Eerste Blad
iteo per Autobus,
Spoor
of Boot
fiorincl
Bezoekt onze Magazijnen, Langendijk B 192,193,194
^and van altena
Grootste Voorraad. Ulsters
vanaf f 3.90
Winterjekkers
Kinderjasjes
Broeken
tot in de
beste
kwaliteiten.
Grootste en Goedkoopste Kleedinghuis voor eiken stand en leeftiji
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no 61525.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en
franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Uitgave: Firma L. J, VEERMAN, Heusden.
No4450 Vrijdag 14 November 1924
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
tneer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur er.
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Verharding van den
Hoogen Maasdijk onder
Veen.
Op 13 Juni 1924, richtte het Gemeente
bestuur van Veen zich met het volgende
adres tot de Staten van Noordbrabant.
„In verband met de openstelling van
den Hoogen Maasdijk voor het verkeer
met motorrijtuigen op meer dan twee
wielen, waardoor dat verkeer op dien
weg meer is toegenomen, spreekt het
van zelf, dat het onderhoud van dien
dijk voor de gemeentekas belangrijk
zwaarder weegt dan voorheen. En daar
de gemeente toch reeds een zwaren strijd
heeft om in hare uitgaven te voorzien,
waartoe niet het minst de jaarlijksche
aflossingen en rentebetalingen van schul
den bijdragen, leek het ons niet onrede
lijk Uwe Vergadering eerbiedig te ver
zoeken het daarheen te willen leiden,
dat aan deze gemeente voor éénmaal een
subsidie wordt toegekend ter verharding
van het gedeelte van den Hoogen Maasdijk
dat ten laste dezer gemeente komt,"
Ter zake van dit adres geven Ged.
Staten aan de Staten in overweging
afwijzend op het daarin vervat verzoek
te beschikken en zij doen zulks op grond
van een door hen ontvangen schrijven
van den Hoofdingenieur van den Provin
cialen Waterstaat hetwelk aldus luidt
„Onder terugzending van het bij Uwe
terzijde aangehaalde kantbeschikking
ontvangen adres van het gemeentebe
stuur van Veen, houdende verzoek om
subsidie in de verharding van den Hoo
gen Maasdijk heb ik de eer het volgende
te berichten.
In den aanleg van den weg over den
Hoogen Maasdijk, voor zoover gelegen
in de gemeenten Wijk c. a. en Veen is
bij Statenbesluit van 9 Juli 1851 een
subsidie uit de provinciale kas toegekend
van 1/3 der kosten ook het Rijk heeft
voor 1/3 gedeelte in de aanlegkosten bij
gedragen. De weg is als grintweg aan
gelegd en onderhouden en heeft op het
grondgebied van de gemeente Veen eene
lengte van 2.5 K M.
De Hooge Maasdijk is langen tijd af
gesloten geweest voor het verkeer met
motorrijtuigen op meer dan twee wielen
vanaf de zuidoostzijde van de kom der
gemeente Andel tot aan den afrit naar
de Aalburgsche Steeg, derhalve o.m. op
het grondgebied van Veen. Deze af
sluiting is opgeheven bij besluit van Uw
College van 18 April 1923.
Hoewel reeds voor de ontsluiting op
ruime schaal ontheffing van het rijver
bod werd verleend, mag worden aange
nomen, dat door de openstelling het
autoverkeer over den Hoogen Maasdijk
niet onbelangrijk is toegenomen. Deze
verkeerstoename is mede bewerkstelligd
door eenige autobusondernemingen, welke
den laatsten tijd eeu geregelden dienst
langs den Hoogen Maasdijk onderhouden.
Het ligt voor de hand, dat de toe
neming van het verkeer haren invloed
op de verharding van den Hoogen Maas
dijk doet gelden. De weg onder de ge
meente Veen bevindt zich echter niet
in bepaald ongunstigen toestand en toont
oogênschijnlijk weinig teekenen van ver
vat? Evenwel worden eenige zwakke
plekken aangetroffen, w elke er op wij
zen dat de grintlaag nog slechts eene
geringe dikte heeft en eene behoorlijke
fundeering ontbreekt. Hoewel alzoo
eene versterking van den weg zeer zeker
gewenscht is, schijnt het mij niet on
mogelijk om den weg door het regel
matig aanbrengen van eene flinke hoe
veelheid grint in behoorlijken staat te
onderhouden. Naar mijne .meening zal
daarvoor jaarlijks noodig zijn 125 Ms,
zoodat (de prijs per Ms grint in het werk
stellende op t 6.het onderhoud van
de gemeente een jaarlij ksch offer zal
vergen van f 750.
De gemeente schijnt het voornemen
te koesteren om steenslag tot een vrij
groot quantum aan te brengen en vindt
in haren financieelen toestand aanleiding
de provincie om een subsidie in de pos
ten van die verharding te verzoeken^
Nu is steenslag ontegenzeggelijk een beter
verhardingsmateriaal dan grint, doch bij
groote hoeveelheden over den weg ge
spreid, is dit materiaal zeer hinderlijk
en schadelijk voor het verkeer, zoodat
de toepassing ervan welhaast de nood
zakelijkheid medebrengt om de steen-
slaglaag in te walsen. Aldus opgevat
zou de verharding vorderen eene uitgave
van f 4.per M1 of in totaal
f 1Ü000.Eene zoodanige versterking
treedt te meer op den voorgrond om
reden alleen daardoor eene belangrijke
verbetering van den weg en eene niet
onbeduidende financieele ontlasting van
de gemeente kan worden verkregen.
Het spreekt echter van zelf dat het
de provincie maar weinig aantrekken
kan om subsidie te verleenen in de ver
sterking van bestaande wegen
Wanneer eenmaal een stap in die
richting wordt gedaan, kan zeer zeker
een aanval op de provinciale kas wor
den verwacht en zijn de fiancieele ge
volgen niet te overzien. Slechts bij hooge
uitzondering en wanneer de financieele
onmacht ten eenenmale vaststond is de
provincie er toe overgegaan om hulp te
verleenen en dan nog wel door overname
van den weg onder verplichting van de
betrokken gemeente om in het onder
houd bij te dragen. Hoewel mij de
financieele draagkracht van de gemeente
Veen niet bekend is, kan voorhands niet
worden aangenomen, dat zij niet in staat
zou zijn om den weg naar behooren te
onderhouden. Ik meen alzoo Uw college
in overweging te moeten geven om te
bevorderen, dat op het adres afwijzend
wordt beschik."
In dit schrijven van den Hoofdinge
nieur hebben Ged. Staten aanleiding ge
vonden om het Gemeentebestuur van
Veen op te merken dat ingevolge Staten
besluit van 13 December 1911 slechts
provinciaal subsidie kan worden ver
leend in de kosten van aanleg van ge
meente-, polder-en andere wegen, zoodat
zij het Gemeentebestuur van Veen ad-
viseeren hun verzoek in te trekken.
Aan dit advies heeft het Gemeente
bestuur van Veen blijkens zijn schrijven
van 10 October 1924 o. i. zeer terecht
niet willen voldoen.
Het is zeker merkwaardig dat de Gep.
Staten van Noordbrahant zoo met hand
en tand vastgehouden wenschen te zien
aan het verouderde Statenbesluit van
1911, Immers, wat zijn de toestandgjr
op de wegen sinds dien veranderd en
wie had die verandering in 1911 kunnen
voorzien I o. i. doen Ged. Staten dan
ook verkeerd, daar met de tegenwoor
dige enorme ontwikkeling van het weg
verkeer, er wel geen aangelegenheid is
die meer steun verdient dan een behoor-
lij k onderhoud van verkeerswegen te land.
De kosten van onderhoud der provinci
ale wegen worden voor een zeer groot
gedeelte door de opbrengst van het weg
geld gedekt, zoodat de provinciale kas
best wat meer kan afdragen om, waar
strikt noodig, het onderhoud van ge
meente- of polderwegen te bevorderen.
Door het enorme wegverkeer hebben de
wegen sterk te lijden en nu zitten vele
gemeentebesturen met de handen in het
haar. Veen b. v. is eene weinig draag
krachtige gemeente, die een eenigszins
degelijk onderhoud van haar wegen-
comolex onmogelijk kan bekostigen en
is het dan niet alleszins gerechtvaardigd
dat de provincie de gemeente Veen steunt
bij het onderhoud van den grooten en
drukken verkeersweg, den Hoogen Maas
dijk, die over 2/5 K.M. over het grond
gebied van Veen loopt?
En zou een en ander ook niet gelden
voor den drukken weg van Herpt naar
Haarsteeg, dien de gemeente Hedikhui-
zen heeft te onderhouden?
Laat de provincie wat minder subsi-
die's geven aan allerlei, mogelijk wel
nuttige, maar zeker toch niet alle strikt
noodige instellingen, en wat meer sub-
sidie's toekennen voor het onderhoud
van wegen.
Ongetwijfeld wordt haar geld dan op
nog nuttiger wijze besteed dan thans het
geval is. Het wegverkeer, zooals dat
zich ontwikkelt, maakt het voor vele
gemeenten onmogelijk om haar wegen
in behoorlijken staat te houden en daarom
1
naar
GOOCHEM.
WIJ VERGOEDEN
aan iederen kooper, die
boven 'n bedrag van f 15.
aan kleeding koopt, de
Spoor of Boot (Heen en terug)
(Ingaande ZATERDAG
8 NOV. tot en met WOENS
DAG 31 DEC.)
moeten zij daarin worden geholpen. En
voor dat helpen is de provincie in de
eerste plaats het aangewezen lichaam,
Vergete men toch niet dat de gemeenten
geen compensatie vinden in het heflen
van een of andere vergoeding voor het
gebruik harer wegen, gelijk de provincie
die geniet uit het weggeld. Mogen de
Staten in de onderhavige aangelegenheid
een ruimeren blik hebben dan Ged.
Staten en mogen zij dat toonen door het
Statenbesluit van 13 December 1911 ten
spoedigste in te trekken en gemeenten
als Veen, Hedikhuizen enz. gedeeltelijk
te helpen aan de benoodigde gelden
voor haar wegenonderhoud.
8 tJITEN LAND SCH OVERZICHT
De verwachting, dat de Oostenrijksche
spoorwegstaking van langen duur zou
zijn, is niet bewaarheid, de berichten
uit dit land melden dat de staking is
opgeheven en dat monseigneur Seipel,
tot dusverre bondskanselier, een nieuw
ministerie zal samenstellen. De aanlei
ding van het thans bijgelegde conflict
mogen wij nog even in herinnering bren
gen het spoorwegpersoneel meende, dat
de nood der tijden het stellen van loon-
eischen rechtvaardigdetoen hieraan
niet in voldoende mate werd tegemoet
gekomen, legden zij den arbeid neer.
De president van de directie der bonds-
spoorwegen alsmede de bondskanselier
zelf legden daarop hun functies neer
beiden motiveerden hun houding door
er op te wijzen, dat zoowel het toestaan
van hooger loon als de staking, waarmee
werd gedreigd en die ook inderdaad uit
brak, een gevaar zou beteekenen voor
een succes belovende tenuitvoerlegging
van den reconstructie-arbeid. De beweeg
redenen, waardoor de bondskanselier zich
liet leiden, waren dus van vaderlands-
lievenden aard de beduchtheid zat bij
dr. Seipel voor, dat inwilliging van wat
het personeel vroeg het economisch en
financieel gezond worden van Oostenrijk
zou tegenhouden. Seipel wilde dus blijk
baar door zijn houding te kennen geven,
dat den bijstand dien Oostenrijk van de
zijde van den Volkenbond geniet, door
hem op prijs wordt gesteld en dat hij
daarvoor dankbaar is.
In den Nationalen Bond heeft Seipel
zijn bereidheid te kennen gegeven om
weer als kabinetsformateur op te treden
en hoofd der regeering te worden, mits
de staking is geëindigd en het resultaat
der onderhandelingen tusschen spoorweg
personeel en spoorwegdirectie niet zoo'n
kostenuitbreiding zal meebrengen, dat
de reconstrucfiearbeid er door wordt be
dreigd of op de lange baan geschoven.
Aan deze voorwaarden schijnt thans vol
daan te zijn. Wel zijn de eischen van
het personeel grootendeels of geheel in
gewilligd, maar men schijnt het bedrag,
dat met de salarisverhooging is gemoeid,
te willen vinden door de personentarie-
ven met een vierde te verhoogen. Over
het algemeen krijgt men den indruk, dat
de regeering bij het conflict zich zeer
soepel heeft getoond.
Volgens de laatste berichten uit Spanje
zou de toestand iets verbeterd zijn.
Uit de provincie worden nog wel vele
arrestaties gemeld, doch men gelooft,
dat deze preventief bedoeld zijn. In
geheel Spanje heerscht thans weer rust
en voor zoover te Madrid, in verband
met de strenge censuur, kan worden
nagegaan, zijn de autoriteiten den toe
stand overal volkomen meester.
Uit Madrid wordt nader vernomen, dat
generaal Magaz een oproep tot alle pa
triotten gericht heeft, om zich om het
directorium te scharen en een ontbinding
van het bestaande regiem te verhinderen.
In dezen oproep wordt beweerd, dat de
revolutionnaire beweging van zekere
intellectueelen in samenwerking mei
Catalonische separatisten en socialisten
van over de Spaansche grenzen uitgaat
Spanje heeft daarom reeds stappen te
Parijs gedaan.
Zes jaar zijn voorbijgegaan sinds de wa
penstilstand werd onderteekend, doch de
jaarlijksche herdenkingsdienst in Enge
land bij den senotaaf in Whitehall is
een heilige traditie geworden en heden
was deze dienst misschien indrukwek
kender dan ooit. Geschat wordt dat
een kwart millioen personen bijeen ge
komen waren om er aan deel te nemen.
Toen het kanon in Hyde Park het
begin van de twee minuten stilte aan
kondigde, had zich een aanzienlijke
menigte bij het gedenkteeken verzameld
De koning in khaki-uniform stond daar
blootshoofd en achter hem de prins van
Wales en de hertog van York, de eerste
in uniform van de garde en de laatste in
de blauwe uniform van de luchtmacht.
Baldwin en zijn kabinet stonden in twee
rijen aan de westzijde gerangschikt er.
aan de oostzijde bevond zich de bisschop
van Londen, vergezeld van honderd
koorzangers van de St. Paulus Kathe
draal en Chapel Royal. Dertien honderd
man troepen van alle wapens waren in
een vierkant opgesteld. Zeer mooi
lenteweer met stralenden zonneschijn
voor hgt Land van Heusnen en AltBoajsLanostraat sn de Bonniielerwaar
ij reizen per Autobus,