Vervolg Raadsverslag HEUSDEN. Aangehouden verzoek van eenige in gezetenen tot het bouwen van woningen. De Voorzitter zegt, dat dit onderwerp in de vorige vergadering in behandeling is geweest en dat de heeren er de strek king van kennen. B. en W. hebben het adres overwogen en zijn tot de con- clussie gekomen, dat het gewenscht is, den raad voor te stellen afwijzend op het verzoek te beschikken. Dit voorstel is gegrond op de overweging, dat van gemeentewege het standpunt dient te worden ingenomen, welk standpunt ook van overheidswege meer en meer wordt voorgestaan, dat alleen in de meest buitengewone omstandigheden in het woningvraagstuk dient te worden inge grepen enmen ook in deze naar de meer normale toestanden heen moet. Uit de richting die van regeeringswege wordt ingeslagen bij het vraagstuk der woning- politiek blijkt ten duidelijkste, dat men deze meer en meer aan het particulier initiatief wenscht over te laten. Wat de woningbehoefte betreft, mijn heer Uhl heeft in de vorige vergadering verzocht, een opgaaf te verstrekken van hetgetal beschik bare woningen. Het is hier echter zeer moeilijk daarvan een behoor lijke statistiek te geven, vandaag zijn de woningen betrokken, doch morgen worden die weer verlaten. Spr. kan wel zeggen, dat er eenige woningen beschik baar zijn, of die echter geschikt zijn voor de menschen die het adres hebben geteekend weet hij niet. Of de woning nood nu echter zoo heel erg is, moet spr. in twijfel trekken. Feit is het, dat nog eenige woningen leeg staan. Een der onderteekenaars is zoo goed als onder dak, het getal dat op een woning wacht is niet zoo groot, komt er een woning leeg, dan zijn het eerder vreemdelingen, die deze betrekken, dan zij, die hebben kunnen voorzien, op zeker oogenblik geen woning te hebben. Het komt spr. voor, dat de onderteekenaars, als zij op hun qui vive waren geweest, reeds best een woning hadden kunnen huren. Ze laten het echter op het laatst aankomen, dan volgt een dagvaarding en is Leiden in last. Dit alles heeft B. en W. tot hun voorstel geleid om te adviseeren niet op het verzoek in te gaan. De heer Uhl zou naar aanleiding van dit punt B. en W. enkele dingen willen zeggen. Dingen die misschien niet hee- lemaal juist zijn, doch die spr. dezer dagen naar voren heeft hooren brengen Tengevolge van het feit, dat de heeren de Haan en Oerlemans hunne woningen voor eigen personeel noodig hebben en de betrokken huurders dus thans de woningen worden opgezegd, hebben 2 huisgezinnen besloten Heusden te ver laten. Verder zijn eenige werklieden hierdoor genoodzaakt woningen te hu ren die hunne eigenlijke draagkracht te boven gaat. Zijn de meegedeelde feiten waar, en beBtond er nog een huurcom- missie, dan komt het spr. als vaststaand voor, dat deze commissie dergelijke hu ren niet zou hebben goedgekeurd. Er zijn verschillende onderteekenaars die nog geen woning in het uitzicht hebben, hoeveel er op straat komen te staan is spr. niet bekend, evenmin weet hij thans nog zeker, dat er werkelijk woningnood dreigt. Waar echter het particulier initiatief te kort schiet, is dan de overheid niet verplicht in te grijpen Het is te voorzien dat van den kant van een bouwvereeniging of particulier initiatief niets zal komen, te vens is te voorzien dat woningbouw door de gemeente zelf niet rendabel is. Het is spr. niet bekend of er nog meer gezinnen op straat zullen komen te staan dan men op 't oogenblik kan vermoeden, dit neemt echter niet weg, dat hij den raad niet verantwoord acht, het verzoek zonder meer ter zijde te leggen en er doof voor te blijven. Spr. zag door den raad gaarne een commissie samengesteld, die eerst de vraag onderzoekt of er wer kelijk woningnood bestaat en of dat deze in de naaste toekomst zal dreigen, om daarna, indien mocht blijken, dat dit werkelijk het geval is, te overleggen op welke voor de gemeente minst kost bare wijze in de woningnood is te voor zien en dan met voorstellen bij den raad te komen. Nogmaals, om zonder meer afwijzend te beschikken, daarmede acht spr. zich niet verantwoord. De heer de Haan zegt het gesprokene door den heer Uhl te onderschrijven. Bouwen door de gemeente acht ook hij ondoenbaar. Een bouwcommissie is vol gens hem den aangewezen weg, het rijk draagt dan 3/s, de gemeente slechts 7s der lasten. Zeker is het, dat er in Heus den verscheidene woningen zijn, die veel te wenschen overlaten en de menschen daar maar in te stoppen acht hij niet verantwoord. Spr. is er voor, dat een speciale commissie het vraagstuk van de woningnood nader onder de oogen ziet en daarover advies uitbrengt, niet tegenstaande het feit dat hij hier wel wil verklaren, dat er verschillende onder teekenaars zijn van het adres, wie hun woning nog niet is opgezegd. De heer Cox zegt er indertijd ook reeds over te hebben gesproken. Kun nen de Godshuizen geen woningen gaan bouwen? Voor de ambachtslieden is er op 't oogenblik weinig werk. De Gods huizen verrichten volgens dezen spr. dan beter werk, dan door het effen maken van landerijen. Al ontvangen zij al een beetje minder huur, dan was het voor dit college niet zoo erg als voor de ge meente. Wat het particulier initiatief betreft, hiervan kan geen sprake zijn. Geen enkel particulier kan zijn kapitaal in woningbouw rendabel maken. Met aankoop van grond komt een woning op f4000,houdt men rekening met grondlasten enz. dan moet men rekenen op een huur die 10 pCt. bedraagt van de bouwkosten, welke werkman kan deze huur betalen? Er moet van hoo- gerhand worden ingegrepen. Voorzitter. Op de vraag van den heer Cox of de Godshuizen niet kunnen bou wen kan ik natuurlijk niet antwoorden. Ik geloof echter niet dat het op den weg der Godshuizen ligt hiertoe over te gaan. Cox. Dan zal het onzen weg zijn, er moet iets worden gedaan. Voorzitter. Zooals mijnheer de Haan zegt zijn er eenige onderteekenaars van het adres wien de huur niet is opgezegd, verder zijn er die reeds een woning hebben. Men moet ook niet vergeten, dat de opmerking in het adres dat de bevol king van Heusden vooruit is gegaan ook niet juist is, de stand is hetzelfde als voor eenige jaren. Alleen hebben menschen van buiten geprofiteerd van de omstandig heden dat hier woningen openstonden, deze kunnen echter weer op dezelfde manier verdwijnen, zooals ze gekomen zijn. Spr vindt het gevaarlijk daarom woningen te gaan bouwen, er wordt wel gezegd, dat die menschen hier zullen blijven, doch als ze elders werk kunnen vinden en ze kunnen daar .een woning krijgen, dan blijven ze niet hier. Spr heeft er geen bezwaar tegen, dat het wo ningvraagstuk door een commissie wordt bekeken en daaraan alle aandacht schenkt, hij gelooft echter niet dat het noodig zal zijn te gaan bouwen. Cox. Kunnen wij niet besluiten 5 woningen te gaan bouwen, er zijn mis schien wel een paar krotten die leeg staan, doch deze zijn onbewoonbaar, een fatsoenlijke werkmanswoning zal beslist niet leeg blijven staan. Voorzitter. Als men de huur maar zeer laag stelt. Op het voorstel van den heer Cox zou ik niet ingaan. Cox. Er is toch woningnood. Voorzitter. Daar zitten we juist over te praten. Cox. Mijnheer de Haan zegt de wo ningen op, omdat hij ze voor zijn werk volk noodig heeft, men kan hem dit niet kwalijk nemen. Voorzitter. Mijnheer Cox wil ik even onder de aandacht brengen, dat, toen de woningen van mijnheer de Haan leeg stonden de menschen van buiten daarvan hebben geprofiteerd. Cox. Men moet zien wat men in den Bosch doet, hoe men daar aan het ont ginnen en bouwen is. Voorzitter. Wat den Bosch doet, kun nen wij nietwenscht mijnheer Cox een voorstel te doen Cox. Ik maak er een voorstel van om 5 woningen te bouwen. v. Everdingen. Moet dat niet onder steund worden Voorzitter. Dit is juist, er moeten twee leden zijn die het voorstel onder steunen. Geen der heeren toont hiertoe neiging. De heer Uhl zegt dat het voorstel van mijnheer Cox goed bedoeld is, doch dat het voor hem nog niet heelemaal vaststaat, dat er woningnood is. Om daarom door het nemen van een besluit op dit oogenblik, de gemeente te binden daar voelt spr. niets voor. Als de com missie tot de conclusie komt dat er wo ningnood is, eerst dan heeft zij te over wegen op welke minst kostbare wijze voor de gemeente daarin kan worden voorzien en met voorstellen bij den raad te komen. De heer de Haan zegt het voorstel van mijnheer Uhl te willen ondersteunen. Voorzitter. Nu van het voorstel van mijnheer Cox-geen kwestie is, is er dan nog iemand die het voorstel van mijn heer Uhl wenscht te steunen Cox. Ik kan mij wel eenigszins met dit voorstel vereenigen, onder voorwaarde dat wij den tijd waarin de Commissie heeft te beslissen, niet rekbaar nemen, anders kan het wel een heel jaar loopen. We kunnen daarvoor wel 14 dagen of hoogstens 4 weken stellen. Blijkt er dan geen woningnood te zijn, dan niet bou wen en anders wel. Voorzitter. Ik geloof niet, dat het gewenscht is, dat men voor de Commissie met den stok achter de deur gaat staan, deze zal uit zich zelf wel spoed maken. Uhl. Het is niet mijn bedoeling, de Commissie als kapstok te gebruiken en dus te dwingen in 14 dagen gereed te zijn. Misschien moet het woningbureau worden geraadpleegd en andere inlich tingen worden ingewonnen. Cox. De Commissie behoeft toch slechts te adviseeren. Uhl. Ik ben het er niet mede eens, om de Commissie aan tijd te binden. Mocht het te lang duren, dan kan de raad ze altijd opporren. Cox. Als 14 dagen te kort is, laat ons dan 4 weken stellen. Voorzitter. Het gaat niet op. de Com missie aan een termijn te binden. Cox. Nee, nee, dat begrijp ik. Hierop wordt met algemeene stemmen overeenkomstig het voorstel van den heer Uhl besloten. De Voorzitter vraagt, of de Raad de benoeming van een Commissie zelf wenscht te doen en uit hoeveel leden deze moet bestaan. De heer de Haan meent van drie. Voorzitter. Wenschen de heeren die zelf te benoemen Cox. Mij goed. v. Everdingen. Ik zou de benoeming aan den Voorzitter overlaten. Het is voor mij op 't oogenblik niet zoo ge makkelijk te beslissen, wie daarin zullen zitting nemen. de Haan. Zouden er ook geen per sonen buiten den Raad zitting in kunnen hebben, zooals b v. mijnheer Leenhouts, die heeft een goeden kijk op die zaken Voorzitter. Dat zou ik niet doen. De Commissie kan zich toch van de voor lichting van dezen bedienen, maar het moet toch zijn een raadscommissie ad hoe. De raad laat de benoeming der com missieleden hierop aan den Voorzitter over. Voorstel van Ged. Staten tot vereeni- ging der gemeenten Heusden, Herpt c a met een deel van Oudheusden. De Voorzitter zegt, dat de heeren het ontwerp hebben thuis gehad en er dus inzage van hebben genomen. Volgens de wet heeft de raad thans advies uit te brengen, evenals een Commissie die reeds benoemd is. Eenigen tijd geleden zijn B en W. reeds gehoord over het toen nog vage plan. Het was toen nog niet zoo geformuleerd als thans B. en W. hebben toen gezegd, wel accoord te kunnen gaan met vereeniging, als Hees been, Doeveren en Luttelherpt ook in de combinatie werden opgenomen, omdat ook deze feitelijk een geheel er mede uit maken. Neemt men er Oudheusden bij omdat aard en bevolking gelijk zijn, dan geldt dit zeker zoo sterk voor Hees been en Doeveren. Ged. Staten zijn zeker die opmerking van B. en W. voorbij gegaan en komen met het voorstel zooals het hier ter tafel is; wie van de heeren verlangt er het woord over Uhl. Mijnheer de Voorzitter, 't Kan niet ontkend, dat de gemeenteraad van Heus den hedenavond komt te staan voor een zeer belangrijke beslissing, een beslissing, die daarom zoo belangrijk is, omdat de gevolgen, die uit deze beslissing zullen voortvloeien, in de toekomst niet weer zoo licht kunnen worden ongedaan ge maakt. Er wordt ons dan voorgelegd een ontwerp van wet tot vereeniging der gemeenten Heusden, Herpt en Bern met een deel van Oudheusden. Gelijk elk wetsontwerp is ook dit ontwerp verge zeld van een memorie van toelichting. Willen wij nu weten welke redenen de Regeering heeft om tot het indienen van dit ontwerp over te gaan, dan zullen we die redenen in deze memorie moeten vinden, 't Is derhalve van belang om deze memorie even nader te bekijken. In deze memorie dan wordt in de eerste plaats "uitgedrukt dat de te vormen nieuwe gemeente d. i. dus Heusden, Herpt en Bern en het dorp Oudheusden samen vormen een natuurlijk geheel. Ik wil dit niet ontkennen M. de Voorz., maar het wil mij toch voorkomen dat, indien het de bedoeling was geweest bijeen te voegen, wat „natuurlijk1' bij elkaar behoort, men dan toch heel anders had moeten te werk gaan, m. i. had dan Luttelherpt, Hedikhuizen(dorp) afge zien dan van enkele stukken er stellig Heesbeen en Doeveren niet mogen ont breken. Voorts staat er in vermeld, dat aard en opvatting der ingezetenen zoo goed als gelijk zijn. Het is maar goed, dat de Regeering niet heeft gehoord de stemmen die in de verschillende ver gaderingen te Herpt gehouden tegen deze opvatting zijn opgegaan. Ook ik meen, dat men goed zal doen deze uitdrukking in de memorie met een korreltje zout op te vatten, ook al zou ik voor mij per soonlijk de grens der mentaliteit in de 2 gemeenten wellicht een weinig anders trekken dan men dat te Herpt heeft gedaan. Ten slotte wordt de vereeniging voor gesteld, om het algemeen belang, dat verbonden is aan vereenvoudiging van administratie en bestuur, en aan en dit is zeer belangrijk aan de econo mische en sociale verzorging der betrok ken gemeenten. Het is natuurlijk zeer aangenaam te vernemen dat men in den Haag zich zoo zeer bezorgd maakt over onze econo mische en sociale verzorging. Maar ik vraag mij toch in allen ernst af, zullen wij indien wij vereenigd waren, inder daad deze belangen beter kunnen ver zorgen, dan tot nu toe. Is het te ver wachten, dat een stadje met 2000 inwoners en een oppervlakte van 109 H.A. minder goed zijn sociale taak zal kunnen ver vullen dan een gemeente van 1628 H A. met een bevolking slechts van 2800 inwoners. Ik geloof, M. de Voorz. veeleer het tegendeel, 't Zou wel eens kunnen zijn, dat bij de verzorging dier belangen de buitengemeenten, want dat blijven zij ondanks de vereeniging, toch zouden blijken een blok aan het been te zijn. En eindelijk de vereenvoudiging van administratie, zeker er verdwijnt een secretarie, maar dit is toch eigenlijk geen vereenvoudiging van administratie, behoeft dit althans niet te zijn. ereen- voudiging van administratie, daarvoor is alles te zeggen, maar daarvoor is geen vereeniging noodig, dat moet uitgaan van de Regeering, laat deze het ge meentebestuur van het lijf blijven met allerhande bepalingen en opdrachten, kan dat niet, welnu, dan is er niets aan te doen, maar men verbeelde zich niet, dat vereeniging voor die kwaal een genees middel is. M. de Voorz. Men stelt ons voor een huwelijk, en nu wil ik U wel zeggen, dat voor mijn gevoel dit huwelijk een mariage de raison, een verstandshuwe lijk moet zijn Ik vraag mij dus af, wat brengen de deelnemende gemeenten in de gemeenschap. Laten we dan eerst eens Herpt in oogenschouw nemen. Wie is dit bruidje eigenlijk Laat mij eerst eens herinneren aan hetgeen door een der raadsleden van deze gemeente in de j.l. gehouden raads vergadering te berde is gebracht. Ik zal het hier nu niet woordelijk herhalen, mijnheer de Voorz. we hebben het al lemaal in de courant kunnen lezen, maar het kwam toch eigenlijk hier op neer, dat Heusden als een vurige en begeerige vrijer, begeerig naar de schatten van de onschuldige bruid, alles zou hebben in 't werk gesteld om deze vereeniging tot stand te brengen. M. de Voorz. ik vind dit erg arrogant van dit raadslid want tot op heden heb ik nog niet een Heusdenaar ontmoet, die op vereeniging met Herpt nu erg gebrand is. Enm.i. geen wonder want ik vraag slechts wie is eigenlijk ons bruidje. Immers de gemeente Herpt heeft, ben ik goed in gelicht een schuld van f22,000 en een volgens mijne meening niet erg draag krachtige bevolking. Is dit nu een bruid, waarop men trotsch kan zijn, en die wij met vreugde zullen moeten binnenhalen. Een bruidje met een schuld, en daarenboven niet geheel vast van financieele zeden, want het stichten in de gemeente Herpt van een bijzondere school. M. de Voorz. 't spijt mij inderdaad, dat ik het zeggen moet, is nu niet geweest een voorbeeld van voorzichtig financieel beleid. En met zoo'n juffertje wil men ons nu laten trouwen. Ook wat Oud-Heusden betreft zullen wij, een deel van de schuld, groot naar ik meen f 22.000 moeten overnemen. Hoe groot dit deel is weet men niet, want dat zullen Gedep. Staten wel be palen, maar reken er maar op, dat het per slot van rekening niet zal meevallen. En eindelijk de verplichtingen voort vloeiende uit art. 10 van het wetsont werp, de kwestie der wachtgelden. Ik kan nu juist niet zeggen dat dit artikel overvloeit van duidelijkheid maar ik geloof toch stellig, dat uit dit artikel voor de nieuwe gemeente niet onbelang rijke lasten zullen voortvloeien. En ten slotte nog een enkel punt, dat ik zou wenschen even aan te roeren. Wanneer deze vereeniging tot stand komt wat gebeurt er dan met ons vleesch- keuringsbedrijf Ik vrees, dat, waar ook omliggende gemeenten zullen ver eenigd worden ons met zooveel moeite tot stand gebracht bedrijf zal uiteen vallen en den kring Heusden zoodanig zal inkrimpen, dat er van een zichzelf bedruipend bedrijf geen sprake meer zal zijnbovendien is m. i. de kans groot, dat inkrimping van dit bedrijf gepaard zal moeten gaan met op wachtgeld stel len van een of meer ambtenaren daar aan verbonden, wat ook al weer voor de gemeente een last zal beteekenen. Resumeerende kom ik tot de slotsom, dat voor zoover ik op 't oogenblik de zaak kan overzien vereeniging mij niet toeschijnt in het belang van deze ge meente en dat wij inderdaad beter zul len doen te trachten onze zelfstandig heid te bewaren. de Haan. M. d. Y kunt U me ook eenige mededeelingen doen omtrent de baten en lasten van Herpt, wat deze ge meente bezit en welke schulden zij heeft Welke ambtenaren komen op wachtgeld Wij bezitten hier de Godshuizen die van veel belang zijn voor Heusden. Herpt doet wel of ze voor ons de belasting zullen moeten betalen, maar hier is het vermenigvuldigingscijfer H/s en in Herpt 4. Hieruit volgt, dat de gemiddelde aan slag dan lager moet zijn. De Godshuizen zijn gegeven voor de poorters van Heus den en nu zult U dadelijk wel zeggen dat blijft zoo, doch als Herpt met Heus den vereenigd is, krijgt het ook twee raadsleden die er mede over te beslissen krijgen. Bovendien behoeft men dan slechts van het eene gedeelte der ge meente naar het andere te verhuizen, om aanspraak te kunnen maken op on dersteuning der Godshuizen. Dit betreft hetzelfde de gemeente Oudheusden. Als Hedikhuizen er nog bij kwam dan werd het een geheel andere geschiedenis, die brengt nog wat mede. v. Everdingen. Dat is dus een goede bruid. de Haan. Verder is er geen ruime memorie van toelichting, die het geheel toelicht. Daarin wordt zeker altijd ge zegd, dat aard en opvatting gelijk zijn Wat verder het stukje Bern betreft, jjit I behoort er heelemaal niet bij dat moe- j ten ze maar bij NeUerhemert voegen. Voorzitter. De bepaling in de memo rie van toelichting, dat aard en opvat ting gelijk zijn, ik geloof ook, dat dit een algemeene opmerking is. Verder wil ik hier verklaren, dat ik mij in de vergadering van B. en W. voor vereeni ging heb verklaard. Ik heb dat gedaan, niet uit persoonlijk belang, doch omdat ik op het standpunt sta, dat hoe grootere gemeente hoe meer zij in haar sociale en economische nooden kan voorzien. Mijnheer Uhl heeft gezegd, dat het wei nig verschil maakt of een gemeente 2000 of 2800 inwoners telt. Dit verschil is wel niet veel, maar het is toch een ver schil dat van invloed kan zijn op de werkzaamheden der gemeente. Het staat bij mij vast, dat een gemeente ter grootte van Herpt, niet moet blijven bestaan. De bestuurskosten zijn tegenover de an dere uitgaven zoo hoog, dat het niet gerechtvaardigd is, tegen vereeniging te zijn. Mijnheer Uhl heeft ook een ander gezichtspunt aangeroerd, en het is diens bedoeling dat voornamelijk ter uitvoering van wetten en maatregeleen van alge meen belang, het weinig verschil uit maakt, of dit voor een kleine of groote gemeente geschied. Thans moeten deze echter dubbel geschieden en het ligt toch voor de hand dat, als dit zonder j verdere kosten uit een hand kan ge- j beuren, hierdoor een vereenvoudiging ont staat die niet te min en te laag is te schatten. Ik laat nu daar, of deze rede neering voor Heusden opgaat, doch be schouw dit uit een algemeen oogpunt. Ik beweer niet, dat Heusden als Heus den of Herpt als Herpt zijn belangen niet even goed zelfstandig kan behar tigen. Ik vestig er alleen de aandacht op, waarom in het algemeen belang ver eeniging moet worden bevorderd. Ik heb geen propaganda voor vereeniging gemaakt en wensch die ook niet te ma ken; ik wil geen enkelen persoonlijken invloed hiervoor doen uitgaan. Nu de opmerking van het vleeseh- keuringsbedrijf, deze is niet juist, deze kan blijven zooals ze thans is. Of men vereenigd of niet, dit kan van geen in vloed zijn op het getal keuringen deze zal hetzelfde blijven, men zal daarom toch geen vleesch of spek minder eten. Thans de vraag van mijnheer de Haan om een staat van schulden en bezittin gen van Herpt. De schuld bedraagt zooals mijnheer Uhl reeds heeft gezegd f22000,—. de Haan. Ik dacht dat het 32000 was. Voorzitter. Daar is geen kwestie van naar ik meen is het slechts f22000, Wat de bezittingen betreft, hiervan is niet direct te zeggen wat zij opbrengen. Er zijn eenige bezittingen, waaronder eenig boschland, de opbrengst daarvan is zeer wisselvallig. Dit jaar was de opbrengst f 1000,en is een gedeelte dijk voor f200,verpacht, Verder is er nog een inschrijving op het grootboek van f7000,272 pCt. en dan nog het schoolhuis. de Haan. Kan niet schriftelijk uit een worden gezet, de inkomsten over 10 jaren, we behoeven toch nu niet direct een beslissing te nemen. Voorzitter. Dat gaat niet zoo gemak kelijk. Verder is er nog weiland ver huurd voor f222,per jaar, ;het bosch land heeft in 1917 opgebracht f1517, in 1921 f637,verder is er nog een perceel dat in 1916 opbracht f 340,in 1920 f812,de onkosten hierop zijn een goede f 100,Dan is er nog de Bernsche Steeg die f 51,per jaar op brengt en een perceeltje grond in erf pacht voor f30,per jaar, het school huis is verhuurd voor f225,ziedaar de inkomsten, de Haan. Kan niet uiteengezet wor den de inkomsten over 10 jaren Voorzitter. Niet op dit oogenblik, dat kan echter niet zooveel uit elkaar loopen. Op wachtgeld komt de Burgemeester van Herpt, de Secretaris, de Gemeente Ont vanger en de Burgemeester van Oud heusden, hiervan heeft Drunen voor een gedeelte het wachtgeld te dragen. Uhl. En de Secretaris van den Els- hout. de Haan. Dan zou ik graag de draag kracht weten. Wij hebben hier 500 aanslagen tot een totaal van f 100,000, hoe groot is dit in Herpt. In 1917 be hoorde het werkvolk van ons dat op de Herptsche weg woont, tot de hoogst aangeslagenen van Herpt. Voorzitter. Daar geloof ik niets van, dit is beslist onjuist. de Haan. Geef mij antwoord op de vraag van de aanslagen, om te kunnen beoordeelen dat Herpt draagkrachtig is zooals U hebt gezegd. Voorzitter. Dat is niet van mij, U moogt niet iets zeggen wat geheel onjuist isj U moogt me dat niet voor de voe ten gooien. Ik wensch den raad zoo vol ledig en juist mogelijk in te lichten. Ik heb het raadslid te Herpt een heel be redeneerd antwoord gegeven en doen uitkomen dat de belasting in Heusden lager is dan te Herpt, dat het vermenig-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1924 | | pagina 6