Kantongerecht te Hensden.
Vee-uitvoer naar België.
mede niet is gebaat.
Het spreekt van zelf dat als men subsidie
aan de eene instelling geeft, men dit ook
aan de andere moet doen.
De heer H. Verhoeven vraagt, of het
den Voor zitter bekend is, wat men in andere
gemeenten doet.
Den Voorzitter is hierover niets positiefs
bekend, uit het Raadsverslag van Genderen
heeft hij gezien, dat de Raad daar f 100.
heeft toegestaan, doch spr. heeft gehoord, dat
Dussen, de gemeente, die toch zeker het
grootste belang heeft bij de instelling, geen
subsidie verleent.
De heer de Mol bevestigt dat Dussen
geen subsidie verleent.
De heer de Haan merkt op, dat de
andere gemeenten ook geen steun wilden
verleenen voor den tram.
De Voorzitter zegt, dat het 't vorig
jaar met alle mogelijke moeite slechts is
mogen gelukken van, ééne gemeente, n.l.
van Genderen subsidie te krygen voor de
tram.
De heer de Haan vraagt of, als de ge
meente subsidie verleent, dan de provincie
ook subsidie zal verleenen.
Hierop antwoordt de Voorzitter, dat de
provincie alleen subsidie verleent, als de
instelling niet in concurrentie is met een
bestaande
De heer de Haan merkt op, dat dit tot
Heusden niet het geval is, doch vanaf
Heusden wel.
Met algemeene stemmen wordt hierop
besloten, afwijzend op beide subsidie-aan
vragen te beschikken.
De Voorzitter deelt nog mede, dat hem
door de N.V. »Alad«, na inzending van
het adres om subsidie, nog een verklaring
is toegezonden, waarin wordt kennisgegeven,
dat een eventueele subsidie zal worden
terug gegeven, als de aandeelhouders meer
dan 10 pCt. van hun in de onderneming
1 gestoken geld maken.
Benoeming van leden van de schattings
commissie voor de Rijksinkomstenbelasting.
De benoeming geschiedt voor den tijd van
4 jaren en alle leden treden tegelijk af.
De aftredende heeren C. de Jongh, H.
Verhoeven, A. J. v. d. Kolk en G. v.
Everdingen worden door den raad herbe
noemd. De aanwezige heeren verklaren
zich hun herbenoeming te laten welge
vallen.
Verzoek van P. Stassen om eervol ont
slag als hoofd der school voor M.U.L.O.
De heer Stassen bericht dat hij als hoofd
is benoemd aan de Lager en Meeruitge-
breid Lager Openbare School te Diepenheim,
dat hij met het oog op de examen candi
date voor het M.U.L.O. diploma, echter
zijn tijd van indiensttreding heeft aange
houden en deze zou stellen tegen nader
overeen te komen datum. Met het oog op
genoemd examen vraagt de heer Stassen
hem ontslag te willen verleenen tegen 1
September a.s. Op voorstel van B. en W.
wordt dien overeenkomstig met algemeene
stemmen besloten.
De Voorzitter deelt mede dat zich op
eerste oproeping voor Hoofd der M.U.L.O.
slechts een sollicitant heeft aangemeld, dat
in overleg met den Inspecteur voor het
Lager Onderwijs een herhaalde oproeping
is geplaatst om een ruimere keuze te krygen.
Dat de termijn van inzending der sollici-
tatie's met 30 April eindigt en B. en W.
den raad dus spoedig een voordracht hopen
aan te bieden.
De heer de Haan vraagt of er reeds
enkele sollicitanten met volledige bevoegd
heid zijn bijgekomen, waarop de Voorzitter
toestemmend antwoordt.
Voorstel B. en W. tot wijziging van
de verordening op de heffing van leges.
Als tegemoetkoming in de kosten van
onderhoud en de aanschaffing van nieuwe
kadastrale kaarten, komt het B. en W.
gewenscht voor, hen, die den kadastralen
legger komen inzien, een klein bedrag in
rekening te brengen. Voor het behulpzaam
zijn, zouden zij 25 cent willen in rekening
brengen voor elk perceel en voor het raad
plegen der kaarten 50 cent voor elk half
uur of gedeelte van een half uur. Deze
bedragen behoeven voor niemand een be
zwaar te vormen en zij kunnen dienen
als bijdrage in de bovengenoemde kosten.
De heer de Mol vraagt, of er veel ge
bruik gemaakt wordt van het inzien,
hierop antwoordt de Voorzitter van ja.
Met algemeene stemmen wordt besloten
de verordening op de heffing van leges
met bovenstaand aan te vullen.
De Voorzitter zegt, dat, zooals de Raad
bekend is, de gemeente nabij den molen
een stuk grond bezit dat steeds als weiland
werd verhuurd.
Een vyftal jaren geleden zijn er in den
raad nogal besprekingen gehouden over het
verleenen van overweg over genoemd wei
land en is toen bepaald dat de firma de
Haan Oerlemans voor afheining van den
overweg zouden hebben zorg te dragen.
De heining is thans echter versleten en nu
meenen B. en W. dat de billijkheid vor
dert dat de gemeente zelf de afheining
voor hare rekening neemt, met dit voor
behoud dat de toestand blijft zooals hij tot
heden is geweest en de overweg alleen
geldt voor hen, die er op 't oogenblik ge
bruik van maken, zoodat het karakter er
van niet veranderd zal worden.
Met algemeene stemmen gaat de raad
met het voorstel van B. en W. accoord.
De Voorzitter zegt dat in de vorige ver
gaderingen door mijnheer Uhl eenige keeren
ter sprake is gebracht, om de pensioens
bijdrage der gemeenteambtenaren voor
zoover mogelijk op hun salaris te verhalen.
Deze zaak is door B. en W. overwogen
en het resultaat daarvan is geweest, dat
dit college meent, niet met een voorstel in
dien geest te mogen komen, omdat het
zich op hetzelfde standpunt plaats alsGed.
Staten niet alleen van deze, doch van
schier alle provincie's, die het vooralsnog
onbillijk achten om verhaal van pensioen-
storting voor de thans in functie zijnde
ambtenaren toe te passen, omdat hunne
jaarwedden niet van dien aard zijn, dat
zulks gewettigd is. Spr. vraagt of de raad
over deze kwestie misschien zijn meening
wil zeggen.
De heer de Haan zou hiermede willen
wachten tot een volgende vergadering, als
mijnheer Uhl er bij tegenwoordig is, die
met het voorstel is gekomen.
De Voorzitter vindt dit heel goed, de
zaak is niet urgent en kan goed uit
gesteld worden. Spr. heeft echter gemeend
het in deze vergadering te moeten brengen
omdat dit beloofd was.
Verder is van het bestuur van de Geref.
Kerk een verzoek ingekomen om ontheven
te worden van hun aanslag in de riool-
belasting, omdat de kerk niet op de rioo-
leering is aangesloten.
De Voorzitter zegt, dat dezen aanslag
blijkt werkelijk ten onrechte te zijn ge
schied en de kerk niet op het riool is
aangesloten, zoodat B. en W. voorstellen
het verzoek toe te staan.
Aldus wordt besloten.
Bij de rondvraag zegt de heer de Mol,
dat hij voor eenige weken zijn aanslag
biljet heeft ontvangen, in de Rijksinkomsten-
en Gemeentebelasting op één biljet, en het
zijn aandacht heeft getrokken dat de
Gemeentebelasting heel wat hooger is als
het vorig jaar, niettegenstaande het inko
men hetzelfde is gebleven. Spr. vraagt of
het niet in het belang der belastingbetalers
zou zijn, om de aflossingen die jaarlijks
plaats hebben, niet langzamer te doen ge
schieden en over een langer tijdvak verdeelt
worden. Naar zijn meening is de belasting
druk thans zooveel hooger, omdat er inge
zetenen zullen zijn die vroeger wel in de
belasting bijdroegen en er nu buiten vallen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat de
gemeente in de gelukkige positie verkeert,
dat er niet veel meer af te lossen valt
omdat de gemeente niet veel schuld meer
heeft en indien zich geen bijzondere gevallen
meer voordoen, daar spoedig doorheen zal
zijn en zal zich dus deze oorzaak niet
meer voordoen.
De heer de Mol meent, dat op de be
grooting van dit jaar nog een flink bedrag
voor aflossing is geraamd en dat onze na
zaten ook wel wat van de schuld mochten
dragen.
De Voorzitter merkt op, dat de aflos
singen crisisschuld betreffen, die volgens
Ged. Staten, in den kortst mogelijken tijd
afgelost dient te worden. In het belang
van sommige aangeslagenen is voor dit
jaar echter een sterker progessie ingevoerd,
omdat de hoogere klasse beter iets meer
kan betalen en daardoor de lagere in
komens iets meer worden ontlast. Spr.
geeft den heer de Mol echter de verzekering
dat het vermenigvuldigingscijfer voor het vol
gende belastingjaar wel iets lager zal zijn
dan thans.
Hierop wordt de openbare vergadering
gesloten en gaat de Raad o er in geheim
comité ter behandeling reclames Hoofd.
Omslag en Rioolbelasting.
Uitspraak 20 April 1923.
Verord. Waterschap Oud Land v. Altena:
J. W. te Ryswyk, f 3 of 2 d.
Rijw. z. rem C. H. J. V. te Heusden,
f2 of 1 week T.S. J. v. d. P. te Aal
burg, f 2 of 1 d.
Rijw. z, bel J. V. te Veen en J, C.
S. te Heusden. ieder f 2 of 1 week T.S.
Art. 459 Sr. B. R. en H. K. zwer
vende, ieder f 5 of 3 d.
MotorkenteekenbesluitJ. J. S. te Meeu-
wen en J. R. te Werkendam ieder f 3 of
2 d.
Prov. Wegenregl. J. v. R. te Haarsteeg,
f0 50 of 1 d.
Art. 427 Sr. L. A. v. d. O. Dussen,
f 3 of 2 d.
Art. 460 Sr.C. K. en M. v. d. H.
te Veen ieder f 2 of 1 d.
Art. 461 Sr: C. K. te Veen f3 of
2 d.
Art. 426» Sr.W. v. B. te Haarsteeg,
f 25 of 14 d.
Binnenvaartregl K. V. te Vreeswijk,
f3 of 2 d.
Pol. verord. W'dam J. v. V. W'dam,
10 of 5 d.
Rijw. z. licht: L. B. v. d. S. en C.
V. te Dewerkeri, L W. te W'dam, J. de
G. te D usseo, -I. G. d. B. te Wijk en L.
S. te Ryswyk, allen f 3 of 2 d.M. M.
te Aalburg f 2 of 1 d. H. T. te Andel
en A. J. R. te W'dam, ieder f 2 X f 3
of 2 X 2 d,
Uit 's Gravenhage wordt gemeld
Volgens mededeehrig van den Rijksland-
bonwconsulent A. Sevenster te Brussel, is
met ingang van 27 April de invoer in
België van herkauwende dieren en varkens,
bestemd voor de slachtbank, toegestaan,
zonder quarantaine langs de douanekanto
ren Esschen (station) en de Plank, op de
navolgende voorwaarden De invoering is
toegestaan op alle werkdagen van zonsop-
tot zonsondrgang. Van iedere zending moet
24 uur van tevoren kennis zijn gegeven
aan den controleerenden veearts. Bij aan
komst worden de dieren onderworpen aan
een veterinair onderzoek, waarna de dieren
onmiddellijk naar het quarantainelokaal
worden geleid en aldaar binnen 24 uur na
aankomst aan de grens worden afgemaakt.
Aan den controleerenden veearts moet voor
afmaken en keuring een bedrag worden
betaald van fr. 25 per rund, fr. 15 per
varken en fr. 5 per schaap, geit of pas
geboren kalf. De gewone kosten van ge
zondheidsonderzoek zyn niet verschuldigd.
De importeur moet voorzien van personeel
en gereedschap, benoodigd voor de afmaking.
O