t
Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommeierwaard.
10.4422. MM 8 AUQUSt
VHERTOGENBOSCH via Heusden=Dussen=SLEEUWIJK.
1924
FEUILLETON.
„Het Kasteel van Kerlor."
11 AUGUSTUS
Standplaats: 's=Bosch, Pensmarkt; Sleeuwijk, Veerboot.
Autobus-onderneming van de GEBR. VAN WIJK, Genderen.
MAANDAG
DINSDAG. VRIJDAG EN ZATERDAG
WOENSDAG EN DONDERDAG
BEHOORENDE BIJ HET
RUGPIJN WAARSCHUWT.
Iedere hardnekkige pijn in het smalle
gedeelte van den rug waarschuwt u om
acht te slaan op uw nieren. Zware, sle
pende rugpijn en scherpe steken bij buk
ken of plotseling keeren, wijzen op gezwol
len, ontstoken nieren pijnlijke, overwerkte
en vermoeide nieren.
De taak der nieren is om het urinezuur
uit het bloed te filtreeren. Kouvatting,
koorts, overwerking en buitensporigheden
overspannen de nieren en veroorzaken ont
steking. Zulk een in den aanvang lichte
ontsteking leidt bij verwaarloozing metter
tijd tot niergruis, waterzucht, rheumatiek
of een chronische nierkwaal.
Let op uw nieren zoodra de rug pijn
begint te doen. Zie toe ot de urine af
wijkingen vertoont, te schaarsch of te
veelvuldig geloosd wordt, brandend, pijn
lijk en vol bezinksel is, een abnormale
kleur .heeft enz. Let ook op hoofdpijn,
aauvallan van duizeligheid, een voortdurend
vermoeid gevoel en zenuwachtigheid.
Als uw nieren verzwakt zijn, gebruik
dan Foster's Rugpijn Nieren Pillen, het
geneesmiddel, dat ruim 50 jaren lang
zwakke nieren heeft genezen en over de
heele wereld wordt aanbevolen.
Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken
k f 175 per flacon (geel etiket met zwar
ten opdruk).
Kantongerecht te Heusden.
Strafzitting van 1 Augustus 1924
KantonrechterMr. C. W. v. Ommeren.
Ambteraar van. het O. M, (waarnemend)
Mr. P. v. Meerwijk.
Griffier: Mr. W. Ruitinga.
Het is eene reuzenzitting met 155 zaken
op de rol. De zaal is geheel gevuld met
baklaagden, getuigen en publiek.
Eerst komen 11 kinderzaken aan de
beurt, waarna de behandeling der gewone
rolzaken.
De in de vorige zitting uitgestelde verdere
behandeling der zaak contra J. v. d. S.,
horlogemaker te Heusden, beklaagd van
overtreding der Wapenwet, wordt het
eerst door den Deurwaarder uitgeroepen.
De getuigen C van Sinttruijen, A. van
Sinttruijen en J. de Jong, verklaren allen,
dat bekl. op den bewusten dag in de
Wijksche straat te Heusden een massief
gummistok met een riem of touw er aan
in de hand had.
Daarentegen verklaart C. B., huidhoudster
53
In zijn somberen trots beschuldigde
hij zich, dat hij beproefde als verleider
op te treden, dat hij een bruidschat na
ging. Bij de gedachte daaraan werd de
kapitein schaamrood.
Carmen antwoordde hem
Ik, meneer, ik ben meer vertrouwelijk,
ik twijfel niet aan uw vriendschap.
Hij zeide daarop
U hebt gelijk, juffrouw. Wij zijn
vrienden, wij zullen vrienden blijven.
Zij bemerkte, dat zijn oog helder stond
en vastberadenzij begreep, dat deze
man genoeg heerschappij over zich zelf
bezat om niet af te wijken van zijn
plicht, zooals hij dien opvatte, misschien
op een bekrompen, in elk geval een
strenge wijze, volgens haar, maar die
toch den officier nog verhief in haar
oogen.
En zij, juffrouw de Kerlor, de trotsche
adellijke jonkvrouw, zou geen zwakheid
begaan tegenover deze mannelijke fier
heid.
Ook zij vond haar kracht, haar koel
bloedigheid, zij wilde niet langer rond
waren in een wereld van droombeelden.
Hun beider gelaat weerkaatste een
veranderde stemming. Zij werden ge
voeliger, meer nadenkend, al bleek ook
in hun oogen de schittering van weder
zij dsche teederheid.
van bekl., dat deze geen gummistok in
zijn hand had, maar slechts een stuk gas
slang zonder riem of touw er aan.
De Kantonrechter verdenkt deze laatste
getuige van meineed en gelast daarom een
marechaussee haar naar de kazerne te
brengen, teneinde haar gelegenheid te
geven, na te denken over verklaringen,
die zij later in de zitting nog onder eede
zal moeten afleggen. Getuige spartelt wel
erg tegen, maar 't helpt haar niet veel,
want de krachtige arm van een mare-
chaussée doet haar in een ommezien uit
de zaal verdwijnen.
's Middags na pauze wordt getuige op
nieuw gehoord, waarbij zij volhardt bij
haar afgelegde verklaringen. Waar een
getuige, die ziek is, niet kon worden ge
hoord, wordt de verdere behandeling der
zaak uitgesteld tot 5 Sept. a s.
Inmiddels deed zich nog een incident
voor. De bekl. trad zeer biutaal en in
sinueerend tegen den Kantonrechter op,
zoodat deze aanleiding vond om hekl. uit
de zaal te verwijderen. Ook hierbij deed
de sterke arm van een raarechaussée wonder
vlug werk.
A. A. T., arbeider te Dussen, had ge
weigerd om aan een ambtenaar van den
Raad van Arbeid mede te deelen, bij welke
bazen hij het laatste jaar zoo al had ge
werkt.
Bekl. bekent, zulks onder toevoeging,
dat 't hem onmogelijk was al zijn werk
gevers op te geven.
De Kantonrechter wees bekl. op het
geheel verkeerde zijner handelwijze, om
aan een bevoegd ambtenaar de gevraagde
inlichtingen te weigeren en veroordeelde
hem tot f 10 boete of 5 d. h.
P. D. v. d, W. en B. W. B. te Alm
kerk stonden terecht voor overtreding der
Arbeidswet bij 2e herhaling.
De laatste bekl. die bakker is, zeide,
dat hij in de veronderstelling had verkeerd,
dat hij met het oog op het Pinksterfeest
in den nacht van 6 op 7 Juni j.l., toen
hij bekeurd werd, mocht bakken, terwijl
later bleek, dat hij zich hierin vergist had.
Ook nog zei bekl,, dat het voor een bakker-
absoluut onmogelijk is om alle verbodsbe
palingen, voortvloeiende uit de Arbeidswet,
na te leven.
De Kantonrechter antwoordde, dat hij
wel begreeep dat het voor een bakker
niet gemakkelijk is om nimmer irr strijd
te komen met de voorschriften der Arbeids
wet, maar de wet is er nu eenmaal en
moet dus worden gehandhaafd. Vervolgens
wees de Kantonrechter de bekl. er op,
dat de wet bij 2e herhaling het opleggen
door den Kantonrechter van hechtenis ge
biedt en dat geen boete kan worden op
gelegd. Wel is voorwaardelijke hechtenis
mogelijk en deze straf wil de Kantonrechter
ditmaal nog opieggen, zulks in de hoop
dat bekl. de Arbeidswet niet meer zullen
overtreder), daar anders de deuren van
het Huis van Bewaring voor hen moeten
worden geopend. Nu kreeg ieder 3 dagen
voorwaardelijke hechtenis.
N. v. O., visscher te Heusden, had met
een tiental fuiken gevischt in water van
den heer C. Sprengers te Oudheusden,
waarvoor hij geen schriftelijke vergunning
had. Hij was wel in het bezit eener
schriftelijk© vergunning van wijlen den
Heer Mol te Ginneken, voor water onder
Oudheusden, maar daar viel het Oude
Maasje niet onder, wat bekl., naar hij
Robert d'Alboize zeide op een toon,
waarin de hartstocht beheerscht werd
door een vasten wil
Wij zijn slachtoffers geweest van dat
toeval, hetwelk er pleizier in vindt om
de geesten op een dwaalspoor te bren-
geu, door ze te doen gelooven, dat een
gelukkig uur heeft geslagen. Ja, op
een onverwacht oogenblik bevindt men
zich in tegenwoordigheid van een wezen,
dat bestemd schijnt u te begrijpen, beter
dan iemand het ooit heeft gedaan tot-
negtoe. Een blik, een glimlach, een
plotseling gebaar zeggen dat nog duide
lijker. Vervolgens gaat ieder zijn
gang, en het vizioen verdwijnt.
Niet altijd gaat het zoo, mompelde
Carmen.
Robert vervolgde met hetzelfde zelf
bedwang
Misschien, maar het is niet heel ver
standig om dergelijke illusiën ernstig op
te vatten. De wezens, voor wie dit
bedriegelijk licht van een voorbeschik
king schijnt, ontmoeten elkander dik
wijls in zeer bijzondere omstandigheden.
Stel u twee treinen, die elkander rake
lings voorbijgaan, wanneer de snelheid
wat verminderd is en men elkander kan
beschouwen. Verbeeldt u twee sche
pen dicht genoeg voorbijgaan, dat de
opvarenden elkander eenigen tijd kunnen
verstaan. Van de verschansing van het
eene vaartnig ziet een man een vrouw
aan enkele oogenblikken lang, gaan zij
geheel in elkaar op, dan scheidt de zee
hen weer.
Ja, zeide Carmen met een diepe treu
righeid, en zij zien elkaar nooit terug.
zeide, dacht, omdat hij reeds tal van jaren 1
met eene vergunning van den Heer Mol
in het Oude Maasje had gevischt en er
nooit iemand aanmerking op had gemaakt.
De Kantonrechter zei, dat bekl. wel kon
en behoorde te weten, dat het gedeelte van
het Oude Maasje, waarin hij gevischt heeft,
vischwater van den Heer Sprengers, van
wien hij geen schriftelijke vergunning had,
is. Verder zei de Kantonrechter, dat er i
voor bekl. wel eenige verzachtende om
standigheden waren aan te voeren en dat
hij daarom ditmaal met een lichte straf
wilde volstaan.
Bekl. hoorde nu tegen zich uitspreken j
f 5 boete of 3 dagen verplicht naar Den
Bosch, met last tot teruggaaf der in beslag
genomen tien fuiken.
A. S., landbouwer te Herpt, had abso
luut geheel buiten zijn schuld in strijd
gehandeld met de Visscherijwet, want
zonder dat hij het wist had hij drie aaltjes
met een aalschaar gevangen.
Bekl. deed het volgende allerminst on
waarschijnlijke verhaal. »Ik had op zekeren
dag een aalschaar genomen alleen met de
bedoeling om bosschen uit de slooten te
Vertrek van
v.m.
v.m.
v.m.
v.m.
n.m.
n.m.
Vertrek van
v.m.
v.m.
n.m.
n.m.
n.m.
's-Bosch
5.15
Sleeuwijk
7.10
11.15
12.15
2.15
8.15
Vlijmen
5.30
Werkendam
11.30
Haarsteeg
5.35
Tol
11.40
Herpt
5.45
Almkerk
7.30
11.50
12.35
2.35
8.35
Heusden
5.50
Boerendans
7.35
Genderen
0.00
8.00
1.15
6.00
Dussen
12.45
2.45
8 45
Eethen
6.05
8.05
1.20
6.05
Meeuwen
12.55
2.55
8.55
Meeuwen
6.15
8.15
1.30
6.15
Eethen
1.00
3.05
9.05
Dussen
6.30
8.30
1.40
6.30
Genderen
1.05
3.10
9.10
Boerendans
7.40
Heusden
3.20
Almkerk
6.45
7.45
8.45
11.50
1.50
6.45
Herpt
3.25
Tol
7.55
12
Haarsteeg
335
Werkendam
8.05
Vlijmen
3.45
Aank. Sleeuwijk
7.10
8.20
9.10
12.10
2.10
7.10
Aank. 's-Bosch
4.00
Vertrek van
v.m.
n.m.
n.m.
Vertrek van
v.m.
v.m.
n.m.
n.m.
's-Bosch
8.15
12.15
5.30
Sleeuwijk
10.15
2 15
8.15
Vlijmen
830
12.30
5.45
Almkerk
10.30
2.35
8.35
Haarsteeg
8.40
12.40
5.55
Dussen
10.45
2.45
8.45
Herpt
8 50
12.50
6.05
Meeuwen
10.55
2.55
8.55
Heusden
8.55
12.55
6.10
Eethen
6.50
11.05
3.05
9.05
Genderen
9.05
1.05
6.20
Genderen
7.00
11.40
3.10
9.10
Eethen
9.10
1.10
6.25
Heusden
7.10
11.20
3.20
Meeuwen
9.20
1.20
6.30
Herpt
7.15
11.25
3.25
Dussen
9.35
1.35
6.40
Haarsteeg
7.25
11.35
3.35
Almkerk
9.50
1.50
6.50
Vlijmen
7.35
11.45
3.45
Aank. Sleeuwijk
10.10
2.10
7.10
Aank. 's-Bosch
7.55
12.00
4.00
Vertrek van
v.m.
m.
n.m.
n.m.
Vertrek van
vm-
5.45
v.m.
v.m.
n.m.
n.m.
's-Bosch
8.00
12 00
3.00
5.15
Sleeuwijk
6.45
10.15
2 15
8.15
Vlijmen
8.15
12.15
3.15 nf
5.30
Werkendam
5.30 g
7.00 s
830
Haarsteeg
8.25
12.25
3.25 3
5.35
Almkerk
0.00 3
7.25 8
10.35
2.35
8.50
Herpt
8 35
12.35
3.35 o
5.45
Dussen
6 15 sj o
7.40 3
10.45
2.45
9.00
Heusden
8.40
12 40
3.40 "O
5.50
Meeuwen
6.25
7.45 o
10.55
2.55
9.10
Genderen
8.50
12 55
3.50
6.00
Eethen
6 35
7.55
8.00
11.05
3.05
9.15
Eethen
8.55
1.00
£S n
u 3 3
6.05
Genderen
6.40
11.10
3.10
9.20
Meeuwen
9.05
1.10
6.15
Heusden
6 50
8.10 S
11 20
3.20
Dussen
9.15
1.20
2?
CD fi> O»
6.30
Herpt
6 55
8.15 3
11.25
3.25
Almkerk
9.30
1.35
N O. P
2 2 Cfq
6.45
Haarsteeg
7 10
8.25 p
11.35
3.35
Werkendam
9.50
1.55
n> t
Vlijmen
7.20
8.35 w
11.45
3.45
Aank. Sleeuwijk
10.10
2,10
7.10
Aank. 's-Bosch
7.40
9.00
12 00
4.00
De dienstregeling van 24 Maart is hiermede vervallen.
Alle aangegeven tijden te rekenen als zijnde wettelijken tijd.
Welnu, vervolgde Robert, is het dan
niet beter, dat zij elkaar nooit terugzien,
indien zij toch niet voorgoed vereenigd
kunnen worden? Zeker, er zijn be
voorrechten, voor wie het vizioen niet
zoo vluchtig is. Op een bal kunnen
zij samen dansen, elkaar de hand druk
ken, den klank hunner stemmen hoo-
ren. Indien het meisje barmhartig
is, doet zij glimlachend afstand van de
roos, die aan haar boezem steekt.
Het is niettemin waar, dat op een nood
lottig oogenblik, ieder zijn eigen weg
gaat. Het is altijd weer de plicht,
die beveelt.
En alles is geaindigd, zuchtte Carmen.
Robert voegde erbij
Wij moeten nochtans de Voorzienig
heid zegenen, die ons in het aardsche
bestaan den blauwen hemel van het
ideaal laat zien. Dat groot geluk heb
ik gehad, juffrouw 1
Carmen heeft twee groote tranen in
het oogzij maakte een roos los van
haar japon en reikte die aan den kapi
tein, die haar ontroerd aannam.
Dit werd zoo snel gedaan, dat nie
mand, zelfs mevrouw Vernier niet, er
iets van bemerkte.
Juffrouw de Kerlor bleef eenige oogen
blikken in smartelijk nadenken verzon
ken; toen wist ook zij haar verdriet te
beheerschen. Zij wilde zich op het punt
van onverschrokkenheid, Rohert waardig
toonen.
Laten wij volgen, waarheen het lot
ons roept 1
U begrijpt, dat ik moet vertrekken?
Ik begrijp het.
En beiden voelden tegelijkerheid een
droevige vraag bij zich opkomen Waar
om hebben wij elkaar teruggezien
Zij waren voor eenige dagen zoo ge
lukkig geweest, dat zij elkaar weer zou
den terugzien.
Zij keken nu elkaar aan, alsof zij el
kaar moed willen inspreken. Het ge
lukte hun. echter alleen in eikaars blik
ken te lezen, hoeveel zij beiden leden.
Robert riep uit op diepgevoelden toon
U belooft mij, dat ik uw genegenheid
behoud
Uit geheel mijn hart.
Ach, wij zouden wel zeer gelukkig zijn
geweest, indien deze korte droom wat
langer mocht duren. Maar wij moeten
ons buigen. Zoo is het leven
Zult u terugkomen, kapitein
Ik durf niet. Ik wil het niet hopen
Welnu Vaarwel!
Zij reikten elkander de hand.
Zij drukten elkander stevig de hand,
en zij legden daarin al hun gevoel, al
j hun liefde.
Toch, ondanks al hun krachtsbetoon,
j begreep ieder van hen, dat zij een stuk
van hun hart verloren.
Robert d'Alboize had gezegdZoo is
het leven I
Carmen vroeg zich zelf, of het geluk
dan niets anders was dan verbeelding.
Mariana had hem niet uit het oog
verloren.
Ofschoon Robert en Carmen hun ge-
dachteu uitten met halfluide stem en
i zich er wel voor wachten al te duide-
lijke gebaren te maken, want zij wa
ren te dicht hij deze groote menigte,
die hen kon hooren ondanks alle voor
zorgen. Mariana giste toch, dat zij ver
driet hadden.
Met een fronischen glimlach op de
lippen zeide zij in zich zelf, dat binnen
enkele dagen juffrouw de Kerlor aan
heel wat anders zou denken dan aan
den mooien officier.
Georges en Hèlène kwamen weer bin
nen, glimlachend, stralend van opge
wondenheid.
Mevrouw Vernier vroeg zich af, of het
verlies van zijn vermogen, dat voor de
deur stond, niet beter voor zijn huwelijk
was gekonen.
Vervolgens haalde zij de schouders
op, want zij moest den heer de Kerlor
en juffrouw de Pedhoët de eer gunnen,
dat de ramp hun vereeniging niet zou
hebben verhinderd.
Beter was het dus, dat het ongeluk
over hen kwam in het begin der witte
broodsweken.
Men zou dan weldra zien, wat deze
betuigingen van liefde waard waren.
XXX.
In het hospitaal.
Wij hebben Francois Champagne ver
laten op het oogenblik, dat hij te raid
den der puinhoopen van het kleine hotel
in de rue de Prony rolde.
Men bracht den sapeur naar het mi
litaire hospitaal in het tiende arrondis
sement.
ftietiwsblad
DIENST".