^and van altena Uitgave: Firma L, J. VEERMAN, Heusden. Mo. 4375 Woensdag 27 Februari 1924, FEUILLETON. „Het Kasteel van Kerlor." Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. BUITENLANDSCH OVERZICHT De staking in Engeland is nog wel niet geheel geëindigd, doch de kansen op eeu bevredigende regeling van het conflict, zijn aanmerkelijk grooter geworden, De bekende ontwerp-loonregeling, Don derdag j.l. zoowel door de arbeidersleiders als door de werkgevers aanvaard, heeft in verschillende Britsche havensteden een punt van bespreking uitgemaakt op tal van vergaderingen der bootwerkers. In de meeste steden is het advies der leiders opgevolgd en heeft een overweldigende meerderheid der stakers zich uitgesproken voor de voorgestelde nieuwe loonovereen- komst. Het feit, dat er nog eens nadruk kelijk tegenover de mannen op is gewezen, dat het accoord niet alleen een loonsver- hooging meebrengt, maar tevens een ver betering beteekent van de wijze, waarop geschilpunten en eischen in den vervolge zullen worden behandeld, terwijl voorts de nationale overeenkomst wordt gehand haafd en de 44-urige werkweek en de halve dag-minima worden bekrachtigd, heeft de oppositie vrijwel doen verstommen. Het is dari thans ook wel zoo goed als zeker, dat liet comité van onderhandelaars en het nationaal stakingscomité, die de voordeelen van 't accoord nog eens hebben uiteengezet, de mannen er toe zullen be wegen weer spoedig aan 't werk te gaan. In hoofdzaak kan de staking dus thans ook wel als geëindigd worden beschouwd. Met spanning wordt uitgezien naar de rapporten der commissies van deskundigen, die, ingesteld door de Commissie van Herstel, hebben nagegaan, hoe het eigenlijk staat met Duitschland's financiën en económischen toestand, zulks om zich een denkbeeld te kunnen vormen van het vermogen van Duitschland om aan zijn verplichtingen betreffende de schadevergoeding te voldoen. De commissies hebben wel-is-waar ten aanzien van hun enquête zich bepaalde beperkingen moeten laten welgevallen bij hun onderzoek naar de middelen om de Duitsche begrooting sluitend te maken en de valuta te stabiliseeren, maar het ligt voor de hand, dat de experts niet buiten beschouwing hebben kunnen laten, dat de bezetting van het Roergebied en het Rijn land een bijzonder grooten invloed heeft op Duitschland's prestatievermogen en als een rem moet worden beschouwd voor Duitschland's ontplooiing. Stellig zullen zij tot de conclusie komen, dat de oplossing Vroeger verkocht ik veel van die plaatjestoen gingen de zaken uitstekend... het was een gulden tijd maar de men- schen zijn te wereldsch, te profaan ge worden Ik heb nog een klein som metje bijeen weten te garen en mijn geld verstandig uitgezetmaar anders zou het er bedroefd uitzien Ik doe de zaken nog niet aan kant, omdat mijn vrouw den winkel nog niet kan missen, waarin ze nu al bijna veertig jaar gestaan heeft. Maar het geloof gaat er bij de menschen uit... Twintig jaar geleden verkocht ik al de heiligen van den ka lender en tegenwoordig gaat zelfs mijn beste artikel, de Heilige Vrouwe van Recouvrance, niet grif meer van de hand. Het is de algemeene malaise in den handel, juffrouw de Penhoët, zooals de Parijsche couranten schrijven. Ik kan u dus met den besten wil van de wereld geen nieuwe orders geven, voordat de tegenwoordige voorraad verkocht is. Hélène stamelde eenige woorden en verliet met wankelende schreden den winkel van den boekhandelaar. Zij vatte echter spoedig weder moed en mompelde bij zich zelf God zal mij toch niet verlatenals ik thuis kom, zal ik mogelijk een brief van den heer de Saint-Gildas vinden. De wees sloeg weder den weg in naar onmogelijk is, wanneer niet zekerheid be staat omtrent den toekono6tigen status der door België en Frankrijk bezette gebieden. Al zijn de rapporten nog niet gepubliceerd, toch verluidt van verschillende zijden wel zoovee), dat het vrijwel zeker is, dat de Amerikaansche en Engelsche deskundigen aan de hand zullen doen de bezetting alleen in militair opzicht afs controlemiddel te handhaven en in economisch opzicht op te heffen. In dat geval zou Duitschland in 't bezette gebied weer de vrije beschikking moeten krijgen over zijn spoorwegen. De Fransch-Belgische spoorwegregie zou dus moeten verdwijnen, zoodat de Duit sche rijksspoorwegen weer één geheel zou den vormen. Ook schynt er onder de deskundigen een sterke strooming te zijn voor het opheffen der douanegrens, die op het oogenblik bestaat tusschen de bezette streken en onbezet Duitschland. Deze maat regel zouden dan moeten worden aange vuld door de annuleering der verdragen, tusschen de Duitsche industrieelen en de intergeallieerde contróie-missie voor de mijnen en fabrieken de z.g. Micum gesloten en de opheffing van 't stelsel der uitvoervergunningen. Indien men inderdaad een lans voor deze procedure, die een grooter economische vrijheid van Duitsch land en bijgevolg een toenemende beta- lingscapaciteit beteekent, breekt, zal de aanvaarding van deze voorstellen door Frankrijk natuurlijk afhangen van het bie den van zeer zekere waarborgen. Immers hetgeen aan de hand wordt gedaan om Duitschland's betaalvermogen ten behoeve van de schadevergoeding te doen toenemen, komt vrijwel neer op een ongedaan maken der tegenwoordige Fransch-Belgische be zettingsmethode het tast toch Poincaré's systeem van productieve panlen aan. Zal Frankrijk zich dan ook vereenigen met hetgeen de rapporten der deskundigen be vatten, waarvan wij de vermoedelijke strekking aangaven, dan zullen de garan ties, die Poincaré eischt als vergoeding voor de concessies, waarvoor hij eventueel zal zijn te vinden, moeten klinken als een klok. Omtrent den vorm dezer waarborgen is nog niets met zekerheid bekend, maar er wordt veel gerept van een plan, volgens hetwelk de opbrengst der Duitsche rijks spoorwegen, die door een internationaal lichaam zouden moeten worden gecontro leerd, als waarborg zou kunnen dienen. de rue Saint-Donatiën. Daar komt juffrouw de Penhoët weer terug, zeide een jonge -strijkster. Wat ziet zij er triestig uit! merkte een andere op. Wat zou je dan willen De rijken moeten toch ook hun kruis dragen. Nou ja, maar ze ziet er zoo zielsbe droefd uit. Och, hou je toch stil. Heb je dan de begrafenis niet gezien?... Was het noodig, om zooveel geld te verspillen? En eiken dag koopt ze dure bouquetten, om naar het graf te brengen Dat is allemaal grootschheid. Foei, Marie! heb je dan geen gevoel? De verschijning van de patrones maakte een eind aan dit gesprek. Alvorens de trap op te gaan, ontsloot Hélène het brievenkastje, dat voor iedere verdieping de correspondentie der huur ders bevatte. Er was een brief voor haar. Het jonge meisje zag op de enveloppe het postmerk van de Loire" en voor de' eerste maal sinds den dood harer moeder kleurde een flauw blosje van voldoening haar wangen. Zij liep vlug naar boven en opende den brief. Hij was van den volgenden inhoud Mejuffrouw. Ik heb uw geëerde van den 3den de zer ontvangen. Zij was echter gericht aan den heer de Saint-Gildas, die mijn zijn fabriek en aanhoorigheden verkocht heeft. Ik heb de machinerieën laten afbreken, aangezien ik niet in .zijden Openbare vergadering van den Raad der gemeente WASPIK op Vrijdag 22 Februari. Aanwezig alle leden. Voorzitter Burgemeester Dekker. Secretaris B. van Schijndel. Klokke 6 uur opent de Voorzitter de vergadering met gebed. Hij leest, in plaats van den Secretaris, die schor is, de notu len der vorige vergadering, welke onver anderd worden vastgesteld. Daarom wordt tot trekking overgegaan tot vaststelling der 8tembeurt. Vervolgens deelt de Voorzitter mede, dat zijn ingekomen 1. Goedkeuring door Ged. Staten tot het aangaau eeoer geldleening, groot f 10.000.— 2. Schrijven van het gemeentebestuur te Werkendam, waarin adhesie-betuigiug wordt gevraagd voor een adres aan H.M. de Koningin, teneinde wetswijziging te ver krijgen in de bijdragen der kosten door de gemeente voor het middelbaar onderwijs. De Voorzitter merkt hierbij op, dat zij zich zelf met een dergelijke schrijven tot de regeering hebben gewend, dat adhesie betuiging derhalve overbodig is. Op voorstel van den Voorzitter wordt het verzoekschrift ter zyde gelegd. 3. Schryven van Ged. Staten, waarin wordt gewezen op een fout in de gemeen terekening van 35 cent, welke nog gestort moeten worden. 4. Goedkeuring van Ged. Staten van het Raadbesluit van 5 Oct., waarin besloten wordt bij eventueelen verkoop van gemeente grond, grenzende aan de Chiistelijke school, de bepaling op te nemen, dat er geen boomen mochten worden geplant, die het licht in de school konden belemmeren. 5. Schrijven van Ged. Staten, waarin het nut en het doel, om tot de oprichting te komen eener provinciale brandweerver- eeniging. Deze is eene afdeeling van de Koninklyke Nederl. brandweer-organisatie. De kosten van het lidmaatschap bedragen voor gemeenten als Waspik (2000 tot 5000 inwoners) in totaal f 10. Wordt voor kennisgeveving aangenomen. 6. Overzicht geldelijk beheer der tee- kenschool te Waspik. De rekening en ver antwoording sluit met een nadeelig slot van 75 cent. In de uitgaven komt een post van f 15 voor den directeur. De heer van der Rijken merkt op, dat er nooit een directeur is geweest. stoffen handel. Ik fabriceer kammen, borstels en an dere toiletartikelen in higlifoïde, een stof, welke veel minder ontvlambaar is dan celluloïde en op bedrieglijke wijze koraal, ivoor, amber en schildpad na bootst, terwijl de prijs uiterst laag is. Ik stel u voor, daar het uw verlangen is door eigen verdienste in uw onderhoud te voorzien, om te trachten voor mijn artikel afnemers onder uw adellijke ken nissen te vinden. Over de voorwaarden kunnen wij later onderhandelen. Wat den heer de Saint-Gildas betreft, hij heeft zich in Amerika gevestigd en zijn adres is mij onbekend. Wil s. v. p. mijn aanbod in overwe ging nemen en mij per keerenden post uw beslissing mededeelen. Hoogachtend, Uw dienstwillige dienaar, Xavier Duplanchat. P.S. Ik zal u een verzameling mon sters doen toekomen, zood-ra u mij de lijst uwer connexies gezonden hebt. De wees liet den brief moedeloos uit de handen glijden. Deze teleurstelling deed haar veel pijn lijker aan dan die, welke zij bij den heer Paterne ondervonden had. Hélène had vast en zeker op een gun stig antwoord van den heer de Saint- Gildas gerekend. Zij had stellig gehoopt voor den fa brikant nuttig werkzaam te kunnen zijn en bij mevrouw de Saint-Gildas en haar dochters de vriendschap en sympathie De Voorzitter zegt, dat het bestuur der teekenschoo! aanmerking had kunnen ma ken wij kunnen alleen constateeren, dat de opgave onjuist is. De Voorzitter stelt aan de orde, benoe ming lid van de schattingscommissie, welk punt niet op de agenda is vermeld. Deze benoeming is noodzakelijk geworden, door dat de heer van der Rijken zijn ontslag nam, op de lijst van aanbeveling werden geplaatst de raadsleden J. Smits en J. Ruijtenberg. Bij stemming verkreeg no. 1 zes en no. 2 vijf stemmen. Benoemd J. Smits. Deze neemt de benoeming niet aan. Bij gebreke aan tijd. Er moet dus opnieuw gestemd worden. De heer Brofex vraagt, of nu de heer Ruijtenberg niet in aanmerking komt. De Voorzitter zegt, dat een nieuwe stem ming noodzakelijk is. Ook de heer Ruijtenberg verklaart niet in aanmerking te willen komen. De Voorzitter wijst op de moeilijke, doch nuttige taak, om een juisten aanslag te krijgen in overleg roet den inspecteur. Opnieuw gestemd, wordt de heer A. Brokx met 3 stemmen benoemd. De benoeming wordt aangenomen. Punt 2 der agendaBenoeming arm- meester. Aan de beurt van aftreden is de heer J. Smits. Op de lijst van aanbe veling worden geplaatst J. Smits en P. de de Winter. Herbenoemd wordt J. Smits. Punt 3. Machtiging tot het houden der verpachtingen. Met algemeene stemmen worden B. en W. gemachtigd tot het houden van eventueele verpachtingen. Punt 4. Omzetting van de tijdelijke aan stelling van den gemeente-ontvanger in eene vaste aanstelling. De Voorzitter zegt, dat de heer B. de Winter op 28 Februari 1923 voor den tijd van 1 jaar was benoemd tot gemeente ontvanger, omdat het salaris toen nog niet was vastgesteld. Nu is dit bezwaar opgeheven en het salaris door Ged. Staten vastgesteld, zoodat tot eene vaste aanstelling kan worden over gegaan. Hij vraagt of er iemand discussie verlangt. Niemand verlangt het woord en met algemeene stemmen wordt besloten tot eene vaste aanstelling. Ten slotte deelt de Voorzitter nog mede, dat in een vorige vergadering de stemmen staakten, over een voorstel van den heer Pruissers, om met den heer Rijken te Capelle te onderhandelen over de prijs van te vinden, die zij in haar verlatenheid zoo zeer noodig had. Die laatste hoop was nu ook vervlo- vlogen. Het arme kind barstte in snik ken uit. Haar droefheid was nauwelijks gewe ken, toen zij haar naam hoorde roepen door iemand, die zich op de trap bevond. Zij opende de deur en ontwaarde de strijkster, die een heer naar boven ge leidde. Juffrouw Hélène, zeide de vrouw, deze heer is een kunstkooper uit Parijshij komt u vragen of u ook antiquiteiten of kunstvoorwerpen te koop hebt. Kom toch binnen, mijnheer, zeide de strijkster tegen den koopman, die zich nog eenigszins op den achtergrond hield Juffrouw de Peohoët begreep eerst niets van deze verschijning, totdat zij zich het haar door juffrouw Rozen aan gekondigd bezoek herinnerde. Ondanks haar droefheid deed zich dadelijk haar aangeboren beleefdheid gelden. Vriendelijk verzocht zij insge lijks den vreemden heer binnen te komen. Het was een zwaar, gezet heer, met een vroolijk, levenslustig uiterlijk. Zijn embonpoint en onderkin duiden aan, dat hij van goede sier en een vroolijk leventje hield. In zijn breed, vleezig gelaat zonken zijn kleine oogjes schier geheel weg, hetwelk dezen evenwel niet kon beletten van slimheid en schran derheid te fonkelen. Zijn binnentreden en begroeting waren overigens hoogst fatsoenlijk. Blijkbaar was hij met de veel wellevende lieden in aanraking gekomen om niet iets van een achttal knotwilgen, welke noodzakelijk gerooid moeten worden. De Voorzitter licht dit voorstel nog eens toe. De heer Verschuren had gevraagd of er rekening was gehouden met het plantrecht. De heer Ruijtenberg vraagt, waar de boomen gestaan hebben. De Voorzitter maakt dit duidelijk. De heer De Hond vraagt, of de boomen beter waren, dan de andere gerooide, waar van de eigenaars genoegen hebben geno men met de geschatte som. De heer Brokx merkt op«Het gaat hier over plantrecht. De heer Rubbens zegt«Rijken heeft de boomen meegenomen hij is zijn recht kwijt. De gemeente moest rooien, doch de boomen mochten ze houden. De heer Verschuren merkt op, dat de boomen er uit moesten, terwijl andere zware boomen bleven staan. De Voorzitter zegt, dat een deskundige van het rijk aanwees, welke boomen er uitmoesten. Hij zei: «Wij verleggen ons net en weer vervolgens de boomen alleen, die gemerkt werden, moesten er uit. Het voorstel van den heer Pruissers, in stemming gebracht om met Rijken te on derhandelen, werd verworpen met 6 tegen 5 stemmen. BINNENLAND. lan en vrouw verbrand. Zaterdagavond ongeveer kwart over negen wilde mej. A. H. Peper, in haar woning aan de Jan van Lomsiaan te Rotterdam, de kachel aanmaken. Daartoe goot ze wat petroleum op een stuk papier en stak dat aan. Plotseling sloeg echter de vlam uit de kachel, haar kleeren geraakten in brand en in een oogwenk stond ze geheel in vlammen. Haar man, die op haar hulpgeroep toesnelde, trachtte het vuur met zijn handen te dooven, het geen echter niet gelukte, terwijl ook zijn kleeren vlam vatten. Buren waarschuwden den geneeskundigen dienst en per auto werden beide slachtoffers naar het zieken huis aan den Coolsingel vervoerd. De 36-jarige vrouw, die zware brandwonden over het geheele lichaam had bekomen, is daar aan de gevolgen overleden. De 32-jarige man, H. Peper, kreeg minder ernstige brandwonden aan hoofd en handen. Hij moest ter verpleging in het ziekenhuis blijven. hun welgemanierdheid over te nemen. Juffrouw Rozen had zich intusschen in het kleine zijvertrek teruggetrokken. Ik heb nog niet de eer aan u bekend te zijn, juffrouw, begon de bezoeker. Mijn naam is Goguelu; ik woon te Pa rijs in de rue des Saints-Pères. De strijk ster heeft u mijn vak al genoemd ik handel in kunstvoorwerpen. Ik zal u maar dadelijk zeggen, dat ik er van houd op royale wijze zaken te doen. Daar zie ik naar uit en dat hoort u wel aan mijn taal. Hebt u mij iets te verkoopen Deze ongegeneerde taal deed Hélène pijnlijk aan. Zou iemand haar armoede, die zij zoo waardig wist te dragen, aan een vreemde verraden hebben Goguelu, wiens loerende oogjes reeds den geheelen inventaris van het vertrek opgenomen hadden, scheen te begrijpen, wat er in het jonge meisje omging. Ik reis voor mijn vak, zeide hij, en u begrijpt, dat ik eerst inlichtingen neem, vóórdat ik mij bij mijn klanten presen teer. Ik laat den hótelier eens babbelen, of den horlogemaker aan den overkant of de strijkster op den hoekEn daar ik altijd op kiesche wijze zaken doe, behoeft niemand zich te schamen om met mij te onderhandelen. Deze woorden klonken zoo goedhartig, dat Hélène ze niet kwalijk kon nemen. Maar mijnheer, zeide zij met haar zachte stem, u hebt u vergeefsche moeite gegevenu ziet wel, dat mijn ameuble ment niets kostbaars bevat. Het koopmansoog van Goguelu was natuurlijk dadelijk getrokken geworden door het familieportret, dat in Hélène's voor let Laid tsi Heosden n Attena,deLangstraat en it Boimeierwaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1924 | | pagina 1