Met doorgegaan.
Men bericht uit Tienhoven (U.) aan
de ïAmst.c
De vorige week speelde zich in de
secretarie te Tienhoren een niet alledaagsch
voorval af. Op het afgesproken uur komt
daar Donderdagmiddag een bruidspaar
binnenstappen, omringd door familieleden,
om door den ambtenaar van den burgerl.
stand in den echt te worden verbondeD.
Bij het plaatsen der handteekeningen blijkt
echter, dat des bruigoms vader niet aan
wezig is.
»Waar is die klinkt de vraag.
»Thuis«, luidt het antwoord, *in Am
sterdams.
ïEn een bewijs van zijn toestemming
»Ja dat hadden ze niet, vader kon niet
te best meer uit den weg en nu dachten
ze, dat het zoo wel kon*.
ïDan maar gauw dat bewijs halen*,
adviseerde de burgemeester sen dan van
avond terugkomen*. Groote ontstemming
bij den vader van de bruid, die geheel
was afgegaan op de voorgewende wets-
kennis van zijn schoonzoon, die er nu
achteraf niets van bleek te weten. En
hij gaf dan ook op ondubbelzinnige wijze
aan zijn verontwaardiging lucht.
Ten slotte werd besloten, dat een broer
van den bruidegom met de eerste gelegen
heid naar Amsterdam zou gaan om het
papierke te halen.
's Avonds werd echter den burgemeester
per telegram gemeld, dat de trouwplech
tigheid niet doorging. De zaak bleek nu
heel anders te zijn, dan was voorgesteld.
De j>invaliditeit* van den vader was maar
een verzinsel. In werkelijkheid was vader
tegen het huwelijk van zijn zoon, omdat
deze (hoewel slechts 24 jaar) vóór korten
tijd van zijn vrouw gescheiden was.
Spannend gevecht met een dolle koe.
Te Purmerend was 'n dolle koe van
zijn begeleider losgerukt en in razende
vaart Padjedijk doorgehold, over de Kippen-
markt den Kanaaldijk op.
De agent Misbeek en de rijksveldwachter
Talsma gingen met het noodige schietma-
teriaal er heen.
Brieschend stond het beest in een groen-
tentuin. Op 't land er naast, gescheiden
door een sloot, stonden de beide politie
mannen. Misbeek schoot de koe 2 maal
met zijn revolver in de borst. Hierop
razend geworden, springt de koe over de
sloot, gooit eerst Talsma om en neemt
daarop Misbeek op de horens. Deze dacht
dat zijn laatste uur was geslagen, vooral,
daar Talsma thans niet kon schieten zonder
gevaar hem te rakem.
Toen Misbeek eindelijk weer vasten grond
onder de voeten had liep Talsma direct
op de koe af en maakte het beest met
een 4-tal schoten uit zijn karabyn af.
Aanranding.
Een chauffeur uit Doesburg werd onder
Herwen en Aerdt aangerand.
De chauffeur ging den aanrander te lijf
en sloeg hem een oor af, waarop de
aanrander er vandoor ging.
Ongeluk ef misdaad 1
Buren vonden de woning van de 72-
jarige café-houdster, wed. Sloots, te Wilder-
vank gesloten.
Aan een der gordijnen en aan een
achterdeur vond men bloedsporen.
De politie werd gewaarschuwd en deze
verschafte zich met geweld toegang tot de
woning.
Binnengekomen, zag men de weduwe
met bebloed hoofd achter de toonbank
liggen. Een te hulp geroepen geneesheer
kon niet verklaren, of de verwondingen
snijwonden waren dan wel, dat zij door
een val waren veroorzaakt.
De Justitie te Winschoten werd ge
waarschuwd en een Rijksveldwachter werd
met zijn politiehond ontboden. Een onder
zoek werd ingesteld, doch niets kon worden
ontdekt. De gewonde is in bewusteloozen
toestand naar het ziekenhuis te Groningen
overgebracht. Men vermoedt, dat zij met
flesschen is gevallen, daar door gewond is
en toen door bloedverlies bewusteloos is
geraakt.
Duid- en haarziekten aan Duitsck-
Nederlaudsche grens.
In een aantal plaatsen aan de Duitsch-
Nederl. grens heerscht sedert eenige dagen
een zeer besmettelijke huid- en haarziekte.
Vooral kinderen hebben er van te lijden
maar ook volwassenen worden er door
aangetast.
Men heeft hier te doen met Microsperie.
De ziekte is kenbaar aan de roode vlekken
(ter grootte van een Rijksdaalder) op de
huid en aan schilfering.
Het zieke haar wordt zichtbaar dunner
en ziet er uit, alsof het met stof is bedekt.
De ziekte is van hardnekkigen aard, ze
duurt ettelijke maanden en leidt tot kaal
heid.
Te Duisburg, Homberg en andere steden
zijn honderden patiënten.
Mogelijk slaat de ziekte wegens haar-
besmettelijkheid ook naar ons land over.
Vergadering van den Raad der ge
meente DRONGELEN op Vrijdag
1 December nm. 3 uur.
Voorzitter EdelAchtb. Heer D. F. Brune.
SecreiarisWelEd. Heer D. A. v. d
Schans.
Aanwezig alle leden met uitzondering
van den heer Treffers.
Nadat de Voorzitter de vergadering heeft
geopend leest de Secretaris de notulen der
vorige vergadering die daarna onveranderd
worden goedgekeurd.
Ingekomen is Een verzoek van O. Bou-
man om ontslag als grafgraver met 31
Dec. 1922, met het oog op zijn hoogen
leeftijd.
Op voorstel van den Voorzitter wordt
dit schrijven in handen gesteld van B. en W.
Gemeenschappelijke regeling veearts.
De gemeenten Heusden, Oudheusden,
Drunen, Nieuwkuik, Hedikhuizen, Herpt,
Wijk, Veen, Genderen, Drongelen en Meeu
wen vormen gezamenlijk den veekring
Heusden, waarvan de aangegane regeling
met 31 Dec. ten einde loopt. Het gemeen
tebestuur van Heusden vraagt thans om
in beginsel te willen besluiten tot het aan
gaan van een nieuwe regeling voor den
tyd van 10 jaren.
De Voorzitter leest de nieuwe regeling
voor en stelt voor in art. 3 het woordje
desgevraagd te doen vervallen. Over het
al of niet kosteloos inenten tegen het bout-
vuur door den betrokken veearts bestaat
dan geen twijfel. Het staat dan vast dat
inenting gratis moet geschieden. Verder zou
spr. willen voorstellen in beginsel te be
sluiten tot het aangaan eener nieuwe re
geling.
De heer Nieuwkoop zou eerst 'gaarne
vernemen of de mogelijkheid niet bestaat,
dat de desbetreffende gemeentebesturen niet
alreeds een kring vormen, waarby als spr.
zich niet vergist echter Drunen niet is aange
sloten. Zoo de mogelykheid daartoe bestaat,
zou hij met het oog op het salaris van den
ambtenaar belast met de keuringen voor
den keuringsdienst, deze afzonderlijke com
binaties tot een willen vereenigen mis
schien kan deze de praktijk dan neerleggen
en van het salaris bestaan.
De Voorz. zegt dat combineeren misschien
wel mogelijk zou zyn geweest, het zou echter
zusje en broertje zijn gebleven. Het salaris
zou dan toch niet zoo groot zijn geweest,
dat de veearts er zijn praktijk van kan
neerleggen. Het salaris dat de veearts ont
vangt voor dn veekring Heusden bedraagt
slechts f 300.hij moet daarvoor inen
tingen verrichten in den geheelen uitge-
strekten kring en zelfs het vee tot 2 uur
afstands van de aangesloten gemeente be
handelen, indien daarom wordt verzocht.
Hetgeen de veearts hiervoor krijgt is
dus dubbel en dwars verdiend.
De heer Nieuwkoop zegt dat hij juist
omdat de vergoeding zoo weinig is, alles
onder eene regeling zou willen brengen.
Hiertegen brengt de Voorzitter in, dat het
twee aparte zaken zijn, zoodat dit niet
gaat. Daarbij is de vleeschkeuring bij de
wet opgelegd terwijl den veekring vrijwillig
is aangegaan. De gemeenten zijn niet ver
plicht hieraan mede te werken. Al gaan
zij nu samen is dat niet gezegd dat dit
steeds zoo zal blijven.
De heer Nieuwkoop meent, dat als de
bezwaren zoo groot zijn, hetgeen hy naar
voren heeft gebracht, vanzelf komt te ver
vallen, hij heeft alleen het oog gehad op
een voordeeltje voor de gemeente en een
behoorlijk salaris voor den keurmeester.
De heer v. Campen zegt dat de veearts
het nogal druk heeft, het komt hem daar
om voor dat f 300.te laag is, te meer
daar deze volgens de nieuwe bepaling de
entstof gratis zal moeten leveren. De ent
stof is tegenwoordig duur, spr. meent dat
de veearts het onmogelijk voor dit bedrag
kan doen.
De Voorzitter heeft den veearts hierover
niet gesproken. Waarschijnlijk zal de burge
meester van Heusden, van wien het voor
stel tot het aangaan van een nieuwe
regeling uitgaat, hem hierover wel hebben
gepolst. Spr. meent dat de veearts met
het gestelde bedrag genoegen neemt, men
behoeft er hier dus niet over te spreken.
De heer v. Campen kan zich goed voor
stellen dat de veearts, nu de entstof zoo
duur is, het onmogelijk voor het bedrag
kan doen.
De heer Nieuwkoop meent dat de heer
v. Campen dit naar voren brengt, omdat
de veearts in een ingezonden in het Nieuws
blad van Heusden uitdrukkelijk heeft ver
klaard, dat hetgeen hij in rekening heeft
gebracht, is geweest voor de entstof, om
dat deze tegenwoordig ook niet gratis meer
wordt verstrekt. Spr. zou echter als er
niet over gesproken wordt, het salaris thans
niet gaan verhoogen.
De Voorzitter leest het betreffende arti
kel nog eens voor daaruit blijkt dat dit
uitdrukkelijk bepaalt, dat de entstof door
den veearts gratis verstrekt moet worden.
Spr. zou er niet langer over willen spre
ken en voor willen stellen de regeling,
zooals die voor hem ligt, in beginsel goed
te keuren. Later kan men dan bij de defii-
nitieve vaststelling hierop altijd nog terug
komen, in dien tusschentijd kan men nog
eens goed poolshoogte nemen omtrent een
en ander. De cijfers behoeven geen oor
zaak te zijn daarover langer te discusieeren.
De heer Nieuwkoop zegt dat het goed
is dat deze kwestie eens duidelijk ter sprake
komt. Het verschil van meening dat tus-
schen den betrokken persoon en de men-
schen bestaat, die ten onrechte meenen te
hebben betaald, wordt daardoor opgehel
derd. Nu blijkt immers dat volgens de
oude verordening wel voor de entstof moest
worden betaald.
De Voorzitter zegt, dat hierover in het
Dag. Bestuur is gesproken. Er schijnt een
tijd te zijn geweest dat voor de entstof
niets werd gerekend, later was dit wel
het geval. De veearts was volkomen in
zyn recht, alleen als het gevraagd werd
moest de inenting kosteloos geschieden.
Zij die dus goed met de voorschriften op
de hoogte waren profiteerden er van, terwijl
zij die het niet weten, het van zelf niet zullen
vragen. In dezen zin is door een paar
raadsleden gesproken. Spr. vindt het jam
mer, dat dit gesprokene verkeerd wordt
uitgelegd, omdat men niet de minste be
doeling heeft gehad, den veearts onaange
naam te zijn, men was vast overtuigd, dat
deze correct heeft gehandeld. Om in het
vervolg echter alle misverstand weg te
nemen, zou spr. het woordje ^desgevraagd*
willen schrappen.
De heer Nieuwkoop vindt dit uitstekend,
de menschen stellen zich dan ook wel op
de hoogte. Hoe beter de verstandhouding
over en weer is, hoe beter, dit komt allen
ten goede.
De heer v. Campen merkt op dat het
verschil van meening is ontstaan, omdat
de entstof vroeger gratis werd verstrekt
en nu door den^veearts ook moet worden
betaald.
Met algemeene stemmen wordt hierop
in beginsel besloten tot het aangaan van
een nieuwe regeling.
Gemeentebegrooting 1923.
De begrooting is in ontvangst en uitgaaf
geraamd op een bedrag van f 18.996.14.
Wijzigingen zijn er betrekkelijk weinig,
de opcenten op de gebouwde eigendommen
zyn evenals voor de ongebouwde en de
opcenten op de personeele belasting tot
een gelijk bedrag geraamd als het vorig
jaar. Da 100 opcenten op de rijksirikom-
stenbelasting zijn f200.lager en de
plaatselijke inkomstenbelasting f1500.
lager geraamd dan het vorig jaar. Er is
een nieuwe post op de begrooting geplaatst
van f 506.49 wegens uitkeering van het
rijk wegens art. 1 9bis van de wet van
1897. Sedert 1905 heeft het rijk de
kosten voor het onderwijs geheel voor
hare rekening genomen, doch daartegen
over de uitkeering die de gemeente daar
voor ontving ook ingehouden.
Volgens de nieuwe wet zal dit in 't ver
volg niet meer zoo zijn, daarom is deze post
weer op de begrooting geplaatst. Verdere
nieuwe posten zijn er niet, de begrooting
begint met een nadeelig slot van f 594.96
Zij wordt gedurende 14 dagen voor de
leden op de secretarie ter inzage gelegd,
terwijl een commissie, bestaande uit de
heeren Nieuwkoop, Treffers en v. Campen
ze in dien tusschentyd zal onderzoeken.
Rekening Burgerlijk Armbestuur 1921.
Naar aanleiding van de gestelde vraag
waaraan sommige bedragen zijn uitgegeven,
zijn de posten omschreven. Na afloop der
vergadering zullen deze bescheiden voor de
leden ter inzage liggen, terwijl de commis
sie ze dan met de rekening kan nagaan.
De rekening vermeldt aan inkomsten
een bedrag van f 4454.39, aan uitgaaf
f 2660.752, sluit alzoo met een batig saldo
van f 1793.63j.
Begrooting Burgerlijk Armbestuur 1923.
Op voorstel van den Voorzitter wordt
deze begrooting, die in ontvangst en uitgaaf
is geraamd op een bedrag van f 3473.50
in handen gesteld van dezelfde commissie
die de gemeentebegrooting zal onderzoeken.
Benoeming onderwijzeres vervolgonderwijs
Met algemeene stemmen wordt de on
derwijzeres, die aan de school is verbonden,
als zoodanig benoemd.
De heer Nieuwkoop vraagt, of deze
benoeming niet wat laat komt.
De Voorzitter geeft dit toe, doch het is
de bedoeling de benoeming met terug
werkende kracht te doen plaats hebben.
Vaststelling kohier straatbelasting.
De Voorzitter deelt mede, dat de leden
de regeling bekend is en dat het kohier
is geraamd op een bedrag van f204.08.
De heer Nieuwkoop wil over dit kohier
nog wel wat zeggen, alhoewel het misschien
daarvoor niet het juiste oogenblik is. Spr.
heeft steeds in de meening verkeerd, dat
het bedrag wat de belasting opbrengt meer
zou zijn. Nu dit zoo weinig is, wil het
hem voorkomen, dat deze straatbelasting
een onding is, dat vooral in plattelands
gemeenten ongelijkmatig drukt. Zooals
hem uit andere raadsvergaderingen is ge
bleken, drukt de belasting uitsluitend op
de huiseigenaren en niet op de bewoners
der huizen.
Dit moet zeer scherpe contrasten in bet
leven roepen, b.v. iemand met een groot
salaris, die hier in de gemeente een groot
ruim huis huurt, behoeft niet in de be
lasting te betalen, terwijl een arme weduwe
die een eigen pandje bezit, daaraan wel
moet bijdragen. Er zijn zoo verschillende
gevallen omdat de huizen hier zoo raar
onder de eigenaars zijn verdeeld. Aange
zien het bedrag niet van overwegend
belang is, zou spreker het billijker hebben
gevonden, dat dit geheven werd bij den
H. O. Als de straatbelasting werd geheven
voor de verlichting, dan was dit billijk,
dan zou daaraan iedereen betalen en niet
alleen de eigenaars van huizen. Immers
zij die een eigen huis bezitten profiteeren
hiervan niet alleen, ook zij die een huis
huren of een huis bezitten dat niet vlak
bij de verlichting is gelegen hebben hun
genot van de straatverlichting. Op het
oogenblik zal men er waarschijnlijk wel niet
af kunnen. Spr. zou B. en W. echter
in overweging willen geven deze verordening
te brengen, waar zij vandaan gekomen is.
De Voorzitter zegt, dat men dezen raad
wel kan opvolgen, doch beteekent de heele
geschiedenis nu wel zoo veel In Genderen
heeft men ook in denzelfden geest gesproken,
de heeren zullen het antwoord, dat hij
daar heeft gegeven, ook wel hebben ge
lezen. In de belasting is toch ook iets
billijks gelegen, nu behoeven de menschen
op den tol niet in de straatverlichting te
betalen. In Genderen is ze in het leren
geroepen om de ingezetenen van Heesbeen
en Doeveren vrij te stellen. De menschen
mopperen altijd als zij belasting moeten
betalen, omdat ze niet weten waarvoor ze
betalen, hierbij weten ze dit wel, dit is
ook een lichtzijde van het licht. Misschien
is de belasting voor Drongelen van niet
zoo'n groot belang en kan zij heel goed
worden afgeschaft, doch men verkeert hier
nog steeds in de hoop en de overtuiging
dat, eer men een jaar verder is, de gemeente
Drongelen, Genderen en Meeuwen tot één
gemeente zal zijn vereenigd, men krijgt
dan weer een anderen toestand. In deze
gemeente liggen ook Doeveren en Heesbeen,
die van het licht verstoken zijn en bij
opheffing der belasting door den H. O. in
de kosten zullen moeten bijdragen, dit is
onbillijk. Spr. wil met de opmerking van
den heer Nieuwkoop wel rekening houden
en daarvan een punt van bespreking uit
maken bij het Dag. Bestuur. Thans ligt
het kohier echter voor hem, hij zou dit
nu zoo willen laten, by de begrooting kan
dan over al of niet opheffing worden beslist.
De heer Nieuwkoop zegt, dat men steeds
in de hoop en overtuiging leeft, dat eer
daags de vereeniging van gemeente tot
stand zal komen.
De Voorzitter merkt op, dat hij niet
heeft gezegd eerdaags, doch binnen een
tijd ook van een jaar.
Hiertegen brengt de heer Nieuwkoop
in het midden, dat hij in dit geval een
tijdvak van een jaar, ja, zelfs van drie
jaar rekent tot eerdaags. Met het oog
op deze vereeniging is het misschien het
beste de zaak te laten rusten, dan moeten
waarschijnlijk toch alle verordeningen
worden herzien en kan ook dit een punt
van bespreking uitmaken. Wat voor de
eene plaats goed is. is dit voor de andere
niet. Kleine plattelandsgemeenten zijn in
deze niet gelijk te stellen met groote steden.
De heer v. Campen vindt het ook jam
mer dat deze verordening door sommigen
is vastgesteld.
De Voorzitter zegt dat de verordening
bij meerderheid van stemmen is vastgesteld.
De heer v. Campen acht het billijk, dat
Doeveren en Heesbeen niet in de kosten van
verlichting mee betalen, echter onbillijk, dat
alleen huiseigenaren hieraan moeten be
talen en huurders qjet. Het is een on
regelmatige belasting, waarover veel ont
stemming onder de ingezetenen heerscht,
dit kon voorkomen worden, als ieder in
'de gemeente naar zijn draagkracht moest
betalen, de een alles en de ander niets,
is niet goed.
De Voorzitter meent, dat hij de discussie
hierover wel kan sluiten. Het besluit ligt
voor hem en daaraan moet men zich onder
werpen. Hoe spr. over deze zaak denkt,
heeft men ook reeds in de courant kunnen
lezen. Wijzigen van dit kohier gaat niet
meer. De menschen in het Land van
Heusden en Altena zijn, als het op iets
nieuws aankomt, gedeeltelijk nog achterlijk
ze zijn daarvoor niet makkelijk te vinden.
In andere plaatsen heeft men reeds lang
een straatbelasting voor de eigenaars der
huizen, omdat deze volgens de wet daarvoor
alleen aangeslagen kunnen worden. In die
andere plaatsen heeft men zich reeds lang
aangepast aan deze belasting. Men vergeet
hier, dat men in een overgangstijdperk
leeft. Ook hier zal men zich van zelf aan
deze belasting aan gaan passen. In andere
plaatsen betalen de huiseigenaars ook voorgas,
waterleiding en electrisch licht, toch brengen
deze belastingen de huurders weer in
rekening. Betaalde een huurder b.v. vroeger
f300 per jaar aan huur, dan heeft men
daar nu f 325 van gemaakt. Zooals men
met de grondbelasting hier bij de bepaling
der huur rekening houdt, zal men dit ook
met de straatbelasting gaan doen. Men
zal hier precies hetzelfde gaan doen, wat
men in die andere plaatsen doet en de
huurders het meerdere laten betalen. Omdat
dit nu niet direct gaat, doordat een huurder
misschien nog een jaar huur aan de woning
heeft, wordt daarover een heele boom op
gezet. Er zijn aanslagen van 93, 99,105
en zelfs van 40 cent, zijn dit nu sommen
om daar zoo'n drukte over te maken
De heer v. Campen zegt, dat Drongelen
in den omtrek vrijwel een uitzondering
maakt met de straatbelasting. Spr. komt
op tegen de verklaring van achterlijkheid
der ingezetenen.
De Voorzitter verklaart, met achterlijk
te hebben bedoeld, dat de bewoners dezer
streek, het direct een groote onbillijkheid
vinden als men met iets nieuws komt.
Ieder die een huis verhuurt, zal met deze
belasting wel rekening gaan houden, evenals
men rekening houdt met het onderhoud
van een woning. Spr. zegt, dat het de
vraag zal zijn, of de verhuurder precies de
90 cent straatbelasting bij de huur zal
voegen hij gelooft, dat, zoo de huur thans
f 30 bedraagt, deze er geen f 30.90 doch
minstens f 31 van zal maken en dus per
slot van de straatbelasting zal profiteeren.
De heer Nieuwkoop vindt het jammer,
dat het woord achterlijk is gebruikt.
De Voorzitter zegt, dat hij daarmede
niets persoonlijks bedoelde.
De heer Nieuwkoop zal als bewijs dat
de bewering niet op gaat ook nog even
een feit illustreeren. Spr. heeft indertijd
voorgesteld de huurwaarde van de woning
voor het Schoolhoofd met f50 te verhoogen,
met het oog op de verbetering, tengevolge
van de electrische installatie. B. en W.
konden zich toen niet met dit voorstel
vereenigen en waren dien tengevolge dan
ook een klein beetje achterlijk.
De Voorzitter verklaart niets persoonlijks
te hebben bedoeld. Dhr. Nieuwkoop heeft de
onbillijkheid der straatbelasting op heel an
dere gronden betoogd. Deze heeft naar voren
gebracht dat iemand, die een dure woning
huurt en het heel goed kan betalen, wordt
vrijgesteld, terwijl een andere, die het niet
zoo goed kan betalen wel moet bijdragen,
omdat hij een woning in eigendom bezit,
dit is een ander motief. Spr. heeft met
achterlijk alleen bedoeld, dat zij mopperen,
die er absoluut geen schade bij zullen hebben,
omdat ze de belasting wel zullen verhalen
op den huurder en dit bedrag dan wel niet
zoo precies zullen afronden.
De heer Nieuwkoop meent, dat de uit
drukking door deze uitlegging een andere
beteekenis krijgt, hij kan die dan ook
wel vergeven. Als het op belasting betalen
aankomt is iedereen achterlijk, ieder moppert
als hij zijn belastingbiljet thuis krijgt.
Spr. vraagt, of de aanslagen naar de
geschatte waarde worden berekend.
De Voorzitter antwoordt hierop bevesti
gend.
Bij de rondvraag zegt de heer v. Cam
pen, dat laatst is gesproken over aantee-
kening, waar de menschen liggen begraven
op de begraafplaats, in een volgende ver
gadering zouden B. en W. met een voor
stel zijn gekomen, doch tot heden heeft
spr. daarvan niets gemerkt.
De Voorzitter zegt, dat hij eerlijk moet
bekennen, dat hem deze aangelegenheid
door het hoofd gegaan is. Bij de behan
deling der begrooting in de volgende ver
gadering kan het echter goed ter sprake
komen.
De heer Nieuwkoop voegt hieraan toe,
dat er met het oog op de ontslagaanvrage
van den grafdelver ook aan gedacht mag
worden, omdat zeer waarschijnlijk de
nieuwe functionaris hiermede zal worden
belast.
Hierop sluit de Voorzitter de openbare
vergadering en gaat de raad over in ge
heime zitting.