^and van aitena
Uitgave: Firma L, J. VEERMAN, Heusden,
No 4462 Donderdag 1 Januari 1925
6udejactr$avend
en 'Kieiivtfjaarsjnergen.
FEUILLETON.
„Het Kasteel van Kerlor."
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maande» f 4.25, en
franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Niet zelden hoort men met minachting
spreken over de onvruchtbare aandoe
ningen en stemmingen van den Oude
jaarsavond. Te recht en ten onrechte.
Ten onrechte want de Silvesteravond
noopt ons èn tot ernstig zelfonderzoek
èn tot dankbaarheid jegens God, van
wien wij zooveel goeds ontvingenen
wat is noodiger en heilzamer dan zulke
gevoelens Maar van den anderen kant,
te recht: want menigeen vermoeit zich
bij het einde van een jaar in bewegin
gen des gemoeds die nóch inhoud heb
ben nóch stand houden.
Het is voorbijziedaar veler verzuch
ting op den laatsten avond van het jaar.
Voorbij zooveel goeds en heerlijks dat
wij zoo gaarne hadden willen vasthou
den. Voorbij zonnige dagen van jeugd
en genot, die wij niet kunnen bestendi
gen. Voorbij zooveel waarmede wij dit
jaar wel begonnen maar niet eindigen,
ook ons samenleven met dezen of dien
van wien te moeten scheiden ons hart
verscheurde. Voorbij zelfs vele verhef
fende en vertroostende indrukken van
Gods woord, die wij in het verloopen
jaar ontvingen. Dat alles, het is voorbij,
voorbijen het heeft tenslotte ons
hart ledig gelaten.
Is er dus weemoed in het verbleeken
der blijde beelden uit ons verleden, an
ders is het met de droeve ervaringen.
Ook zij gingen voorbijof neen, eigen
lijk niet. Het geluk laat minder sporen
na dan het leed. Onze zorgen zijn niet
weggenomen ons verdriet blijft ons ver
gezellen onze zonden blijven op den
achtergrond van ons bewustzijn, al wanen
wij ze te kunnen vergeten. Niet voorbij
is een verleden dat in ons heden blijft
rondwaren en spoken waarvan wij vree
zen dat het nog eens beschuldigend tegen
ons zal optreden.
Is er dan niets in ons verleden, dat
wij werkelijk kunnen bewaren in ons
hart Iets dat niet voorbijgaat Iets
waarvan het blijven ons niet is tot kwel
ling, maar ten zegen
Wij bewaren alleen wat blijvende
waarde voor ons heeft. Wat wij bewaren
is niet slechts ons eigendom geweest
het is het nu nog; wij verwachten er
gebruik en genot van in de toekomst.
Wat wij in het hart bewaren is dat deel
van ons verleden dat voor onze toekomst
beteekenis heeft. Geen blik terug dus
zonder een blik vooruit. Herinneringen
91
Maar ik weet, wat de ontknooping zal
zijn van onzen vreeselijken toestand.
Ik rekende er op, dat jij mijn leidsman
zoudt wezen, dat je mij raad zoudt geven,
en je hebt alleen woorden zonder zin
voor mij, je kwelt mij en je weet noch
tans, hoezeer ik je bemin.
Vergeef mij.
Vóór alles, jij hebt gelijk, ondanks de
schande en de tranen, moeten wij dit
kind liefhebben. Het kind moet ge
lukkig zijn. Maar wat moeten wij
doen
De heer d'Alboize antwoordde:
Laat ons eenige dagen nadenken. Het
is niet mogelijk, dat wij geen plan zou
den vinden, dat ons uit de verlegenheid
helpt.
Carmen schudde treurig het hoofd,
met een trek van twijfel op haar gelaat.
Jij moet mij op'sde hoogte houden met
wat er voorvalt, hernam hij. Wil je mij
schrijven te Bourges, aan de Artillerie-
school, waarheen ik in het eind dezer
week vertrek
Ja.
Er kwam een schemering in zijn oogen.
Zij zag hem in het gelaat, zoo oud, zoo
mannelijk en moedig. Zij kon in zijn
ziel lezen als in een geopend boek.
Het was Robert die het eerst het hart
van Carmen had doen kloppenzij hield
hoop behooren bij elkaar. De rechte
overdenking over den Oudejaarsavond
moet ook passen bij den Nieuwjaars
morgen.
Wij hebben dus allereerst noodig een
vast punt in het verleden en in de toe
komst. Missen wij dit, dan vloeit alles
aan ons voorbij, dan gaat alles over ons
heen zonder iets blij vends achter te laten,
dan zijn wij zelf geheel en al ten prooi
aan de wisselende indrukken en erva
ringen van het leven.
En waarin kunnen we dat vast punt
vinden? In de blijken van Gods liefde
en ook van die van menschen hebben
wij het blijvende leeren vinden, omdat
wij gevoelden dat zij kwamen uit een
nimmer opdrogende bron en getuigden van
een liefde, die nimmermeer vergaat. En
ook wat ons aan leed overkwam bewa
ren wij trouw in het hart, gezuiverd van
bitterheid, dankbaar voor troost en kracht
en hoop die het lijden met zich bracht,
verzekerd dat wat wij verloren ons tot
eeuwig eigendom is weggelegd. En ook
bewaren wij in ons hart menige ervaring,
die ons nog raadselachtig bleef, menig
onverklaard woord. Wij gelooven daarbij
dat wat ons hier nog vreemd ie, wat wij
nu ten halve vermoeden, allengs in ons
leven met God rijker beteekenis voor
ons zal krijgen.
Eiken morgen ontwaakt de wereld
weer voor ons en wij voor de wereld.
Is het alleen om ons tot de slavernij
van het dagelijksche zwoegen terug te
voeren
De poëzie aller tijden verbindt aan den
morgen de schoonste gedachten en ge
voelens. Dan ontwaakt 's menschen
kracht, frisch en blij schikt hij zich tot
zijn taak, alles lacht hem toe, op het
droefgeestige van den nacht volgt het
gejuich bij het aanbreken van den mor
genstond.
Hoe menig lied in de Psalmbundel
prijst den ochtendstond en getuigt van
den moed, waarmede hij het hart ver
vult. En wij sluiten ons gaarne bij die
lof aan het is gangbaar met onze spreek
woorden den morgenstond te prijzen
Wat voor gew ine ochtenden geldt, dat
is in bijzondere mate het geval met den
Nieuwjaarsmorgen Volgens velen is dit
de triestigste dag van het geheele jaar.
Daar liggen zij vóór ons, die 365 dagen,
een groote, kale vlakte Zij zullen wel
gelijken op al hun voorgangers, nog wat
kleurloozer misschien. Het vooruitzicht
streelt ons niet. Maar, wij zullen er wel
weer in wij zullen er wel weer door
heen komen. Als de Nieuwjaarsmorgen
maar eerst voorbij en de stroom van het
ontzagelijk veel van hem. Zij zou al
haar best doen om niet een onherstel
bare dwaasheid te begaan. Zij zou niets
doen vermoeden aan haar echtgenoot,
indien de waarheid ten slotte niet uit
kwam. Zij zou Robert d'Alboize ge
hoorzamen.
Het was nutteloos, dat zij tegenover
hem huichelde hij was haar meester
voortaan zou zij hem niet weerstreven
zij liet zich meeslepen door den grooten
hartstocht, die in hem woelde.
Carmen gevoelde zich niet sterk ge
noeg om bovenmenschelijke heldhaftig
heid te toonen.
Het lot had aan Carmen en Ro bert
een vreeselijke beproeving opgelegd; zij
zouden daaruit slechts triomteerend ont
komen door de kracht hunner liefde.
Wat er ook gebeure en ofschoon de
horizon nog meer met donkere wolken
zich kon bedekken, zouden zij alls trot-
seeren.
Carmen toonde zich nu even moedig
als haar geliefde. Zij zouden strijden,
totdat zij door het noodlot worden ver
brijzeld.
Een langer onderhoud was gevaarlijk.
Robert voerde mevrouw de Saint-Hyrieix
weer onder de genoodigden.
Firmin had niets bemerkt van de af
wezigheid zijner vrouw.
Omringd door eenige oude heeren,
sprak hij lang en breed over de voor
naamste bepalingen van het verdrag van
Utrecht.
Carmen moest een lichte ongesteld
heid voorwenden, voordat haar echtge
noot zijn redevoering onderbrak. Voor.
leven weer begonnen is
In eiken morgen ligt het beeld van
frischheid en jeugd en alle dingen op
aarde worden voortdurend nieuw ge
maakt. En toch worden wij oud en
moede. Het is op onze lippen bestor
ven dat het leven „slijt" en dat de
menschen „afgeleefd" geraken. Doch als
wij daarover nadenken is dat eigenlijk
eene tegenstrijdigheid, eene ongerijmd
heid Immers het ware leven kan door
bet gebruik niet afnemen het kan niet
anders dan hooger, dieper, krachtiger
worden, zich van de eeuwigheid bewust.
Elke morgen verkondigt blijdschap,
frischheid en krachthij zegt Ulaat
U vernieuwen en houd niet vast aan
het oude. Tracht de mate der wen-
schelijke deugden in U te vergrooten en
laat af van uwe ondeugden, van welke
gij weet dat ze in U zijn. Beproef een
ander, een beter mensch te worden en
daartoe behoort ook het geloof om ver
nieuwd te kunnen worden. Als wij ge
looven aan God, dan gelooven wij aan
een leven, dat niet aan den dood ten
prooi wordt, dan gelooven wij aan een
kracht der vernieuwing Al schijnt een
overmacht onze frischeid en vreugde te
bestoken, toch is er een eeuwig leven
voor ons weggelegd Daarom laat ons
op den Nieuwjaarsmorgen onze knieën
voor God buigen en Hem vragen niet
zoozeer om die enkele dingen, die het
Nieuwe jaar ons brengen moge, maar
om ons te vernieuwen in een beter
mensch en ons hart te verheffen van
den tijd tot de eeuwigheid.
Moge de Nieuwjaarsmorgen van 1925
aan velen onzer brengen de kracht tot
eene vernieuwing in ons, de kracht om
te worden goede kinderen Gods.
8ÜITENLANDSCH OVERZICHT
Zaterdag heeft de gezantenraad, waarin
Frankrijk, Engeland, België, Italië en Japan
zijn vertegenwoordigd, een accoord geslo
ten, waarbij de ontruiming van de Keulsche
zóne op 10 Januari, van de hand wordt
gewezen.
Volgens de lezing van de Fransche
bladen staat het vast dat Duilschland in
vrij ernstige mate heeft gezondigd met
betrekking tot de ontwapening en dat dit
de eeriige en afdoende reden is om de
ontruiming voorloopig op te schorten. De
Britten daarentegen zouden van gevoelen
zijn, dat hun troepen voorioopig het brugge-
hoofd van Keulen moeten bezet houden,
omdat nog niet valt te beschikken over het
definitieve rapport der militaire controle
commissie, waarop het besluit tot al dan
dat hij de soirée van den heer Des Tru-
meaux verliet, zocht de Saint-Hyrieix
naar Robert, maar de jonge officier was
vertrokken.
Op den wijze vermeed hij een steeds
onaangename ontmoeting en bovendien
een uitnoodiging om den heer en me
vrouw de Saint-Hyrieix te komen be
zoeken in hun huis.
In het rijtuig zeide Firmin de Saint-
Hyrieix tot zijn vrouw.
Heb je gezien, lieve, welk een zege
praal ik behaald heb
De kracht der gewoonte, hernam de
jonge vrouw.
Het is ongelooflijkk vervolgde hij op
zijn gewonen betoogden toon. Mijn col
lega's weten niets. Ik kan mij niet
begrijpen, hoe het mogelijk is. Er is
geen traditie meer, er is niets meer
och, het zou zoo noodig zijn, dat een
meer helderziende geest, aan wien niets
ontsnapt, eens aan het hoofd kwam.
Carmen luisterde niet meer naar haar
echtgenoot. Zij begreep, volgens gewoonte,
waarover op den geheelen tocht het ge
sprek zou loopenover de carriëre van
haar man.
Zij vergiste zich hier eens bij uitzon
dering.
Firmin nam zich voor om eens heel
galant te wezen. Hij veranderde van
toon en riep uit
Ik ben over je verrukt, dezen avond.
Hij nam haar hand, zonder te gevoe
len, hoe de jonge vrouw tegenstribbelde.
Je bent heel mooi, Carmen, vervolgde
hij. Je maakt me zeer gelukkig.Je
draagt op schitterende wijze mijn naam.
niet ontruiming dient te worden gebaseerd.
Bovendien zouden de Engelschen de opvat
ting zijn toegedaan, dat het niet alleen
niet zoo'n vaart loopt met de Duitsche
tekortkomingen inzake de ontwapening,
maar dat aari de bezetting binnen betrek
kelijk korten tyd een einde kan worden
gemaakt, wanneer Duitschland in de periode,
gedurende welke de bezetting wordt be
stendigd, enkele meer of minder belangr ijke
»fouten« herstelt. Zelfs schijnen de Britten
(ofsommige Britten) aan de hand te
willen doen de bezetting van het geheele
Roergebied te verkorten met een even
lange periode als waarmee die der Keulsche
zone wordt verlengd.
In dat geval zouden men noemt als
datum 1 Mei de beide ontruimingen
samenvallen, doch het schijnt, dat de
Franschen hiermee geen genoegen willen
nemen en in elk geval in het Roergebied
willen blijven tot het laatst van Augustus,
zooals op de Londensche conferentie is
overeengekomen. Groote tegemoetkomend
heid schynt van Fransche zijde echter niet
verwacht te mogen worden.
Dat men in Duitschland verontwaardigd
is, valt te begrijpen, maar het merkwaar
dige is, dat in sommige beschouwingen
van Duitsche zyde niet in de eerste plaats
de Franschen met verwijten worden over
laden en het Fransche militarisme, onder
welks invloed Herriot zou staan, wordt
gekritiseerd, maar den Engelschen de
de conservatieve regeering-Baldwin voor
de voeten wordt geworpen, dat zij door
het voortduren der bezetting de Duitsche
industrieele activiteit uit concurrentievrees
willen belemmeren. Daar de bezetting de
economische onlplooiïngs mogelijkheden van
Duitschland kleiner maakt en alleen een
economisch onafhankelijk Duitschland het
plan Dawis kan uitvoeren, dat den Engel
schen industrieelen weinig sympathiek is,
zouden de Engelschen, volgens sommige
Duitsche publicisten, het erop aansturen,
Duischland er economisch onder te houden.
BINNENLAND.
Motorongeval
De heer I. K. te Heemstede, hoofd
machinist bij de Ned. Stoomvaart Mij.,
die j.l. Woensdag tengevolge van een
motorongeval bij den Kattenberg te Heilo,
naar het St. Elizabetsgasthuis te Alkmaar
werd vervoerd, is zonder bij kennis te
zijn gekomen, overleden.
Zij keek hem eenigszins verschrikt
aanzij vreesde een bijtenden spot te
lezen in zijn ongewone complimenten.
Had haar man het onderhoud van
haar en Robert bespiedHad hij hun
beider ontroering gezien?
Hij vervolgde
Neen, werkelijk, je doet me veel eer
aan. Ik vraag me dan ook dikwijls
af, of ik het wel verdien zulk een voor
treffelijke vrouw te hebben.
Zij werd door deze woorden op de
pijnbank gelegdieder daarvan door
priemde haar het hart.
Gelukkig besloot de diplomaat
Ik ben gedwongen te erkennen, zon
der geveinsde nederigheid en na onze
wederzijdsche hoedanigheden gewogen
te hebben, dat ik u niet al te onwaar
dig ben.
Carmen haalde ruimd adem.
De heer de Saint-Hyrieix ging weldra
weer over op zijn geliefkoosd thema en
weidde er lang over uit, hoe gelukkig
ze zouden zijn als hij benoemd werd tot
gouverneur van een der Kolonies.
XLIII.
Verdekkingen.
Den volgenden ochtend was Carmen
weer bij Hëlène.
Ik heb meneer d'Alboize gezien, be
gon mevrouw de Sanit-Hyrieix op vasten
toon
De verbaasde Hélène kon een gebaar
van smart niet onderdrukken, hoewel
zij geen reden had zich verwonderd te
Aatobus door den trein gegrepen
Woensdagavond is op den onbewaakten
overweg onder Uithuizermeeden een auto
bus van den dienst op Delfzijl door den
trein aangereden en vernield. De inzitten
den werden slechts licht gewond. De trein
kreeg anderhalf uur vertraging.
o
Overreden
Vrijdagmiddag is door de stoomtram
HaarlemLeiden een 16-jarige jongen J.
v. d. B., die even voorbij Hillegom uit de
tram wilde springen, overreden. Hij is
spoedig na het ongeval overleden.
De berooving te Zaandam
Het bedrag, dat den jongsten bediende
van de firma P. de Lange Cz., in den
avond voor Kerstmis werd ontroofd, be
drieg f1300.
Het onderzoek der politie omtrent de
daders heeft tot nu toe geen resultaat
opgeleverd.
Aangehouden
De politie had aan de grens in de buurt
van Heerlen een uit de gevangenis te
Wolffenbuttel ontvluchten gevangene aan
gehouden, die wegens moord en roof tot
levenslange gevangenisstraf veroordeeld
was. Hij is in het huis van bewaring te
Maastricht opgesloten, tot over zijn uit
levering aan Duitschland zal zyn beslist.
o
Veelbelovende jongelui
Tal van jongens te Gorinchem maken
zich reeds geruimen tijd schuldig aan in
braken en diefstallen. Nu zijn weer twee
boefjes W. H. en J. A., jongens van 15
en 16 jaar, door de politie aangehouden,
omdat ze Dinsdag uit de consumptietent
op het Unitasterrein sigaretten en ongeveer
50 pond versnaperingen hebben ontvreemd.
Vervolgens hebben ze Woensdagmorgen
uit een schuur van den heer G. M., aan
't plantsoen, 1 haan en 2 duiven gestolen,
hebben die dieren onder een mesthoop
verstopt, om ze 's middags aan den Haar-
weg boven een vuur te roosteren en op
te peuzelen.
's Avonds hebben dezelfde jongens uit
een schuur van den heer W. 4 kippen
gestolen en verkocht aan den opkooper
J. G., voor welk geld ze ook chocolade,
sigaretten, enz. hebben gekocht.
o
toonen.
Ik heb hem alles gezegd, ging Carmen
voort.
Wederom maakte mevrouw de Kerlor
een gebaar, alsof zij geen verdere mede-
deelingen wilde hooren.
Robert zal voor ons kind zorg dragen.
De beslistheid van mevrouw de Saint-
Hyrieix verdween voor den helderen
blik van hare schoonzuster.
Carmen beefde, toen zij er aan dacht,
dat Hélène den eed zou eischen dien de
schuldige echtgenoot op het punt was
af te leggen op het oogenblik dat de
gravin plotseling was binnengetreden.
Op dien dag zou mevrouw de Saint-
Hyrieix een eed hebben kunnen afleg
gen, maar nu kon zij het niet meer.
Neen, ze zou niet liegenzij wilde
zich niet tot meineed verlagenmaar
zij was ter prooi aan een onuitspreke-
lijken angst, terwijl zij afwachtte tot de
vrouw van Georges zich nader verklaarde.
Hélène bewaarde het stilzwijgen. Als
ze er over nadacht, dan was, meende zij,
het oogenblik nog niet gekomen om de
bloedende wonde harer zuster weer open
te rijten. Zij gaf zich rekenschap van
den vreeselijken angst van Carmen en
het speet haar geweldig dat zij haar niet
kon troosten.
Bovendien hoopte Hélène dat er geen
sprake meer kon zijn van Carmen's liefde
na zulk een vreeselijke boetedoening, als
die welke haar bereid werd.
Carmen herademde alsof zij zoo juist
aan een groot gevaar ontsnapt was.
{Wordt vervolgd).
NIEUWSBLAD
voor bet Land nan Hsusden en AltenaJeLangstrast en ob Bommelerwaaril
0