I
m
Een enorme sorteering Tafel-, Koffie-, Thee- en Ontbijtserviezen
waarbij de nieuwste modellen en decors,
Ook in Fransche en Engelsche Tafel- en Theeserviezen groote
sorteering.
Tevens brengen wij een groote sorteering
in Koper, Tin en Nikkel. Gero-Zilver. Gero-Alpacca. Wello-Zilver.
Fransch- en Boheemsch Kristal. Gouda fayence.
L. DERKS, Hinthamerstr. 70, St. Jozefstr.2-4-6, 's-BOSCH Isb
Aan onze groote relaties en geregelde voorkoopen in het Buitenland, danken wij, niettegenstaande de
fabrieken grootendeels stil liggen, DAT heden week nog een wagon porselein door ons is ontvangen.
Hierdoor zijn wij in staat, met de aanstaande St.-üicolaasdagen U aan te bieden
LANDBOUWRUBRIEK.
Beantwoorde vragen I.
Een abonné stelde my mondeling eenige
vragen, met verzoek, die uitvoerig in dit
blad te bespreken. Hij meende dat meer
dere abonné's-veehouders daarin belang zou
den stellen, te meer daar de antwoorden
dan bewaard kunnen worden, om ze van
tijd tot tyd nog eens na te kunnen kijken.
Zeer gaarne heb ik aan dat verzoek voldaan
Ik hoop met den vraagsteller dat vele vee
houders niet alleen met belangstelling zul
len lezen, wat ik in antwoord op de gestel
de vragen aan het groote publiek overgeef,
maar dat allen er tevens door mogen wor
den geïnspireerd, de oude overgeërfde voer-
methoden te vervangen, door de nieuwere,
welke in de praktijk ontstaan zijn, gesteund
door wetenschappelijk onderzoek
Begrijpt iemand het een of ander niet,
of wenscht hij nadere inlichtingen, zend
mij dan een brief met postzegel voor ant
woord ingesloten, en voor zoover het in
mijn vermogen is, hoop ik de weetgierig
heid der vrraagstellers te bevredigen.
Vraag 1.
Welk voeder acht gij voor droogstaande
kalfkosien het best?
Deze vraag is, zooals zij in haar alge
meenheid luidt, niet direct met het opgeven
van een rantsoen te beantwoorden 1 Voor
het geven van een geschikt rantsoen, moe
ten we ons een duidelijke voorstelling van
die koe kunnen maken. Alle droogstaande
kalfkoeien toch verkeeren niet in dezelfde
omstandigheden, wat leeftijd, gewicht, voe
dingsconditie enz. betreft. Bij de voeding
moet men met die omstandigheden echter
terdege rekening houden.
Ie. de leeftijd. Algemeen rekent men
dat een koe ongeveer op zijn 4de jaar
volwassen is. Hoe en waarom men daar
mee bij de samenstelling van het rantsoen
rekening moet houden, geven we iets in
een volgend artiikel.
2e. de conditie, waarin een dier verkeert 1
Door omstandigheden (dikwijls buiten de
wil van den boer) kan het dier in slechte
of middelmatige voedingsconditie verkeeren
Ook kan de koe er uitstekend aan toe zijn.
Dat ook dit invloed uit moet oefenen op
de vaststelling van het rantsoen, zal wel
ieder inzien.
3e. het gewicht. Een dier kan 400,
500, 600 K.G. wegen. Dat moet
natuurlyk ook invloed uitoefenen op de te
voederen hoeveelheden.
Bij de beantwoording van de vraag
stellen we ons dan ook een bepaald dier
voor en wel een volwassen koe, die in
middelmatigen goeden voedingstoestand ver
keerd en levend ongeveer 500 K.G. weegt.
Vooreerst moeten we beginnen met
vaststelling van de voedingsnorraen voor
zulk een dier. Daaronder verstaat men de
hoeveelhedenDroge Stof, Verteerbaar
Eiwit en Zetmeelwaarde, die het dier da-
gelyks in zijn voedsel moet kunnen opDe-
men. Voor vele veehouders zijn deze
woorden waarschijnlijk zinlooze begrippen,
doch dat verhindert hen gelukkig niet, om
toch goed te ktinnen voeren. Alleen zal
zus of zooc, hen daardoor
kunnen worden. Het zijn
echter namen, die na lang en ernstig we
tenschappelijk onderzoek voor het gemak
ingevoerd zijn. Ernstige studie van het
geheele uitgebreide gebied der veevoeding
is er echter noodig, om een heldere voor
stelling te kunnen maken van de onschat
bare waarde, welke die drie termen voor
de berekening van het rantsoen, dat de
landbouw huisdieren behoeven, om een zoo
hoog mogelijk financieel rendement af te
werpen, bezitten.
Een landbouwrubriek is daarom niet de
plaats om te pogen een heldere voorstel-
het waarom
niet duidelyk
ling van de begrippen Droge Stof, Ver
teerbaar Eiwit en Zetmeelwaarde aan te
brengen. Misschien doet zich wel eens
een gelegenheid voor, er iets naders over
te zeggen, maar thans moeten de lezers
ze maar aannemen, als noodzakelijke hulp
middelen tot bereiking van het doeldoor
middel van oordeelkundig samengestelde
voederrantsoenen, de financieele resultaten
van het veebedrijf te verbeteren I
Als gemiddelde van een groot aantal
praktijkervaringen heeft men gevonden, dat
een volwassen koe, om op kracht te blijven,
een onderhoudsvoer noodig heeft, waarin
voorkomt
11 K.G. Droge Stof.
0,3 Verteerbaar Eitwit.
3 Zetmeelwaarde.
Een kalfdragende koe moet echter, be
halve voor lichaam8onderhoud, ook voedsel
opnemen, tot opbouw van het lichaam van
het nog ongeboren kalf.
Daarom verhoogen we de normen iets,
en komen dan tot de volgende benoodigdo
hoeveelheden
i 11 12 K.G. Droge Stof.
0,3 0,4 Verteerbaar Eitwit.
3 3,5 Zetmeelwaarde.
Deze cijfers nemen we nu als richtsnoer
aan bij de opbouw van het rantsoen uit
de verschillende voedingsmiddelen. Men
moet ze echter niet beschouwen als on
veranderbare I Men mag er gerust kleine
wijzigingen in aanbrengen, op voorwaarde
echter, dat men dat doelbewust doet, met
kennis van de innerlijke waarde der voe
dermiddelen en de behoeften van het des
betreffende dier. Voor de innerlijke waarde
der voederartikelen kan men zich een
oordeel vormen aan de hand van tabellen,
voorkomende o.a. in Starings Almanak en
in de meeste werkjes over Veevoeding b.v.
Veevoeding van Kok en het heel mooie
en eenvoudig geschreven boekje van den
Rijk8veeteeltconsulent te LeeuwardenH.
G. A. Leignes Bakhoven, eveneens getiteld
I Veevoeding en uitgegeven bij J. B. Wol-
ters, Groningen. Prijs f 2.25. Een heel
geschikt werkje is niet minder Practische
Handleiding voor het berekenen van Voe
derrantsoenen door A. A. ter Haar, hoofd
redacteur van ïDe Veldbode®, uitgegeven
bij LeyterNypels, Maastricht. Prijs
f 0.90.
De hoofdzaak bij die verandering betreft
altijd voor een melkkoede hoeveel
heid eiwit, welke in goede verhouding
aanwezig moet blijven. In de praktijk
wordt tegen dien regel heel veel gezondigd 1
Als men een rantsoen onder de oogen krijgt
van neigen vinding® is er bijna altijd een
tekort aan eiwit en een te veel aan Zet
meelwaarde, terwijl men bij rantsoenen
voor melkkoeien juist meestal het omge
keerde aantreft, wat een niet minder groote
fout te noemen is, daar volwassen dieren
slechts een kleine hoeveelheid eitwit ver
bruiken Al het meerdere, dat ze in hun
voedsel wordt toegediend, komt met de
vaste en vloeibare uitwerpselen in de mest
terecht, doch vertegenwoordigt dan veel
minder waarde I
Het kan echter we! gewenscht zijn het
eiwit in het rantsoen van droge kalfkoeien
iets boven de norm op te voeren, bijv.
0,1 K.G. per dag en wel vooral bij jonge,
nog groeiende dieren, bij heel schrale, dorre
oudere koeien, alsmede bij de individuen,
die in den regel kort na het kalven ge
woon zijn veel melk te produceeren. Men
meent n.l. in de praktijk meermalen opge
merkt te hebben, dat een wat ruime
eiwitvoeding tijdens de droogstand, die
periode van ruime melkgift langer maakt.
Doch in wel 95 van de 100 gevallen heeft
een droogstaande melkkoe voldoende voed
sel, als haar dat gegeven wordt in de
hoeveelheden in bovengenoemde voedings
norm uitgedrukt.
0,25
0,02
Omgewerkt in de meest voorkomende
voedermiddelen komen we tot het volgende
dagrantsoen
20 K.G. pulp. 2,32 D. S. 0,06 Eiwit.
1,30 Z. W.
5 K.G. goed hooi. 4,28 D. S.
Eiwit. 1,80 Z. W.
5 K.G. roggestroo. 4 D. S.
Eiwit. 0,50 Z. W.
Totaal10,60 D.S. 0,33 Eiwit. 3,60
Z. W.
Wil men nu wat ruim eiwit, dan geve
men er 2 Bertelkoekjes per dag bij of een
paar K.G. hooi meer, en men heeft een
rantsoen, dat in de praktijk beslist goede
resultaten zal afwerpen.
Voor de pulp kan men zonder bezwaar
voederbieten, mangels of knolrapen nemen,
voor het roggestroo, ook evengoed tarwe-
strooDe 5 K.G. die ik daar van aan
geef, is natuurlyk al naar de gebleken
behoeften aan buikvulling, voor vermeerde
ring of vermindering vatbaar, dat is maar
een sluitpost.
Als slot nog een algemeen geldend
advies voor alle voederrantsoenen aan
alle dieren, waarop ik over een paar weken
uitvoerig terugkom verzuim nooit, dage-
lyksch aan elk dier, klein of groot, een
kleine hoeveelheid fosforzure kalk, zooge
naamde Delftsche voederkalk toe te dienen 1
Jong vee één eetlepel per dag, oudere
dieren 2 eetlepels. De prijs kan niemand
weerhouden 1 Per K.G. kost het maar
±16 cent.
De volgende maal een antwoord op
vraag 2
Welk rantsoen moet ik geven aan een
vaars die 17 L. melk per dag geeft?
F. C. HUIJZER Woudrichem.
o
.1
1
ggsi
ïww
VttVo"
fmï
'il A V V'M, -r -Cl.
vVA*" SJSv-''*'X' *'V •>,i 'W--'4
'<s P&*
v -
?-;'tüa?':.V
V '- A1'.-tv:y v jc'.
v mX-
MAGAZIJN
JOZEF
tegen tot nu ongekend lage prijzen.
NICOLAAS GADEAUX
'Wy
-
'.yy't'
V'vr',
Mmê
A>V