Eerste Blad
FEUILLETOY
„Het Kasteel van Kerlor."
Uitgave: Firma L. J, VEERMAN, Heugden,
y©. 4435 Woensdag 24 September 1924
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
land van altena
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt /1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiëu worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Men blijft op Duitschland drang uitoe
fenen om te besluiten, een aanvraag tot
den Volkenbond te richten om als lid van
dezen Bond te mogen worden toegelaten.
Het meest belangrijke feit in dezen is,
dat prof. Fridtjof Nansen in 't laatst der
afgeloopen week in allerijl per trein naar
Zuid Duitschland is vertrokken, om overleg
te plegen met den aldaar vertoevenden
Duitschen rijkskanselier.
Een officieel communique over het re
sultaat der onderhandelingen is niet open
baar gemaakt, maar uit de verschillende
desbetreffende berichten van particuliere
zijde bljjkt, dat Nansen opdracht heeft
gekregen, Duitschland de toetreding ge-
makkelijker te maken. Immers, wanneer
men op de telegrammen mag afgaan, zijn
Duitschland al twee niet onbelangrijke voor-
deelen aangeboden ten eerste wordt het
een permanente zetel in den raad van den
Volkenbond toegezegd, zoodat het als een
volwaardige groote mogendheid wordt be
schouwd en ten tweede verluidt, dat een
toetreding van Duitschland tot den Bond
tot gevolg zal hebben, dat de ontruiming
t van het Roergebied, gelijk de Duitschers
r aanvankelijk te Londen bedongen, op 1
Jan. 1925, dus nog gedurende het loopende
jaar, haar beslag zal hebben gekregen.
Blykbaar heeft. Nansen echter ook op
dracht gekregen Duitschland duidelijk te
maken, dat treuzelen uit den booze is en
dat ten spoedigste het verzoek om opne
ming behoort te worden gedaan, omdat
technische redenen verbieden het besluit
nog langer uit te stellen. Aarzelt Duitsch
land te lang, dan kunnen de formalitei
ten, die aan de toetreding vastzetten, niet
worden vervuld en duuit 't weer een hee-
len tjjd voor de zaak kan worden behan
deld, omdat de verdere zittingstijd zeer
beperkt is.
Uit de vorenstaande feiten blijkt dus,
dat, mocht Duitschland op het oogenblik
het verzoek om lid te worden doen, van
een afwijzing der aanvrage geen sprake
zal zijn. Het is nu maar te hopen, dat
Duitschland niet met al te veel bezwaren
komt de opneming zou zoowel ten goede-
komen aan den Bond, die er meer univer
seel door zoo worden te meer daar
66
Bent u het niet, mevrouw, vroeg hij
zich tot zijn vrouw wendend, die mij
hebt medegedeeld, dat de heer d'Alboize
van hier was vertrokken
Neen, antwoordde Carmen, ik was het
zeker niet.
Enfin, vervolgde de Saint-Hyrieix, ik
vraag u wel excuus, kapitein, indien ik
eerst een weinig verrast scheen Ik
gevoel me zeer gelukkig u de hand te
kunnen drukken Verbeeld u, dat
mevrouw de Saint-Hyrieix niet naar
Stockholm wilde gaan I
Zij hernam
U vergeet, meneer, dat ik geen anderen
wil heb dan den uwen.
Robert had eindelijk de heerschappij
over zich zelf herwonnen. Hij ant
woordde
Ik zou zelf ontroostbaar zijn geweest
indien mijn verblijf in Noorwegen langer
had geduurd en ik daardoor niet in de
mogelijkheid was gesteld u mijn achting
te bewijzen.
Alle dwang scheen verdwenen.
Wij kennen voldoende den heer de
Saint-Hyrieix om te weten, dat hij niet bij
de jongelieden bleef. Hij was maar al te
blij, dat hij zijn vrouw kon toevertrouwen
aan een vriend van haar familie.
Carmen en Robert onderhielden zich
zeer vriendschappelijk met elkander.
ook de opneming van Turkije voor de deur
staat als aan Dnitschland zelf, omdat
aan de geïsoleerde positie van Duitschland
door de toetreding een einde zou komen
en ook dit land zijn stem in den vervolge
kan laten hooren in de vergadering van
een instituut, dat juist thans de kwestie
van den toekomstigen wereldvrede aan de
orde heeft gesteld, een aangelegenheid,
waarby ook Duitschland het grootste be
lang heeft.
Duitschland kan natuurlijk niet worden
gedwongen lid te worden, maar ongetwijfeld
zou het een ongunstigen indruk maken,
wanneer Berlijn thans de gelegenheid onbe
nut liet. Een afwyzende houding van
Duitschland zou slechts de idee post kun
nen doen vatten, dat Berlijn meer aan
toenadering tot sovjet-Rusland is gelegen,
dan aan samenwerking met de staten, die
in den Bond zijn vertegenwoordigd. In
dit verband mag niet onvermeld blijven,
dat de Sovjetrepubliek Duitschland niet al
te gaarne in den Bond ziet opgenomen,
omdat de 'propaganda der bolsjewistische
leerstellingen meer kans heeft op succes
in een verdeeld, dan in een eensgezind
en vereenigd Europa. Opneming van
Duitschland in den Bond zou juist een
stap zijn, die de politieke pacificatie in
Europa bevordert en daarom is Moskou,
waaraan Berlijn meer of minder gebonden
is door het verdrag van Rapallo, natuurlijk
ten zeerste gekant tegen de toetreding tot
den Geneefschen Bond.
De groote slag tusschen de beide dic
tators, die in China om de heerschappij
vechten, worden binnen enkele dagen on
geveer 150 mijlen ten Noorden van Peking
verwacht. Tot nu toe werden in de klei
nere gevechten de successen behaald door
maarschalk Tsaarig-tso-lin, den militairen
gouverneur van Mandsjoerije, doch de re
geering te Peking heeft zich voorbereid op
het in het veld brengen van tweehonderd
duizend man, om hem in den strijd ten
Noorden van Sjanghai te verslaan.
De Spaansche regeering bericht dat thans
definitief de campagne begint tot verdrijving
der rebellen uit de omgeving van Tetoean.
Na verwoeden strijd hebben de Spaansche
troepen de Riffs uit verschillende stellingen
teruggeworpen en namen zij de stelling op
den berg Gorgues ten Zuiden van Tetoean
na een strijd van 3 dagen. De overwin
ning van dezen post, die sinds einde Au-
De officier maakte geen enkele aandui
ding op het huwelijk.
Zij spraken over Georges en Hélène,
over de gravin van Kerlor, over het
mooie Bretange.
Zij ondervroeg den officier over zijn
toekomst.
Hij antwoordde dat er in zijn positie
nog niets was veranderdevenwel be
stonden er vermoedens, dat hij naar
Frankrijk zou terugkeeren.
Hij kon een zucht niet onderdrukken.
Wij zijn bestemd om elkaar terug te
zien, altijd op dezelfde vluchtige wijze
Ik zal nauwelijks een week te Parijs
doorbrengen Maar het zou me toch
spijten indien ik u daar niet zag U
zult mij toch wel voor een vriend willen
houden
Zeker, mijnheer d'Alboize En het
zal mij zeer veel verdriet doen, indien
u mij vergeet.
Beiden trachten te vergeten, in welke
positie zij tegenover elkander stonden,
zij gaven zich geheel over aan de vreugde
elkaar weer te zien, en zij wilden er
niet aan denken, dat zij morgen weer
zouden zijn gescheiden.
Hun geluk was zeer reinzij volgden
eenvoudig de overeenkomst der karakters
die hen tot elkaar trok. Zij deden geen
moeite de woorden vol ontroering, die
hun op de lippen kwamen, te weerhouden,
hun stille genegenheid ontwaakte weer,
alsof zij beiden vrij waren geweestzij
begrepen, Robert zoowel als Carmen,
dat zij samen een der gelukkigste uren
van hun leven genoten, en zonder te
blozen over hun liefde, zagen zij elkaar
gustus geïsoleerd was, kan als een enorm
succes voor de Spaansche troepen worden
beschouwd.
Niet minder dan vijf colonnes der Span
jaarden hebben deze overwinning behaald,
door onder het aanhoudend vuren van de
scherpschutters der tegenpartij omhoog te
klimmen en onderwijl de verdedigers van
rots tot rots en van struik tot struik terug
te drijven.
Kantongerecht te Heusden.
Strafzitting van het Kantongerecht van
Vrijdag 19 September 1924.
KantonrechterMr. C. W. van Ommeren
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie
Jhr. Mr. E. Verheijen
GriffierMr, W. Ruitinga.
't Was weer erg druk op het Kanton
gerecht, want de 106 zaken, die moesten
dienen, brachten heel wat beklaagden, ge
tuigen, deskundigen en nieuwsgierigen naar
de rechtzaal. Begonnen werd met gesloten
deuren met de behandeling van 24 kinder
zaken, waarna de deuren werden geopend
en een aanvang werd gemaakt met de
overige 82 zaken.
Het eerst kwam aan de beurt de in
de vorige zitting uitgestelde zaak contra
J. K. v. d. S., bakker te Werkendam,
wien ten laste was gelegd dat hij nacht
arbeid zou hebben verricht, Beklaagde
had in de vorige zitting het feit ontkend
en gezegd dat het in zyne bakkerij aan
getroffen deeg niet bereid was in den nacht
van Zondag op Maandag, doch 's Zaterdags
te voren. Thans werd als getuige en tevens
als deskundige gehoord de marechaussée
Voeten, die vroeger zelf bakker is geweest.
Deze vei klaarde dat het door hem in de
bakkerij aarigetroften deeg niet van
's Zaterdags kon zijn, want deeg, hetwelk
een uur heeft gelegen is niet meer bruik
baar en dit deeg zag ik nog van de bank
looperi, zoodat het dus pas gemaakt moest
zijn. Beklaagde kreeg f 10.00 boete of
5 dagen hechtenis.
N. R., arbeider te Almkerk, had ge
weigerd aan een Ambtenaar van den Raad
van Arbeid mede te deelen bij welke werk
gevers hij den laatsten tijd zooal gewerkt
had. Beklaagde zei dat het hem niet was
te doen geweest om antwoord te weigeren,
maar om zich zelf te sparen, want als hy
in een tijd van slapte om werk vroeg, zou
geen enkele boer hem wilien hebben, als
deze zegeltjes moest plakken voor hem.
aan.
De verrukking hield echter voor beiden
op, toen de heer de Saint-Hyrieix terug
kwam om bezit te nemen van zijn vrouw.
Ik dank u, zeide Firmin tot Robert,
dat u wel u hebt willen opofferen voor
mevrouw de Saint-Harieix U kan
zich niet voorstellen, beste kapitein, hoe
mijn vak al mijn tijd en mijn kracht vraagt.
Voordat Robert d'Alboize afscheid
nam, liet de echtgenoot niet na, steeds
beleefd blijvende, den officier uit te
noodigen hem eens een bezoek te brengen
in het Grand-Hdtel.
Eigenlijk deed de Saint-Hyrieix dat
ook, omdat zijn egoisme sprak, zooals
in alles wat hij deed..
Hij zeide tot zich zelf, dat de heer
d'Alboize hun tot gids kon dienen in
Stocholm om hun de mooiste plaatsen
te wijzen.
Robert beloofde, dat hij, van den
volgenden dag af, geheel ten dienste van
mevrouw de Saint-Harieix zou staan.
De echtgenoot straalde van genoegen.
Hij had zeer goed ingezien, dat er
tusschen hem en zijne vrouw een zekere
koelheid was ontstaanzonder dat hij
vermoedde, waar dit vandaan kwam.
De tegenwoordigheid van den heer
d'Alboize gaf aan ^Carmen haar opge
ruimdheid terug en*de arme echtgenoot
rekende zich gelukkig, dat hij niet langer
zou hebben te lijden van de grillen van
zijn vrouw.
De heer de Saint-Hyrieix meende, dat
nu het oogenblik was gekomen om een
bewijs te geven van eene bijzondere
teederheid.
De Kantonrechter zeide de toestanden be
treffende het plakken van zegeltjes in het
landbouwbedrijf te kennen en beklaagde
voor een moeilijke keuze werd gesteld n.l.
deze gelegenheid hebben om wat te kunnen
verdienen en de narren zyner werkgevers
niet noemen of geen werk te hebben en
de namen zijner werkgevers wel opgeven.
Met de wet in de hand had beklaagde het
laatste behooren te kiezen, wat hij niet
deed, zoodat beklaagde inderdaad een straf
baar feit heeft begaan. Evenwel achtte
de Kantonrechter verzachtende omstandig
heden aanwezig en veroordeelde beklaagde
daarom tot eene lichte straf n.l. f 3.00
boete of 2 dagen hechtenis.
L. P. te Almkerk werd ten laste gelegd
dat hij een slaapkamertje in zijn nieuw
gebouwd huis een breedte had gegeven
van 1.90 M. inplaats van 2 M., dus 10 cM.
te smal. Beklaagde ontkent het feit op
grond, dat het bewuste kamertje een pak-
karnertje en geen slaapkamertje is. Op
de overlegde bouwteekening staat het be
wuste kamertje ook niet als slaapkamertje
aangegeven, terwijl ook de omstandigheid
dat het gelijkvloers is gelegen terwijl de slaap
vertrekken op de verdieping liggen, het
vermoeden wettigt dat beklaagde gelijk
heeft en het bewuste kamertje geen slaap
kamertje is. Beklaagde vraagt vrijspraak
en zeker niet tot zijn geringe vreugde
wordt aan zijn wensch gevolg gegeven.
Blijkbaar in opgewekter stemming dan bij
gekomen is verlaat beklaagde de zaal.
M. S. had zijn kippen laten loopen op
het land van zijn buurman, die zulks niet
erg prettig vond, omdat zij zich vergasttei
aan diens boonen en aalbessen. De Kan
tonrechter zei »0, zeker weer buren-
quaestie's, want als er kippen bij te pas
komen is het steeds zoo goed als zeker
dat de buren elkaar niet kunnen zien of
luchten.'t Bleek inderdaad dat beklaagde
en zijn buren nu juist niet zoo erg vriend
schappelijk met elkaar leefden en dat ze
elkaar niet veel goeds in de wereld gunden,
zooals beklaagde zelf verklaarde. De Kan
tonrechter hernam dat hij die kippen- en
burei quaestie's allervervelendste dingen
vond en spoorde beklaagde en twee dei-
buren, die als getuigen gehoord werden,
aan om voortaan toch wijzer te zijn en
niet .om zulke kleinigheden elkaar het leven
onaangenaam te maken, 't Resultaat der
kipper quaestie was nu voor beklaagde
f5.00 zenden naar den Ontvanger der
Registratie of naar den Griffier, of anders
Mijn lieve vriendin, zeide hij, je kunt
niet begrijpen, hoe lang dezen avond
mij is gevallen.
Waarlijk
En evenwel, hij zal ons ten voordeel
zijn.
Denkt u
Zeker, wfint ik ben overtuigd, dat hij
van grooten invloed zal wezen op mijn
toekomst.
Dat is dan zooveel te beter.
Birague heeft mij bepaald beloften
gedaan.
En bent u voldaan?
Ik ben het nu vooral, omdat ik weer
alleen bij u ben ver van alle plechtig
heid, ver van alle etiquette Bent u
niet eveneens tevreden
Zij antwoordde niet, zij had slechts met
een half oor geluisterd naar hetgeen hij
haar had gezegd.
Al haar gedachten concentreerde zich
in het eene denkbeeld„Morgen zal ik
Robert terugzien".
Het is waar, vervolgde Firmin, dat
ge dezen avond groote zegepralen hebt
behaald. Dat is rechtvaardig, mijn
lieveling, ik heb u nooit schooner gezien.
Hij nam de hand zijner vrouw in de
zijne. Carmen wilde ze onwillekeurig
terugtrekken. Zij werd plotseling her
innerd aan de koude werkelijkheid.
Deze uitmuntende Firmin, in wiens
karakter het niet lag om sentimenteele
zinnetjes uit te spreken, want een ernstig,
redeneerend, bedaard man als hij, deed
niet aan kinderachtigheden, welnu, deze
uitmuntende Firmin waagde zich nog
aan een laatste compliment.
met een 3-daagsch retour naar 's Bosch.
W. N. te Almketk was bekeurd, omdat
hij met een paard, hetwelk aan een voor-
en aan een achterpoot kreupelde, in flinken
draf had gereden. De verbalisant Opper
wachtmeester der Marrechaussée te Woudri-
chem, als getuige gehoord, verklaarde dat
het hoefijzer order den voorpoot er dwars
onder lag en den voetzool erg drukte,
zoodat zulks pijn moest veroorzaken. De
Kantonrechter zeide dat hij bijzonder ge
kant is tegen het ncodeloos pijn veroor
zaken aan dieren en dat zulks streng moet
worden gestraft. Beklaagde kreeg dan ook
f 10.00 boete subsidiair 5 dagen hechtenis.
W. v. B. landbouwer te Elshout, ge
meente Oudheusden, was weer in zijne
oude overtreding vervallen n.l. het hebben
van een mesthoop en een hooimijt op
minder dan 4 M. afstand van den openbaren
weg. Als gemachtigde trad op de oud
klerk H. Meijer te Oudheusden, die ver
telde dat in de dagvaarding de naam on
juist was aangegeven, daar de naam stond
vermeld met twee e's inplaats van met
ééne e. En voorts zei de gemachtigde
dat de afstand veel grooter is dan 4 M.
en wel 7 M., wyl de berm geen openbare
weg is, doch eigendom van beklaagde.
De Kantonrechter zei dat een openbare
weg toch wel eigendom van een particulier
kan zijn 't komt hier niet aan op den
privaat-eigendom, maar wel op het al dan
niet openbare. De verbalisant-veldwachter
de Hart als getuige gehoord, verklaarde
dat zoowel het verharde gedeelte als de
bermen openbare weg waren en altijd
zoolang hem heugt en dat is meerdere
tientallen jaren, openb. weg waren geweest.
Gemachtigde vroeg eenige weken uitstel
van het te wijzen vonnis, waarvoor de
Kantonrechter geen termen aanwezig achtte,
zoodat vonnis onmiddellijk werd gegeven
en beklaagde daarbij werd veroordeeld tot
f 10.00 boete subsidiair 5 dagen hechtenis.
L. T. v. M., landbouwer te Dussen, had
melk verkocht, van welke 1215 pCt.
water was toegevoegd, zooals bleek uit het
betrekkelijk proces-verbaal en hetgeen ook
rog werd bevestigd door den deskundige
Schuursma, die de melk had onderzocht.
Beklaagde vertelde dat hy van de zaak
niets wist, daar zijn vrouw over de melk
ging, maar 't kon wel waar zijn. Voorts
zei beklaagde dat hij twee koeien molk,
van welke de meeste melk naar de fabriek
gaat en slechts enkele liters aan vrienden
in de buurt worden verkocht om hun een
Ik ben zeker, dat kapitein d'Alboize
er evenzoo over denkt, zeide hij met
overtuiging.
Ik weet het niet, antwoordde Carmen,
getroffen in haar meest verborgen ge
voelens, nu zij haar man zoo hoorde
spreken over Robert.
De Saint-Hyrieix werd nog gemeen
zamer.
TJ hebt den geheelen avond met el
kaar gebabbeld.
Zij keek hem aanhij begreep er
dus niets van, dat hij haar vreeselijk
kwelde.
En hij voegde er nu nog bij
Weet je wel, dat, als we niet in de
wittebroodsweken waren, ik jaloersch
zou kunnen wezen?
Jaloersch
Maar, vervolgde hij lachende, gij zult
wel te verstandig zijn, om u niet wat
te laten wjjsmaken door den heer
d'Alboize.
Carmen fronste de wenkbrauwen.
Het schijnt me toe, dat u daar een
zonderling gesprek voert.
Hij vervolgde op zijn gewonen toon,
zonder dé ontroering zijner vrouw in
te zien
Hij is een Don Quichotte, een dolende
ridder De gemalin van den Oosten-
rij ksche gezant heeft me dezen avond
nog verzekerd, dat hij een weinig een
dichter was 't Is jammer 1
Maar waarom toch vroeg Carmen,
die zich zelf weer beheerschte.
Omdat het een heel aardige jongen
is vindt u niet?
Wordt vervolgd).
voof hst Land van Heusden en Altona,deLanastraat sn og Boimeterwaard