Eerste Blad COUPONS Costuoms vanaf f 24,50. RAAMSDONKSVEER. Firma JOH. DE MOL. Und van ALTERA Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No. 4430. Vrijdag 5 September 1924. voor kleeding naar maat tegen uiterst lage prijzen Nogeens „Woningaanbouw." FEUILLETON. „Het Kasteel van Kerlor." Drogisterij Correspondentschap le Klasse. KEIZERSDIJK F. 81. 9—12 uur. H. J. ABB1NK. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Wij bieden U aan nog een partij voordeelige KLOOSTERBALSEM Dit blad verschynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f1.25, en franco per post beschikt 1.40. Afzonderlijke Qummers 6 cent. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Als schrijver van het hoofdartikel in het nummer van 8 Augustus j.l., is het mij een genoegen te kunnen antwoorden op het ingezonden stuk der Gezondheidscom missie, zetelende te Heusden, voorkomende in het nummer van 22 Augustus d.a.v. De Gezondheidscommissie zegt o.m. het volgende «Het gaat o. i. echter niet aan om be palingen eener bouwverordening eenvoudig op zijde te zetten, zij het ook, dat die practisch ondoelmatig of onnoodig zouden zijn. Begint men met eene afwijking toe te laten, al is die ook van onschuldigen aard, dan plaatst men zich op een hellend vlak en weet niet waar het einde is. Bovendien vergete men. niet, dat wat de een onbeduidend noemt volgens den ander onmisbaar is te achten, zoodat het in het belang van de rechtszekerheid zal zijn, den regelmatigen weg te volgen en de bouwverordening te wijzigen. De gemeente besturen hebben het immers grootendeels in hunne macht de bepalingen eener bouw verordening, die te bezwarend mocht blijken, door mildere te vervangen en zooals gezegd onzerzijds is daartegen geen verzet te wachten.* M. i. gaat het wel aan om bepalingen, van welke men algemeen zegt dat zij van weinig beteekenis zijn, in den tegen- woordigen tijd van duren bouw, buiten toepassing te laten. Ik zou zelfs dit willen zeggen: «laat onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden alle bepalingen in bouwverordeningen, die niet bepaald noodzakelijk zijn voor den bouw van goed bruikbare woningen en die den aanbouw noodeloos belemmeren doordat zij den kostprijs onnoodig verhoogen, buiten toe passing.* 61 Waarlijk zeide Saint-Hyrieix met een zeer oprechte deelneming, Heeft die man u ernstig benadeeld? Zeer ernstig. Het betreft meer dan een millioen. O, maar zeg. En ik spotte er nog wel mee. lk vraag u wel vergiffenis, waarde graaf. Ik had nooit gedacht, dat het ongeluk zoo groot was. Hij reikte Georges de hand, die deze krachtig drukte. Daarop hernam de diplomaat: Geloof me, dat het nieuws, dat u me meedeelt, mij volstrekt niet doet aarze len maar ik ben geheel in de war. Ik kwam om uw moeder te spreken. Daarna zullen we, als u dat wilt, de zaak samen eens ^onderzoeken. Zij schijnt leelijk te wezen, maar misschien kunnen er nogj maatregelen genomen worden. Mélanie, de kamenier, kwam aan den heer de Saint-Hyrieix meedeelen, dat de gravin hem wachtte. Mijn hemel, mevrouw, begon de di plomaat na de gravin begroet te hebben, ik verneem, dat ik op een slecht ge legen tijd kom. Mevrouw de Kerlor was wel een beetje verrast door deze woorden, maar haar eenigszins treurige glimlach was niette min vriendelijk. En dat bepalingen van plaatselijke ver ordeningen, die weinig te beteekenen hebben, wel meer als doode letters worden beschouwd, daarvan vinden we voorbeelden te over in de plaatselijke strafverordeningen, ook van meerdere gemeenten in onze om geving. Indien toch van elke overtreding van alle in plaatselijke strafverordeningen voorkomende geboden en verboden proces verbaal werd opgemaakt, dan konden de politiebeambten stellig hun schrijfwerk niet af. Mag ik nu de vraag stellen of de Gezond heidscommissie zelf hare leer van niet- afwijking van wettelijke voorschriften wel steeds practisch in toepassing brengt? En daarop laat ik deze vraag volgenWelke maatregelen neemt zij, indien zij bespeurt dat eene woning is gebouwd zonder de noodige vergunning en in lijnrechten strijd met meerdere bepalingen der plaatselijke bouwverordening Bevordert zij dan de afbraak van zoodanige woning of laat zij de woning rustig voor wat zij is? En zoo zij het laatste doet is zulks dan niet in afwijking van bestaande wettelijke bepa lingen Dat de Gezondheidscommissie het pogen der Gemeenteraden om te bezwarende be palingen in bouwverordeningen door mildere te vervangen, wil steunen was ons niet bekend, maar wij juichen het van harte toe. Mogen vele Gemeenteraden dan ook maar een nuttig gebruik maken van de welwillendheid der Gezondheidscommissie, want volkomen ben ik het met deze laatste eens dat het beter is wettelijke bepalingen te hebben, die nageleefd kunnen worden dan dat men afwijking van bepalingen door de vingers moet zien. Verder zegt de Gezondheidscommissie ook nog het volgende «Thans nog een enkel woord over het bouwen van z.g. noodwoningen, hetgeen blijkens ons jaarverslag vaak neerkomt op opzettelijke wetsontduiking en door ons dan ook als een misbruik is aangemerkt. Het is ons inderdaad niet duidelijk, hoe eene dergelijke handelwijze kan worden goedgepraat. De wet laat toe het bouwen van ter tijdelijke bewoning bestemde keeten,loodsen en dergelijke zonder dat deze aan de be palingen der bouwverordening behoeven te voldoen, mits het vast sta, dat de bewoning niet langer dan 5 jaren voorduurt. De bedoeling is natuurlijk geweest het bouwen van keeten bijv. bij groote werken mogelijk te maken, waarvan de bewoning uit den aard der zaak van betrekkelijk korten duur is en waarvoor de eischen niet gelijk te stellen zijn met die voor eene woning welke voor blijvend gebruik bestemd is. Nu is het ons bekend, dat in het ambts ik heb den heer de Kerlor gesproken, verklaarde Firmin. Ik heb hem ge zegd, dat ik ook betrokken was in het failliet der Kredietbank van het Westen, maar in een verhouding, die mij geheel en al koel laat. Uw zoon heeft me daarentegen medegedeeld, dat u insge lijks slachtoffers bent van deze ramp. Geloof me, mevrouw, dat ik dit uit al mijn hart betreur. De gravin antwoordde Waarom heeft Georges gesproken? Omdat hij geraden heeft, mevrouw, dat het onderhoud, waarom ik u heb verzocht, van zeer intiemen aard zou zijn. Opnieuw heeft de heer de Ker lor een bewijs gegeven van zijn eerlijk heid wij kunnen ons daarover slechts verwonderen. Ik luister naar u, meneer de Saint- Hyrieix. Ik denk er niet aan het mijn lieven zoon kwalijk te nemen, dat hij zich in vertrouwen heeft uitgesproken tegenover een vriend. Tegenover een waren vriend, op wien iedereen hier kan rekenen, welke ook de omstandigheden zijn. Ik dank u, meneer. Ongelukkig zijn deze omstandigheden mij zeer vijandig, naar ik vrees. Mevrouw de Kerlor keek hem aan de heer de Saint-Hyrieix, die anders steeds het minste zijner woorden bestu deerde, sprak nu op een natuurlijken toon, dien zij bij hem niet kende, maar die haar volle sympathie had. Hij vervolgde: Ik zou wanhopig zijn, indien u zoudt meenen, dat ik hier ben gekomen om HEUSDEN. Chemisch bereid TAFELWATER, VICTORIAWATER - DRACHENQUELLE. gebied onzer commissie, met oogluikende toelating van het betrokken gemeentebestuur, houten gebouwen zijn opgericht, met de kennelijke bedoeling die, omdanks de zeer gebrekkige inrichting, voor blijvende woning te bezigen. Wanneer men bedenkt, dat het de o. i. zeer prijzenswaardige bedoeling van de Woningwet is de bestaande krot woningen zooveel mogelijk op te ruimen en die door menschwaardige verblijven te vervangen, dan is het toch niet te veel gezegd als wij de oprichting van dergelijke •noodwoningen*, die na verloop van enkele jaren ook weer krotten geworden zijn, als een misbruik beschouwen.* Voor zoover mij bekend laat geen enkele bouwverordening in onze omgeving den bouw van houten huizen toe, hetgeen m. i. eene leemte is, want het is wel algemeen bekend dat eenigszins degelijk geconstru eerde houten huizen alleraangenaamste woongelegenheid bieden. Wel laat de Woningwet den bouw van ter tijdelijke bewoning bestemde keeten, loodsen en dergelijke toe zonder dat deze aan de be palingen der bouwverordening behoeven te voldoen, mits het vast sta, dat de bewoning niet langer dan 5 jaren voortduurt. De bedoeling van deze bepaling kennen we zeer goed, maar zou 't nu zoo heel erg zijn indien de bouw van een houten keet werd toegelaten, ook al weet men vooraf dat de bewoning langer dan 5 jaren zal duren, indien de bouw op degelijke wijze plaats heeft en de inrichting niet gebrekkig is? Mij dunkt dat zulks heusch niet zoo erg is, integendeel dat zulks in de tegenwoor dige tijdsomstandigheden stellig in het belang der volkshuisvesting is te achten. Maar wijst ook de Rijks wetgever zelf met zijne Noodwoningwet ons niet den weg naar «clementie* Deze wet toch staat den bouw van woningen die aan veel minder strenge eischen moeten voldoen dan gewone woningen en welke bestemd zijn om niet langer dan 5 jaren bewoond te worden, toe aan vereenigingen en gemeenten. En waar zulke woningen nu niet gebouwd mogen worden door particulieren, ligt het daar dan niet op den weg van Gezond heidscommissie en Gemeentebesturen om het particulieren, die willen bouwen en woonachtig zijn in gemeenten, die zelf niet willen bouwen en waar geen bouwvereeni- u te krenken in wat uw waardigheid is. Spreekt toch onbeschroomd, meneer de Saint-Hyrieix. Ik ben bij u gekomen, mevrouw, vast besloten om een stap te doen, van wel ken het geluk mijns levens afhangt. Het is niet, omdat ik zoo bij toeval heb vernomen, wat er gebeurd is, dat er wijziging is gekomen in mijn verlangen. Integendeel, het zou een reden te meer zijn om een achting te beloonen, die u, mevrouw, wel zult willen geloo- ven, dat ik voor u koester. Maar laat me gelooven, dat de bekentenis, die ik u doe, u niet al te zeer zal verwon deren. De gravin maakte een beweging met het hoofd, die zoo aanmoedigend moge lijk kon worden genoemd. De heer Saint- Hyrieix begreep dat ook zoo en haastte zich er bij te voegen: Ik bemin uw dochter. Het gelaat der moeder verhelderde zij had zich dus niet bedrogen, haar ver moeden werd bevestigd alles liep, zooals zij zich de zaken had voorgesteld. Van den kant van Carmen had de gravin evenwel nog niets bemerkt van een toenadering. Hélène, meer dan eens ondervraagd door mevrouw de Kerlor in overeenstem ming met het stilzwijgend verdrag, dat beide dames hadden gesloten, had niets kunnen mededeelen aangaande denziel- toestand van haar moeder. Hélène had aan de gravin doen op merken, dat het verschil in ouderdom tusschen de beiden zoo groot was. De heer Saint-Hyrieix vervolgde met gingen bestaan, niet al te lastig te maken met de stipte naleving van alle voorschriften eener bouwverordening. De Woningnoodwet dateert van 1919 en nu moeten dus de in dat jaar gebouwde zgn. noodwoningen in 1924 worden ont ruimd, maar nu vraag ik in gemoede «ge looft iemand dat die ontruiming inderdaad zal geschieden Ik voor mij geloof er geen steek van en 't zou mij niet verwon deren als zij over 20 jaren nog bewoond werden. Welnu laten de Gezondheids commissie en de Gemeentebesturen zich toch niet al te angstvallig vasthouden aan weinig beteekenende voorschriften in eene bouwverordening, maar laten zij toonen dat ook in Nederland, waar noodig, practische zin gaat boven overtollige theorie. Hier geldt«beter drie kwart ei dan een leege dop. AKKER'S beroemd wrijfmiddel bij rheumaiiek,spit, spierverrekkingen^ en stramheid BÜITBNLANDSCH OVERZICHT Maandag is de vijfde volkenbond-ver gadering geopend door den Belgischen minister Hij mans. Er was enorme be langstelling. Zelden heeft men een ver gadering van den Volkenbond met meer belangstelling tegemoet gezien dan dit maal. Immerste Genève zou worden begonnen met de behandeling van twee aangelegenheden, waarvan feitelijk voor een goed deel het wel en wee der wereld afhangt. Wij bedoelen de vraagstukken „ontwapening'' en „veiligheid" die thans te meer in het centrum der algemeene aandacht staan, omdat de oorlog van 1914 veler oogen heeft geopend en de uitwerking van den volkenkrijg nog steeds als een last op de wereld ligt. Alleszins begrijpelijk is het dat de besten en edel- sten nog steeds zinnen op middelen om een onteerenden en leedbrengenden oor log, als wij pas achter den rug hebben, in de toekomst voor altijd te voorkomen. Een bizondere beteekenis erlangt dit maal de Volkenbondvergafiering, omdat zij wordt bijgewoond door de pacifisti sche premiers van twee groote landen een zekere ontroering: Zeker, ik had misschien ongelijk met zoolang te wachten. lk wilde weten, of ik kans had om aangenomen te wor den. En nu wil mijn boos gesternte, dat ik mijn wenschen uitspreek op een oogenblik, dat u zoo diep getroffen bent. U zoudt kunnen meenen, dat ik mis bruik heb willen maken van uw positie, om meer kracht bij te zetten aan een verzoek, dat mij reeds sinds lang op de lippen brandt. Mevrouw de Kerlor haastte zich te antwoorden Stel u gerust, mijn beste meneer, geen zaak, die buiten uw verzoek staat, zal invloed uitoefenen op mijn antwoord. Het geluk van den diplomaat werd opgeruimder. Hij slaakte een diepen zucht van voldoening en riep uit Dan heb ik de eer, mevrouw de gravin, om u om de hand van juffrouw Carmen de Kerlor te vragen. De moeder antwoordde Ik ben zeer gevleid, meneer, met uw aanzoek, en ik geloof, dat mijn dochter gelukkig zal wezen, zoo door u onder scheiden te zijn. Ik heb mij zelf afgevraagd, of het wel passend was om u mijn hart open te leggen. Misschien ware het beter ge weest, indien ik gewacht had tot u dezen winter te Parijs woont. Maar ik heb mijn ongeduld niet kunnen bedwingen. Hoe zou ik u dat kwalijk kunnen nemen Op het oogenblik, dat ik Kerlor ga verlaten, want het seizoen is reeds ver gevorderd, heb ik tot mij zelf gezegd, zoowel Herriot als Macdonald hebben zich n.l. naar Genève begeven om van gedachten te wisselen over de bovenge noemde brandende kwesties. Hun aan wezigheid in de Volkenbondstad wekt eenige hoop. Want al moge nog niet terstond worden verwacht, dat de twee problemen ter huidige Volkenbondsver gadering zullen worden opgelost, niette min is de hoop gerechtvaardigd dat toch belangrijke vorderingen zullen worden gemaakt, die het begin van een succes kunnen blijken te zijn. In den namiddag werd het Zwitsersche lid van den Bondsraad, Motta, gekozen tot voorzitter van deze Vijfde Volken bondsvergadering. Hij kreeg 45 van de 47 stemmen. Zijn verkiezing werd lang durig en enthousiast toegejuicht. Hymans sprak zijn vreugde uit over de verkiezing van Motta en noemde deze een eer voor het land, dat den Volken band gastvrijheid verleent. Onder zeer levendige toejuichingen nam daarop Motta den voorzitterszetel in en verklaarde Ik weet, welke verantwoordelijke taak GFevestigfd: TELEF. 15. Voor verwisseling van Bank papier en Specie, Discantee- ring, Beleening, Bewaar geving, Assignatiën, enz. is het Kantoor geopend van Nadere inlichtingen verschaft gaarne De Correspondent, dat ik nooit den moed zou hebben, om mijn aanzoek te doen. Het huwelijk van uw zoon, zijn volmaakt geluk, de voldoening, die u daarvan hebt, mevrouw, zijn voor mij zoovele redenen geweest om een stoute beslissing te nemen. U hebt gelijk gehad. Ik heb niet gewild, dat wij van el kander zouden gaan, zonder dat ik gezegd heb, wat ik gevoel En nu, mevrouw de gravin, wacht ik uw vonnis en ik wacht het met spanning De gravin antwordde: Mijn antwoord zal gunstig luiden O, mevrouw, met welk een onmete lijke vreugde overstelpt u mij. Wat, zou het mogelijk zijn Zij viel hem in de rede: Maar laat mij er dadelijk bijvoegen, dat ik vóór alles mijn dochter moet raadplegen Indien zij in dit huwelijk toestemt, hebben we alleen nog den datum vast te stellen. Wilt u juffrouw Carmen verzekeren, dat geldquaesties hier aan de zaak niets afdoen Ik verlang, dat onze vereeniging zal plaats hebben op de wijze, die haar het best voorkomt of een geringer of grooter gedeelte van uw fortuin be trokken is bij het failliet der Krediet bank, ik wil dat zelfs niet weten Mijn vermogen is groot genoeg en ik leg het geheel aan de voeten uwer dochter. Carmen zal gevoelig zijn voor deze belangeloosheid. {Wordt vervolgd)a NIEUWSBLAD nir Int Land vai Htislii en AlteiajeLaystraat en Ie BQiiBlorwaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1924 | | pagina 1