver- toogen uit Parijs is Moestafa Kemal gezwicht, niet voor de zwakke Britsche bezetting aan de zeestraten, die bij een ernstigen aanval der Turken onder den voet geloopen zou zijn. Wie gelijk heeft zou alleen Moestafa Kemal Pasja naar waar heid kunnen verklaren. De hoofdzaak voor Europa is, dat de op- marsch der Turken is gestuit. Griekenland heeft de overeenkomst ook onderteekend en is overgegaan tot ontruiming van Thracië. Te Berlijn zijn ernstige onlusten uitge broken, volgens een bericht in de «Crt.» was het stadskwartier om het vroegere keizersslot Zondag het tooneel van een bloe dige botsing tusschen de politie en een aantal demonstreerende communisten, waarbij, voor zoover reeds kon worden vastgesteld, twee of drie personen het leven verloren, terwijl ongeveer 30 personen verwondingen op liepen. Door den rechts-radicalen «Bond voor Vrijheid en Orde» was tegen Zondag morgen een vergadering belegd in het circus Busch om daar te demonstreeren tegen den nood, waarin Duitschland verkeert. getrokken en den mantel om zich heen gewikkeld had, naar het scheen met het voornemen, op zijn gemak een slaapje te doen. «Of ik wapens heb bromde hij op alles behalve vriendelijken toon, even het hoofd oplichtende en het bijna weder on middellijk latende zakken, «wat gaat u dat eigenlijk aan Laat mij met rustik wil slapen.» «Neem mij niet kwalijk, mijuheer,« gaf de koetsier op dit weinig beleefde gezegde kalm ten antwoord, «maar in uw eigen belang zou ik u sterk aanraden, met slapen te wachten, tot wij die vervloekte bosch goed en wel door zijn.» Een zonderlinge», bijna vreeselijke grijns lach vloog voor een ondeelbaar oogenblik over het gelaat van den medepasagier, toen hij antwoordde «Wilt ge mij misschien bang maken met uwe geheimzinnige praat jes «Integendeel, ik wenschte u slechts er op te wijzen, dat wij hier op onze hoede dienen te zijn dit woud is een waar struik- rooversnest, mijnheer, en het zou lang de eerste maal niet zijn, indien ik straks door die kerels aangehouden of nagezet werd.» «Wij zullen ze afwachten,» gaf Frederik bedaard ten antwoord. Rijd door De koetsier vergenoegde zich, even de schouders op te halen en iets in zijn baard te brommen, waarna hij zijne zweep weder ter hand nam en de paarden andermaal deed voortgaan. Wordt vervolgd.) nu liet Lui van Heustiei ei Altsia, ie Langstraat en h Bommelerwaard FABRIKANTEN VAN Üi II XX SUNLIGHT ZEEP

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1922 | | pagina 1