„Het Kasteel van Kerior."
UND VAN ALTENA
UitgaveFirma L* JL VT3ERMAN, Heusden.
No 4409 Woensdag 25 Juni 1924
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. fil 525.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 4 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
BUITENLANBSCH OVERZICHT
Zaterdag en Zondag hebben de Fransche
en Britsche premiers op het landgoed van
den laatste, besprekingen hehouden. Er
konden wel geen besluiten worden genomen
omdat Ital.ë en België niet vertegenwoor
digd waren, maar zeer zeker zouden deze
besprekingen er toe hebben bijgedragen
orn het goed te effenenen, dat leidt naar
een Europeesche overeenstemming en ont
spanning.
De laatste jaren wilde het tusschen
Engeland en Frankrijk niet erg vlotten,
omdat men in Engeland niet mee kan gaan
met de opvattingen van Poincaré.
Een vlotte samenwerking tusschen Fran
krijk en Engeland is thans veel gemakke
lijker geworden, daar de inzichten vari
Herriot veel meer strooken met die van de
Engelsche politici dan die van Poincaré.
Herriot toch, zooals men zich herinnert,
heeft meermalen openlijk te kennen ge
geven gaarne bereid te zijn met een demo
cratisch en pacifistisch Duitschland tot
overeenstemming te geraken en in vrede
te Ieven.Herriot is verzoenlijker dan Poin
caré, maar dit beteekent nog niet, dat
Duitschland nu alles van den Franschen
premier gedaan 2al kunnen krijgen. Het
zal alleen op Herriot's welwillendheid kun
nen rekenen, wanneer het van zijn kant
blijk geeft van den erristigen wil een
vreedzame natie te zijn en de schadever-
gcedingskwestie te regelen op de basis van
het rapport der experts. Een Duitschland
dat met opzet in gebreke blijft en een
militaristische gezindheid aan den dag legt,
zal, al moge het régime in Frankrijk een
niet onbelangrijke wijziging hebben onder
gaan, zich tegenover een onverzettelijk
Frankrijk zien geplaatst.
Over de jongste besprekingen tusschen
Macdonald en Herriot is niet al te veel
uitgelekt en het te dezer zake uitgegeven
officiële communiqué laat na ons over het
onderhoud uitvoerig in te lichten. De onder
handelingen zullen echter wel in hoofdzaak
hebben geloopen over de rapporten der des
kundigen, de tenuitvoerlegging daarvan, de
te dezer zake door Duitschland te bieden
garanties, het verband tusschen de onder
linge schulden der geallieerden en de
Duitsche herstelbetalingen, de militaire
ontruiming van het Roergebied, de veilig
heid van Frankrijk in verband met de
beweerde militaire vrijheid in Duitschland
enz.
FEUILLETON.
40
Georges en Carmen kwamen daartegen
op, Hélène voegde zich bij hen.
De gravin schudde het hoofd.
Ik ben u allen zeer dankbaar voor uw
kinderlijke liefde Zoo heb ik mij
vroeger het moeder-zijn voorgesteld.
Maar de herfst is voor mij begonnen,
kinderen, en de winter komt zoo gauw.
De gravin ging opstaanzij kon weer
glimlachen.
Komaan, zeide zij, ik wil je niet be
droefd maken. Maar ik wilde even
aan Carmen toonen, dat deze heerlijke
bals, deze prachtige diners, deze rijke
partijen niet juist het ideaal zijn van
des menschen leven, en dat ik niets
meer zou hebben te wenschen, wanneer
ik wist, dat mijn zoon en mijn dochter
mij niet meer noodig hebben.
Carmen bleef mijmeren. Zij wilde
niets liever dan haar moeder voldoening
te geven, zij had daarvoor vele redenen,
maar nauwkeurig kon ze haar eigen ge
dachten en gewaarwordingen niet ont
leden.
Ja zeker, wanneer zij nadacht, wat
haar dikwijls gebeurde, na een feest of
een partij, waarop zij zich had vermaakt
met haar geheele ziel, dan spotte Car
men vaak met hetgeen zij den avond te
voren had gezien en gehoord.
Zij hield de menschen op zoo'n partij
Van helar.g is, dat de beide premiers
zijn overeengekomen om, wanneer België
en Italië zich hiermee kunnen vereenigen,
tegen het midden van Juli een conferentie
tusschen de geallieerden te beleggen, waar
de allesbeheerschende Europeesche kwesties
dan aan een nader onderzoek kunnen worden
onderworpen. Ook is er al sprake van
geweest Amerika op deze conferentie uit
te noodigen.
Bovendien bevat het beknopte commu
niqué r.og eeri andere belangrijke aandui
ding n.l. dat Herriot en Macdonald overeen
zijn gekomen bij de opening van de ver
gadering van den Volkenbond in Septem
ber samen naar Genève te gaan. Het
doel van dit bezoek, dat, naar gemeld
wordt, kort zal zijn, wordt niet meege
deeld, maar het is niet onwaarschijnlijk,
dat het verband houdt met de kwestie van
Frankrijk's veiligheid. Vermoedelijk zal
het streven van de beide premiers erop
gericht zijn te bewerken, dat aan den
Volkenbond in den vervolge de taak wordt
opgedragen te waken voor de veiligheid
en deze op doeltreffende wijze, zóó, dat
Frankrijk gerust kan zijn, te garandeeren.
De Vereenigde Staten van Noord-Amerika
voeren de laatste 3 jaren een immigratie
politiek die ten doel heeft de overvloedige
emigratie vooral uit Europa, Zuid-Oosthoek
sterk te beperken.
Tegenover Azië is reeds voor veertig
jaar eeri begin met deze politiek gemaakt
en men zag toen zeer goed in dat hierdoor
de Aziatische trots zou worden gekrenkt.
Het Ooste hield zich echter merkwaardig
kalm en nam de achteruitzetting zonder
veel drukte op.
Velen kwamen tersluiks in het land,
andéren liet men toe. omdat men koelies
noodig had voor koeliewerk. Doch al te
veel smokkelarij werd niet bedreven. In
den loop der tijden bleek echter dat in
de Westelijke Staten veel Japanners op
doken, wat des te minder over het hoofd
gezien kon worden, wijl ze allengs de
blanke tuinders en kweekers op zij drongen,
door eerst onder het loon te werken, hun
dan uit te koopen en ten slotte de anderen
te dwingen tot landverhuizing, omdat men
met het gele element geen voeling vvenschte.
Om hieraan een einde te maken sloot
Amerika met Japan in 1907 een over
komst op eerewoord volgens welke de
Japansche regeering zelf erop zou toezien
dat geen arbeiders meer naar Amerika
voor banaal en kinderachtig, maar voor
het oogenblik hield zij er niettemin van.
Dezen dag had Carmen, meer geroerd
door de woorden harer moeder dan zij
wilde toonen, een nieuwe opvatting van
haar toekomst,
Zij naderde nu het uur. het plechtig
uur, waarop het leven van het jonge
meisje een wending neemt, zonder dat
het voorzien kan wat haar wacht.
En wij hebben het reeds gezegd, zij
beminde nog niemand.
Georges en Hélène hadden, sedert den
vorigen avond, nog geen gelegenheid ge
had elkander mee te deelen, hoeveel zij
van elkander hielden. Zij oordeelden
dat het tijd werd de schade in te halen.
Zij keerden zich naar de zee; deze
rees, maar toch zou het nog een uur
duren vóórdat het vloed zou zijn.
De heer de Kerior wist, dat men Ker-
néach kon bereiken, voordat de rotsen
met water overdekt waren.
Zij gingen langs het strand zij kwa
men slechts langzaam vooruitals de
rotsen wat dicht op elkander stonden,
ging de jonge man vooruit en reikte de
hand aan Hélène om haar te helpen.
Zij ontmoetten verscheidene personen,
die ook langs het strand gingen.
De Septembermaand was heel mooi.
Er waren niet zooveel menschen aan het
strand als in Augustus. De bevolking
der badplaatsen is dan niet zoo woelig,
zoo druk, zij bestaat meestal uit ambte
naren, die dan eerst verlof krijgen.
Evenwel waren er toch nog een be
trekkelijk groot aantal Parijzenaars op
het strand in den omtrek.
zouden emigreeren, doch alleen nog passen
zouden worden verschaft voor bepaalde
klassen, als studenten, geleerden en koop
lieden.
Van 4908 tot 4923 waren in totaal
in Amerika 420.317 Japanners geïmmi
greerd en 111 636 uit bet land geëmi
greerd. Iri het begin van deze maand
nam de Amerikaansche senaat een wet
aan waarbij het de Chineezen, Hindoes,
Maleiers en ook Japanners geen burger
van Amerika kunnen worden.
Japan is hier natuurlijk niet erg over
te spreken, doch volgens de laatste be
richten zal het de kwestie voorioopig laten
rusten in afwachting van een gunstiger
gelegenheid voor gedachtenwisseling.
Kantongerecht te Hensden.
Strafzitting van het Kantongerecht van
Vrijdag 20 Juni 1924.
Kantonrechter Mr. C. W. v. Ommeren
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie
(waarnemend)Mr. P. van Meerwijk
Griffier Mr. W. Ruitir.ga.
Op de rol staan 84 zaken, waarvan er
8 op kinderen betrekking hebben. In 24
dezer zijn de beklaagden verschenen, waar
van we er eenige willen vermelden.
In de vorige zitting uitgestelde zaak
contra J. D. te Andel, beklaagd ter zake
van overtreding visscherijwet, worden thans
2 getuigen gehoord n.l. H. Verhoeven,
Voorzitter van den St. Romboutspolder en
J. Gulden, eigenaar van het vischwater,
waarin de overtredingisgepleegd. Verhoeven
verklaart dat beklaagde vergunning heeft
om in het water, dat in eigendom aan
den poider toebehoort, te mogen visschen.
Op het water, waarin beklaagde gevischt
heeft, van den polder of van Gulden is,
weet getuige niet. Getuige Gulden ver
klaart dat het vischwater in quaestie voor
de helft eigendom van hem is en voor de
ander helft van Bogers te Werkendam.
Beklaagde heeft in elk geval van getuige
Gulden geen vergunning, zooals deze zegt.
De heer Ambtenaar vraagt vrjjspraak op
grond van de getuigenverklaringen, die
stellig niet tot bewijs in deze zaak kunnen
leiden. De Kantonrechter zal schriftelijk
vonnis geven op Vrijdag a.s.
P. H, melkverkoopster te Dussen staat
terecht omdat zij melk verkocht heeft met
15 pCt. water er aan toegevoegd. De
Kantonrechter geeft beklaagde een ge-
duchten uitbrander en zegt dat de klanten
Al deze bezoekers van het strand waren
bewonderingjvoor den Oceaan die altijd vol
in beweging was maar de verloofden,
geheel opgaande in hunne liefde, had
den voor de zee geen oog.
Zij zagen niet, hoe de golven steeds
nader kwamen, hoe nu en dan reeds een
licht, zilverachtig schuim hun kleederen
bevochtigde.
Zij hadden den weg der verliefden
genomen, d. w. z. den langsten, zij maak
ten dikwijls een omweg ten einde geen
vreemdelingen te ontmoeten, die hun
stil samenzijn zouden storen.
Zij wilden niet, dat hun liefde werd
opgemerkt door onderzoekende blikken
van onverschillige menschen, noch dat
zij gehinderd werden door opmerkingen
van vreemdelingen.
De oneindige natuur alleen moest ge
tuige zijn van hun woorden en blikken
vol genegenheid.
De golven naderden steeds dichter en
zij klotsten heviger.
Eensklaps slaakte Hélène een kreet,
een groote baar was komen aanrollen
en had de voeten der beide wandelaars
bevochtigd.
De heer de Kerior was een zoon van
dit strand en hij wist van geen vrees,
maar hij wilde ook niet, dat zijn meisje
maar eenigszins angstig zou worden.
Hij riep uit
Wij zullen nooit de grotten van Ker-
néach bereiken I
Zij hadden het nu vrij, want er was
geen mensch meer tusschen de rotsen,
maar de Oceaan had een groot deel van
het strand reeds overstroomd, en er viel
melk en geen water koopen en dat het
wel merkwaardig is dat er in 't algemeen
nog zooveel boeren zijn die niet wasschen,
wat zoo noodig reiniging behoeft, maar
htln melk wel gaarne eene bewassching
doen ondergaan. Beklaagde zegt dat bet
niet hare schuld is, maar die harer dochter,
waarop de Kantonrechter zegt dat zulks
i.iets ter zake doet, daar beklaagde de
aansprakelijke persoon is en bovendien is
hetgeen beklaagde hier zegt onwaar.
Immers heeft zij aan den verbalisant
Heijmaris blijker s diens ambtseedig proces
verbaal verklaard dat haar dochter op baar
last het omspoelse! bij de melk voegt.
De Kantonrechter zegt dat hier eene flinke
straf meer dan gerechtvaardigd is. Immers
staat hetgeen beklaagde heeft gedaan in
karakter volkomen gelijk met diefstal en
wel van het ruim gedeelte van hetgeen
de klanten toekomt. Beklaagde wordt
gestraft met eene geldboete van f 75.00,
bij niet-betaling te vervangen door eene
maand hechtenis en met de boodschap er
bij dat zij bij herhaling kan rekenen op
principale hechtenis. Ik wil en 't zal ge
beuren ook, aldus de Kantonrechter, dat
de knoeierijen met melk in het kanton
Heusden een einde nemen. Desgevraagd
verklaarde beklaagde niet »hooger op« te
willen gaan.
G. V. te Woudrichem had met een
kreupel paard gereden op den Sleewijkschen
straatweg en was daar toevallig een paar
manschappen van de marechaussée tegen
gekomen, die proces-verbaal opmaakten,
wegens het doen voorttrekken van een met
melkbussen beladen voertuig door een trek
dier op noodeloos pijnlijke of kwellende
wijze. Beklaagde zei dat het paard maar
een heel klein beetje kreupel was en zulks
pas was geworden, na een uur rijdens.
Ja, zei de Kantonrechter, dat is goed en
wel, maar waarom liet je het paard draven
en niet stappen, hoewel je wist dat het
kreupel was. Beklaagde zei hierop niet
veel, waarop de Kantonrechter hernam dat
hij een enorm tegenstanders is van kwellen
van dieren en zulks nog te meer wanneer
zulks noodeloos geschiedt. Bij f10 boete
of 5 dagen hechtenis wilde de Kanton
rechter het voor dit maal laten, wijl be
klaagde overigens gunstig bekend staat.
P. A. S. te Amsterdam moet terecht
staan, eerstens wijl hij met zijn motor
rijwiel met zeer groote snelheid gereden
heeft over den Sleeuwijkschen Straatweg
en in de tweede plaats omdat het motor
rijwiel r iet voorzien was van een hoorn.
niet aan te denken om dat weer over
te steken.
Georges en Hélène liepen geen gevaar,
mits zij spoedig teruggingen, en de jonge
man gaf dan ook het sein tot den terug
tocht.
Nu bleek het echter, dat zij reeds te
ver waren gegaan, zij konden niet weer
aan den vasten wal komen zonder tot
aan de knieën door het water te waden.
De heer Kerior verwenschte zijn on
voorzichtigheid. Indien Carmen bij hem
geweest was, zou hij zijn zuster in zijn
stevige armen hebben genomen en haar
aan den overkant hebben gedragen zon
der dat haar voeten nat werden.
Twintigmaal was dat al wel gebeurd,
en menigmaal hadden de rotsen weer-
glamd van het gelach van Carmen de
Kerior.
Georges keerde zich ineens omhij
had een toevluchtsoord ontdekt.
Gered? riep hij uit.
Maar hoe vroeg Hélène, steeds on
bevreesd glimlachend.
Kom, Hélène, volg mij.
Ik gehoorzaam.
Kom gauw.
De golven volgden met groote snel
heid op elkander.
De zee, door den Noordwestenwind
bewogen, kwam plotseling in opstand.
Hélène zeide tot Georges
Ben je wel zeker, George, dat wij vei
lig dit avontuur te boven zullen komen.
Wel zeker, lieve Hélène. Zie je daar
aan de kust die kromming vlak voor
ons?
Hélène keek toe, zij onderscheidde
Voor het eerste feit luidt de veroordeeling
f 40.00 boete of 20 dagen hechtenis en
voor het tweede f 5.00 boete of 3 dagen
hechtenis. De Kantonrechter voegt er bij
dat de veiligheid der wegen in zijn kanton
en vooral van den rijksstraatweg van
Sleeuwijk raar Keizersveer nog zeer veel
te wenschen overlaat en hij niet zal terug
deinzen om steeds, waar noodig, flink in
te grijpen ten einde de gewenschte veilig
heid te verkrijgen.
C. J.. rijwielhersteller te Almkerk, had
met zijn motorrijwiel ook veel te hard
gereden over den Sleewijkschen straatweg.
Toen hij beweerde niet zoo buitengewoon
snel gereden te hebben zei de Kanton
rechter «motorrijders rijden nooit hard,
als ge het hun vraagt, maar gelukkig dat
niet zij hebben te beoordeelen of zij al-
dan niet te snel rijden, doch dat het
oordeel daarover nog steeds is bij Justitie
en politie. Met f25.00 boete of 10 dagen
hechtenis en met eene ernstige waarschu
wing voor het vervolg kon beklaagde huis
waarts gaan.
P. B. veldarbeider te Wijk moest zich
verantwoorden wegens het gooien met een
stuk hout naar een passeerend wielrijder.
Beklaagde hekent. Getuige J. H. van
Rijswijk verklaart beklaagde te hebben zien
gooien. Het stuk hout, ter terechtzitting
aanwezig, is niet meer of minder dan een
stuk plank en waar hiermede gegooid is
in het nachtelijk duister, noemt de Kan
tonrechter beklaagde's daad laf en hoogst
gevaarlijk. Eene kleine boete, aldus Zijn
Edelachtbare, zou hier stellig misplaatst
zijn en daarom kreeg beklaagde de keuze
tusschen f 15.00 boete of 10 dagen en
pension te 's Hertogenbosch.
Ph. d. W. koopman te Heusden reed
een paar maanden geleden met zijn honden
kar op den straatweg van Heusden naar
Elshout, toen hij gebruik moest maken van
den berm van den weg voor eene aange
legenheid waarvoor men den weg zelf in
den regel liever niet bezigt. Onze koop
man liet toen zijn kar met hond bespannen
midden op den weg staan. A. van
Sintruijen, op zijn motorrijwiel gezeten,
kwam toen juist van achteren op rijden
en wilde aan den goeden kant (tusschen
kar en tramrails) passeeren. Tot vlak bij
de kar genaderd zijnde schoot de hond,
die geheel los stond, plotseling uit met het
gevolg dat van Sintfruijen tegen de rails
schoot en kwam te vallen. Sinttruijen, als
getuige gehoord, beliep volgens zijne ver
klaring eene schade van f25 00, die be
niets, maar het geoefend oog van den
heer de Kerior had wel iets ontdekt.
Wij hebben geluk, wij behoeven al
leen de kust te volgen en een weinig
rechts om te slaan, en wij zullen droog
voets aankomen.
Inderdaad begon het water met zulk
een vaart op te zetten, dat Hélène er
bang voor werd.
Zij gingen den ongemakkelijken weg,
maar zonder dat hun een nieuw ongeval
overkwam. Weldra waren zij aangeko
men bij een grot, die door de natuur
was gevormd. Deze grot diende gewoon
lijk tot een verblijf voor zeevogels, in
den omtrek was zij bekend als de „grot
der zeemeeuwen".
Toen zij er waren, slaakte Georges
een zucht van verlichting en nam Hé
lène bij de hand.
Eindlijk, we zijn in veiligheid, zeide
hij.
Dat is niet zonder moeite geweest, er
kende juffrouw de Penhoët.
Je zult je deze wandeling lang herin
neren, lieve Hélène.
Dat wil zeggen ik zal haar nooit ver
geten.
Als eenig antwoord drukte hij haar
teeder de hand.
Als Carmen bij ons was, hernam de
jonge man, zou zij mij met de bitterste
verwijten hebben overstelpt, maar jij
bent zoo goed, zoo toegevend, mijn
lieveling.
Zij antwoordde
Maar jij, Georges, jij bent ook goed.
Met zijn gewone bescheidenheid kwam
hij daar terstond tegen op.
NIEUWSBLAD
Lui *11 Hetstei si AlteuiBLiiistrnt n ie Biaiderviirf
V»
i