TwinK Verschoten Geknabbel aan de ambtenaars salarissen. FEUILLETON. UND VAN ALTENA Uitgave: Firma L* J. VEERMAN, Heusden. No4243. Woensdag 15 November 1922, Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Uinderkleertjes KunhU izelf thuis met veder prachtig fn'ssche kleuren geven.De klei nen zullen verruk] zijn TIOIiAs Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maamden f 1.25, en franco per post beschikt 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. DE LEVELS ZEEP W VLAARDIMGEM ^Fabrikanten van: Lux en Lifebuoy. Vervolg. Een ook door velen niet door de regeering aangeprezen middel om op de salarissen der ambtenaren te bezuinigen is afschaffing van den kindertoeslag. Rijksambtenaren n.l. genieten boven hun gewoon salaris 40 hunner jaarwedde tot een maxi mum van f200 per kind beneden den leeftijd van 18 jaar. En nu zijn er velen, die eene salarisver meerdering op dergelijke wijze ten zeerste afkeuren en zoo spoedig mogelijk eiken kindertoeslag, in wel ken vorm ook, willen doen verdwij nen. Immers, aldus zij, de Staat behoort evenmin als de particuliere ondernemer, een gezinsloon uit te keeren, d. w. z. een loon, dat ver band houdt met de grootte van het gezin, doch een loon naar verdienste; de Staat mag in zijn uit te betalen honoraria niet anders zien dan eene evenredige contraprestatie voor de hem door den ambtenaar bewezen diensten en of nu de ambtenaar al dan niet gezegend is met een talrijk kroost, is iets, waarmede de staat als werkgever niets heeft te maken. We zullen op deze quaestie niet verder ingaan, omdat we dan op politiek terrein belanden en wij dit zooals bekend zooveel mogelijk willen vermijden. Een wel door de regeering voor gestaan middel om de salarissen der ambtenaren te drukken is de den laatsten tijd zoo veel besproken classificatie der gemeenten. Het doel hiervan is om een ambtenaar meer of minder salaris toe te kennen naar gelang van de duurdere of goedkoo- pere levenswijze, die de eene ge meente hem boven de andere biedt. Is b.v. een ambtenaar geplaatst in Drongelen, dan wordt hij geacht met heel wat minder salaris te kunnen toekomen dan b.v. zijn ambtgenoot, die Amsterdam als standplaats heeft. Tot nog toe'waren de gemeenten in drie klassen verdeeld. Ambtenaren, die geplaatst waren in gemeenten der eerste klasse kregen hun sa laris ten volle uitbetaald, zij die zich een tweede klasse standplaats zagen toegewezen moesten 4 pCt. laten vallen en zij die in een derde klasse standplaats hun „home" hadden moesten zich met 8 pCt minder tevreden stellen dan hunne le klasse collega's. Nu gaat de re geering van het standpunt uit dat de bestaande standplaatsverschillen veel te gering zijn en deze meening grondt zij op het feit dat de loonen in het vrije bedrijf in stedelijke en plattelandsch gemeenten een veel grooter verschil aangeven dan het tot nog toe bestaande verschil in de diverse gemeenten voor rijksambte naren. In verband met een en ander is thans een onderzoek loopende naar de prijzen van tal van artikelen in alle gemeenten van ons land en dit geschiedt door den gemeentebesturen van regeeringswege toegezonden lijs ten, waarop tal van vragen omtrent prijzen] van levensmiddelen, kleeding- stukken enz. zijn gesteld, welke vra gen dan door de gemeentebesturen moeten worden beantwoord. De be doeling is dan dat de beantwoording dier vragen moet dienen tot grondslag Door L. J. FIKKEE. 45) >Mijn man zou reeds lang naar den wonderdokter zijn gegaan,* besloot de vrouw haar verhaal, »doch het meisje wilde nie mand of niets bij zich hebben en scheen voor alles onverschillig. Ruim een half uur had Frederik aan het bed neergezeten, toen andermaal een hoefslag op het plein vernomen werd, en kort daarop trad de wonderdokter binnen, gevolgd door den waard. »Ik heb den meester, om tijd te winnen, bij mij op het paard genomen,fluisterde de laatste Frederik toe, die als eenig ant woord stilzwijgend knikte. De nieuw aangekomene was een man van omstreeks vijftig jaren. Hij was een voudig gekleed, doch zijn gelaat vertoonde de sporen van zware en aanhoudende geestesinspanning, en zyn voorhoofd was als doorploegd van talrijke, diepe rimpels, terwijl de diep in hunne kassen liggende zwarte oogen fonkelden met een eenigszins koortsachtigen gloed. Zwijgend, en zonder de aanwezigen anders dan door een nauw merkbaren hoofdknik te groeten, trad deze zonderlinge man op de legerstede toe, boog zich naar de zieke over en beschouwde haar eenige minuten lang met de grootste opmerk zaamheid. Toen haalde hy uit den binnen zak van zijn mantel een klein doosje, nam daaruit eenige zilveren instrumenten en legde die naast zich op een tafeltje, waarna hij uit een langwerpig pakje een bruin poeder in een bekertje schudde en daarbij eenige droppels kleurloos, op water ge lijkend vocht goot. Na eenig roeren nam hij het bekertje, opende voorzichtig den mond der zieke en goot den inhoud lang zaam en met de uiterste behoedzaamheic daarin uit. De drank moest wel een afschuwelijken smaak hebben, want het gelaat der zieke vertrok op vreeselijke wijze. Viola begon plotseling zenuwachtig te rillen, zij opende hare oogen ten halve, richtte zich woest op en sloeg als in doodelijke benauwdhek met de armen in het rond. vFrederikgilde zij op hollen toon, terwijl hare oogen akelig heen en weer rolden, ïFrederik, help, help 1 Ik sterf Frederik wilde opspringen, doch de wonderdokter dwong hem met ijzeren vuist te blyven zitten, en, zich andermaal over Viola heenbuigende, sloeg hij het meisje nogmaals aandachtig gade. ïFrederik,* kreunde Viola, »Frederik, ik sterf nDririk en gij zult leven klonk het thans luid en gebiedend uit den mond des wonderdokters, en haastig nam hij opnieuw een weinig van het poeder en de vloestof. voor eene nieuwe classificatie der ge meenten. De regeering wil in den vervolge niet, zooals thans 3 klassen, maar 5 en wel in dier voege dat in gemeen ten der le klasse net volle pond aan de ambtenaren wordt uitbetaald, in die der tweede klasse 5 pCt. minder, in die der derde 10 pCt. minder, in die der vierde 15 pCt. minder en in die der vijfde 20 pCt minder. Men ziet dus een aanmerkelijk verschil met den huidigen zoogenaamden standplaatsaftrek. Wie de laatste weken onze dag en nieuwsbladen heeft gelezen, zal wel bespeurd hebben dat uit het ambtenarencorps stormen losbarsten tegen de voorgenomen nieuwe clas sificatie. En ik kan mij zulks bij zonder goed begrijpen, want als door eene regeering ooit iets onrechtvaar digs is uitgebroed dan is het zeker eene indeeling van gemeenten in klassen voor eene salrarisregeling. En waarom is zulk eene classifi catie dan onrechtvaardig? Laat ik u dat nu eens zeggen. Het is om deze doodeenvoudige reden dat eene indeeling in klassen, als door de regeering gewenscht wordt, niet te maken is. Men stuit op tallooze moeilijkheden, die eene juiste rang schikking der gemeenten in den weg staan. Zoo wordt er om een uit de vele voorbeelden te noemen, bij de klasseindeeling geen rekening mede gehouden, dat het z.g. stand- ophouden in kleine gemeenten heel wat meer fmancieele offers vraagt dan in grootere. Immers moet een ambtenaar in een kleine gemeente fatsoenshalve b.v. lid zijn van alle mogelijke vereenigingen en moet hij veel meer aan liefdadigheid in de meest verschillende vormen doen, dan in eene groote stad In eene eenigszins belangrijke stad kan een ambtenaar leven als een vergeten burger, wat op het platteland niet kan en heusch dit kost geld. En zoo is er meer. Dat een ambtenaar in een grootere plaats in den regel meer noodig heeft voor huishuur en belastingen dan zijn collega op het platteland is waar en ook is het juist dat hij voor ver schillende artikelen als b.v. aardap pelen, fruit en melk meer moet be talen dan de platlandicus. Maar daar tegenover staat dat deze laatste vele artikelen in de stad moet gaan koopen, omdat die óf op het platte land niet te krijgen zijn óf veel duurder moeten worden betaald. Dat reizen naar de stad kost extra geld en eveneens moet extra betaald worden de vracht voor toezending van het gekochte. En bovendien weet een niet-inwoner der stad in den regel niet de winkels, waar hij zijn moet om „koopjes" te kunnen doen. Voorts zijn tal van dagelijksche behoeften veel duurder op het platte land dan in de stad. Zoo moet men b.v. voor kruidenierswaren, schoeisel, kleeren en vleesch op het platteland dikwijls meer betalen dan in de stad. Summa summarum kunnen we zeg gen dat door de nieuwe classificatie de onbillijkheid ten top wordt ge heven. Stel u voor: een ambtenaar in eene gemeente der 5e klasse krijgt maar eventjes 20 pCt. minder salaris dan zijn collega in Amsterdam. Al- zoo gaan de ambtenaren der grootste steden geheel vrij uit en betalen niets, terwijl die op het platteland moeten betalen tot den laatsten cent. En daartegen vooral gaan zeer terecht de grieven. Als men dan nog in aanmerkiDg neemt dat in de grootste steden juist de meeste ambtenaren zitten met de hoogste salarissen, dan voelt men, wat de Regeering een grove onbillijk heid schept. Berustte de classificatie op deug- delijken grondslag, dan ware er mis schien nog eenigszins vrede mede te hebben. Maar dit kan niet, zij kan niet anders berusten dan op fictie's en dat is een onoverkomelijk bezwaar. Maar er moet belangrijk bezui nigd worden op alles, dus ook op de ambtenaren, indien de waardedaling van onze munt niet zal intreden, aldus beweren velen, 't Zij zoo, maar dan sla men in de eerste plaats den weg in van bezuiniging op het aan tal. Vacature's vervulle men niet tenzij de noodzakelijkheid het drin gend vordert; men late de ambtenaren langeren en intensiever arbeid ver richten voor hetzelfde salaris, dat zij thans genieten en tijdelijk personeel late men zooveel mogelijk gaan, zie daar de middelen, die thans aange wend moeten worden om tot bezui niging op de ambtenaren te geraken. Zeker, er zijn bezwaren tegen een en ander, maar de voordeelen ervan wegen toch ruimschoots op tegen de daaraan verbonden nadeelen. Is nergens meer op te bezuinigen en vermindering van salarissen een absoluut vereischte dan vermindere men met gelijk percentage over de gansche linie. De goede geest in het ambtenarencorps wordt daardoor stel lig het minst verstoord. BUITENLANDSCH OVERZICHT Toen, haar weder het bekertje aan de lippen brengende, herhaalde hij zacht en op bijna smeekende toon Drink en gij zult leven Doch hetzy Viola den zin dezer woorden niet begreep, hetzij de strenge gelaatstrekken van den man haar vrees inboezemden, zij strekte de handen afwerend uit en riep angstig »Frederik, Frederik, waar zijt gij Help mij, men wil mij vermoorden De wonderdokter trok de hand met het bekertje even terug en zag Frederik aan. *Ja,« was het eveneens fluisterend ge geven antwoord. »Tracht haar dan te bewegen, nogmaals te drinken.* De jonge man zag den vreemde be sluiteloos aan, de ander scheen zijn ge dachten te raden. ïGij vertrouwt mij niet Frederik zweeg. ïGij wilt haar dus laten sterven vroeg de wonderdokter op halfluiden, strengen toon, den jonkman doordringend aanziende. »Weet gij wel, dat het ieder oogenblik te laat kan zyn Deze woorden hadden blijkbaar de ge- wenschte uitwerking op den jongen man. Zijn blik dwaalde tusschen Viola en den vreemde heen en weer. »Zijt gy zeker van uw zaak vroeg hij na eenige aarzeling. »Ik ben een mensch, als gij,« was het De conferentie te Lausanne is thans officieel bepaald op 20 November. De Engel- sche regeering heeft in deze gezegevierd. De Turksche drijvers krijgen dus nog 7 dagen gelegenheid om op oorlog aan te sturen. Ismed Pasja die, op reis naar Lausanne, bericht gekregen heeft van het uitstel der besprekingen, heeft de Turksche vertegen woordigers in de West-Europeesche hoofd steden nu naar Lausanne ontboden om een vóór-conferentie te houden. Hij wil zich klaarblijkelijk nauwkeurig laten inlichten omtrent de mogelijkheid tot het benutten van de latente tweespalt tusschen de Ge allieerden. Inmiddels is Refet Pasja officieel benoemd tot voorloopig vertegenwoordiger van de Angora-regeering te Konstantinopel, en hij treedt met de grootste willekeur op. Hij stoort zich niet meer aan de capitulaties, noch aan de belasting overeenkomst, terwijl de nieuwe belastingen, welke hij van het broodgraan heft, het gevaar voor honger snood doen toenemen. Naar de meening der Nationalisten bereikt hij met willekeur meer dan Ismed Pasja ooit met redelijke onderhandelingen zou kunnen verkrijgen en te Konstantinopel wordt het mogelijk ge acht, dat Ismed Pasja uit Lausanne zal vertrekken zonder de komst der Geallieer den af te wachten. Wat doen de geallieerde Commissarissen om den dreigenden hongersnood af te wen den en een einde te maken aan Refet's nevenregeering? Op welke wijze geven zij blijk van hun eensgezindheid De berichten over de houding der hooge commissarissen zijn niet zeer duidelijk, doch ernstige antwoord, »en geen mensch is bepaald zeker van de gevolgen zijner daden. Maar als zij niet drinkt is mijn komst vruchteloos geweest.* »En indien zij drinkt »Dan bestaat er alle kans op herstelling.* ^Bedriegt gij mij niet ïWaarom zou ik dat doen Maar spoedig, spoedig, anders is het mogelijk te laat, Zie maar, zij wordt al rustig. Inderdaad lag Viola thans oogenschijnlijk kalm ter neder. Frederik stond op, nam de handen van het meisje in de zijne en fluisterde haar toe*Viola, hier ben ik. Hoort gij mij ïFrederik,c stamelde het meisje zacht, Dik gevoel dat ik ga sterven. Laat mi tegen uw borst rusten, Frederik.c Behoedzaam legde de jonge man het hoofd der zieke tegen zijn borst en fluis terde»Viola, hier is een man, die u genezen wil, als gij doet, wat hij zegt.* »Wat moet ik doen, Frederik vroeg het meisje haastig. O, ik wil leven, leven bij en voor u. Zeg mij, wat ik doen moet. De wonderdokter hield haar thans weder het bekertje aan den mond en gaf Frederik een wenk. »Drink dit uit, Viola,* vervolgde de jonge man, »drink spoedig, ik smeek er u om.c Zonder de minste aarzeling zette Viola de lippen aan het bekertje en ledigde het tot den laatsten droppel. De benauwd heden keerden ook ditmaal terug, doch thans in veel minder hevige mate en toen deze voorbij waren, lag het meisje geruimen tijd roerloos en als dood neder. Frederik wilde haar toespreken, maar de wonder dokter gaf hem door een wenk te verstaan, dat hij zich niet ongerust behoefde te maken en bleef langer dan een half uur onbeweeglijk en met over elkander geslagen armen de zieke gadeslaan. Eindelijk boog hij zich naar haar toe en luisterde naar de ademhaling, die thans rustig en regel matig was. »Zij slaapt,* zeide hij, zich weder op richtende en naar de tafel terugtredende, »over eenige uren moet zij gewekt worden, om opnieuw in te nemen. Maar indien wij haar konden laten drinken, zonder haar wakker te maken, zouden wij ongetwijfeld veel beter doen want hoe meer zij thans slaapt, hoe spoediger het grootste gevaar voorbij is.« »Gij denkt haar dus te genezen riep Frederik op gedempten toon, terwijl hij opsprong en den wonderdokter met van vreugde glinsterende oogen aanzag. De ander bleef den jongeling eenige oogenblikken zwijgend beschouwentoen ontspanden zich de talrijke en diepe rimpels op zijn hoog en gewelfd voorhoofd, en iets, dat naar den glimlach geleek, speelde voor een enkele seconde om zijn lippen. Wordt vervolgd t NIEUWSBLAD voor let Laiid vai Heusden en AlteiaJeLaigstraat en de Bomielerwaard dIs het om u dat zij roept, mijnheer vroeg hij zacht.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1922 | | pagina 1