Zij ontvangen gratis leenteie strafwetsevina. Nieuwjaarsgroet FEUILLETON. Op de bank der gezworenen. ^nd van altena Uitgave: Firma L. J* VEERMAN, Heugden. No4356, Woensdag 19 December 1923, Int. Telefoon no* 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt /4.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 4 6 regels 90 cent. Elke regel meer 45 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 4 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. In het nummer van 1 JANUARI wordt weder, evenals andere jaren, de gelegenheid geboden voor het plaatsen van een aan Familie, Vrienden, Kennissen en Cliëntèle. Tijdige opgave wordt verzocht. De Administratie. Met het oog op de Kerst dagen zal het nummer van Woensdag 26 December NIET VERSCHIJNEN. die zich vanaf heden op dit blad abonneeren, de tot Januari verschijnende nummers ii. Onze motieven zijn de volgende Eerstens behoort de beteugeling van het vloekeuvel, zoo daartoe voldoende aanleiding bestaat, door den Rijkswet gever te geschieden, omdat die beteu geling dan als een algemeen belang is te beschouwen. In de tweede plaats wordt de beoor deeling van wat vloeken is en wat niet, te veel beheerscht door persoonlijke in zichten. Zoo zal b.v. de Gereformeerde Protestant het uitspreken van bepaalde woorden vloeken noemen, terwijl die zelfde woorden door een Roomsch-Ka- tholiek geenszins als vloek worden aan gemerkt, Zoo vonden we onlangs in het Roomsch-Katholiek dagblad „Het Huis gezin" een stukje van pastoor van Liempt te Hedel, die oordeelde dat de Hollandsche vloek als gedachtenlooze tusschenwerping zelfs geen oneerbiedig gebruik van Gods Heiligen Naam bevat, terwijl hij durfde hopen dat alle taalleeraars van Nederland met hem zouden instemmen. Maar ook onder Protestanten zelf heerscht groot Novelle van REINHOLD ORTMANN. verschil van meening over de qualificatie van het gebruik van woorden of gezegden, waarin de naam Gods voorkomt. Hoe moeilijk is de zaak dikwijls dus voor den rechter, die zal hebben uit te maken of de door een beklaagde gebezigde woorden al dan niet als vloek moeten worden aangemerkt. In de derde plaats komt bet ons voor dat de overheidsbemoeiing door een vloekverbod op geestelijk terrein te sterk op den voorgrond treedt, omdat de be oordeeling van wat een vloek is en wat niet, te veel van persoonlijke beoordeeling afhangt. En in de vierde plaats meenen wij dat de praktijk leert dat door een vloek verbod niet datgeen wordt bereikt, het welk men er mede beoogt. De bedoeling moge goed zijn, maar zoover we kunnen nagaan, wordt het vloeken er nergens beter op, ook niet in de gemeenten, waar een vloekverbod is. Neen, men moet het moreel van den mensch op hooger peil trachten te brengen en daar voor alle middelen aanwenden. Daar is succes van te verwachten. Een staaltje van eenigermate over dreven lust tot verordenen werd onlangs nog geleverd door den Raad der gemeente Werkendam, welke gemeente bekend staat als eene waar al heel weinig straf feloos kan worden gedaan. Aan „mass- regeln" doet men er sedert jaren, maar goede vruchten laten nog steeds op zich wachten. 's Zondags nu zijn te Werkendam alle winkels gesloten en kan men er niets koopen. Echter waren er twee sigaren winkeliers, die 's Zondags verkochten en dit achtte de meerderheid van den Raad ontoelaatbaar, 't Gevolg was eene ver ordening, welke verbiedt winkels geopend te hebben vanaf des Zaterdagavonds half elf tot Zondagavond twaalf uur. Over de vraag of zoodanige verorde ning geacht moet worden in strijd te zijn met de bepalingen der Zondagswet van 1815 willen we het nu niet hebben. We willen slechts als onze meening doen kennen dat in het onder werpelijk geval eene verordening in het leven is geroepen, die getuigt van een lust tot verordenen, die heusch te ver gaat. Immers zijn er slechts twee winkeliers te Werkendam, die 's Zondags in hunne winkels verkoopen en nu kan men toch moeilijk beweren dat eene verordening betreffende sluiting van winkels op Zaterdagavond en Zondag eene noodza kelijkheid is en haar ontstaan te danken beeft aan een drang van omstandigheden. Het betreft hier slechts twee zeer ordelij ke burgers, die niets doen wat in strijd is 7) Maar hij zal wel dadelijk terug komen. Wilt gij niet op hem wachten mijnheer Zij aarzelde, daar zij zijn naam niet kendeen de man kon er nu niet langer buiten, hem te noemen. »Ik heet Hartwig,* zeide hij, »Karel Hartwig. En als het u niet ongelegen komt, wil ik wel van uw aanbod gebruik maken. Hij had de opgen neergeslagen, toen hij zijn naam noemdeen toen zij binnen waren, liet hij zich zonder spreken op den eenvoudigen houten stoel neer, die de jonge vrouw hem aanbood. Misschien was hij wel een beetje verrast, in Losbergs woning niet die grenzelooze ellende te vinden, waarop hij zich volgens de woorden van den jonge man voorbereid had. Het is waar, het zag er armoedig genoeg uit maar er waren toch altijd nog verscheidene zaken, die nu juist niet onontbeerlijk waren. En alles zag er zoo zindelijk uit en was zoo netjes geschikt en door allerlei kleine goedkoope hulpmiddelen zoo netjes opge poetst, dat de kamer, op het eerste gezicht, een recht gezelligen indruk maakte. Dat aanvankelijk zwijgen van den gast ver meerderde zichtbaar de verlegenheid van de jonge vrouw en het scheen haar niet onwelkom te zijn, dat een fijn stemmetje uit de bij de kachel staande wieg, haar aan hare moederlijke plichten herinnerde. »U zal het mij toch zeker niet ten kwade duiden, mijnheer Hartwig, dat ik mijn kind ga helpen. Ik ben bang, dat het erg ongeduldig zal worden, als ik het laat wachten.c »Maar ik zou onmiddellijk heengaan, als ik moest veronderstellen, dat mijne tegen woordigheid u hinderlijk is,« verzekerde hij. ïlk ben hier in 't geheel niet geko men, om u tot last te zijn.c Toen hij deze woorden sprak, lag er zooveel trouwhartigheid en natuurlijke warmte in den klank van zijne ruwe stem, dat hy daardoor eensklaps het vertrouwen en de sympathie der jonge moeder gewon nen had. Wel vergenoegde zij er zich mee, hem met een vriendelijken blik te bedanken en in de eerste tien minuten werd ook verder niets tusschen hen ge sproken maar zij gevoelden het beiden, dat zij elkaar nader gekomen waren en de kleine kamer scheen niet langer met die drukkende atmosfeer van verlegenheid gevuld te zijn. Met de lieftalligheid, die alle vrouwen in dergelijke gevallen gemeen hebben, zorgde de moeder voor dat teere, zoo veel zorg behoevende wezentje, dat nu van zijn stijve omwindselen bevrijd, lustig op haar schoot lag te spartelen. En onder het babbelen met het kind scheen zij de tegenwoordig. met de openbare orde of zedelijkheiddoch slechts binnenshuis sigaren verkoopen. Wil men den handel in het algemeen op Zondag verbieden, best, maar dan moet zulks geschieden bij Rijkswet. Eene verordening als de Werkendamsche grijpt te veel in de persoonlijke vrijheid der inwoners en zulk een ingrijpen is ons inziens slechts geoorloofd door eene regeling van den algemeenen en niet van den plaatselijken wetgever. Daarbij komt ook nog dat zoodanige verordening den schijn wekt van een opdringen van persoonlijke levensopvattingen met een beroep op vermeend algemeen belang. Bij hoest of keelpijn gebruikt men het beste Thermo-Tabletten. Doozen 400 Tabl. 80 ct. en 200 Tabl. 45 ct. Bij apoth. en drogisten. BUITENLANDSCH OVERZICHT De Duitsche zaakgelastigde, von Hoesch, heeft Zaterdag een onderhoud met Poincaré gehad, dat een kwartier duurde. Von Hoesch verklaarde, dat de Duitsche regee ring wenschte te spreken over Roergebied en Rijnland, om daar n.l. een geregelde administratieve organisatie te herstellen en stelde voor, daarvoor een commissie in te stellen. Poincaré antwoordde von Hoesch, dat, waar het lijdelijk verzet thans metterdaad geëindigd was, hij in het vervolg bereid was, met belangstelling kennis te nemen van de verklaringen van Duitschland, het zij door middel van een zaakgelastigde, hetzij van een gezant, als de Duitsche re geering er een te Parys benoemt. Om iedere verkeerde interpretatie te vermijden, verzocht Poincaré von Hoesch, hem een schriftelijke nota te overhandigen, waarin het standpunt van zijn regeering werd uiteengezet. De Duitsche zaakgelastigde beloofde, Poincaré zoo spoedig mogelijk een dergelijk document te doen toekomen. Zondagavond is het Fransche antwoord aan von Hoesch overhandigd. Wat de herstelkwestie betreft, herhaalt Frankryk, dat het er niet in zal toestem men inbreuk te maken op de rechten der Commissie van Herstel, terwijl het ook geen regeling, welke ook, in overweging zal nemen, indien deze niet geheel conform is aan het vredesverdrag. De C. v. H. zal met dezelfde volmacht als tot nu toe, blijven functionneeren en zonder in eenig opzicht haar rechten ten heid van den vreemde geheel vergeten te hebben. Een kreunend geluid, of iets als een zucht uit een door pijn samengedrukte borst deed haar plotseling verschrikt opkijken en diep medelijden straalde uit hare oogen, toen zij den bezoeker aankeek. Karei Hart wig zat met de ellebogen op de knieën gesteund en het hoofd in beide handen, zoodat zijn gelaat niet zichtbaar was. Maar zijne schouders beefden en uit zijne geheele houding sprak duidelijk eene hevige smart der ziel. De vrouw kon het niet laten een deel nemende vraag tot hem te richten maar daar knarste een sleutel in de buitendeur en de vlugge tred van haar terugkeerenden echtgenoot werd in de keuken naast de kamer hoorbaar. x>Daar is Horstic zeide zij, en legde het kind weer in de wieg, om den binnenko- mandfe vroolijk te gemoet te gaan. Hartwig had de handen laten zakken en het hoofd opgeheven. Op dat oogenblik zag hij er weer heelemaal uit als een oude, verbitterde man. Losberg ging naar hem toe en reikte hem met een hartelyk woord van verontschuldiging de hand. »Ik zou zeker niet uitgegaan zijn, als ik ook maar in het minst vermoed had, dat gij reeds op dit uur c De bezoeker beantwoordde zijn groet en maakte tegelijk een afwerend gebaar. >Het komt er volstrekt niets op aan. Ik heb me niet verveeld, terwyl ik hier op opzichte van Duitschland te verliezen. De door de Duitsche regeering voorge stelde gedachtenwisseliag, waarmee Frank rijk niet weigert in te stemmen, zal niet kunnen betreffen, noch tengevolge hebben, dat inbreuk wordt gemaakt op de voor rechten van de C. v. H., terwyl daarbjj evenmin direct of indirect een herziening van het vredesverdrag zal kunnen worden voorbereid. Wat de kwestie van Rijn en Roer be treft, hierover zal Frankrijk niet van ge dachten wisselen aangezien het niet zou kunnen instemmen met een afzetting van de Fransch-Belgische autoriteiten of de Hooge Intergeallieerde Commissie. In zake het vinden van een voorloopige schikking in Rijn en Roer, zoo is Frank rijk bereid de voorstellen van de Duitsche regeering aan te hooren en deze eventueel met zijn advies aan de competentie-auto riteiten voor te leggen. Speciaal zal Frank rijk bereid zyn te onderhandelen over de kwestie van de verlenging van de met de industrieelen gesloten overeenkomsten, over het herstel van het economische leven als mede over bestuursaangelegenheid, doch Frankrijk handhaaft zyn absoluut recht om in den terugkeer van de uitgewezenen uitsluitend toe te stemmen na een persoon lijk onderzoek. Het valt niet te ontkennen, dat Frank ryk eenige tegemoetkomendheid vertoont, al is deze nog vry beperkt. Stellig valt er echter eenige vooruitgang te bespeuren en wanneer de partyen maar eenmaal aan de groene tafel zitten bestaat de mogelijk heid, dat wederzijdsche concessies den weg naar een oplossing banen. In Mexico is weder eens een revolutie uitgebroken. De berichten zyn echter schaarsch, mag men die van de regeering Obregon gelooven, dan blijven de garni zoenen haar trouw, doch van de zyde der rebellen wordt echter gemeld, dat de fe deratietroepen in verschillende garnizoenen zich bij generaal Sanchez, den revolution- nairen leider, aansluiten. President Obregon zou behalve Vera Cruz ook Manzanilla, in den staat Coliraa, hebben ontruimd. Columbia, in Zuid-Amerika, is geteisterd door een aardbeving. De steden Cumbal en Chili, aan de grens van Ecuador gelegen, zijn tverwoest, verscheidene personen zijn gedood en een groot aantal gekwetst. Uit de ruïne van Cumbal zijn reeds 85 lijken u wachtte. Ik feliciteer u gij zijt een gelukkig menschc. Had een ander die woorden tot hem gesproken, Losberg zou ze als een bittere beleediging opgevat hebben maar hier kon hij niet twijfelen, dat ze zeer ernstig ge meend waren, en daarom klonken ze hem wonderlyk in de ooren. Het antwoord avenwel bleef hem gespaard want zoodra Hartwig opgemerkt had, dat de jonge vrouw, onmiddellyk na de begroeting van haar man, de kamer verlaten had, voegde hy er, zonder een enkelen overgang, op veranderden toon bijbovendien heeft men mij de betrekking, die ik gisteren op het oog had, onder zekere voorwaarden voor u beloofd. Het komt er alleen maar op aan, dat uwe persoonlijkheid den man bevalt, en ik denk wel, dat wy daarmede geene bijzondere moeielijkheden zullen heb ben.* Losbergs gelaat lichtte heelemaal op. 9Gy zijt bepaald door het lot tot mijn redder aangewezen,* zeide hij, nogmaals hartstochtelijk de vereelde handen van den metselaar grijpende. >Wat moet ik doen, om naar verdienste te bedanken 1c »Spaar uwe dankbetuigingen, tot we zoo ver zijn*, zeide Hartwig bijna knorrig. »Het baantje is nu zoo mooi niet, als gij u misschien wel verbeeldt. Gij kunt wel begrijpen, dat mijn relaties an aanbeve lingen niet zoo heel veel te beteekenen hebben. De architect van het nieuwe gebouw, by wien ik op het oogenblik werk, te voorschijn gehaald. Volgens berichten uit New-York zouden reeds 200 lijken ge vonden zijn. De schokken duren nog steeds voort, hoewel niet meer in zoo'n hevige mate. De berichten zijn schaarsch, omdat alle verbindingsmiddelen verbroken zijn. De ïMatin* verneemt uit Genève, dat de politie te Lausanne op het spoor is ge komen van een complot, dat tegen het leven van den nieuwen bondspresident van Zwitserland, Chuard, was gericht. Een geneesheer te Lausanne is gearresteerd. BINNENLAND. Doar twee personen aangevallen. Zaterdagavond half negen reed een bakker met een kar door de Schalmstraat te Stratum, bezig zijnde zijn klanten te be dienen, terwijl hij een geldtasch, inhoudende een bedrag van circa f 200, over de schouders droeg. Gekomen aan een donker gedeelte van dien weg sprongen plotseling twee personen uit een heg te voorschijn, waarvan een den bakker een geweldigen slag tegen de rechterzijde van het hoofd toebracht, gevolgd door slagen op zijn hoofd, tengevolge waarvan hij hevig bloedde. Vervolgens grepen beide mannen naar zijn geldtasch, doch, hoewel versuft zynde, door de toegebrachte slagen, verzette zich de bakker uit alle macht tegen deze berooving en riep luidkeels om hulp. Daar het feit in de onmiddellijke nabyheid van het be bouwde gedeelte plaats vond, kozen de aanvallers op het hulpgeroep het hazenpad, zonder dat 't hun niet gelukte zich van den buit meester te maken. De verwonde is daarop een woning aldaar in die omgeving gelegen binnengedragen alwaar hij is ver bonden. o Gemoedelijk. Toen vrouw M. uit Gaanderen Zaterdag nacht om half 3 van een reisje thuis kwam, zag ze licht in haar woning branden en ging toen de politie waarschuwen. In gezelschap van rijksveldwachter Overduin keerde ze terug. Men ontdekte in de woning vier mannen. Eén stroopte een konijn, terwyl een ander konijn in de pan te braden lag. Twee mannen hadden zich ter ruste gelegd. Bij gebrek aan een arrestantenlokaal kon het viertal, na opge maakt proces-verbaal, vertrekken. Het waren R., P., v. E., en M. allen uit Terborg, die dien nacht op stroopen waren gegaan. Msb. sprak gisteren toevallig in mijn bijzijn er van, dat hij een klerk wilde hebben en dat kwam my in de gedachte, toen gij mij gisteren van uwe ellende spraakt. Het is, zooals ik reeds gezegd hebeen zeer ondergeschikte betrekking en de architect heeft my verklaard, dat hij voorloopig niet meer dan veertig dollar 's maands betalen kan, maar ik geloof wel, dat dat toch altyd nog beter voor u is dan de handel, waarvoor ge nu eenmaal geen aanleg hebt.* »Het is in de tegenwoordige omstandig heden een onschatbaar geluk voor mij,* verzekerde Losberg oprecht, *en wanneer moet ik mij aan dien heer voorstellen »Hij verwacht u morgen in den voor middag zijn woonplaats heb ik hier voor u op dit stukje papier geschreven. En gij beboeft niet bevreesd te zyn voor dat bezoek. Hij zal u met geen enkel woord naar uw verleden vragen.* ïEn dat heb ik ook zonder twijfel aan uwe kieschheid te danken. Maar ik wil niet, dat gij slechter van mij denkt, dan ik verdien. In mijn verleden is niets, waarover ik mij schamen moet, en dat ik voor vreemden zou moeten verbergen. Ik was al heel vroeg wees en mijn ouders hadden my geen geld knnnen nalaten. Daarom werd ik op kosten van mijn oom, een door huwelijk, zeer rjjk geworden grondbezitter, opgevoed. (Wordt vervolgd.) MEinsitLvn viir hit Lasd m Heusdei en AttenajeLiigstraat ei tie Bintltrviirl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1923 | | pagina 1