De heer Jac. v. d. Lely werd op 4 December 1884 te Maasland geboren, tiad in 1902 als volontair in zijn geboorteplaats in functie bij de gemeente administratie en werd in 1904 te Maasland als ambte naar ter secretarie aangesteld. Behaalde in 1908 het diploma van de Ned. Vereen, voor Gem.Belangen, werd 1 Januari 1911 Hoofdcommies te Enk huizen en 15 October 1915 Secretaris, Gm.-ontvanger en Ambtenaar van den Burgert. Stand te 's Grevelduin-Capelle. Tengevolge van de vereeniging der ge meente Sprang, Vrijhoeve- en 's Grevelduin- Capelle tot één gemeente, kwam de heer v. d. Lely in April 1923 op wachtgeld Den 23 Januari l.l. behaagde het H. M. de Koningin hem uit 80 sollicitanten te benoemen tot Burgemeester van Wou- drichem, waartoe hij op 11 Februari door den Commissaris der Koningin dezer pro vincie werd beëedigd. De heer v. d. Lely behoort tot de Ned. Herv. Kerk, doch heeft geen politieke richting. Installatie van den heer JAC. v- d. LELY tot Burgemeester der gemeente Woudrichem. Maandag 16 Febr. 1925 is voor onze inwoners door de installatie van haren nieuwen Burgemeester, de heer Jac. v. d. Lely, van Grevelduin Capelle, een dag van groote beteeken is geweest. Uit de burgerij had zich een commissie van ontvangst gevormd, bestaande uit de heeren A. A. Giesberts (Voorzitter), S. H. Bax, H. Benjamins, J. Spoor Rz H. van Andel, P. van Tilburg, H. de Lorm, H. P. Vos, F. C. Huizer, W. N. Koppers, A. Vink Cz., A. C. Havelaar en A. Vink Cz. Aan de grens te Oudendijk, waar het fanfarecorps »Kunst na Strijden »Wou- drichems Fanfarecorp® stonden opgesteld, en waar de commissie van ontvangst aan wezig was, arriveerde te 11 uur Zijn Ed. Achtb. met zijn gezin per auto, voorafgegaan door een tweetal herauten te paard. Cfnder het spelen van 't Wilhelmus, stapte Z.Ed.Achtb. en gevolg uit, waarna de voorz. v. d. comm. de gelegenheid kreeg, de commissie aan hen voor te stellen en hem met de navolgende toespraak te be groeten Zeer geachte heer Van der Lely, nu Burgemeester van Woudrichem Het is mij een eer, U namens de com missie van ontvangst, welkom te heeten. Veel wordt van U verwacht, in vele op zichten zal Uwe taak moeilijk zijn. De behaitiging der belangen van vis- scherij, landbouw, onderwys eri andere takken van bestuur vragen Uwe volle aan dacht en doorzicht. Houdt U er echter van overtuigd, dat Woudnchemsche bevolking U met goed gezindheid ontvangt. En mocht ge niet in alles slagen, zij Uwe toewijding en ijverig streven in het oog zal houden. Ik hoop van harte, dat ge in deze ge meente ri&t zal vinilen, wat ge U er van voorstele. Zoo ja, dan zal het U en ons burgers van Woudrichem goed gaan. Lang leve de Burgemeester I De bui gemeester dankte den Voorzitter voor zijne woorden, hy stelde het op hoo gen pi ijs, dat door commissie en burgerij by zyn aankomst zooveel belangstelling werd getoond. Aangenaam vond bij het door de schoone klai ken van het fanfarecoips te worden begroet, hij hoopte er later nog dikwij's van te kunnen genieten en dat onder zijn bewind de kunst steeds op hoo- ger peil zal worden gebracht. Mej. Daim, geb. Nieuwenhuizen, als eerste vrouw aan de grens dezer gemeente, bood Mevr. v. d. Lely, namens de commissie uit de burgerij, een prachtig bouquet aan. Onder het spelen der fanfare, stapte burgemeester met gevolg en de Voorz. der Com. in een gereedstaanden landauer, waarna de Commissie-leden in de volgende rijtuigen plaats namen. Voorafgegaan door 2 herauten te paard en een muziekcorps, daarna de hooge gasten en commissie-leden en dan weder een muziekcorps en een paar ruiters, gevolgd door een groot deel der burgery, zette de stoet onder de vroolijke toonen der muziek zich in beweging. Aan de 2de Openb. school in wijk B aangekomen, had inmiddels het hoofd der school de heer T. C. Huizer, bijgestaan door mej. M. E. Mes. onderwijzeres, hunne kinderen opgesteld. Hier stapte de burge meester en gevolg en ook de Commissie even uit, en sprak de heer Huizer na de begroeting het volgende Mevrouw en Mijnheer v. d. Lely 1 Namens de leerlingen van de Operib. Lagere School a.d. Oudendijk, zeg ik u hartelijk dank voor de gulle wijze, waarop gij hen hedenmorgen hebt onthaald. Als bewijs van onze dankbaarheid daarvqpr, Verzoeken wij U toestemming, een door ons ter uwer eere ingestudeerd verwel- kon.stlied te mogen zingen, voorafgegaan duor een fantasieversje ter eere uwer beide (fochter tjes. Zij het ons vergund een oogen- hhk van U thans zoo druk bezette tijd daarvoor m beslag te t emen Het ga U en de Uwen in deze gemeente wel Na het zingen van een tweetal liederen, die bijzonder goed slaagden, dankte de Burgemeester voor de hulde door deze kleinen gebruikt. Hij hoopte dat ze steeds vlijtig zouden leeren, om later nuttige menschen der maatschappij te worden. Na weder ingestapt te zijn, vertrok de stoet, door de met vlaggen versierde straat, gevolgd door de inwoners van Oudendijk, in de richting Woudrichem. Even buiten het stadje stonden een massa menschen, ondanks het toen minder gunstige weer, de komst van den heer Burgemeester af te wachten. Ook hadden zich daar opge steld de kinderen uit Woudrichem, welke de scholen te Gorinchem bezoeken. Even werd hier sti'gehouden, waarbij namens deze leerlingen, door de jongejuffr. Benja mins aan mevrouw bloemen werden over handigd terwijl de kinderen een prachtige doos bonbons werden ter hand gesteld. Thans werd de tocht vervolgd naar het oud stedeke, dat getooid met vlaggen, er werkelijk niet onaardig uitzag. Door een dichte haag van menschen, deed hier de Burgemeester met gevolg zijn intocht, overal toegejuicht en begroet. Achter den toren stonden reeds onder toezicht van Mej. de Graaf de kinderen der Chr. bewaarschool opgesteld. Ook hier weder begroetingen, terwijl door de kinde ren een prachtige mand bloemen werd aangeboden. Even verder stonden de leerlingen der le Openb. school, onder leiding van het hoofd der school, de heer H. P. Vos en verder personeel. De heer Vos verwelkomde hier den bur gemeester met ongeveer de volgende woor den »EdAchtb. Heer Burgemeester, Mevrouw en Familie I Uit naam der schoolkinderen uit Wijk A heet ik U en de Uwen hartelijk welkom in onze gemeente. Wij kinderen beschou wen het als een eer, dat wij U het eerst tusschen de wallen orizer vesting mogen begroeten. Bij Uw tocht thans gemaakt door Wijk B zal het U opgevallen zijn, dat daar landbouw het hoofdmiddel van bestaan is, hier is de hoofdbron de visscherij. Landbouw en visscherij, twee takken van bestaan zijn het waaraan ons Vaderland zijn roem en grootheid te danken heeft. Heye zegt het ons zoo mooi met deze woorden Wij zijn er dan ook trotsch op, vis- scherskinderen te zyn. Zijn toch onze twee groote koopsteden niet uit eenige arme visschershutten van binnenvisschers gegroeid En nu vleien wy ons niet met de gedachten, dat Woudrichem" eens Rot terdam zal worden, maar we weten welk een moed, welk een vastberadenheid, welk een taaie wilskracht de oude Ned. visschers aan den dag legden. Diezelfde goede eigen schappen' zijn nog het eigendom onzer visschers. Moge het daarom U EdelAchtb. gegeven zijn, met Gods onmisbaren zegen, deze deugden te leiden in het goede spoor tot heil van Woudrichem, tot welvaart van ons gemeentebestuur en tot groei van ons stedeke. EdelAchtb. Heer Burgemeester en fam Wij danken U voor Uwe tractatie, wij hebben gemeend dat naast dit alles, het voor U en ons een prettig aandenken zou zijn, indien we mevrouw v. d. Lely met een ruiker mochten vereeren en Uw Edel Achtb. een welkomstliedje mochten toezingen. Het zingen en het aanbieden van bloe men volgde hierop, waarna de Burgemeester hartelijk dankte voor de eer hem te beurt gevallen, terwijl hij de kinderen minzaam toesprak. Voor de stoet zich naar het gemeentehuis begaf, werd een rondrit ge maakt door het stedeke, omstuwd en ge volgd door de bewoners. Voor het ge meentehuis eindelijk aangekomen, werd uitgestapt en werd de Burgemeester en gevolgd door den Voorz. voorgesteld aan een com. uit den Raad bestaande uit de heeren Schaap en Viveer. Voor het binnentreden van het stadhuis werd voor den photograaf geposeerd. Ver volgens begaf zich het hooge gezelschap naar binnen ter gereedmaking tot de in stallatie, die te 1 uur zou plaats hebben. Openbare vergadering van der. Raad der gemeente WOUDRICHEM, op Maandag 16 Februari, n.m. één uur. Voorzitter WelEd. Heer Wendel de Joode Loco-Burgemeester. Secretaris WelEd. Heer v. Rijswijk. De raad is geheel voltallig. Van hevei lede heeft zich de raadszaal met genoodigden en belangstellenden ge vuld. Naast den loco Voorzitter, heefi Mevrouw v. d. Lely, met haar beide kin deren plaats genomen. Verder is de ge- heele feestcommissie aanwezig en ver schillende notabelen van Woudrichem, waaronder de oud-Secretaris der gemeente, de heer Kingmans, de heer Van Gooi, gemeente-opzichter. Nog merkten wy op de heer Kaasjager, distritscommandant der Kon. Marechaussée uit 's Bosch en de Burgemeester en Secretaris der gemeente Hardinxveld. Nadat het gemeentehuis zich verder geheel met belangstellender» heeft gevuld, opent de Voorzitter de ver gadering met gebed. Hierna wordt de nieuwe Burgemeester, door een commissie uit den raad, de raadszaal binnen geleid en neemt deze naast den loco-Voorzitter plaats. De heer Wendel de Joode spreekt hierop de heer v. d. Lely toe en heet hem namens den raad welkom. Spr. zegt, dat met belangstelling was uitgezien naar deze be noeming en dat, zoodra bekend was ge worden, dat Hare Majesteit de Koningin den heer J. v. d. Lely tot Burgemeester dezer gemeente had benoemd, de raad zijn voelhorens heeft uitgestoken, om nader met den benoemde op de hoogte te komen. De verkregen inlichtingen geven grond voor de verwachting dat de heer v. d. Lely mag zijn de gewenschte man op de gewenschte plaats. Spr. vervolgt Uit uwe omgeving wordt U in een nieuwe omgeving geplaatst, die zijn bij zondere eigenaardigheden heeft. In de eerste plaats de oudheid dezer plaats, waar veel is dat het schoonheidsgevoel niet kan streelen en waarvoor veel ge vraagd wordt. De visscherij de hoofdtak van welvaart in de gemeente levert veel moeilijkheden, waarin U zich zult moeten inwerken, ai is dit geen gemakkelijke taak. Ik geef U echter de verzekering dat U den raad naast U zult vinden en dat U kunt rekenen op aller medewerking, om tot bloei der gemeente werkzaam te zijn. Hierna richt spr. zich tot Mevrouw v. d. Lely en heet ook deze hartelijk welkom binnen Woudrichemsch veste. Onder de bede dat God, den heer v. d. Lely de kracht moge schenken om tot bloei der gemeente werkzaam te zyn, hangt spr. den nieuwen Burgemeester den ambts keten om, en verzoek hij dezen zijn plaats in te nemen. Nadat de plaatsen zijn verwisseld, ver zoekt de nieuwe Voorzitter den Secretaris het afschrift der acte zijner benoeming voor te lezen. De Secretaris voldoet hieraan en leest tevens voor de acte van de eeds aflegging op 11 Febr. '25. Hierna spreekt de Voorzitter de aan wezigen ongeveer als volgt toe Geachte vergadering, geachte aanwezigen, het zij my vergund op deze plaats mijr» dank te betuigen aan H. M. de Koningin, die het heeft behaagd mij tot Burgemeester dezer gemeente te benoemen, eveneens aan den Minister var» Bmnenlandsche Zaken, die mij ter be> oeming heeft voorgedragen en aan den Commissaris der Koningin dezer Provincie voor zijn aanbeveling. U, miji heer de oudste Wethouder, dank voor uw hartelijke woorden, die uiting geven var» welwillendheid en die mij de medewei king beloven van de heeren leden van den Raad, iets wat ik zeer op prijs stel. Verschil van meening zal wel niet uitblijven, doch ik vertrouw dat door onderlinge Verdraagzaamheid en indachtig aan de eeden, daarvoor afgelegd bij de aanvaarding onzei betrekkingen, wij steeds de belangen der gemeente Woudrichem zullen voorstaan. Heeren WTethouders, met wie ik schier dagelijks moet werkzaam zijn, op uwe medewerking reken ik ten volle, ik beloof U volle medewerking mijnerzijds. Ook op uwe medewerking, mijnheer de Secretaris, doe ik een beroep, ik twijfel er niet aan of deze zal mij worden ver leend. Ook doe ik een beroep op rijks- en gemeentepolitie, om mij behulpzaam te zijn bij de handhaving van orde en gezag. Inwoners van Woudrichem, die hier in zoo'n grooten getale aanwezig zijt, ik geef U de verzekering, dat ik de gemeente ais een groot gezin beschouw en dat ik als hoofd van dat gezin geen onderscheid des' persoons zal maker» en ieders belang zal voorstaan op onpartijdige wijze. Ik dank U voor uwe feestelijke ontvangst en ik hoop, dat ik aan de verwachting, die U in mij stelt, zal voldoen en dat U in deze verwachting niet teleurgesteld zult worden, zoodat het U nooit zal berouwen, mij zoo feestelijk te hebben ingehaald. Ik stel het op hoogen prijs, dat ik benoemd ben tot Burgemeester van dit eeuwenoude stadje, waarover in de vroegere geschiedenis r eeds wordt gewaagd. Geve God mij kracht, opdat ik aar» het in mij gestelde vertrouwen zal kunnen voldoen. Hiermede verklaar ik het ambt van Voorzitter te aanvaarden. Moge Gods zegen met ons zijn. Op de vraag van den Voorzitter of nog een der heeren iets in deze vergadering he^ft te zeggen, neemt de heer v. d. Wiel het woord en zegt Mijnheer de Voorzitter, geachte mytiheer v. d Lely, ik heb gemeend, dat ik U, evenals den oud-Voorzitter, geluk moet wen- schen met uwe benoemingen ofschoon het te voorzier» is dat ik dat doe-met dezelfde woor den als den Voorzitter, dan wil ik echter verklaren, dat als twee menschen hetzelfde zeggen, dit niet altyd dezelfde bedoeling heeft. Het is myn vaste overtuiging, dat als twee menschen hetzelfde doen, dit nog niet altijd hetzelfde is. In de eerste plaats, als het nieuwe Hoofd der gemeente zich ver plicht gevoeld, zich tot een God te wenden, zooals uit zijn rede blijkt, en du6 meent een God noodig te hebben, dan moet ik zeggen, omdat my de ervaring heeft geleerd, onderzoek op deugdelijke gronden alleen aan U zelf of U in waarlykheid een God noodig hebt. Wees in de eerste plaats een Burgemeester voor allen, toont de ge meente lief te hebben, zooals wij nog nimmer hebben kunnen zeggen. En nu kom ik tenslotte terug op mijn bewering, als twee menschen hetzelfde doen, dit niet hetzelfde is. Als gij meent, de hulp van een God te moeten hebben, wil die dan nooit zoeken bij dien God, die men ook in deze ge meente vaak aanroept. Dan verzoek ik U, ja smeek ik U, wendt U niet tot dien God, die de volken tegen elkaar in het harnas jaagt, die het oorlogsgeweld laat bestaan, maar tot dien God die leert, heb den vrede en uwen naaste lief, laat de zwaarden omsmeden tot ploegscharen er» sikkels. Wanneer gij God noodig hebt om or»s te besturen, zoek dan niet uwe hulp by dien God, dien ik verre veracht, die toe laat, dat rijk met aardsche goederen ge zegenden, zijn arbeider uitzuigt tot op het gebeente toe, laat bestaan dat die arbeiders aan allerlei te kort komen. Wendt U tot dien God, die leert: dat een arbeider zijn loon waardig is, die zegtieeft als broeders uit een gezin, die leert, als ge twee rokken hebt en er is iemand die er geen heeft, geef hem er een van. Als gij een God zoekt, dan verzoek ik U nog maals, zoek niet dien God, die van den kansel laat bekendmaken, waardoor in plaats bij kinderen van verschillende klassen rang en stand de liefde aan te kweeken de liefdeband verbroken wordt en aanzet tot haat en nijd, zooals in een naburige gemeente plaats heeft. Ik bid en smeek U, wendt U tot dien God, die zegt, laat de kinderkens tot mij komen. Ten slotte, mijnheer v. d. Lely, moge het gegeven zyn dien God te volgen, die verdraagzaamheid en naastenliefde aan kweekt, dan twijfel ik er geen oogenblik aan of deze gemeente zal ook U liefhebben. Als U dan ta! van jaren in oris midden zult zijn geweest, dan voorspel ik U, als dan straks het einde genaderd is, dat ook voor U een hulde zal zijn weggelegd, waarbij de hulde van thans verre in het niet zal zinken. Hierop richt spr. zich tot mevrouw v. d. Lely en zegt, dat de woorden, die hij tot haar echtgenoot heeft gericht, ook gelder» voor haar. Hy hoopt dat ook zij, den voor hem eenigen en waarachtigen God zal aanroepen en dat zy, als zij zich een maal in de gemeente georiënteerd heeft en kennis heeft gemaakt met die gezinnen, die met 70 a 80 pCt. minder moeten toe komen dan het salaris van haar echtgenoot is. dat zij dan zal bedenken wat het zulke gezinnen kost om rond te komen en hen tot hulp en troost zal zijn. Spr. hoopt dat zij haren echtgenoot trouw ter zijde zal staan bij zijn zware en zeer zeker moeilijke taak. Dan zal ook voor mevrouw v. d. Lely de hulde, die thans door een gedeelte der burgerij wordt gebracht, niets zijn tegenover de hulde die haar dan zal worden gebracht. De Voorzitter dankt de heer v. d. Wiel voor zijn gesproken woorden. De Secretaris richt zich thans tot den Voorzitter, brengt dezen dank voor zijn woorden, zegt hem zijn volle medewerking toe en beveelt zich beleefd in de gunst van den Voorzitter aan. De Voorzitter sluit hierop deze verga dering. Hierna stelt de heer de Wendel Joode de verschillende raadsleden aar» den Voor zitter voor en volgt de officieele begroeting. Nadat r»og voor den photograaf is ge poseerd, verlaat het gezelschap het stadhuis en vereenigd men zich in Hótel van Gooi, aan de koffietafel, waaraan naast den Raad ook de commissie van ontvangst deel neemt. Aan de receptie die te 4 uur aanving, namen vele vooraanstaande personen met hunne dames deel, zcodat het ongeveer 3 uur in beslag nam. Onder hen merkten we ook op oud Burgemeester Verhagen. 's Avonds vertoefde de Burgemeester en verdere familie met genoodigden ten huize var» den heer Spoor, waar in den in de nabijheid 2ijnden koepel door de bestaande muziek- en zangvereenigingen op beurten een paar nummers ten beste werd ge geven. Aan het einde van den avond begaf zich de Burgemeester omringd door de commissie leden voor de muziektent en werd door lederi van Woudrichemsch Fanfarecorps in Koraalrnuziek Dat 's Heeren zegen op uw daal toegespeeld. De Burgemeester betrad daa»op den koepel, dankte alle Vereenigingen voor de hulde hem dien avond gebracht, en her innerde aan de woorden »Was er geen muziek of zang »'t Leven had geen waarde. Voorts bracht hij dank aan burgery en commissie voor alle eerbetoon, en hoopte dat de goede samenwerking die op dezen dag valt waar te nemen, zal blijven voort leven tot heil der inwoners. Hierop verlaat de Burgemeester het podium en wordt door het muziekcorps het Wilhelmus ingezet, dat door bijna allen uit volle borst werd medegezongen. Bij het vertrek van den Burgemeester met zyn gezin, naar zijne woonplaats, wordt deze toegejuicht door een groote menigte. De rneuschenmassa die zich rondom au muziektent had geschaard, verspreidde zich door ons stedeke, zoodat op straat nog eenigen tijd een gezellige drukte heerschte. Alles had echter een rustig en kalm verloop. Voor een groot deel hebben wij die orde te danken aan het tactvol optreden onzer poliiiemannen, die onder leiding van den opperwachtmeester A. v. d. Toom, zeer zeker tot tevredenheid stemde. Een woord van dank aan die heeren mogen wij dan ook niet achterhouden. Zoo behoort dan deze groote dag 'weder tot het verleden, maar èo burgemeester, èn burgerij, kunnen met trots terugzien op deze feestelijkheden. Moge het zyn, dat de vriendschapsband tusschen hem en de bevolking gelegd op dezer» dag, door goede verstandhouding en wederkeerig be grijpen steeds worde vernieuwd en ver sterkt. PLAATSELIJK NIEUWS. Heusden. Rectificatie. Gedurende de ziekte van den titularis van het Kantoor der Dir. Bel. enz. alhier, is met de waar neming van dat kantoor belast de surnu merair dier middelen W. F. Vernède. Morgenavond zal in het Hotel Con cordia een Nutsavond gehouden worden, waar hoopt op te treden den heer Alt, organist te Bolsward, met het onderwerp Opera »De Hugenoten*. Zie advortentie, Almkerk. Op de j.l. gehouden ver gadering van de »Vereeniging voor Gezins verpleging® werden tot Bestuursleden herkozen de Heeren Ds H. de Bruin, Joh. de Wit, H. D. v. d. Meijden en Kloos terman. Op de Maandagavond 9 Februari alhier gehouden vergadering van de Ring »Altena« en »Heusden« der Herv. Jongel.- vereenigingen werd o.m. besproken, de mogelijkheid tot vereeniging van beide Ringen, doch met 't oog op de verre afstanden werd van vereeniging afgezien. Doch ernstig werd overwogen, om in het belang van de samenwerking een »Maand- orgaan® te stichten. Wij hopen, dat zulks JAC. v. D. LELY, Burgemeester der gemeente "Woudrichem. Vooraf moge wy U mevrouw v. d. Lely wel verzoeken, uit handen dezer meisjes, deze bloemruiker te wilien aannemen? ïAIs visschersvolk staakt gij in zee En zie, na strijd van tachtig jaren Bracht ge als oorlogsschatting van de baren Enroop de vrijheid en de vree«.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1925 | | pagina 2