Und van altena ey mi nr. Benson een bijvoeosei. De Schipbreukelingen der C. DE KEMP, IN GOUD EN ZILVEB, RAAMSDONKSVEER. Waterpoort, Heusden. Uitgave: Firma L* J. VEERMAN, Heusden. No. 4271. Vrijdag 23 Februari 1923. FEUILLETON. Reparatie-Inrichting. Correspondentschap Ie Klasse. KEIZERSDIJK F. 81. 912 uur. H. J. ABBINK. lilt. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Landpachten. Men kan tegenwoordig nergens komen of men hoort spreken over de op economisch gebied zoo benarde omstandigheden, waarin we leven. Op schier geen enkel gebied is de toestand «gunstig» te noemen en ieder ljjdt onder den druk, dien we bijna op elk terrein des levens gevoelen. En niet het minst merken we in onze streek dat in handel, industrie en landbouw tijden worden doorleefd, die zich kenmerken door eene ongekende slapte, waardoor enorme verliezen en schade worden veroorzaakt. De handelaren klagen steen en been dat er niets omgaat in hunne zaken en van de industrieën produceeren er sommige nog op zeer beperkte schaal, terwijl andere geheel stil liggen. De schoenmakerijen in de Langstraat zijn meerendeels nog wel in werking al is het dan op hoogst bescheiden voet, maar de ondernemers vinden geen voldoend afzetgebied voor hun product, omdat zij, wijl hun kostprijs te hoog is, niet kunnen concurreeren met het buiten- landsch fabrikaat. De mandenmakerijen liggen zoo goed als stil, haar voorraad schuren zitten vol, maar afnemers ontbreken. De scheepstimmerwerven moeten alle moeite doen om nog een weinig werk te kunnen vinden om zoodoende te voorkomen dat het bedrijf geheel stop moet worden gezet. Maar van aanbouw van zee- of groote ri vierschepen is geen sprake. En hoe staat het nu met den landbouw Hier willen we wat langer bij stilstaan, omdat de landbouw in onze omgeving een tak van bedrijf is, waarin zoo velen een stuk brood verdienen. Onze streek is, vooral wat het Land van Heusden en Altena en de Bommelerwaard betreft, een echte land bouwstreek, die zich kenmerkt door te talrijke boerderijtjes in verband met het beschikbare bouwland. In den regel bestaat een boerderijtje uit huis, tuin en boomgaardje, terwijl het te bebouwen land, hetwelk door gaans afzonderlijk wordt gehuurd, niet in de onmiddellij ke nabij heid van het boerderij t j e is gelegen. Het bouwland, dat door den landeigenaar te huur wordt aangeboden, vindt steeds te veel gegadigden, die maar tegen elkander opbieden en het land dikwijls veel te duur maken. Wanneer voor de landbouwproducten een goede prijs kan worden gemaakt, zooals een paar jaren geleden het geval was, is dat «te duur pachten* niet zoo heel erg, maar zoodra bomen er niet een paar slechte jaren of het is mis voor de pachters. »Laat dat maar aan mij over dokter,* sprak Julius Brown koeltjes, terwijl hij eenigen matrozen bevel gaf, zich tot het gevecht gereed te maken. In dien tusschentijd waren de Melane- siërs met een bewonderenswaardige snel heid de Seabird genaderd, zoodat men ze nu duidelijk kon onderscheiden. sik hoor reeds het gesnor der pijlen,* merkte de eerste stuurman op, terwijl hij met den vinger op een zwarte wolk wees, die meer en meer naderde. Op dit oogenblik gaf kapitein Brown aan den van ongeduld stampvoetenden ma troos bevel tot vuren. Het schot knalde als een donderslag over het wijde water en een dikken rook wolk onttrok de kannibalen voor een oogen blik aan het oog van den kanonnier. sHet is mis Welton, hoor ze maar eens juichen, ze lachen je uit,* zeide de tim merman, voor wiens voeten op hetzelfde oogenblik een reusachtige pijl nederviel, swel sapperloot,* riep hij uit, terwijl hy den pijl den dokter overhandigde, sdat had weinig gescheeld Dit laatste nu ondervinden thans heel wat pachters, want de twee laatste jaren zijn voor den landbouwer alles behalve voordeelig geweest. En vooral 1922 heeft den kleinen bouw boer doen ondervinden dat hooge landpacht en lage prijs van producten hem spoedig «boer af« zouden kunnen maken. De producten, die men in onze streek gewoonlijk teelt, konden nauwe lijks zooveel opleveren dat landpacht en noodzakelijke onkosten als bemesting, zaad, greppels graven enz. door de opbrengst er van konden worden gedekt. Aardappelen golden gemiddeld f 1.50 a f2.00 per Hectoliter, suikerpeeën deden f 14 a f 15 per 1000 K.G., terwijl ook voederbietenen granen in verhouding tot den huurprijs van het land zeer laag genoteerd waren. Fruit was er overvloedig, maar het had geen waarde doordat het buitenland niet trok, zoodat ook de boomgaarden weinig opleverden. Werkpaarden en veulens waren spot goedkoop en tal van voorbeelden kunnen worden genoemd dat in een paar jaren tijds aan paarden */6 van de inkoopsom werd verloren enkel en alleen doordat het aanbod de vraag ver overtrof. Ook van den prijs der koeien ging heel wat af in vergelijking met b.v. 1920, maar gelukkig bleven melk en boter over 't algemeen nog al prijzig. Varkens, zoowel biggen als slachtvarkens, werden steeds gevraagd en veel gingen zij in waarde dan ook niet achteruit. De eerste snede hooi- en grasland, die zeer duur werd verpacht, gaf een buiten gewoon droevig beschot, hetgeen zijn oorzaak vond in groote droogte. Uit een en ander kan men wel opmaken dat 1922 voor den boer en in 't bijzonder voor den «kleinen boer« een zeer slecht jaar is geweest. Het jaar 1921 was ook al niet best, maar 1922 overtrof 1921 toch nog ver. Te verwonderen is het dan ook niet dat er vele boeren en vooral kleine boeren zijn, die op den rand van den afgrond staan. Groote boeren, die de dure jaren hebben medegemaakt, hebben flink verdiend en kunnen wel een duwtje velen, maar met de groote boeren, die pas de twee of drie laatste jaren hun bedrijf hebben, ziet het er treurig uit. En de kleine boertjes hebben wel wat extra's verdiend, maar hun bedrijf was veel te klein om de extra-verdiensten van eenige beteekenis te doen zijn. Hun extra verdiend geld is weer geheel weg door de slechte bedrijfsresultaten der twee laatste jaren. Is het nu wonder dat zoovele pachters aan bun landeigenaren vermindering van pacht vragen of als 't nog even kan uitstel van betaling tot zij b.v. over eenige weken een of meer koetjes te gelde zullen hebben gemaakt? O.i. niet en er is, naar onze vGroote goden,* bromde Welton, toen hij bemerkte, dat hij zijn doel niet had bereikt, terwijl het schreeuwen en gillen van den vijand hem als bittere spotternij in de ooren klonk. De matroos laadde spoedig en een oogen blik later bulderde het voor de tweede maal over de watervlakte. Een ontzettend gegil klonk als antwoordde uitwerking was vreeselijk, het schot had onder de vijandelijke vloot eene verschrikkelijke ver woesting aangericht. Men zag in den drom eene aanzienlijke gaping. ïZoo gaat het goed,* riep de kanonnier, terwijl hij ten derde male laadde en den timmerman spottend aanzag. Tot groote verbazing van den kapitein, was de gelederenbreuk weder spoedig her steld. »Dat kan zoo niet blijven,* sprak Brown, vde zwarte duivels duiken uit den Oceaan op.« Een tweede stuk werd nu geladen, zoo dat men om de vijf minuten eene zware uitbarsting hoorde, waaronder de Seabird dreunde. Deze maatregel werkte uitnemend. Tal van prauwen kantelden om. Men zag de wilden in het ruime sop rondspartelen en alle pogingen in het werk stellen, om zich aan de andere kano's vast te klampen. Hier zag men ze met den dood worstelen, ginds dreven de verminkte lichamen der genen, door het moordend lood getroffen, om achtereenvolgens in de diepte te ver dwijnen. Anderen, die zich zwemmende meening, voor de landeigenaren alle reden om elk verzoek hunner pachters om ver mindering van pacht of om uitstel van betaling in ernstige overweging te nemen en niet maar kortweg met eene weigering te beantwoorden. De landeigenaren kunnen wel zeggen»jawel, maar niemand toch heeft de boeren gedwongen om zoo duur te pachten.* Dit is volkomen juist maar even juist is het dat in den duren tijd niemand een val in allerlei landbouwpro ducten binnen een paar jaren, dusdanig als we hebben gekregen, had kunnen of durven voorzien. Zeker, verandering zou er wel komen, want de prijzen waren al te buitensporig, dat begreep ieder, maar dat zoo spoedig eene kentering en dan nog wel eene zoo groote, op til was, dat dacht niemand. Vele kleine boertjes nu hebben in 1919 en 1920 landerijen voor vijf, zes of zeven jaar duur gepacht en deze lijden daar enorm onder. Blijft de landeigenaar bij zijn eisch van volle pacht betalen dan zullen er o.i. heel wat van die boertjes moeten verdwijnen en broodeloos worden gemaakt. En onder hen zijn er dan die jaren en jaren van denzelfden eigenaar hebben ge huurd, steeds trouw hebben betaald en thans geheel buiten hun schuld aan den dijk komen te staan. Neen landeigenaren dat mag niet en daarom elk verzoek uwer huurders ernstig overwogen 1 Zeker zullen er onder de huurders zijn die hun pacht kunnen betalen, maar er zullen er ook heel wat onder worden gevonden, voor wie »betalen» gelijk staat met »boer af» en waar zulks dan geheel buiten hun schuld is daar behoort de verhuurder, gelet op de abnormale tijdsomstandigheden, waar onder we leven, clementie te gebruiken. En dan is het voor ons een groot voorrecht te kunnen wijzen op het voorbeeld, gegeven door Onze Geeërbiedigde Koningin, die aan een groot aantal pachters van polders van het Kroondomein in den Biesbosch, eene belangrijke vermindering van pacht (men noemt zelfs 50 pCt.) heeft toegestaan niet alleen voor 1922 maar ook voor de nog volgende huurjaren. Moge dit voor beeld, waar noodig, navolging vinden poogden te redden,vonden hun graf inde maag der haaien, welke bij menigte op daagden. »De haaien zullen ons helpen,riep de bootsman uit, op een paar dieren wijzende, die een paar prauwen aanvielen. vDeze beesten hebben een scherpen reuk,* liet de dokter er op volgen, »reeds van verre bespeuren zij de aanwezigheid van hun prooi, zoowel op de oppervlakte als in ,de diepste afgronden der zee. Schoon ze zeer snel zich voortbewegen, is het njet onmogelijk deze vraatzuchtige monsters te ontwijken, doordien zij zich eerst geheel op den rug moeten wenden, daar de muil aan de onderzijde des lichaams gelegen is. Hiervan maakt het slachtoffer dan gebruik, om te ontvluchten. Des nachts verspreidt deze visch een phosphorischen glans, die zijn aanwezigheid verraadt. Zijn grootste en gevaarlijkste vijand is de zwaardvisch.* Naarmate de afstand verminderde, kon men de boevengestalten duidelijk onder scheiden. »Het zijn flink gebouwde kerels,* merkte de stuurman op, vdie voor een kanonschot niet op den loop gaan.* »Dat schijnt wel zoo,* hernam de ka pitein, »want, hoewel ze als kaf voor den wind verdwijnen, geven ze geen kamp. Zie ze vereenigen om de Seabird Meer kon de kapitein niet uitbrengen, want eenklaps ontving hij een fikschen schok, die hem bjjkans tegen den dokter aanwierp. De matroos Glaston, die naast BUITENLANDSCH OVERZICHT. Het lijdelijk verzet wordt in het Ruhr- gebied met onverminderde kracht voort gezet en dit lydelijk verzet blijkt een geducht wapen. De Fransche troepen treden steeds on genadiger op, nemen steeds krachtiger maatregelen en verzwaren de straffen. Maar het verzet blijft hetzelfde. Wat geeft het of zij de onwillige Duitsche ambtenaren met hun gezinnen in groot aantal, naar het Oosten jagen De amb tenaren die in hun plaats treden zijn niet buigzamer. De telegrammen brengen weer een kolommenlange opsomming van dwang maatregelen, arrestatie's enz. Maar ten slotte kunnen de Franschen niet de heele Ruhrbevolking verdrijven. Zij moeten roeien met de riemen die zij hebben en die riemen zijn niet te hanteeren. Het lijdelijk verzet blijft trouwens niet meer beperkt tot het Ruhrgebied. Het wordt algemeen en strekt zich uit langs den geheelen Rijn. Overal waar de Fran schen verschijnen, stuiten zij op tegenstand. Te Mainz, waar zij tot dusver over de samenwerking met de Duitsche autoriteiten niet te klagen hebben gehad, weigert het personeel van post en telegrafie de bevelen der Franschen te gehoorzamen. Deze hebben nu het hoofdpostkantoor bezet en den directeur van het telegraafkantoor gearresteerd. Waarop alle telegrafisten het werk neergelegd hebben. Verder hebben de Franschen te Mainz te kampen met onwillige bankiers en tegenstrevende spoorwegmannen. Uit Koblenz komen overeenkomstige be richten. De onwillige ambtenaren worden met hun gezinnen verdreven, maar, wij met ken het reeds op, men kan de geheele Rijnstreek toch niet ontvolken De redac teuren der Koblenzer bladen die geweigerd hebben berichten van de Rijnlandcommissie in de politieke rubriek hunner bladen op te nemen, zijn tot twee maanden gevan genisstraf veroordeeld. Maar wat bereikt men met dit alles Het is teekenend voor de onvruchtbaarheid van zulke maatregelen, dat de eerste hout- verkoopingen, door de Franschen in destaats- bosschen van den Palts gehouden, jammer lijk mislukt zijn daar geen enkel bod werd gedaan en dat het steenkoolvervoer on- beteekenend blijft. Hatas meldt, dat Dinsdag slechts één kolentrein naar Frankrijk ver- hem stond, zakte, door een pijl in de borst getroffen, neer, onder het uiten van een rauwen gil. Er heerschte een oogenblik van verwar ring, men staakte het vuren, wat natuur lijk bij den vijand niet ongemerkt bleef. Onder luid gejuich schoten de zwarten hunne pijlen bij honderden tegelijk af, ter wijl ze meer en meer de Seabird naderden. Intusschen werd de gewonde, vergezeld van den dokter, naar zijn kooi gedragen. De kapitein, die zeer goed begreep, dat een gevecht van man tegen man spoenig zou volgen, beval een ieder zich goed te wa penen en zich tot de worsteling gereed te houden. Onder het maken van allerlei wilde ge baren en het uitstooten van woeste klan ken, waren vier kano's op honderd passen het schip naderbij gekomen. »Vuur kommandeerde de kapitein. Elf schoten knalden. De twee achterste prauwen waren ge troffen, De voorman, een reusachtige Me- lanesiërs, viel met een rauwen kreet ach terover en deed de prauw kantelen. De bloedroode kleur, die de zee hier aannam, bewees dat de kogels hun doel hadden getroffen. v't Wordt e«n strijd op leven en dood,* schreeuwde Harry, op een twaalf kano's wijzend, die heel in de verte verschenen. ïVooruitkommandeerde Julius Brown, met een opgeraapten pijl naar een troepje wijzend, dat tegen de verschansing naar Gevestigd: TELEF. 15. Voor verwisseling van Bank papier en Specie, Discontee ring, Beleening, Bewaar geving, Assignation, enz. is het Kantoor geopend van Nadere inlichtingen verschaft gaarne De Correspondent, trokken is. Eén trein per dag, en vóór de bezetting van het Ruhrgebied vertrok ieder half uur een trein naar Frankrijk en België. Neen, een succes is de bezet ting tot dusver niet. De Engelschen schijnen werkelijk een gedeelte van het door hun bezette gebied aan Frankrijk te hebben afgestaan. Zij hebben de lijn DiirenGrevenboich langs den westelijken rand der Engelsche zone loopend ontruimd en deze lijn is thans door Franschen bezet. Steeds verder breidt de bezetting zich uit, zij heeft in het Noorden thans de Nederlandsche grens bereikt. De onkosten zijn enorm en het resultaat is nihil. De vijandschap is verscherpt, de spanning neemt toe, incidenten worden veelvoudig maar er rijden geen kolentreinen, er komt niets meer als schadeloosstelling uit Duitschland, geld noch goederen, het door Duitschland verlangde moratorium is automatisch ingetreden en er is geen uit zicht op verbetering. De Duitsche en de geallieerde persagentschappen wedijveren boven klauterde. De geweren ontbrandden. Vijf werden getroffen en plompten in zee neder. Vooruit brulde een matroos, terwijl hij met den kolf van zijn geweer op de voortdurend aangroeiende massa instormde, als waanzinnigen verdedigde zich de be manning met bijlen en hakmessen. Van beide zijden werd met hardnekkigheid en groote verbittering gestreden. Lang bleef de worsteling onbeslist, totdat het den bootsman gelukte zich door den vijand heen te dringen en met zijn geweer de wilden terug te dryven. Onder een donderend hoera stormden de overigen op de kanni balen los, die, tegen den plotselingen schok niet bestand, de vlucht namen of in zee werden geworpen. ïHier oude jongen,* schreeuwde de smid, met een reusachtigen hamer den hersenpan van den Melanesiër verbrijzelende, ïdat is voor jou, leelijke aap Vijf minuten later koos de Melanesische vloot het hazenpad. De zee was bezaaid met lijken en de haaien maakten een goede vangst. Tal van kano's dreven omgekanteld in het kalme watervlak der Stilie Zuidzee. Het dek van de Seabird lag letterlijk bedekt met pijlen en speeren. «Goddank,* sprak Brown zuchtende, terwijl hy naar zijn door een speer door boorden bovenarm zag, »de strijd met die heertjes zal my een arm kosten.* Wordt vervolgd.) MEtlWSB voir del Land yii Heusden ti AlteiaJoLiigstraet n tie Bonnnelerwaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1923 | | pagina 1