Eerste Blad
^ND VAN ALTEMA
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 4429. Woensdag 3 September 1924,
FEUILLETON.
„Het Kasteel van Kerlor."
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no 61525.
V
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.25, en
franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
De beslissing over de wetten, noodig voor
de Londensche overeenkomst, is Vrijdag in
den Duitschen Rijksdag gevallen.
De bankwet is aangenomen met 259
tegen 172, de wet tot liquidatie van de
rentemarkbank met 280 tegen 172 stem
men en de spoorwegwet waarvoor 'n
meerderheid van twee-derde noodig was
met 314 tegen 127 stemmen.
De Berlijnsche correspondent van het
Hbl. telefoneerde uit den Rijksdag
De groote beslissing is gevallen en wel
juist zooals op deze plaats, ondanks alle
pessimisme, dat in Duitschland ten slotte
overheerschte, voortdurend voorspeld 'is.
Een deel van de Duitsch-nationalen is ver
standig gebleven en heeft de regeering een
meerderheid bezorgd, die juist voldoende
bleek.
De spanning in de zaal, die tot berstens
toe vol was, was grooter dan ik ooit te
voren hier meegemaakt heb en de obstruc
tiegeest van communisten en Deutsch-Völ-
kischen, die steeds weer hoofdelijke stem
ming eischten voor de andere ontwerpen,
terwijl toch de eenvoudige meerderheid
muurvast stond, kon die spanning slechts
doen toenemen.
Alles wachtte op de spoorwegwet. Toen
deze eindelijk aan de beurt kwam, werd
het akelig stil in de zaal en alles staarde
naar de fractie der Duitsch-nationalen. Al
spoedig kwamen tusschen de roode »neen«-
kaartjes, die in de urn gingen, ook de
noodige witte, die »ja« beteekenen. Slechts
Bazille, den staatspresident van Wur temberg,
zag ik blauw, dat is onzijdig, stemmen.
Admiraal Von Tirpits en prof. liötsch
onthielden zich van stemming, de jonge
Bismarck stemde »voor« en na hem kwamen
steeds meer »omgevallenen«. Toen werd
het duidelijk, dat het er om gaan zou,
dat de Duitsch-nationalen dus tóch verdeeld
waren en geen fractiedwang wilden uit
oefenen, maar een berekening, een schat
ting zelfs, was toch nog onmogelijk.
Toen het bureau begon te tellen, ver
drongen zich ministers en ambtenaren om
de estrade van den president om het re
sultaat al was het maar eenige seconden
eerder te weten. Het sociaal-democratisch
bureaulid kon de mededeeling van den
president niet afwachten, maar snelde
60
Heel goed. Maar waartoe die vraag
Kom, ik wil weten, wat je mij ver
bergt.
Georges antwoordde
lk zal het je mededeelen, beste Car
men, terwijl Hélène een onderhoud heeft
met mama.
De jonge vrouw ging heen en liet
broeder en zuster alleen.
Carmen voer met de hand over het
voorhoofd en mompelde
Kom, kom, ik droomIk kan niet
veronderstellen, dat er tusschen jou en
Hélène.
Georges riep dadelijk uit:
NeenDenk zoo iets vooral niet.
Hélène is de beste, de edelste aller
vrouwen.
Maar wat is er dan
Luister.
XXXIII.
Toewijding.
In enkele woorden stelde de heer de
Kerlor zijn zuster op de hoogte met wat
er had plaats gehad.
Carmen luisterde met een smartelijke
verrassing. Persoonlijk bekreunde zij
zich niet om het verlies van het geld
reeds naar zijn fractie om deze den uitslag
mede te deelen. En vooral ook de Deutsch-
Völkischen, die demonstratief, man voor
man, hun roode biljetten zelf naar den
president hadden gebracht, waren in ge
weldige spanning. Toen verkondigde
Wallraf^Tweederde van het aantal leden
bedraagt 341, gestemd hebben 411. Van
dezen hebben met »ja« gestemd 314.
Verder kon hij zich niet verstaanbaar
maken. Communisten en Ludendorff-man-
nen raasden en tierden om het hardst van
woede. Eerst na eenige minuten kon de
president herhalen,' dat 127 afgevaardig
den met »neen« hadden gestemd. Maar
de belangstelling was toen ineens gewe
ken. Weinige minuten later wist men het
op straat, een half uur later kwamen ex
trabladen uit, die zelfs bij tienduizenden
gratis overal werden rondgestrooid. De
wetten in verband met het plan-Dawas
zijn aangenomen en de weg voor betere
tijden staat open
De gezanten van Frankrijk, Engeland,
Amerika en Japan hebben er den Chinee-
schen minister van buitenlandsche zaken
van in kennis gesteld, dat hun regeeringen
de Chineesche regeering aansprakelijk zullen
stellen voor de verliezen harer onderdanen
in geval van een strijd tusschen de mili
taire gouverneurs van Tsjekiang en Kiangsoe.
Britsche, Amerikaansche en Japansche
oorlogschepen bevinden zich thans ter hoogte
van Sjanghai.
Een oorlog tusschen de provincies Tsje
kiang en Kiangsoe schijnt thans onvermij
delijk te zijn, tenzij Loe Yoeng Hsiang
vrijwillig afziet van de macht over Sjanghai.
Tsjang Tso Lin is te Moekden bezig
troepen te concentreeren om Loe Yoeng
Hsiang bij te staan, terwijl maarschalk
Woe Pei'Foe troepen transporteert om
Tsji Hsi Yoean te helpen, die Sjanghai
in bezit wil nemen.
Men ziet dus uit deze mededeelingen,
dat alle factoren voor een ernstigen bur
geroorlog voorhanden zijn.
Vergadering van den Raad der gemeente
HERPT op Vrijdag 29 Augustus,
n.m. half acht.
Voorzitter EdelAchtb. Heer H. J. van
Eggelen.
Secretaris WelEd. Heer v. Liempt.
Aanwezig alle leden, behalve de heer
A. v. Bokhoven Jz.
De Voorzitter opent de vergadering om
zij kende niet nauwkeurig ^de waarde
van het geldbovendien kon ze zich
niet voorstellen, hoe papieren in de
brandkast der Kerlor's op eenen dag een
hooge waarde konden vertegenwoordigen
en den volgenden heelemaal niets waard
konden wezen. Maar allereerst ontroerde
het haar, wijl zij vreesde voor de uit
werking, die het bericht op haar moeder
zou hebben.
De gravin van Kerlor had 600.000
francs in de „Kredietbank van het Wes
ten", het deel van Carmen en Georges
uit de nalatenschap huns vaders, voor
ieder 250.000 francs, was insgelijks toe
vertrouwd aan Ronan-Guinee, te zamen
dus een som van 1.100.000 francs, die
geheel verloren zou zijn.
Het was het geheele vlottende fortuin
der Kerlor'shet kasteel en het land
goed, het huis in het Pare aux-Princes,
te Parijs, vertegenwoordigden vijfmaal
het geld in de bank van Ronan-Guinec,
maar de gravin zou nooit het minste
stukje willen verkoopen van deze eigen
dommen.
Georges verklaarde aan Carmen, wat
voornemen Hélène had.
Het hart van juffrouw de Kerlor
bonsde, toen zij nog eens weer hoorde,
hoe goed haar schoonzuster was, wat
deze voor haar wilde doen. Zij bracht
niet dezelfde opmerkingen te berde als
Georges ten opzichte van de aanbieding
van het geld door Hélène. Het is waar,
de heer de Kerlor ging niet zoover om
te zeggen tot Carmen, dat de jonge gra
vin haar een bruidschat wilde geven.
Juffrouw de Kerlor riep uit:
7.50 uur. De notulen der vorige vergade
ring worden gelezen en onveranderd goed
gekeurd.
Aan de orde is
Ingekomen stukken.
Prov. byblad waarin wordt verzocht een
voordracht voor het College van Zetters
op te maken, Aftredend zijn de heeren
A. Buys en A. W. Verhoeven. Op de
voordracht worden geplaatst de heeren A.
Buijs en A. W. Verhoeven als le candi
dates terwijl als 2e candidaten worden
aanbevolen de heeren P. v. d. Broek en
A. Piron.
Verder is nog ingekomen De rekening
van de Gezondheidscommissie te Heusden,
die slu t met een batig saldo van f 388.97.
Deze rekening wordt goedgekeurd.
Bericht van aanneming hunner benoeming
tot lid der commissie voor schoolverzuim,
door de heeren J. P. Straver, en G. Muijen
en een bericht van niet aanneming dezer
functie van den heer P. v. d. Broek.
Door B. en W. wordt thans voor be
noeming aanbevolen de heer C. v. Greven-
broek, die met algemeene stemmen wordt
gekozen.
Een verzoek van de Burgerwacht om
een subsidie van f 75, ook met het oog
op den ontspanningsavond die de Burger
wacht in verband met de viering van zijn
5-jarig bestaan denkt te houden.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. de
Burgerwacht hebben verzocht om een be
grooting over te leggen dat aan dit ver
zoek is voldaan en uit deze begrooting
blijkt dat de totale uitgaven f 160.30 en
de ontvangsten f84 bedragen, zoodat er
een riadeelig slot is van f 76. B, en W.
hebben het verzoek met ernst overwogen
en kunnen geen vrijheid vinden om f 75
toe te staan. Aanvankelijk was het college
van oordeel met f 25 te moeten volstaan.
Aangezien de Burgerwacht echter buiten
gewone uitgaven heeft gehad omdat de
schietbaan tengevolge van brand is ver
woest, en B. en W. volkomen kunnen
begrijpen, dat de Burgerwacht zijn vijfjarig
bestaan niet onopgemerkt wenscht te doen
voorbijgaan, zouden zij den Raad willen
voorstellen een subsidie toe te staan van
f 40. Te meer, daar de Commissaris der
Koningin verzoekt, de Burgerwachten finan
cieel te steunen, omdat het algemeen be
lang de instandhouding daarvan vordert.
De heer Kouwenberg vindt de subsidie
te hoog. De financiën der gemeente laten
deze niet toe.
Ik heb Hélène gered, waarom zouden
wij weigeren, dat zij onze moeder redt
Wij kunnen het ons niet verhelen,
die slag zou vreeselijk voor haar zijn,
indien wij niet allen samen onze krach
ten inspannen om hem te boven te komen.
Ja, voor alles moet onze moeder niet
getroffen worden door deze ramp.
Wij met ons drieën zullen daarvoor zeker
wel kunnen zorgen.
Het uur voor het ontbijt was geslagen.
De gravin verscheen aan den arm van
Hélène.
Zij was zeer bleekondanks den tact
der jonge vrouw, had het haar diep ge
troffen, toen zij vernam, wat ramp er
eigenlijk was voorgevallen.
Toen, na eenige minuten van groote
droefheid, was de gravin allengs iets be
daarder geworden.
Hélène hield niet op te verzekeren,
dat er goede redenen waren om nog te
hopenbovendien had de jonge vrouw
haar alles herhaald, wat zij reeds tegen
Georges had gezegd.
Hoe dat ook zij, de moeder keek hare
kinderen met eenige bezorgdheid aan,
toen zij in de eetzaal trad.
Ik heb naar Parijs getelegrafeerd, riep
Georges uit. Wij mogen niet wanhopen,
voordat wij het antwoord hebben ont
vangen. Wij kunnen dat nauwelijks
voor van avond hebben.
Die kleine Jacques, zeide de gravin,
heeft misschien een onvoorzichtigheid
begaan, maar ik kan niet aannemen,
dat hij slecht is geweest.
Enfin, voegde juffrouw de Kerlor er
bij, het is niet mogelijk, dat wij alles
De heer v. Herpt noemt, daar hij de
instandhouding heeft hooren bepleiten, de
subsidie te laag, ook met het oog op het
nadeelig slot der ingediende begrooting.
De heer v. d. Broek zegt, dat de regee
ring er prijs op stelt, dat de Burgerwachten
in stand blyven en zou daarom liever zien
dat de regeering daartoe ook meer bijdroeg.
Spr. is er echter niet tegen, de voorge
stelde subsidie toe te kennen.
Het voorstel van B. en W. in stemming
gebracht, wordt aangenomen met 5 tegen
1 stem de heer Kouwenberg stemde tegen.
Voorstel B. en W., vaststelling vermenig-
vuldigingscijfer plaatselijke inkomstenbelas
ting 1924—1925.
De Voorzitter zegt, dat in een vorige
vergadering reeds is besloten om het ver-
menigvuldigingscijfer te bepalen op 4J pCt.
In een vergadering van B. en W. is echter
medegedeeld, dat de boerenbedrijven voor
het kalenderjaar 1923 niet zijn tegenge
vallen en men dus waarschijnlijk met het
cijfer 4 wel zal kunnen volstaan. Spr.
meent wel, dat hier een slag in de lucht
wordt gedaan, toch B. en W. achten het
noodig den Raad voor te stellen het cijfer
op 4 te stellen.
De heer v. Herpt heeft gemerkt, dat
de gemeente nogal kasgeld heeft, ook wordt
beweerd dat voor de bandenverkooping de
inkomsten hooger zullen zijn dan is ge
raamd, zoodat het spr. voorkomt dat met
een lager cijfer als vorig jaar zal kunnen
worden volstaan. Toen bedroeg het cijfer
4, dus thans meent spr. zou het wel met
3J kunnen.
De Voorzitter zegt, dat de heeren het
zelf moeten weten. Waar er volgens de
gemeentebegrooting echter f 9000 aan be
lasting moet komen, is het voor spr. nog de
vraag of men er met 4 pCt zal komen.
De heer v. Herpt merkt op, dat, als
geen der heeren zyn voorstel wil steunen,
hij zich ook wel bij 4 pCt, wil neerleggen.
Met algemeene stemmen wordt hiertoe
besloten.
Aanbieding gem.-rekening 1923.
Deze rekening wordt voor onderzoek
in handen gesteld van een commissie,
bestaande uit de heeren P. v. d. Broek
en A. Kouwenberg.
Afgraven Bernschen dijk.
De Voorzitter zegt, dat deze kwestie
reeds in de vorige vergadering is besproken
en toen voldoende is gebleken, dat uitvoering
van het werk van belang is. Volgens den
geraadpleegden deskundige zullen de kosten
verliezen. Indien we iets moeten mis
sen, zullen wij het weer zien in te halen.
De Kerlor's zijn verheven boven
dergelijke quaesties.
Dank zij Hélène vooral, werd de al
gemeene troosteloosheid weldra minder.
Indien er onvermijdelijke fouten waren
gemaakt, men zou ze verbeteren. Overi
gens wist men nog niets bijzonders. Er
nu verder over te redeneeren, was vrij
wel nutteloos.
Georges ontving tegen zes uur in den
avond een telegram van den volgenden
inhoud
„De directeur is op de vlucht. De
bank-instelling wordt met bankroet be
dreigd".
Den volgenden dag liet de heer Firmin
de Saint-Hyrieix belet vragen bij de gra
vin de Kerlor.
Terwijl de diplomaat wachtte op het
antwoord van mevrouw de Kerlor, trad
Georges de kamer binnen, waar hij zat.
De Saint-Hyrieix drukte Georges de
hand met veel hartelijkheid.
Ondanks al zijn voorzorgen, merkte
de heer de Kerlor op, dat hun buurman
er anders, opgewondener, uitzag, dan
gewoonlijk.
Mijn waarde graaf, zeide Firmin, ik
heb uw moeder om een onderzoek ver
zocht. Ik heb haar te spreken over
een zaak, die me zeer dierbaar is.
Georges keek den ander aan en hij
dacht aan Carmen)
De echtgenoot van Hélène had dik
wijls gedacht aan de oplettendheid van
den diplomaat.
Hoewel de liefde voor Hélène hem
dezer afgraving 900 a 1000 gulden vorderen,
zoodat B. en W. den raad voorstellen
een crediet toe ie siaan van f 1000.
De lieer v. d. Broek vindt het jammer,
dat dit punt niet is behandeld voor de
behandeling van het percentage voor de
gemeenté-inkomstenbelasting, dan had men
met deze uitgaaf rekening kunnen houden.
Het komt spr. thans beter voor met de
uitvoering te wachten tot na de beslissing
der vereeniging, de grootere gemeente kan
de uitgaaf beter dragen.
De Voorzitter bestrydt deze meening en
zegt waar het voldoende is gebleken,
dat de afgraving nuttig en noodig is
het dan ook geen verschil uitmaakt of
deze dan door een kleine of groote gemeente
wordt uitgevoerd. Een vraag is het na
tuurlijk of de f1000.uit den gewonen
dienst zullen worden gevonden, want er
staat geen cent voor op de begrooting, er
moet dus worden uitgekeken of zij be
zuinigd kunnen worden, anders zal er op
een andere manier in voorzien moeten
worden.
De heer v. d. Broek acht het moeilijk
f1000 te bezuinigen op een bedrag van
f9000, en een volgend jaar wordt het werk
uit handen genomen, daarbij pCt. ver
hooging scheelt juist f1000.
De Voorzitter meent dat met de veree
niging nog geen rekening mag worden
gehouden, deze is er nog niet.
Wethouder Verhoeven zegt, dat het de
bedoeling is het geld er voor te leenen.
Zooeven is gewezen op de grootere ont
vangst van het houtgewas. Het is waar, dit
brengt f 300 meer op als oorspronkelijk was
geraamd, doch deze verhooging houdt ver
band met de afgraving. Wordt de dijk
afgegraven dan moet het houtgewas wor
den gekapt, gebeurt het niet, dan moet
het nog een jaar staan. Of de gemeente
vereenigd wordt of niet, het werk blijft
hetzelfde, of men dit doet voor Herpt al
leen of voor de vereenigde gemeente.
Hierop gaat de raad met algemeene
stemmen accoord met het voorstel om den
dijk af te graven en staat daarvoor een
crediet toe van f 1000.
Het verzoek van P. Fitters om jacht
vergunning op de gemeentegronden wordt
met algemeene stemmen ingewilligd.
Voorstel Ged. Staten tot vereeniging van
de gemeenten Heusden, Herpt en Oud-
heusden.
De Voorzitter zegt, dat de heeren het
ontwerp van wet hebben thuis gehad waar
meestal geheel in beslag nam, kon Geor
ges niet vergeten, dat hij ook familie
plichten had te vervullenbovendien
was zijn aandacht getrokken door het
gesprek, dat er aan tafel had plaats ge
had, den dag van het ^uitstapje naar
Korneach.
Over 't geheel mishaagde de Saint-
Hyrieix, ondanks zijn oogenblikken van
gemaakte koelheid, niet aan Georges.
De heer de Kerlor fronste zijn wenk
brauwen en zeide niets. Hij dacht bij
zich zelf, dat het verlies van hun ver
mogen, hetwelk steeds duidelijk bleek,
Carmen zou plaatsen in een zeer kiesche
positie wat aangaat een aanzoek ten hu
welijk, dat haar mocht worden gedaan.
Het was nu niet het oogenblik om
den heer de Saint-Hyrieix aan te moe
digen, die reeds meer dan eens zich een
paar zinnen had laten, ontvallen, ten
einde eens te zien, hoe Georges er over
dacht.
Firmin oordeelde in 't eerst verkeerd
over het fronsen van het gelaat van de
Kerlor, en hij riep daarom uit
Ik mag me toch beschouwen als uw
vriend, is het niet zoo, graaf?
Twijfelt u daar niet aan hernam Geor
ges op levendigen toon.
Toch bleef er een klove tusschen de
beide mannen.
De Saint-Hyrieix verontrustte zich
daarover te meer, omdat hij de gewone
openhartigheid kende van de Kerlor.
Inderdaad men behoefde Georges niet
lang te bestudeeren om zeker te zijn van
zijn openhartigheid.
Eenigszins in verlegenheid, wilde de
I
N
V
voor lietLani vai Heusden ei AlteiaJeLaigstraat en de Bomielerwaard