stond, waar de huisgenooten angstig omheen stonden. De geneesheer zei toen een middel te hebben dat verlichting kan aanbrengen, genezing was geheel uitgesloten, doch voor toepassing van dit middel moest eerst f2.50 worden betaald, waaraan door de huisgenooten dan ook is voldaan, zulk een dokter kan niet op de sympathie van spr. rekenen. Hem zijn meer gevallen bekend dat de geneesheer geld vorderde, niet tegenstaande de patient gratis verpleegd moest worden. Volgens spr. moest zoo iemand zich te hoog achten fooien te heffen, was het optreden van den geneesheer onberispelijk geweest, dan zou hij ook niet met zijn voorstel zijn gekomen om de duurtetoeslag in te houden. Hoewel hy deze dingen liever niet had gezegd, is hij daartoe genoodzaakt. Het voorstel Schouten om de duurte toeslag van f 50,— te doen vervallen, hierop in stemming gebracht, wordt ver worpen met vier tegen twee stemmen. Voor stemden de heeren Schouten en van Houwelingen. De Voorzitter de verdere vragen van den heer Schouten beantwoordende, zegt le. dat hulpbehoevenden rechtstreeks steun kunnen krijgen van de gemeente. 2e. dat de gemeente tot 1926 ge bonden is aan de gemeente Almkerk, inzake de regeling met den veearts. 3e. dat de post voor verhuringen en verkoopingen betrekking heeft op de registra tiekosten die daarvoor betaald moeten worden. 4e. dat het bedrag voor pensioenstoe- slag is omhoog gegaan en derhalve ook een hooger bedrag is geraamd. 5e. datde verzekering van den ad ministrateur van het Electr. Bedrijf ver plichtend is en vandaar dan ook daarvoor een post op de begrooting voorkomt. 6e. dat het opnemen van f1100. op de gemeentebegrooting en f 800.op de begrooting van het Electr. Bedrijf voor straatverlichting op een vergissing berust. Men besluit den post cp de begrooting van het bedrijf ook op f 1100.te brengen, omdat een eventueel tekort toch door de gemeente moet worden bijgepast. Uit de gevoerde discussie blijkt, dat het bedrijf 174 aansluitingen heeft. 7e. dat bij de berekening der daggelden voor de werkzaamheden in het Andeier Broek geen vaste basis is genomen, de gemeente-opzichter heeft daarvoor een glo baal bedrag genomen, omdat de loonen kunnen stijgen of dalen. De Raad heeft alleen de bevoegdheid een zeker bedrag toe te staan, terwijl de vaststelling der daggelden aan B. en W. blijft. De heer Schouten meent, dat de Voor zitter de debatten vooruitloopt. Zijn vraag was alleen welke basis bij de be paling der daggelden is genomenhet gaat niet over hetgeen gebeurd is of ge beuren zal. Hij heeft nergens kunnen bespeuren, dat de loonen hooger of lager zijn geraamd. Spr. meent, dat het niet buiten de bevoegdheid van den Raad ligt, te informeeren of rekening is gehouden met den dalenden loonstandaard. De Voorzitter zegt, dat dezelfde loonen zijn gerekend als vorig jaar. De heer v. d. Vliet bestrydt deze be wering, voor het griend wieden is er wel een lager loon gerekend als vorig jaar. De Voorzitter zegt, dat daarvoor wel lager is gerekend, doch in 't algemeen is geen rekening gehouden met lagere loonen. De heer Verwijs zegt, dat de kosten van spitten b.v. kunnen mede- of tegen vallen, de kosten zijn slechts geraamd, over een daggeld is bij de begrooting van dit bedrag in het geheel niet gesproken. De heer Schouten zegt, thans nog eens te willen terugkomen op de salarisregeling. De Voorzitter heeft zich uitgelaten, alsof spr, in de meening verkeerde dat de Raad in deze te beschikken had en de Raad ze had vastgesteld. Dat dit echter niet zoo is, en deze worden vastgesteld door Ged. Staten onder goedkeuring van den Kroon gehoord den Raad Spr. meent zich wel zoo duidelijk te hebben uitgedrukt, dat daaruit voldoende bleek, dat hij ver onderstelde, dat de Raad bij de vaststelling der salarissen was geforceerd door Gedep, Staten en dit laatste college deze dan ook vaststelde. Als spr. in overweging geeft, om de salarissen met 10 pCt. te verlagen, maakt hij zich geen oogenblik illussies dat Gedep. Staten daarmede hals over kop accoord zullen gaan. Spr. zou de salarissen alleen verlaagd op de begroooting willen zetten om te zien wat Ged. Staten zouden doen. De Voorzitter zal niet veel over deze zaak zeggen, omdat hij hierbij zelf be trokken is. Hij kan echter niet ad viseeren, op het voorstel Schouten in te gaan, omdat dit niet op den weg ligt van het gemeente bestuur. Acht men de salarissen te hoog, dan zou het, volgens spr., het verstandigst zijn, dat men met verschillende gemeenten een verzoekschrift tot Ged. Staten richtte, om tot verlaging te komen. Spr. wil echter even opmerken, dat indertijd door geen enkel raadslid is voorgesteld, hoe dringend verhooging ook noodig was, de salarissen der gemeente-ambtenaren te verhoogen. Dag en nacht is toen door deze ambtenaren gewerkt tegen een zeer gering loon. Er wordt wel eens beweerd, dat de salarissen der ambtenaren den belastingdruk zeer hebben verhoogd. Spr. heeft ook wel eens gesproken, dat op sommige plaatsen het aantal ambtenaren wel eens te groot is. Men moet echter niet vergeten, dat zoo licht den indruk wordt gewekt, dat er verband bestaat tusschen het salaris van 1 de ambtenaren en het belastingbiljet, niettegenstaande deze salarissen echter een kleinigheid vormen bij de uitgaven in het algemeen. De heer Schouten merkt hiertegen op, dat de gemeenteraad reeds voor Gedep. Staten op verhooging hadden aangedron gen het salaris van den gemeenteveld wachter aanmerkelijk hadden verhoogd, zij het dan niet in die mate als Ged. Staten kort daarna vaststelden Het is niet spr.s bedoeling, dat de gem. ambtenaren geen behoorlijk salaris zouden hebben, hij wil alleen protesteeren dat Ged. Staten vooral voor kleinere gemeenten deze sala rissen onnoodig hoog opdrijven. Wethouder Milleuaar heeft zelf wel eens gezegd, wie moet dat allemaal betalen, waar moet het vandaan komen. De salarissen der ver schillende ambtenaren houden wel degelijk een groot verband met het belastingbiljet, al geldt dit nu niet voor onze gemeente. Spr. zegt, dat de Voorzitter niet kan adviseeren op zijn voorstel in te gaan. Welken weg moet men dan inslaan om eenig resultaat te bereiken De Voorzitter meent, Ged. Staten te vei zoeken de jaarwedden te herzien. Of dit echter in het belang van de gemeente Andel zal zijn betwijfelt spr. Er zijn burgemeesters, die zelf hebben voorgesteld om hun salaris met 15 pCt. te verlagen. Spr. meent, dat zij dit gevoegelijk kunnen doen, omdat zij zelf de vaste overtuiging hebben, dat dit verzoek toch niet zal worden ingewilligd. Al zou spr. voorstel len zijn salaris met 10 pCt. te verlagen, dan zouden Ged. Staten zoo iets toch niet goedkeuren. Iets anders is het, als de gem. raad het gaat vragen. De heer Schouten meent dat hij het anders heeft gelezen, - dan de Voorzitter voorstelt. Volgens spr. had die burgemees ter den Raad voorgesteld, Ged. Staten te verzoeken zijn salaris te verlagen. Zooals de Voorzitter dit voorstelt zou het boeren bedrog zijn. De Voorzitter meent, dat dit een ander geval betreft. Volgens spr. kan er echter wel iemand zijn, die het ambt van bur gemeester gratis zou willen waarnemen, Ged. Staten zouden dit echter beslist niet goedkeuren. De heer Schouten stelt een motie voor om de salarissen op de begrooting te zet ten zooals zij zijn vastgesteld en Ged. St. in een wel omschreven verzoek te vragen deze salarissen nu of in de toekomst op een bepaalde wijze te verlagen. De Voorzitter zou willen adviseeren deze 1 motie aan te houden tot1 de volgende vergadering, bij de vaststelling der be grooting, de heeren kunnen er dan op hun gemak nog eens over denken. De heer de Fijter meent, dat deze motie buiten de begrooting staat en nu ook wel behandeld kan worden. De heer Verwijs ziet er geen be zwaar in, om de zaak nog eens te over wegen en aan te houden tot de volgende vergadering. Bij de stemming om de motie in deze vergadering te behandelen stemden alleen de heeren Millenaar en Verwijs tegen. De motie hierop in stemming gebracht, wordt aangenomen met 1 stem tegen. De heer Millenaar stemde tegen, Hierop wordt, aangezien niemand verdere vragen ten opzichte der begrooting heeft te stellen, besloten deze gedurende 14 dagen ter inzage te leggen. De Voorzitter deelt mede, dat van B. en W. van Gorinchem een nader schrijven is ingekomen. Hieruit blijkt, dat ingevolge een ministerieele beschikking het bedrag, dat de gemeente Andel heeft te ver goeden voor het onderwijs, dat leerlingen uit deze gemeente op de ambachtschool aldaar genieter», f 217.05 bedraagt, op de vorige nota was slechts een bedrag van f 187.80 aangegeven, zoodat het bedrag met f59.75 verhoogd zou moe ten worden. Verder is van de gemeente Veen een nota ingekomen over de verre kening van regeeringsmeel over 1919, groot f21.052 en over 1920 groot f23.06 en van de gemeente Wijk eenzelfde nota over 1920 groot f34.68. De Voorzitter stelt voor deze bedragen te vereffenen uit den post onvoorziene uitgaven. De heer Schouten vraagt, hoe het komt dat deze gemeentebesturen zoo laat met hunne nota's komen. De Voorzitter antwoordt, dat hij de reden hiervan niet weet eu men die daar heeft te beoordeelen, Andel heeft echter op de gemeente Veen voor hetzelfde feit een vordering van f 151.79, zoodat deze gemeente nog moet bijbetalen. De vor dering die Andel heeft op Wijk bedraagt f 7.74|, deze gemeente heeft tot 1$20 geregeld afgerekend. Met algemeene stemmen wordt besloten, deze posten ten laste van den post on voorziene uitgaven te brengen. Verder is van Ie Vereeniging tot be strijding der tuberculose te Woudrichem, een verzoek ingekomen om subsidie. Uit het adres blijkt, dat de vereeniging voor de bestrijding der tuberculose in Andel f444 heeft uitgegeven. Met het oog hierop, verzoekt de vereeniging een verhoogde sub sidie. De heer Verwijs meent, dat de inge zetenen toch bijdragen aan deze vereeniging. De heer Schouten gelooft niet, dat er geen enkele gemeente is, die meer bijdraagt dan Andel, maar in verhouding wat aan de gemeente is ten koste gelegd, gelooft hij niet, dat deze een winstgevend koetje is. Als men nagaat, wat andere gemeenten hebben bijgedragen ten opzichte van Andel, dan mag deze gemeente ook wel wat doen ten opzichte van die andere gemeenten. De heer De Fijter vraagt, hoe groot de subsidie was, die de gemeente verleent, waarop de Voorzitter antwoordt van f 50. Gelukkig is de toestand der tuberculose in deze gemeente de laatste jaren iets beter geworden. Spr. brengt lof aan de ver eeniging en in het bijzonder aan mej. v. Gooi uit Woudrichem, die door haar huis bezoek zeer veel heeft bijgedragen tot ver betering. Het lykt den heer Millenaar, dat de sub sidie verhoogd moet worden. De vereeniging te Woudrichem heeft de tuberculoselijders ten allen tijde geholpen. De heer v. d. Vliet zou de subsidie van f 50 op f 100 willen brengen. Dit voor stel wordt met algemeene stemmen aan genomen. Bij de rondvraag dringt de heer Schouten aan op een betere regeling van de straat verlichting. De Voorzitter zegt een betere regeling toe. De heer Schouten meent dat Bouman het zeker nog druk heeft, in de vorige vergadering is gezegd, dat de paal voor het Electr. licht in den loop der week zou zijn geplaatst, en nu staat hij er nog niet. De Voorzitter zal op spoed aandringen. De heer v. Houwelingen zegt, dat de pomp op den Rietdijk, hoewel gerepareerd, nog niet is te gebruiken, zij is onbeweeg baar. De Voorzitter zegt toe, deze nog eens te doen nazien. Niemand verder het woord verlangende sluit de Voorzitter de vergadering.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1922 | | pagina 6