L.J. Veerman *£uxe doojen Postpapier L. J. VEERMAN Lederwaren tol in de fijnste Kwaliteiten. L. J. VEERMAN Kinderboeken Prentenboeken L.J. Veerman Vulpenhouders Vulpotlooden. Und van altena „Het Kasteel van Kerlor." Jo UitgaveFirma L. JVEERMAN, Heusden. 4453 Woemdag 26 November 1924 Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Zij, die zich op dit Blad wenschen te abonneeren ontvangen de tot 1 Jan verschijnende nummers GRATIS Ruime sorteering n««rd. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.25, en franco per post beschikt 1,40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke rege; meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. BUITENLANDSCH OVERZICHT De Britsche regeering heeft een nota gericht tot de Egyptische, naar aanleiding van den moord op den Sudar. Alienby, de hooge Britsche commissaris, heeft aan Zaghloel pasja deze nota over handigd. Geëischt wordt, behoorlijke ver ontschuldiging, een schadevergoeding van een half millioen pond sterling, verbod van politieke betoogingen, het verwijderen van Epyptische officieren uit. de Egyptische eenheden in Soedan. De Britsche regeering dringt aan op het behouden der juridische en financieele adviseurs in Egypte. In de nota wordt gezegd, dat de moord op den Sirdar, waardoor Egypte de ver achting der beschaafde volken op zich laadt, het natuurlijk gevolg is van een campagne van vijandschap tegen de Britsche rechten en de Britsche onderdanen in Egypte en Soedan, gegrond op de ondankbaarheid voor de voordeelen, die Engeland aan Egypte geschonken heeft, niet ontmoedigd door de Egyptische regeering en gevoed door or ganisaties, die in nauwe betrekking tot die regeering staan. De Britsche regeering heeft nauwelijks een maand geleden de Egyptische regeering gewaarschuwd voor de gevolgen van het niet tot stilstand brengen van de campagne. Ze is niet tot stilstand gebracht. De Egyptische regeering heeft toegestaan, dat de gouverneur-gene raal van Soedan vermoord werd en heeft bewezen, dat zij niet in staat is of niet Firma HEUSDEN,/ zeer geschikt voor St Nicolaas cèdeau. geneigd is het leven van vreemdelingen ie beschermen. Indien de gestelde eischen niet onmiddellijk worden ingewilligd, zal de Britsche regeenng dadelgk de noch ge acüe ondernemen ter bescherming van haar belangen in Egypte en Soedan. Geëischt wordt ook de meest krachtige vervolging en nasporing en bestraffing, in verband met den moord zonder aanzien des persoons. Er wordt antwoord binnen 24 uur ge- eischt op de nota. De hooge commissaris, begeleid door een regiment cavalerie, heeft het koninklijk saluut ontvangen en vertoefde in het geheel vijf minuten bij Zaghloel pasja. Slechts gedeeltelijk heeft de Egyptische regeering deze eischen ingewilligd. Het in beleefde termen vervatte antwoord van Zaghloel Pasja op de Britsche nota gaat accoord met het aanbieden van veront schuldigingen, de bestraffing der schuldigen en een schadevergoeding van een half millioen pond sterling, terwijl verklaard wordt, dat verstoring van den vrede door betoogingen zal worden voorkomen. De regeering kan echter in geen enkel opzicht de verantwoordelijkheid op zich nemen voor deze vreeselijke misdaad, be gaan in omstandigheden, welke voorzien noch voorkomen konden worden. De re- geeiing kan niet erkennen, dat deze mis daad een natuurlijk gevolg is van een politieke campagne, want zij is èr voort durend op uit geweest te betoogen, dat alleen met gebruikmaking van wettelijke en vreedzame middelen mocht worden ge streden voor de rechten van het land. De Egyptische regeerirg heeft nimmer op eenigerlei wijze in contact gestaan met eenige organisatie, welke voor dat doel geweld zou willen gebruiken. De Egyptische regeering is slechts ver- Firma HEUSDEN. Prachtsorteering antwoordeljjk voor de vervolging der schul digen. Snelle en afdoende maatregelen zyn alreeds genomen en er zijn reeds teekenen, welke wijzen op gunstige resultaten. De regeering belooh, dat de schuldigen niet aan hun gerechte straf zullen ont komen. De nota der Egyptische regeering werd onmiddellijk na de onderteekening door Zaghloel pasja naar lord Alienby gebracht. Des avonds heeft Zaghloel zijn antwoord op de Britsche nota in de Kamer voorge lezen. Hij verklaarde, fiat de toestand uiterst delicaat is en dat een onverstandige actie het land duur te staan zou komen. Hij verklaarde, dat het de plicht is van de natie, om het meeste geduld te oefenen en een kalmte te toonen, welke bewijst, dat zy een verstandige natie is, die haar hartstochten in moeilijke omstandigheden kan bedwingen. Hij verzocht alle afge vaardigden en allen Egyptenaren, jong en ond, dit in het oog te houden, teneinde aan de tegenstanders geen voorwendsel te geven om in te grijpen, overtuigd als hij is) dat alleen een politiek van matiging goede resultaten kan geven. De Britsche regeering, die geen genoe gen neemt met het antwoord, neemt reeds militaire maatregelen, zoodat men den ernst van den toestand niet mag onder schatten. Afgewacht moet nu worden, welke ver dere stappen Engeland zal doen om zich recht te verschaffen, ia verband met het gedeeltelijk zeer ver tegemoetkomende, ge deeltelijk weigerende antwoord van Egypte. Dat Egypte met betrekking tot den Soedan onvermurwbaar is, ligt voor de hand immers het Britsch-Egyptische conflict culmineerde juist in deze netelige kwestie. Dit blijkt ook uit het feit, dat Zaghloel pasja is afgetreden. Klaarblijkelijk wil de na- Firma 82 Overigens vergat zij bijna geheel dat zij ooit tegen dit huwelijk was geweest Hélène zorgde voor haar schoonmoeder, beter dan een eigen dochter dat zelfs kon doen. Hélène immers had van den hemel een dier zachte en teedere karakters ontvangen, die al het kwade schijnen te vergeten. Zoo vergat zij ook, dat de gravin de Kerlor eens haar zeer onheusch had behandeld. Zij omringde de oude dame met kin derlijke liefde, met zoovele dier kleine zorgen, welke aan oudere menschen be hagen. Zij drukte op zoo kiesche wijze haar eerbied, haar genegenheid, haar diepe dankbaarheid uit, dat allengs de moeder van Georges van haar begon te houden als van haar dochter. Fanfan ontving dus in zijn wieg teedere liefde van alle kanten. Maar bovenal werd het kind vertroe teld door Carmen. Deze kon den kleine op den arm nemen, hem kussen en al lerlei zoete naampjes gevenf op een wijze, die een vreemdeling in de war zou brengen, of zij niet de moeder was van het kind. Als Hélène er niet was, zou men in derdaad hebben gemeend, dat Carmen niet de tante, maar de moeder van Fan- fan was. Somtijds nam Georges het kind uit de armen zijner zuster en zeide Ieder zijn eigen. Dan was mevrouw de Saint-Hyrieix op het punt om zich boos te maken. Georges heeft gelijk, kwam de gravin dan tusschenbeiden met een goedigen glimlach. Maar de hemel geve, Carmen, dat je niet lang meer jaloersch behoeft te zijn op je broeder. Dan fronste Carmen de werkbrauwen, en tevens voelde zij tranen komen in hare oogen. Fanfan, in zijn ouders armen, strekte toen de handen uit naar zijn tante, alsof hij naar deze wilde. Carmen nam hem hartstochtelijk over, maar nu kwam Hélène binnen en zij maakie een eind aan den strijd tusschen broeder en zuster door aan beiden het kind te ontnemen De kleine Fanfan had reeds twee tan den, waarover de gravin-weduwe verrukt was. Zij herinnerde zich nog de datums waarop Georges en Carmen de eerste tanden hadden gekregen. Maar Jean de Kerlor was een zeer voorspoedig kind. Hélène genoot van al de "liefde, die zij kon geven en die zij mocht onder vinden. In het huis van het Parc-des-Princes hoorde men slechts blij gelach, zag men tranen van vreugde en werden er kus- sen vol liefde gewisseld, beging men weldoende dwaasheden. Het was waarlijk een huis vol geluk. De Saint-Hyrieix, hoe ernstig ook, HEUSDEN*. X EN onderging den indruk van deze omgeving vol geluk De groote bekoring, die van zijn schoon zuster uitging, bleef niet zonder uitwer king op hem. Hij koesterde voor Hélène en Georges een groote liefde, zoo innig als waartoe zijn karakter maar in staat was. Overigens had Georges de Kerlor hem het leven gered, toen hij als zielloos lichaam op het strand lag, en dat zou hij nooit vergeten. De Sant-Hyrieix wachtte overigens nog altijd op een zending, die hem zou worden toevertrouwd. Toen hij Kerlor had verlaten, den dag na de schipbreuk, had hij zich, zooals men weet, naar Parijs begeven. Op het oogenblik, dat hij zich wilde presenteeren aan den minister van bui- tenlandsche zaken, was er geen ministerie. Een heftige discussie in de kamer was geëindigd met den val van het ministerie. De Saint-Hyrieix had zich zelf afge vraagd, of het niet verstandiger zou zijn om naar Kerlor terug te keeren en daar de komende gebeurtenissen af te wach ten, maar de persorganen voorspelden een nieuw ministerie, waarin ook de naam van den heer Birague, den beschermer, den vriend, van de Saint-Hyrieix voor kwam. Deze laatste wilde de eerste zijn om den grooten staatsman geluk te wen schen als hij den drempel van 's lands vergaderzaal overschreed. De crisis had tien dagen geduurd. Birague bleef te Stockholm, er werd een ander kabinet gevormd dan men had voorspeld. De Saint-Hyrieix begaf zich tionalistische premier hiermee te kennen geven, dat op het stok van den Soedan geen toegeeflijkheid van hem is te ver wachten. Het zenden van oorlogsschepen en het transporteeren van troepen naar Egypte door Engeland zijn maatregelen, die ook aan een oorlog voorafgaan. Of het daartoe zal komen, is nog moeilijk uit te maken. In elk geval is de toestand ern stig en er behoeft maar een kleinigheid te gebeuren om botsingen in het leven te roepen. Van officieuse Engelsche zijde doet men het voorkomen, dat Engeland heele- maal er niet aan denkt den Soedan in te palmen, of Egypte's onafhankelijkheid te annuieeren. Wellicht is dat inderdaad op recht gemeend, maar het vlootvertoon en wat daar verder aan vastzit, kunneu ge beurtenissen en toestanden uitlokken, die betreurenswaardig zijn. Er zou nu mooi werk zijn te verrichten voor een w e r- k e I jj k e n Volkenbond. BUITENLAND, Zaterdag gaf bakker R. Combaret, 34 jaar, in de Prinsenstraat te Parijs, een zijner leerjongens Champin genaamd ont slag. Alles verliep normaal. De winkel werd gesloten als gewoonlijk en het perso neel was vertrokken. Des morgens te 4 uur vond men het lichaam van den patroon in de bakkerij. Zijn hoofd was doorboord en hij was dood. Uit een onderzoek bleek, dat de leer jongen was teruggegaan en twist had gehad met zgn patroon, en in zijn woede dezen met een rol had doodgeslagen. Twee personen door een trein overreden. Op de spoorbaan tusschen Ludingshausen en Oridrop vond men de lijken van 2 jonge mannen die door den trein overreden Firma HEUSDEN. Voorradig ruime keuze EN naar den nieuwen minister van buiten- landsche zaken. Deze ontving Firmin zeer welwillend en gaf hem gelegenheid zijn talenten te toonen alleen was die gelegenheid niet zoo grootsah als de Saint-Hyrieix zich had voorgesteld. Hij werd belast met een onderzoek naar het dubbele muntstelsel en den gouden standaard. De echtgenoot van Carmen zeide, dat er voor zijn adelaarsnatuur geen kleine zendingen waren, hij nam de zaak met zooveel spoed ter harte, dat hij reeds den morgen na zijn onderhoud met den minister, Parijs veriiet. Hij bezocht al de «hoofdsteden van Europa weer en bestudeerde daar de quaestie Hij deed als 't ware opnieuw zijn huwelijksreis, maar nu zonder zijn vrouw, aan wie bij lange brieven schreef, vol technische bijzonderheden. De Saint-Hyrieix bleef drie maanden in den vreemde. Toen kwam hij terug met een lijvig dossier, dat in het mini sterie van buitenlandsche zaken werd weggesloten. De diplomaat, die bij zijn andere ei genschappen, die van een uitstekend zuinig man te zijn, kon voegen, kreeg de meest vleiende gelukwenschen van den minister, die hem een nieuwe zen ding beloofde, binnen een zeer kort tijds verloop. Firmin had zich nu kunnen wijden aan het familielevenHij was een wei nig verwonderd te bemerken, dat dit genoegens had, die hij er "totnogtoe niet 1 in verwacht had. waren. Beide personen zijn volgens het onderzoek afkomstig uit de gemeente Walsum. Zij hadden in stilte het ouder lijke huis veriater). Of men hier te doen heeft met een ongeluk of met zelfmoord is nog niet uitgemaakt. o Brand op het Brusselsche stadhuis Zaterdagmiddag tegen drie uur bemerk ten voorbijgangers, dat vlammen opsloegen uit het dak van den linkervleugel van het stadhuis te Brussel. Ze waarschuwden de brandweer, die spoedig ter plaatse was. Met verscheidene slangen kon het vuur in enkele minuten gedoofd worden. De brand was door kortsluiting ontstaan in een zaal van een dienst van het archief. Alleen een klein deel van het dak is vernield. Een talrijke menigte moest door een sterke politiemacht op een afstand worden ge houden. Beschieting ran de „Washington" De geschrapte dreadnought Washing ton* werd beschoten uit de 14-inches kanonnen van het slagschip Texas*, maar er werd geen materieels schade aange richt. Bij onderzoek bleek, dat de kiel nog steeds watervrij was en dat de pantsering niet was doorboord. De Texas* gebruikte 9 projectielen en 5 ïonder-water-bommen*. Bombardeer vliegtuigen zullen de pogingen voortzetten. Voor 50 000 pond sterling aan goud ontvreemd Bij de Londensche politie is aangifte gedaan dat een hoeveelheid zuiver goud ter waarde van 10.000 pond sterling ont vreemd is van een verzending goud uit Rhodesia naar Londen, waarvan de waarde 50.000 pond sterling bedroeg. Onmiddel lijk werd een telegram gezonden naar de plaats, waar men meent dat de diefstal in Zuid-Afrika heeft plaats gehad. o Een rrecsciyk ongeluk Een verschrikkelijk ongeluk is op de spoorlijn tusschen Champigny en Pare St, Maur gebeurd. Van een stoker van drie- en-dertig jaar geraakten door een plotse ling uitlaaiende vlam do kleeren in brand. De ongelukkige schreeuwde van pijn en de machinist die wel trachtte hem te helpen, kon den trein niet tot stilstand brengeu, omdat hij wist, dat vlak achter hem een tweede trein aankwam. Pas in het station Pare St. Maur kon hij stoppen. In een treuigen Op zekeren dag vertelde hij iets van deze zielestemming aan Carmen, die hem verbaasd aanstaarde. Hij glimlachte, zeer voldaan, dat hij aan zijn vrouw kon toonen, dat zij hem nog niet kende. De meest volmaakte harmonie scheen te heerschen in het huis aan het Parc- des-Princes. Georges was evenwel niet zoo geluk kig, als hij wel gewenscht had. Wij weten hoezeer de heer de Kerlor weinig geschikt was voor een zittend leven. Hij verwonderde er zich over dat hij aldus zoo werkeloos kon blijven, en be wonderde zijn vrouw er te meer om, die hem bij zich wist te houden. Hij was het, die het juk zocht, hij was het die er een ontzaglijk genoegen in vond om zich te laten ketenen, om zich tot haar slaaf te maken. Hélène maakte geen misbruik van haar machthaar tyrannie was zoo zacht, dat Georges er zich niet aan onttrekken kon. De geboorte van den kleinen Jean had evenwel aan de beide echtgenooten herinnerd, dat zij zich niet langer moch ten opsluiten met hun geluk en alles afwijzen, wat niet met hun liefde in verband stond. Hun geluk was een nieuw tijdperk ingetreden, maar het legde hun ook an dere plichten op. Hélène, in haar kieschen ernst, deed het op een zachte wijze opmerken aa haar echtgenoot. Georges had zijn vrouw omarmd e uitgeroepen ai üëisdei en AlleiajeLanastraat bi de 81 ernaar j''

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1924 | | pagina 1