Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard,
No. 4432. friio 12 sent
ipl'i)iLiiJifó¥.
COUPONS
Muums vanaf f 24,50.
Firma JOH. DE MOL.
„Het Kasteel van kerlor."
Wij bieden U aan nog
een partij voordeelige
voor kleeding naar maat
tegen uiterst lage prijzen
BEHOORENDE BIJ HET
ZELFONDERZOEK.
Ontwaakt gij 's morgens met pijn in
den rug Hebt gij donkere zwellingen
onder de oogen Zijn de enkels en han
den gezwollen Is de urine bewolkt,
zanderig of brandend Geschiedt de loo-
zing te vaak of te weinig Zijn uw le
dematen beverig en rheumatisch, vooral
bij ruw en vochtig weer Doet uw rug
zeer, als gy bukt of opstaat
Hoedt u bijtijds laat Foster's Rugpijn
Nieren Pillen een nierziekte voorkomen
spoedige behandeling is het eenige betrouw
bare voorbehoedmiddel,
Verwaarloozing kweekt al te dikwijls
blaasontsteking, waterzucht, rheumatiek,
steenvorming en urinezuur-vergiftiging.
Hoewel Foster's Pillen zelfs bij deze late
re verwikkelingen baten, is het verstandi
ger om dit speciaal niergeneesmidde! tot
voorkoming van nierziekte te gebruiken.
Verkrijgbaar in apotheken en drogist
zaken f 1,75 per flacon (geel etiket met
zwarten opdiuk).
INGEZONDEN?
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
M. d. R. 1
Hoewel geen liefhebber van al dit ge
schrijf, verzoek ik U toch mij een plaatsje
te willen verleenen in uw veelgelezen
blad, opdat uit onderstaande duidelijk
moge blijken, dat ik geen enkele reden
heb gehad om den secretaris der R. K.
Kiesvereeniging vlak in 't gezicht voor
leugenaar uit te maken. Dit is mij toch
in de vergadering van bovengenoemde
vereeniging op 2 Sept. 11. door dien
secretaris, de heer Carpay, naar het
hoofd geslingerd in verband met een
opmerking mijnerzijds aangaande een be
stuursverkiezing, welke volgens het vast
gestelde reglement niet had mogen plaats
hebben.
Den 13en Nov. 1923 verzocht ik het
bestuur der R. K. Kiesvereeniging de
Statuten en Huishoudelijk Reglement
eens ter inzage te mogen ontvangen. Als
antwoord kreeg ik van den secretaris
bericht, dat als Statuten en Huish. Regl.
aangenomen waren, die van den Alge-
meenen Bond, maar vanwege de kosten
nog niet aangeschaft waren. Tegelijk met
dit schrijven ontving ik ook van dezen
secretaris het „Ontwerp Reglement
voor de R. K. Kiesvereeniging te Heus
den."
Doch hieruit was mij niet duidelijk,
dat dit Reglement ooit was vastgesteld.
Ik heb me echter de moeite getroost er
toch een afschrift van te nemen.
Den 12en December d.o.v. deelde ik het
Bestuur der R. K. V. mede, dat het mij
nog niet was gebleken, dat de vereeni-
63
Mevrouw de gravin vroeg hem, of hij
ook al tijdingen had ontvangen van Parijs.
Ja, antwoordde Firmin, ze zijn nog
weinig verward overigens geloof ik, dat
er wel een wat minder rampzalige op
lossing zal worden gevonden dan ik
eerst dacht.
De heer de Saint-Hyrieix legde uit,
dat de Kredietbank van het Westen nog
een vrij belangrijk actief bezat.
De instelling was wei failliet, maar
de schuldeischers konden nog een vrij
hoog percentage ontvangen van hun
schulden.
Hij herinnerde er aan, dat twee jaren
geleden een beroemde bank onder soort
gelijke omstandigheden bankroet wa 2
gegaan, en dat de schuldeischers nog
62 percent hadden ontvangen, ofschoon
zij hadden gedacht niets te zullen krijgen.
De operaties van zulk een instelling
zijn zeer ingewikkeld. Er kan door een
paniek een catastrophe te voorschijn
worden geroependaarentegen zijn er
andere banken, die, ofschoon zij een
groot deficit hebben, toch voortgaan za
ken te doen.
Jacques Ronan-Guinec was persoon
lijk verloren. Hij had gebruik gemaakt
van alle beschikbare bronnen, maar hij
had niets kunnen verhinderen aan de
operaties, die aan den loop waren, die
ging in 't bezit was van doof de Alge-
meene Vergadering vastgestelde Statuten
of Huish. Reglement. Tevens wees ik
er op dat dit voor een goede vereeniging
eene vereischte was en daarom verzocht
de Statuten te ontwerpen in een daar
voor speciaal te beleggen, goed aange
kondigde algemeene ledenvergadering.
Op een spoedige afwikkeling drong ik
aan, opdat uiterlijk 15 Januari '24 het
Reglement kon worden vastgesteld daar
het in mijne bedoeling lag, zoo vóór dien
tijd daartoe niet zou worden overgegaan,
ik met de noodige medewerking van
andere leden, een vergadering aan zou
vragen. Daags na dien kreeg ik toen als
antwoord dat de afdeeling Heusden v.
d. Rijkskieskring 's-Hertogenbosch in 't
bezit was van een reglement en dit was
vastgesteld in de Algem. ledenvergade
ring op 13 Februari 1921.
Ik besloot hierop mij persoonlijk te
gaan overtuigen en vroeg toen aan den
secretaris het onderteekende reglement
ter inzage. En omdat ik nu niet ge
loofde dat er een Reglement bestond en
ook de Statuten der vergadering van 13
Febr. ''21 wenschte in te zien, was de
secretaris dit niet van plan.
Na dit voorgevallene heb ik me tot
den Voorzitter gewend en dezen verzocht
om inzage van het Reglement en de Sta
tuten der vergadering van 13 Febr. 1921.
Hij wilde eerst daarover eens met den
heer Carpay spreken en zou me dan wel
binnen een paar dagen berichten en gaf
mij vast het Reglement ter inzage
maar het Regl. voor de Kiesvereeniging
„Recht voor Allen" welk bij nader in
zien nooit is vastgesteld. En volgens dit
Reglement is er ook in 1923 een bestuurs
verkiezing geweest. Toen traden voor de
eerste maal de voorzitter en de commis
sarissen af en zijn ook weer herkozen.
Den 6en Januari '24 kreeg ik eindelijk
na nog eerst den 4en Januari den voor
zitter aan zijn afspraak herinnerd te heb
ben, van den spcretaris bericht dat ik
het door mij verlangde kon inzien.
Hieraan heb ik aanstonds voldaan en
toen is mij duidelijk geblekèn, welk
Reglement op de vergadering van 13
Febr. 1921 was vastgesteld. Niet het
Regl. voor de kiesvereeniging „Recht
voor Allen."
Mij dunkt dat ik dus op deze fout
terecht mocht wijzen en dat het zoo maar
niet aangaat mij door allerlei gedraai
van woorden als leugenaar te stellen.
Dat heeft de heer Carpay toch in de
laatste vergadering getracht. Ik zou daar
om den heer Carpay beleefd willen uit-
noodigen mij langs dezen publieken weg
in mijn eer te herstellen.
Ten slotte wil ik dit ook nog aan den
voorzitter richten.
In de vergadering van 25 Aug. jl. was
besloten om ieder nog het recht te geven
één of meer candidaten naar voren te
brengen voor den z.g. „dubbelen raad".
Daartoe zou nogmaals een vergadering
belegd worden, op 2 Sept. d.o.v. Op do
gebruikelijke wijze zou dit Zondags wor
den bekend gemaakt. Dit was echter
niet gebeurd en toen de voorzitter op
dit verzuim werd gewezen zei deze: Jul
lie komt maar naar mij geloopen, doch
daar ben ik de schuld niet van.
Het antwoord op mijn vraag Hoe het
kwam dat niet aan de afspraak is gehou
den en wie hiervan de schuld was, toen
verklaarde toch de voorzitter in 't bijzijn
der vergaderden dat hij zelf er de schuld
van was. Is dat nu eerlijk. De leden
komen toch zeker niet om leugens vragen.
U, M. d. R. beleefd dankend voor de
verleende plaatsruimte,
F. VAN DIJK,
Heusden.
zeer regelmatig haar gang gingen.
Leende mevrouw de Kerlor te veel
aandacht aan de woorden van den heer
de Saint-Hyrieix?
Gevoelde zij een plotselinge vermoeid
heid na al de gebeurtenissen der laatste
dagen
Het is in elk geval zeker, dat zij
eensklaps vreeselijk bleek werd.
Carmen snelde zoo vlug mogelijk heen
om den drank te halen, dien de genees
heer in deze gevallen had voorgeschre
ven. Na verloop van een kwartier ver
klaarde de gravin, dat zij zich beter ge
voelde.
Men kan zich begrijpen, welk een
schrik dit incident veroorzaakte. Sedert
de komst van Hélène was mevrouw de
Kerlor niet ziek geweest, en de bezorgd
heid harer kinderen was dus langzamer
hand verminderd.
Nu glimlachte ze weer.
Kom, kom, zeide zij, ik schijn nog
niet geheel en al genezen te zijn Dat
zal nog eenige tijd duren.
Mevrouw de Kerlor. reikte de hand
aan de Saint-Hyrieix, die zeer bewogen
was.
Tot morgen mevrouw, zeide hij.
Daarop nam hij afscheid.
De drie kinderen der gravin verdron
gen zich om haar.
Zij stelde hen gerust.
Het was niets, baweerde zij, heelemaal
niets. Het is al over
Lieve moeder, hernam Georges, u moet
u niet al te zeer kwellen over ons for
tuin de heer de Saint-Hyrieix heeft ons
de zaken heel duidelijk uitgelegd
Muziektent of Speeltent
M. d. R.
Vergun mij een plaatsje in Uw veel
gelezen blad. Bij voorbaat mijn dank.
De Heusdenaren wilden een muziek
tent hebben, en naar men uit de courant
kon opmaken en tevens gebleken is bij
den bouw der kiosk, zouden wij mogen
aannemen dat de menschen in Heusden
muzikale gevoelens hadden. Doch toen
ik naar het eerste concert ging luisteren
was het een ontnuchtering voor mij,
daar er toch zoo'n herrie werd gemaakt.
Maar enfin, 't was de eerste keer, dus
iets nieuws voor de kinderen, en dan
kan ik wat toegeven. Den 2den keer
echter was het nog erger. Nu rijst bij
mij de vraag, aan wie de schuld? De
politie moet orde en rust handhaven,
maar die kunnen niet overal tegelijk
zijn. Mijn inziens rust de schuld in
de hoofdzaak bij de ouders. Zij moesten
hun kinderen krachtig verbieden zulk
lawaai te maken, of ze eenvoudig voor
de keus zetten thuis te moeten blijven
tijdens het concert. Het zou voor de
politie gemakkelijker worden gemaakt
de herrie te bedwingen, en voor de mu
zikanten aangenaam zijn als zij konden
bespeuren dat hun prestatie's gewaar
deerd werden en de muziekliefhebbers
een genot, rustig te kunnen genieten
van de ten gehoore gebrachte nummers.
Mochten ouders hun kinderen duchtig
onder handen nemen en bij een volgend
concert de politie acji^ .^treden, opdat
het doel bereikt mogen worden, wat deze
regelen beoogen.
M. d. R., dankend voor de verleende
plaatsruimte.
T. JONKER, Veen.
Kantongerecht te Hensden.
Strafzitting van Vrijdag 5 Sept. 1924.
KantonrechterMr. C. W. v. Ommeren.
Ambtenaar van het O. M. (waarnemend)
Mr. P. van Meerwijk.
GriffierMr. W. Ruitinga.
't Is weer een drukke zitting, met een
rol van ruim 100 zaken. Veertien kinder
zaken worden eerst met gesloten deuren
behandeld, waarna de overige door den
Deur waai der worden uitgeroepen.
De eerste zaak betreft J. R. R., notaris
te Dussen. Hern is ten laste gelegd, dat
hij in den polder van Eethen canada hoornen
zou hebben doen planter, op minder dan
2 M. afstand van eene waterleiding. In
eene vorige zitting had beklaagde beweerd,
dat hij z.g.n. poten had doen planten en
dit waren z.i. geen boöm'eu.
Getuige G. J. W. Branderhorst, Voorz.
van genoemden polder, bevestigde de aan
bekt. ten laste gelegde overtreding.
Da Kantonrechter kan zich niet veree
nigen met bekl.'s verweer en vond, dat
poten wel onder boomen zijn te begrijpen.
Bekl. hoorde tegen zich uitspreken f 5
boete subsidiair 3 dagen hechtenis.
M. R.# autohandelaar te Schiedam, had
op 29 Mei j.l. met motor eri zjjspan een
kind aangereden te deWerken en dit zou
gekomen zijn door woest rijden. In deze
zaak, die de vorige zitting ook uitgesteld
was, werden 7 getuigen gehoord, van
welke er 3 pertinent verklaarden, dat
bekl. met zeer groote snelheid had gereden.
De getuige v. d. Brugge en v. d. Ruit
verklaarden, dat bekl. niet bepaald ais
woest rijder bekend staat.
In de verklaringen der laatste getuigen,
Wat er ook gebeure, u weet wel, dat in
uw leven niets zal worden veranderd.
Dat is het niet, hernam de weduwe
Of ten, minste, ik zou mij troosten over
dit verlies in geld, indien Carmen zoo
gelukkig was, als jij bent, mijn beste
Georges.
Tranen sprongen het jonge meisje in
de oogen.
Woorden branden haar op de lippen,
maar zij drong ze terug, ze wilde ze niet
uitspreken om haar moeder geen verdriet
te doen.
Den volgenden dag kwam dokter La
Roche, door den heer de Kerlor geroe
pen, een bezoek brengen aan de gravin.
Hij schreef aan de zieke twee dagen vol
slagen rust voor.
De kinderen ondervroegen hem angstig.
Hij antwoordde:
Nog is er niets ernstigs, maar de gra
vin heeft volslagen rust en gelijkmatige
kalmte noodig Anders zouden er
zich nog wel eens ernstige gevaren voor
doen.
Carmen zuchtte. Het lot was gewor
pen, haar toekomst beslist.
Zij trad de kamer harer moeder binnen
en zeide tot haar
Ik zal trouwen met den heer de Saint-
Hyrieix.
XXXIV.
Een Huwelijksreis.
Het huwelijk van Carmen had het
volgende jaar plaats te Parijs, in de kerk
zei de Kantonrechter, motieven te kunnen
vinden om niet de zwaarste straf op te
leggen, hoewel hij buitensporig hard rijden
uitermate afkeurenswaard vindt.
Bekl. kwam er thans af met f 50 boete
of 1 maand naar een plaats, waar snel
rijden wel uitgesloten is.
Ir de zaak contra J. v. d. S., horloge
maker te Heusden, welke zaak de vorige
maal ook al uitgesteld werd, werden thans
nog gehoord als getuige a décharge de
vrouw van M. v, d. Oever en als deskun
digen de Opperwachtmeester en Wacht
meester der Koninklijke Marechaussee te
Heusden.
Getuige beweerde dat bekl., die terecht
staat voor overtreding der Wapenwet,
geen gummistok, doch slecht3 een stuk
gummigasslang met aan het eind een stuk
hout er in bij zich had.
De deskundigen verklaren, dat een
gasslang als bedoeld wel degelijk als een
wapen in den zin der Wapenwet is te
beschouwen.
Het oordeel der deskundigen maakt de
Kantonrechter tot het zijne en veroordeelt
den bekl. daarom tot f10 boete of 5 d.
hechtenis.
9 Aan N. v. Blandbouwer te Oudheusden,
werd ten laste gelegd, dat hij een mest
hoop aanwezig heeft op den openbaren
weg, althans op korteren afstand dan 4
meter van den openbaren weg.
Als gemachtigde van dezen bekl.
trad op een zekere M,, een gewezen klerk,
die beweerde, dat de mesthoop niet op
den openbaren weg lag en öok niet op
minder dan 4 M. afstand er van.
't Scheen ons echter toe, dat de gemach
tigde niet geheel juist begreep wat een
openbare weg is. De groote moeite, welke
gemachtigde zich blijkbaar in deze zaak
had gegeven, mocht niet baten, want
bekl. kreeg f10 of 5 dagen.
J. K. v. d. P., bakker te W.'kendam,
had op een Maandagmorgen de Arbeidswet
overtreden. Deze beklaagde had veel beter
thuis kunnen blyven, want nu leverde hij
het schitterend voorbeeld «an iemand, die
door zelf' voor het kantongerecht te ver
schijnen, zijn zaak glad bederft.
De marechaussés's hadden waargenomen
dat iemand voor vijf uur 's morgens in de
bakkerij van beklaagde was.
Beki. ontkende zulks en zeide, dat hij
in het geheel niet in de bakkerij was geweest
nè. Zaterdagavond te voren. Het deeg,
dat in de bakkerij aanwezig was, had
bekl. volgens zijo zeggen, 's Zaterdagsavonds
te voreri klaar gemaakt, doch een der
verbalisanten, thans als getuige gehoord,
zeide, dat zulks onmogelijk kon.
De tweede verbalisant-marechaussée i3
vroeger bakker geweest en deze zal nu
in eene volgende zitting ais deskundige
worden gehooid.
De Heer Ambtenaar van het Openbaar
Ministerie vroeg waarom bekl. hem per
briefkaart had gevraagd, of hij de vervolging
kon voorkomen door betaling, welke vraag
hem wel eenigszins bevreemdt, in verband
beschouwd met bekl.'s verklaringen van
thans. Immers iemand, die onschuldig is,
vraagt zoo iets niet.
De verdere behandeling der zaak wordt
14 dagen uitgesteld.
J. A. v. d, H., landbouwer te W'dam,
der Madeleine.
De plechtigheid werd schitterend ge
vierd de meest bekende zangers en zan
geressen zongen in de kerk.
Toen de priester de hand uitstrekte
naar de beide jongelieden, boog Carmen,
gehuld in haar witten sluier, het hoofd,
bewogen door de plechtige gebaren van
den dienaar Gods.
De Saint-Hyrieix, ernstig, zelfs defti
ger nog dan gewoonlijk, eenigzins bleek,
had niettemin op zijn gelaat een weer
spiegeling van innerlijke voldoening.
De élégante gasten, die het geheele
koor vulden, fluisterden elkander toe
Hoezeer schijnen zij elkaar lief te
hebben
De nieuwsgierigen zelfs, en de onver
schilligen, die hen buiten de kerk zagen,
riepen uit
l)at is een mooi, een voornaam hu-
lijk Men moet elkaar wel aanbidden
na zulk een plechtigheid.
Toen Carmen en Firmin de sacristie
verlieten, toen zij door de groote kerk
gingen, langs de hellebardiers in hun
korte broeken, toen zij eindelijk den
drempel van het gebouw bereikten en
doorgingen tusschen breede rijen toe
schouwers in den schitterenden zonne
schijn, toen hoorden zij steeds opnieuw
de woorden
Wut zijn ze gelukkig 1
En evenwel had Carmen op het plech
tige oogenblik der zegeningen van hun
huwelijk, geen blij dankgebed doen op
gaan tot God, zooals gewoonlijk jonge
vrouwen in stilte opzenden.
Uit het diepst haars harten betreurde
moest wegens overtredingen der Jachtwet
twee vonnissen tegen zich hooren uitspreken
en wel, ieder van f15 boete of 10 d. h.
Zijn geweer moet hij bovendien uitleveren
en doet hij zulks niet dan moet hij er
f 25 voor betalen of er 10 dagen voor
gaan zitten.
Dat is dan een dure jachtpartij geweest
't Zou verstandig zijn als bekl. zijn jacht-
lief hebberijen eindelyk maar liet varen I
t M. K., fruithandelaar te Veen, zou
eenigen tijd geleden op een avond, toen
het donker was, doch de maan maar scheen,
steenen hebben gegooid tegen het huis
van M. Dammers.
Bekl. ontkent, doch Dammers en zijn
zuster, die te zamen wonen, verklaren
beide, dat zij bekl. hebben zien gooien.
De Rijksveldwachter Bretveid, als getuige
gehoord,, verklaart, dat hij den morgen
na den bewusten avond, een dikken steen
bij het huis van Dammers heeft gevonden
en ook gezien heeft dat aan de binnenzijde
van het huis kalk was gevallen, hetgeen
blijkbaar veroorzaakt was door het gooien
met een zwaren steen tegen den muur.
De Kantonrechter zegt, het erg laf te
vinden om oude menschen, als Dammers
en zijn zuster, te plagen. Op de verkla
ringen der getuigen acht hij het feit be
wezen en veroordeelt bekl. tot f10 boete
of 5 d. brommen.
T. N., landbouwer te Wijk, stond terecht
omdat een zijner runderen op grond, be
plant met boonen, haver enz. van G. van
Kuyk te Wijk had geloopen. Van Kuyk
had de aangerichte schade doen opnemen
door D. van Wijk en A. van Bergeijk Jzn,,
die de schade taxeerden op f 7,50.
Op de vraag van den Kantonrechter,
of de schade vergoed is, antwoordt v. Kuyk
ontkennend.
De Kantonrechter wil beklaagde alsnog
gelegenheid geven om de zaak met Van
Kuyk te vereffenen en bepaalt het bedrag
der vergoeding op f 5.
Kan 't niet voor f 2.50, vraagt bekl.,
welke vraag hem natuurlijk een standje
bezorgt. Tenslotte betaalt bekl. f 5 aan
v. Kuyk ert moet nu ook nog f 1.50 boete
in 's Rijks kas storten of wil hij dit liever
dan 1 dag gaan zitten.
T. M. B., schippersknecht te Werken
dam, werd bij verstek bij vonnis van 7
Maart 1924 wegens dronkenschap bij 2e
herhaling tot drie weken hechtenis veroor
deeld en komt nu tegen dat vonnis in
verzet.
In door den gem.veldwachter te W'dam,
S. van de Ruit, afgelegde verklaringen,
vindt de Kantonrechter thans termen om
B.'s straf te wijzigen in voorwaardelijke
hechtenis van drie weken met een proef-
tyd van één jaar.
zij het, dat zij de verwachtingen der
gravin van Kerlor niet kon verwezen
lijken, dat zij niet op een heel burger
lijke wijze haar man kon liefhebben.
De familie Kerlor woonde aan het
Bosch van Boulogne. Men was over
eengekomen dat het prachtige huis in
het Park-au-Princes door de beide ge
zinnen zou worden bewoond. De gravin
had den winter doorgebracht bij haar
kinderen. Haar gezondheid was weer
voldoende geworden.
Mevrouw Paul Vernier en haar echt
genoot kwamen dikwijls daarzij werden
er steeds op bewonderenswaardige wijze
ontvangen.
Bij het huwelijk van Carmen had
Mariana's toillet groot opzien gebaard.
Men zou, als men deze prachtige robe
zag, deze menigte juweelen, meenen, dat
de jonge beeldhouwer reeds fortuin had
gemaakt te Parijs, en evenwel was hij
nog maar enkele maanden bezig aan de
kunstwerken bij den rijken bankier.
Deze laatste was veel gelukkiger dan
Ronan-Guinec, want de begunstiger van
Paul Vernier genoot kalm van zijn mil-
lioenen, welker aantal elk jaar toenam.
Carmen en Firmin vertrokken des
avonds om een huwelijksreisje te doen.
Een huwelijksreisje is steeds een heer
lijkheid. Arm in arm gaat men de
heerlijkste plaatsen der wereld opzoeken,
en samen genieten van de schoonheid
der natuur. Doch dan moet men el
kander hartelijk liefhebben.
Deed Carmen dit ook den heer de
Saint-Hyrieix
Wordt vervolgd
Jticnwsblad