Bij dit nr. tteiiowi een üaegsel. Brieven uit het „Lend van Altena" Be Schipbreukelingen der Und van alten^ Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No, 4274. Woensdag 7 Maart 1923, FEUILLETON, Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 4.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. ii. Nadat ik in mijn eerste artikel uit eenzette, hoe in onze streek de melk- veehoudersvereenigingen tot stand kwamen, wil ik U thans trachten duidelijk te maken, waarom het juist zoo noodig was, dat de boeren hier zich gingen organiseeren. Ik wees er reeds op dat het meermalen voor kwam, dat in streken waar de melk veehouders wel georganiseerd waren, de prijs der melk hooger was dan bij ons. Het is zelfs voorgekomen, dat aan de andere zijde der Merwede in de buurt van Gorinchem, dus in onze onmiddellijke nabijheid (met een zelfde gelegenheid tot verzending) meer werd betaald dan bij ons. Kwam men zoo iets toevallig eens te hooren en sprak men er op een uitbetaling over (andere gelegenheid was er wel haast niet), dan trachtte men U een of andere reden voor te spiegelen. Lukte dat niet, dan kwam eindelijk het hooge woord er uit „Ja ziet U, daar in Holland maken ze, wanneer wij geen beteren prijs geven, kaas uit hun melk." Voor 'tLand van Altena kwam het er dus niet zoo precies op aan. De menschen moesten, omdat zij toch niet voor de kaasbereiding ingericht waren en de tijd van „zelf" boteren ook voorbij is, er dus maar in be rusten en geduldig afwachten, welken prijs de fabrikant er voor geven wilde De toestand duurde voort, zooals ik U eerder schreef, tot het voorjaar 1922. Want nadien Woudrichem en Andel vereenigd optrekken, en hun steun vinden in het Hoofd-bestuur v. d. Z H. Bond, is hierin reeds veel verbetering gekomen. Nu wil ik niet zeggen, dat de leden het geheel aan hun vereeniging te danken hebben, dat de lage voor- jaarsprijzen van 1922, zich langzaam hebben hersteld. Neen lezer, de verbetering door de organisatie bereikt, is dat wij 7) Wil ik dadelijk laten zwenken Johnson, wat dunkt je »Daar kan ik u geen antwoord op geven, ik weet niet, wat ik er van denken moet!* ïHet kunnen schipbreukelingen zijn merkte de dokter op. ïOf wilden* antwoordde de stuurman. »Wilden« herhaalde de dokter met een angstige uitdrukking op het gelaat »we zouden dus een herhaling kunnen krijgen, van wat gebeurd is ïU heeft gelijk dokter* sprak Brown »we zullen den koers veranderen meer uit midden naar zuidwaarts afgaan.* »Dat kan niet, kapitein*. Waarom niet?* Waarom niet? Omdat we dan vast zitten, onvermijdelijk vastzitten, kapitein »Maar we kunnen misschien van de reusachtige ademhaling van den Oceaan, gebruik maken Johnson ïU bedoelt van den vloedgolf 1* ^Natuurlijk 1* »Ik heb echter uitgerekend* zeide Brown »dat de vloedgolf het wateroppervlakte 5 Meter verhoogt thans niet meer zochten onder een onbillijke prijsverhouding zooals voor heen, waarvan 'tLand van Altena natuurlijk steeds 't kind van de reke ning was Ook verkregen wij een betere prijs regeling, n.l. uit betaling naar vet gehalte doch daarover een volgende keer. Naast de onbillijke prijsverhouding hier genoemd, hadden sommige boe ren die naast de melkerij ook var- kensmesten, te klagen dat zij de voermelk zeer onregelmatig terug ontvingen. Op een der conferentie's werd dit dan ook besproken en toen bleek dat de firma daaraan geen schuJd had, maar dat door het personeel, (mis schien wel opzettelijk) vergeten werd overmelk af te zenden. Nadat de firma van een en ander op de hoogte was gebracht, beloofde zij nauwkeu rig toezicht te houden, verzocht zij den Besturen, bij mogelijke klachten, dit dadelijk te willen melden. Tot heden is dit welhaast niet noodig geweest, zoodat tenslotte door deze bespreking zoowel de firma als de leden gebaat zijn. Ik zou zoo voort kunnen gaan en U nog meerdere feiten kunnen noe men, die meestal bezwarend waren voor den leverancier, maar die bij een gezamelijke bespreking zoo spoe dig te vervangen waren. Onwillekeurig denken wij dan ook aan de bekende woorden „Eendracht maakt Macht". Welnu als wij die macht door eendrachtig samen wer ken kunnen verkrijgen, m o g e n, j a moeten wij daarvan gebruik ma ken. Niet om op onbillijke wijze strijd te voeren, maar alleen om te komen tot een beteren toestand in den melkhandel Wij voor ons hebben er immers steeds voor te waken, dat niet de handel (men spreekt al van Centraal inkoop-bureau) de baas speelt over onze kostelijke zuivelproducten, die wat hun samenstelling betreft, kun nen wedijveren met haast ieder andere streek. Daarom is het in deze dorpen zoo dringend noodig, dat wij georgani seerd kunnen optrekken, en onze belangen kunnen toevertrouwen aan »Dat zal ons niet baten kapitein. We moeten door- of terugvaren Het is bo vendien niet gezegd of zij ons hebben op gemerkt. Het blijft de vraag of hun ge zichtsvermogen scherp is »Het is best mogelijk* sprak de dokter »dat zij ons gezien hebben. Het gewone zien van een mensch, wiens oogen zich iu normalen, d.w.z. gezonden toestand be vindt, strekt zich uit tot op een afstand van 5 tot 600 meter. Het oog kan zich aan vérzien gewennen en ge weet toch, dat er indertijd een schoenmaker heeft geleefd, die de ringen van Saturnus kon waarnemen »In Hemelsnaam* zeide Brown »we zullen het er maar op wagen. We zijn er spoedig genoeg door dokter. Maar spreken wij er niemand over Het drietal scheidde nu van elkaar. De kapitein en stuurman gingen naar de brug, terwijl de dokter oudergewoonte zijn stu deercel binnentrad, waar hij eenige zee dieren onderzocht. Maar, hoe groot was zijn verbazing, toen hij op den barometer ziende, bevond, dat de naald achteruit was gegaan, terwijl de kompasnaald sterke schommelingen vertoonde. ^Sapperloot een depressie op til electriciteit in de lucht, prachtig, prachtigHij verliet nu on middellijk zijn kajuit, doch toen hij op het dek stond, zag de lucht er zoo zuiver mo gelijk uit. Brown stond met Johnson in een gesprek. Toen de dokter, als altijd zenuwachtig een Bestuur, dat er steeds op uit is, de melk door ons zoo duur mogelijk te verkoopen en alles en allen, steeds in de weer is. Ik heb mij gewaagd aan een korte beschouwing aangaande de toestan den in 't Land van Altena in 't al gemeen, en ik meen te mogen ver onderstellen dat gij die dit hebt gelezen, met mij er van overtuigd zult zijn, dat voor de jonge vereeni- gingen nog een ruim arbeidsveld braak ligt. Dat dit bewerkt zal worden ligt voor de hand, maar op de medewer king der belanghebbenden zelf mag daarbij toch zeker wel gerekend worden. En om IJ dan vooraf eenig- zins op de hoogte te brengen, wat door de afd Andel en Woudrichem in 't afgeloopen jaar werd bericht, zal ik trachten daarover later een en ander voor U meer te schrijven, mogelijk Kan ook dat zijn nut hebben. W. L. (Wordt vervolgd.) BUITENLANDS CH OVERZICHT Uit het Ruhrgebied nog steeds dezelfde berichten, zonder noemenswaardige ver andering. De Pruisische minister van Handel heeft bij de begrootingsdebatten lucht gegeven aan de verbittering die het geheele Duit- sche volk vervult. Ondervoeding en daar door verzwakking e« toeneming van de sterfte zijn de symptomen waaronder het Duitsche volk tengevolge van de Ruhr-actie lijdt, en zij toonen ons de grens van het geen Duitschland kan doen. »Om onze verplichtingen na te komen moeten wij in de eerste plaats in staat gesteld worden te leven,* zeide de minister en hij wekte daarom op tot eendrachtig verzet tegen de economische wurg-politiek van Frankrijk. De Pruisische regeering kan voldaan zijn. De eendracht is er, en de eendracht is volmaakt. Tengevolge van de onver zettelijke obstructie-politiek heeft Frankrijk in de laatste 6 weken slechts 53000 ton steenkool ontvangen, hetgeen nog niet de hoeveelheid is die vóór de bezetting in één etmaal over de Fransche grens werd gebracht. De hoop dat de arbeiders deze gelegenheid zouden aangrijpen om hun broodheeren te dupeeren of dat de werkgevers in de actie van Frankrijk aanleiding zouden vinden om kwam aanloopen, mompelde Brown x>Kijk Johnson, daar is hij al 1« Dokter Arling hijgde en zwoegde. Hij stond even stil, zag om zich heen en ijlde naar het kompashuisje. ^Ontzettend, ontzettend, heeft u dat ge zien, kapitein »Niet veel zaaks in aantofeht dokter, we zullen onze maatregelen nemen.* ïOntzettend, wat zit er verbazend veel electriciteit in de lucht. De barometer zakt üDat ook, maar gaat u maar naar de kajuit dokter. Wij zullen wel op de Se- abird passen.* »De Seabird zal het wel uithouden dok ter*, klonk de stem van den bootsman, »de kast is sterk genoeg, zij kan wel tegen een bombardement van keisteenen »Het is goed«, sprak de dokter, ïdat zullen we ondervinden. Ik zal me er wel uit weten te redden. Mijn reddinggordels zijn uitstekend, dat beloof ik u »De man is zeer vreesachtig«, liet de kapitein er op volgen, terwijl hij den dok ter lachend naoogde. »Maar het schijnt toch, dat alles moet samenwerken, om ons naar den kelder te jagen.* iWe willen er het beste van hopen kapitein. Ik geloof evenwel, dat het geen vaart zal nemen. Het eenige gevaarlijke zou zijn, dat we by eene mogelijke schip breuk de kannibalen op ons dak krijgen.* »Maar we hebben toch wapenen John son I* zich te bevrijden van den dwang der vak- vereenigingsbesturen, is vervlogen. Frank rijk is erin geslaagd het Duitsche nationa lisme aan te wakkeren op een wijze als sinds 1948 niet geschied was. Wat Ludendoiff en de mannen der ge heime militaire organisaties Orgesch enz. niet mogelijk was is Poincaré op slag gelukt. En men maakt zich in soci alistische en democratische kringen te Berlijn reeds ongerust over de houding der Al-Duitschers die het hoofd opsteken. Helfferich voert weer een groot woord. Ludendorff heeft zich naar Berlijn begeven, er broeit iets in de rijkshoofdstad en de gisting is gevaarlijker dan in de dagen van Kapp-putsch. Dr. Cuno is een krachtig man, maar zal hij, met de gebrekkige middelen waarover hij beschikt, in staat zijn om de beweging in toom te houden Hij heeft de hulp der nationalistische agitatoren evenzeer noodig als de nationa listen de hulp der republikeinsche arbeiders. Maar dit is juist het bedenkelijke en deze verbroedering levert een voortdurend gevaar op voor de republiek. De eendracht komt in de eerste plaats in het Ruhrgebied aan den dag. De ar beiders zijn vastbesloten om het lijdelijk verzet voort te zetten tot het mogelijk geworden is onderhandelingen aan te knoo- pen en de industrieelen hunnerzijds willen volharden en volhouden. Werkgevers en werknemers aan Rijn en Ruhr, aldus wordt uit Berlijn geseind, zijn eenparig besloten het vijandelijk juk af te schudden en er zal niet onderhandeld worden vóór de Fransche regeering Duitschland op voet van gelijkheid wil behandelen. De Franschen gaan steeds verder met hun bezetting, thans zijn zij weer overge gaan tot de bezetting van Mannheim en Karlsruke. Volgens het Wolffbureau dient de be zetting aldaar om het verkeer in het westelijk gedeelte van Zuid-Duitschland onder Fransche contróle te brengen. Vol gens Reuter heeft de Fransche regeering in de officieele mededeeling omtrent de bezetting aan het Britsehe kabinet, den maatregel uitgelegd als een sanctie wegens het opzettelijk tot zinken brengen van schepen in het Rijn-Hernekanaal. Naar de correspondent van het Hbl. uit de beste bron verneemt, ziet de Duitsche Rijksregeering en in het bijzonder rijks kanselier dr. Cuno den politieken toestand tengevolge van de bezetting van Mannheim »Wat zullen die baten »Dat heb je nog niet lang geleden wel gezien 1 Intusschen kunt je zorgen, dat alles in orde is, booten, reddinggordels, enz. De maatregelen, die nu genomen wer den, om het gevaar weerstand te kunnen bieden, maakten op de bemanning een diepen indruk en zelfs de dokter, die niet tot de vreesachtigen behoorde, gevoelde zich niet op zijn gemak, toen hij ontwaarde, dat de kwikspiegel f millimeter in de se conde daalde, waaruit bleek, dat de storm nog slechts 15 mijlen van de Seabird ver wijderd was. Daarbij nam men het zon derlinge schijnsel gewaar, dat op de petten der matrozen zich kleine, flikkerende vlam metjes vertoonden, het zekerste bewys voor het aanwezig zijn in de lucht van eene verbazend groote hoeveelheid electriciteit. »Dat mankeert er nog aan,* sprak de geleerde, »dat wij als ontladers moeten dienst doen. We bevinden ons in het middelpunt van een enorme massa electri citeit, die, als zij losbarst, allergeweldigst zal wezen.* Langzamerhand betrok de lucht en werd het zóó duister, dat men meende aan het begin van eene wereldvernietiging te zijn. Het eerst zoo kalme oppervlak van den Oceaan kabbelde lang niet rustig meer onder de Seabird. De golfjes vereenigden zich tot een deining, welke reusachtige afmetingen begon aan te nemen. Het schip begon haar doodendans, zooals de matrozen het spottend noemden. en andere plaatsen zoo ernstig in, dat hij besloten heeft zijn reis naar Zuid-Duitsch land, die hij zou aanvaarden, af te tele- grafeeren. Hij blijft niet alleen in Berlijn, maar heeft bovendien den president van den Rijksdag verzocht de Rijksdagleden reeds heden Dinsdagmiddag a.s. telegrafisch bijeen te roepen tot het in ontvangst nemen van een verklaring der Rijksregeering in ver band met de nieuwe bezettingen, die, naar men vreest, nog zullen worden uitgebreid. President Löbe heeft tegenover den rijks kanselier de meening uitgesproken, dat deze regeeringsverklaring wel tot de gewone zitting van Donderdag a.s. zou kunnen wachten. Op aandringen van dr. Cuno echter is hij tot de vervroegde bijeenroeping overgegaan. BUITENLAND. De aronturen van een Ëngeiscken treiler. Te Grimsby heeft men bericht ontvangen van twaalf visschers, die reeds meer dan een maand vermist werden en als ver dronken werden beschouwd. Begin Januari verliet de treiler *Sargon« Grimsby om in de Noordzee ter vischvangst te gaan. De bemanning telde 12 koppen. Den 2den Februari werd het schip gesig naleerd in de Lofoden (Noorwegen) en het zou den 8sten Februari te Grimsby terug kunnen zijn. Maar toen staken er hevige stormen op en daar men niets meer van den treiler vernam, dacht men, dat hij met man en muis was vergaan. Toen veertien dagen geleden de reeders nog niets van het schip hadden gehoord, beschouwden ze het absoluut als verloren en betaalden aan de gezinnen der beman ning der overeengekomen schadevergoeding uit. Alle gezinnen namen den rouwe aan, op één na, die nog altijd in de hoop leefde, dat haar kostwinner zou terugkeeren. Die hoop bleek niet ijdel, want er werd bericht ontvangen uit IJsland, dat de treiler zonder levensmiddelen en zonder brandstof naar Reykjavik is gesleept. Gedurende 16 dagen leefde de bemanning van visch en stookte, bij gebrek aan andere brandstof, diverse deelen van het schip op. De »Sargon« werd niet ver van Ingolstol de door den Duitschen treiler »Schleswig Ho!stein« opgepikt. De bemanning verkeerde in goede gezondheid. Zoodra de reederij het bericht ontving, waarschuwde zij de families der opvarenden Eensklaps hoorde men in de verte een zwaar gedruisch, waarvan de nadering zich op het watervlak ten duidelijkste liet zien, want als in een enkelen tooverslag werd de deining niet alleen hooger, maar bruischte het water als een ziedende massa tegen de flanken der Seabird aan. Dokter Arling was naar zijn kajuit ge gaan, waar alles overhoop lag. De hof meester, dien hij voorbij liep, hield hem staande. »Wat is er Stoneman, wat is er »Wel hoe denkt u er over Waarover ïOver vannacht ïMaak je testament maar beste kerel en zorg, dat je niet als een baksteen zinkt. Ik heb haast.* De dokter stormde zijn kajuit in, om zich van zijn reddinggordel te voorzien, sloot de koffers met waterdichte schotten goed dicht en ijlde toen naar boven. Julius Brown stond met den eersten stuurman aan de verschansing. Brullend en loeiend kwam de storm opzetten. Men had werk zich staande te houden. Daar verscheen de eerste vlaag. Een muur van witschui mend water wierp zich op het dek, terwijl een luid gekraak van het schip duidelijk genoeg verried, dat de Seabird ontzettend werd gebeukt en een schok daaropvolgend verkondde, dat het schip tegen een rots werd aangeworpen. Hevig gingen de ele menten te keer. Wordt vervolgd.) voor het Land van Heusden ea AltenaJeLangstraat en de Bommelerwaard 9

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1923 | | pagina 1