Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Ho. 4380, Vrijdao 14 Maart
FEUILLETON.
„Het Kasteel van Kerlor."
NOODSEINEN.
BEHOORENDE BIJ HET
Geen wonder, dat Moedei bij tijden prik
kelbaar wordt Haar tobberig eik bin
nenshuis, wasschen, strijken, verstellen,
poetsen en de eindelooze huishoudelijke
zorgen zouden door geen man verdragen
worden.
Wees voorzichtig Prikkelbaarheid, pijn
in de lendenen en zijden, hoofdpijn, rug
pijn, urinekwalen, zenuwachtigheid, en dui
zelingen zijn seinen van nierverzwakking.
Om zich te hoeden voor ontwikkeling
van de lange nasleep van nog ernstiger
nierstoornissen, is het tijd om aan zichzelf
te denken en de worstelende nieren met
Foster's Rugpijn Nieren Pdlen te helpen.
Dit speciale niergeneesmid'el is geen
alles genezend middel het werkt alleen
op de nieren en blaas, en het baat tegen
pijnlijke verschijnselen van nier- en blaas-
kwalen als nierzand, rheumatiek, steen
vorming, waterzucht, ischias, spit, blaas
ontsteking en urinezuurvergiftiging. Passend
voor jong en oud, diende geen huis zonder
Foster's Pillen te zijn.
Verkrijgbaar in apotheken en.drogist
zaken a fl.75 per flacon (geel etiket met
zwarten opdruk).
LANDBOUWRUBRIEK.
Suikerbietenteelt.
Zooals we in ons vorig artikel sche
matisch hebben aangegeven willen we
onze serie artikeltjes over de teelt van
suikerbieten openen, met iets mee te
deelen overDe Geschiedenis van dat
gewas
Hoewel het heel interessant is, aan
de band van historische gegevens, de
geschiedenis onzer landbouwgewassen na
te gaan, willen we ons hiertoe thans bij
de suikerbiet niet laten verleiden
We willen dat bewaren voor lateren
tijd Thans nu de verbouw van bieten
zeer nabij begint te komen, zullen we
er alleen datgene van vertellen, wat
noodig is, om in logisch verband de
tegenwoordige richting in den bieten-
verbouw te begrijpen.
De suikerbieten worden, zooals iedere
prakticus weet, verbouwd om daaruit in
de suikerfabrieken de bietsuiker te be
reiden. Het doel, dat men bij de ver
betering van de suikerbietencultuur in
zijn algemeenheid stellen moet, is dus
te komen tot middelenwaardoor men met
de minste kostende grootste hoeveelheid
suiker per H.A. land, oogsten en bereiden
kan 1
n
De baas van het huis zal me niet laten
wegtrekken met mijn slijpsteenen. Ik
heb hem immers doen [gelooven, dat het
er goed bij ons aanzat en nou kan ik
hem mijn scharenslijpersspullen niet
laten zien.
En de „Slak" gaf een schop tegen een
groote kist, die achter in de kamer stond
Onwillekeurig liep Eusèbe, wien dit
gesprek begon te vervelen, naar het
raam en keek naar de straat aan den
overkant.
Plotseling schrikte- bij op.
Zéphyrine liep op hem toe en schud
de hem bij den arm.
Sta je weer die nuffen te begluren?
riep zij woedend.
Zonder zich aan dezen uitval te storen,
keerde Eusèbe zich om en zeide met
fonkelende oogjes tot de verbaasde Zé
phyrine
Ik heb een zaakje op het oog, dat ons
er weer bovenop zal helpen.
Zij bleef hem met open mond staan
aankijken, want ze wist bij slot van re
kening, dat ze op Eusèbe kon rekenen.
De „Slak" lichtte het deksel van de
kist op, waarvan wij gesproken hebben,
en haalde er een stuk was uit, dat in
een krant gewikkeld was.
Hij ging naar de deur toe.
Ga je er van door vroeg Zéphyrine,
Momenteel heeft men het daarmee al
een heel eind gebracht. Toen de suiker
voor het eerst in de wortelgewassen werd
aangetoond, (door Marggraf, apotheker
te Berlijn in 1774), hadden cfe bieten
een suikergehalte van 57 °/o» oogstte
men per H.A. minder K.G. dan wij nu,
en werden deze op veel gebrekkiger
manier dan thans geschied, fabriekmatig
verwerkt I
Het suikergehalte is thans aanmerke
lijk hooger. De laatste mij ten dienste
staande officieele cijfers zijn die over
1920 en 1921.
Volgens het Regeeringsverslag was het
gemiddeld suikergehalte over 1920 in
ons land 17,28 °/0, en in 1921 gemid
deld 17,22 °/o'
Hoe heeft men het gehalte der sui
kerbieten zoo hoog op kunnen voeren,
zal menigeen misschien vragen?
Op dezelfde manier, waarop men de
bietenrassen van thans tot nog hoogere
suikerproductie per H. A. tracht op te
voeren door selectie of met een meer
Hollandsch woord „teeltkeus".
Jaar op jaar zocht men op de bieten
velden de bieten uit, die het hoogste
suikergehalte bij een-flink wortelgewicht
bezitten. (Met een bepaald instrument,
wordt dat pCt. aangetoond d'oor het sap
uit [een klein stukje, dat uit den biet
gesneden wordt, in dat toestel te brengen.)
Van die bieten wint men het volgende
jaar, op de bekende wijze, zaad. De
bieten, die uit dat zaad voortkomen,
worden nu weer op gehalte en gewicht
geselecteerd, enz.
Dat de „selectiemethode" gemakke
lijker beschreven wordt dan uitgevoerd,
zal ieder wel begrijpen. Het zaad, geteeld
van suikerrijke, zware bieten, levert lang
niet altijd planten, die allen dezelfde
eigenschappen in dezelfde maat bezitten.
In ons land houden zich dan ook maar
enkele firma's met de teelt van suiker
bietenzaad bezig; o.a. Kuhn en Co. te
Naarden en J. Helmus te Bruinisse.
Alle rassen van suikerbieten, die het
meest voor verbouw in ons land in
aanmerking komen, zijn afkomstig van
een biet, die in 1859 werd aangetroffen
op de terreinen van de suikerfabriek te
Klein Wanzleben bij Maagdenburg.
Het was eenniet te lange, kegelvor-
mige, witte wortel, met korte, breede
kop en forsche lichtgroene kroeze bla
deren, die meer liggen dan opstaan.
De toenmalige eigenaars der fabriek
te Klein Wanzleben, de heerenRab-
bethge en Gieseke hebben die biet voort-
geteeld, steeds lettende op gewicht en
gehalte.
Ook andere kweekers namen afstam
melingen van die: Klein Wanzlebener
suikerbiet in teeltkeus en noemden de
door hun verkregen rassen, met één of
meer betere eigenschappen, dan de „moe
derbiet" bezat, naar zich zelf of naar hun
woonplaats of gaven er een toegedichte
naam aan die meer sprekend was I
Zoo kregen we dus op den duur een
groot aantal rassen met min of meer ver
schillende eigenschappen, doch allen af
stammende van de Klein Wanzlebener
suikerbiet, allen veredeld naar gewicht
en gehalte.
Hoeveel soorten van rassen er wel
zijn, kan ik u niet zeggen. Om echter
de bietenbouwers een idee te geven, wat
de verschillende Klein Wanzlebener-
bietenrassen presteeren, heb ik uit het
Beknopt Verslag der Rijkslandbouw-
proefvelden 19131916 het volgende
lijstje samengesteld
Ik ben binnen vijf minuten terug. Ik
zal meteen baas Plabennec zeggen, dat
hij ons wat boven brengt om të schran
sen. En dan kunnen wij ons op een
slokje absint [trakteeren Ik heb mijn
bekomst van den cider.
En Eusèbe stapte vol zwier de kamer
uit.
Nadat mijnheer en juffrouw de Kerlor
vertrokken waren, was Hélène in droe-
vigen twijfel verzonken.
De hartelijke en oprechte vriendschap
van Carmen was als een zonnestraal in
het gefolterde hart van het jonge meisje
gevallen. Het eerlijke en open gezicht
van Georges had een weldadigen indruk
op haar gemaakt.
Hoe goed zijn ze beidenhad zij
zuchtend tot zich zelve gezegd.
Want Hélène achtte zich, helaas 1 ver
plicht hun edelmoedig aanbod af te
staan.
Hoe en in welke hoedanigheid kon
zij haar intrek hemen op het kasteel
van Kerlor
Hélène's ouders hadden niemands hulp
willen inroepen, en Hélène, als zij haar
ouders waardig wilde blijven, mocht niet
de helpende hand aannemen, die haar
toegereikt werd.
De markiezin de Penhoët had haar
kind geleerd, hoe men de armoede op
waardige wijze kon dragen. Hélène wil
de zelf in haar levensonderhoud voorzien.
Het scheen haar toe, alsof haar moeder
van uit het graf haar nog voorhield, dat
het wezenlijk geluk slechts in werken
BINNENLAND.
Aantal jaren
waarover de
pjoef liep.
ot --------
3
HrtH
Gemidd.
suikeropbr.
per H.A.
CQ!MI>(NCOt>-0OT-liO
ooasai-^iooios'-tr-
COlOCD"^GOCO<Nr-(CO
t— t— c— t— t— c— tr— co
Gemidd.
afkomst per
H.A.
TjHso^oot^aoiococo
OOOCD(MNOO®HH
-HNHOCDIOCOMCO
Gemidd.
Gehalte.
HTfMOOOOJi'HiO
t— N t> CD t- t- t— CD*
w
Rassen.
Rabb. en Gieseke
Schreiber S. N.
Dippe W. R.
Mette
Albert Eggeling
Kuhn Co P.
Dippe W. J.
Ad Strander Elite
Wohanka Z. R.
Over een andere selectie uit den Klein
Wanzlebenerbiet geeft de kweeker, J.
Helmus te Bruinisse, in de „Boerderij,"
20 Februari 1924, enkele productiecijfers
Het betreft het ras „Goliath".
Als gemiddelde cijfers geeft hij over
1920 58300 K.G. bieten, met een gehalte
van 18,3 °/01921 63200 K.G. bieten,
met een gehalte van 18,7 I 1922
59700 K.G. bieten, met een gehalte van
18,6
Omgerekend op suiker opbrengst krijgt
men. 1920. 10668 K.G. suiker.
1921. 11818
1922. 11104
(Daar deze cijfers, niet uit het Rijksver-
slag over de landbouw, genomen zijn,
blijven ze natuurlijk voor rekening van
den heer Helmus.)
Ongetwijfeld zullen bovenstaande cijfers
zoowel uit het officieele Rijksverslag,
als die van den heer Helmus menigen
bietenbouwer, evenals ook mij, zeer hoog
voorkomen. Toch kunnen, noch de
lezers, noch ik de waarheid van die
gemiddelde cijfers betwisten. Dat de
bestond.
Hélène sliep dien nacht echter beter
voor de eerste maal, sinds zij alleen
achtergebleven was, genoot zij een ver
kwikkende nachtrust.
Den volgenden ochtend bij het op
staan voelde de wees zich iets blijmoe
diger gestemd.
Zou de aangebroken dag haar nieuwen
troost verschaffen na de wanhoop, die
haar gister overmeesterd had Zij durf
de het niet hopen.
Hoe jammer, dat de heer Paterne geen
andere plaatjes aan de vlijtige hand der
teekenaarster had kunnen toevertrouwen I
Hélène zou afleiding gevonden hebben
voor haar smart door de kunstvoort
brengselen met haar meest frissche kleu
ren op te sieren.
Er kwanaen tranen in haar oogen,
toen zij haar verfdoos en penseelen aan
zag.
Tegen elf uur ging juffrouw de Pen
hoët haar somber maal halen.
Toen zij de deur geopend had, zag zij
den heer Nerville voor zich 6taan, die
zich juist bij haar wilde aanmelden.
Hélène haastte zich den waardigen
notaris te verzoeken binnen te komen.
Neem u mij niet kwalijk, dat ik u
zoo vroeg kom storen, zeide hij, na haar
hartelijk gegroet te hebben, maar ik kom
u een aangenaam bericht brengen.
Van wien kan dat zijn vroeg Hélène
verbaasd.
Ah, dat raadt u nooit, zeide de no
taris. Het heeft mij zelf verrast en ge
troffen.
Ik begrijp er niets van, zeide Hélène.
bieten in deze streken, in den regel niet
zulke hooge opbrengsten geven, zegt
natuurlijk nog niets. Daarvoor toch zijn
verschillende oorzaken aan te. wijzen,
die maar voor het grijpen liggen. In
het verder verloop dezer artikelenreeks,
passeeren verschillende daarvan vanzelf
de revue Op één bepaalde oorzaak, die
mee een grooten invloed uitoefent, wil
ik hier reeds wijzen
Dat is de kwestie van het zaaizaad
Tot nog toe was het in deze omgeving
algemeen gebruik, dat de fabrieken het
zaad aan de Bietenbouwers verschaf
ten, zooals de C. S. M. ook dit jaar weer
doet, tegen een bepaalde vergoeding per
K G. (De C. S. M. vraagt dit jaar 40
ct per K.G.) Van welk ras dat zaad
is, weten de bietenbouwers, bleek mij
bij navraag, niets. Of het zuiver soort-
echt is, weten ze evenmin en of het
voldoet aan de gebruikswaarde, vastge
steld door het Rijksproefstation voor
Zaadcontrdle, weten ze ook niet.
Nu kunnen zich hier 2 gevallen voor
doen
I. De C. S. M. levert het bietenzaad
aan de boeren af met garantie voor zui
verheid, bepaalde variëteit en een be
paalde gebruikswaarde, en de bieten
bouwers slaan daar uit onwetendheid
of achteloosheid geen acht op, of
II. De C. S. M. geeft geen waarborg,
dat ze soortecht zaad van bepaalde va
riëteit, voldoende aan een bepaalde ge
bruikswaarde aflevert, zoodat de bieten
bouwers het niet weten kunnen I
Hoe die kwestie zit, weet ik momen
teel niet, doch ik heb mij in verbinding
gesteld met het Rijksproefstation voor
Zaadcontróle te Wageningen om daar
omtrent voorlichting te ontvangen. Zoo
dra ik die ontvangen heb, hoop ik ze in
deze rubriek te publiceeren.
Ieder toch zal het wel duidelijk zijn,
dat een vergelijking tusschen de afkomst
van de bietenvelden in deze omgeving,
met de getallen hierboven genoemd, pas
dan goed mogelijk is, als we beschikken
over cijfers, die zuiverheid, echtheid van
variëteit en gebruikswaarde van het hier
gebruikte zaad, aangeven. Want de
getallen, bovengenoemd, zijn verkregen
van gewassen, geteeld van origineel-
zuiver zaad met voldoende gebruiks
waarde.
Ons oordeel, omtrent de eerste oorzaak
van geringere afkomst hier in de om
geving, mogelijk liggende in het ge
bruikte zaad, schorten we daarom voor-
loopig op tot de volgende week.
Woudrichem, F. C. HUIJSER.
U zult hieruit kunnen zien, dai er nog
brave menschen in de wereld zijn I
Daar zijt u zelf het beste bewijs van.
Het betreft hier niet mij zelf, maar
Bernard.
Bernard
Den pachter van de Llndenhoeve
vlak bij Quinperlé. Aan 't eind van
den smallen weg links Kunt u het u
herinneren
Neen, volstrekt niet, zeide Hélène.
De hoeve heeft toch een deel uitge
maakt van het domein van Penhoët.
Zij is verkocht, gelijk al het overige,
antwoordde Hélène zuchtend.
Dat is waar. Maar Bernard is een
eerlijke kerel. Ten tijde van den ver
koop was hij geld aan den markies
schuldig. Hij was drie jaar met zijn
pacht ten achterenZijn velden had
den door hagel geledenzijn veestapel
was door ziekte sterk gedund, een zijner
schuren was ingestortKortom, hij
had een achterstallige schuld van zeven
honderd vijftig francs aan uw vader
Welnu, en
Hij heeft die schuld vanmorgen afge
daan.
Maar dat geld, viel Hélène hem in de
rede, behoort aan...
Aan u, juffrouw de Penhoët, aan nie
mand anders dan aan u. Ik heb u ge
zegd, dat u geen schulden meer hebt
deze som komt u uitsluitend toe.
De heer Nerville, die er een weinig ver
moeid uitzag, zette zijn lorgnet op, ging
bij het venster staan en haalde een bun
del papieren voor den dag.
Ziet u maar.M. Bernard, pachter der
Prins Hendrik in Spanje.
Havas meldt uit Madrid, dat by Kon.
Besluit de Spaansche orde van bet Gulden
Vlies is verleend aan Prins Hendrik der
Nederlanden, die thans in Spanje vertoeft.
o
Accijns op Bier en invoerrechten cp Bier
en Thee.
Op het wetsontwerp tot verhooging van
den accijns op bier en van het invoerrecht
op bier en thee heeft de heer Oud een
amendement ingediend, dat strekt, de wet
te doen vervallen met ingang van 1 Janu
ari 1926.
—o
De Zomertijd.
Belga seinde Maandag uit Parijs:
De afgevaardigden van Engeland, België,
Nederland en Frankrijk hebben gisteren
middag vergaderd om de maatregelen te
bespreken, die zouden moeten worden ge
nomen om overeenstemming te bereiken
inzake den datum van den overgang van
winter- op zomertijd in hun resp. landen.
Voor Frankrijk, België en Nederland is
daartoe gekozen de nacht van 29 op 30
Maart. Voor Engeland is die datum de
nacht van 12 op 13 April, wegens de
Engelsche wettelijke bepalingen.
Voor het vervolg stellen de afgevaardigden
als datum voor de invoering van den zomer
tijd voor den nacht van den eersten Za
terdag op Zondag in April en als datum
van den terugkeer tot den wintertijd de
nacht van den eersten Zaterdag op Zondag
in October.
Autobus tegen een boom gereden.
Door het losgaan van een moer van de
verbinding van den stuurstang botste op
den Amsterdamschen straatweg tusschen
Ede en de Klomp een autobus van B. uit
Veenendaal in volle vaart tegen een boom.
Van de 8 inzittenden liepen eenige per
sonen kwetsuren op. De bestuurder werd
ernstig aan het hoofd verwond, een oor
werd hem half afgesneden. De wagen
werd totaal vernield.
Autobus door een tram aangereden.
De autobus van den heer J. uit 's Bosch,
die uit de richting van Stryp kwam, is op
den hoek by den Emmasingel te Eindhoven
door een stoomtram in de flank gereden.
De bus, waarin verscheidene passagiers zaten,
kantelde en viel dwars over de Stadsvest,
doch bleef boven het water hangen. De
bestuurder sloeg een ruit in, en door die
opening konden de passagiers zich redden.
Een man uit Stratu-n is nog al ernstig
aan het zitvlak verwond, en een meisje
uit Philipsdorp kreeg kneuzingen aan de
beenen. Beiden werden per brancard naar
het gasthuis vervoerd. De bestuurder van
de bus, Van Beek, verwondde de handen
bij het inslaan van de ruit. De autobus
is zwaar gehavend.
Het ongeval werd veroorzaakt, doordat
de bestuurder het bellen van de tram niet
tijdig heeft gehoord.
o
Kind verbrand.
Te Bellingwolde (Gr.) geraakte by af
wezigheid der ouders een kindje van 9
maanden, van den arbeider J. H. Hageman,
in brand in den verwarmden kinderstoel.
Het kind bleek zoodanig met brandwonden
overdekt, dat het spoedig overleed.
Lindenhoeve... per saldo; zevenhonderd
vijftig francs... het is volkomen in orde.
Hij telde de bankbiljetten en reikte
ze aan juffrouw de Penhoët over, die
hij hem was komen staan.
Wilt u zoo goed zijn, dit stuk even
te teekenen, lieve juffrouw Dan kan ik
de quitantie aan uw vroegeren schulde
naar geven.
Hélène haalde pen en inkt.
Er is toch geen dwang op hem uit
geoefend voor deze afbetaling?
Volstrekt niet. Ik heb hem zeer ge
prezen om zijn eerlijke daad.De mar
kies had hem nooit gemaand u weet,
dat hij de ongelukkigen nooit om hun
schulden vervolgde.
Hélène teekende en legde de biljetten
in haar latafel.
Wilt u den pachter voor mij bedan
ken
Zonder mankeeren Bernard heeft
een klein erfenisje gehad Een oom
van zijn vrouws kant is zonder kinderen
overleden Hij heeft mij de geheele
geschiedenis verieldJa, het is een
brave kerel, die BernardMaar, her
innert u de Lindenhoeve niet meer
Nog maar flauwtjes.
Nu, dat maakt niets uit. Maar het
doet iemand toch goed, niet waar? als
hij merkt, dat er nog eerlijke lieden op
de wereld zijn.
O, zeker, mijnheer.
De som is gering, maar u kunt hier
mede nu toch betere dagen afwachten.
En ik verwacht, dat deze spoedig voor
u zullen aanbreken. Mevrouw Nerville
heeft mij zoo iets verteldZij heeft
Nieuwsblad
r—t 1—t rH r-H r—i t—I