Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
IS. 4525,
Jan Ma,
Ingezonden
Rechtzaken
Faillissementen
Kinderlijke Stand
Ruime a
garage
BEHOORENDE BIJ HET
Zomerzitting der Provinciale Staten
van Noordbrabant.
De zomerzitting werd j.l. Donderdag
30 Juli voortgezet.
Subsidieaanvragen van de vereeniging
voor Stalverbetering en voor een te Breda
te houden studieweek op het gebied der
kunst en een adres der commissie tot
bestrijding van de zuigelingensterfte,
werden r.aar Gedep. Staten gerenvoyeerd,
evenzoo een voorstel tot wijziging van
het reglement voor het waterschap Heem
raadschap van den Roosendaalschen en
Steenbergschen Vliet, waarin de com
missie van rapporteurs eenige verande
ringen wenscht.
Aan de Tramweg Mij. De Meijerij is
een bijdrage van f25,000 verleend tot
verhooging van de bedrijfsvaardigheid
der door haar geëxploiteerde onder
neming.
Met 44 tegen 12 stemmen werd af
wijzend beschikt op een subsidieaan
vraag van de Nederl. Vereeniging voor
Afschaffing van Alcoholhoudende dran
ken.
Aan de dioc. federatie Wit-Gele Kruis
in de bisdommen Den Bosch en Breda
werd een subsidie onderscheidenlijk van
f 1500 en f 1300 verleend aan het Groene
Kruis f 600 en aan elk nog f 1000 voor
de federatieve commissie voor bestrijding
van zuigelingen sterfte.
Aan de R.K. Kweekschool voor Vroed
vrouwen te Heerlen is een subsidie van
f2000 toegekend.
Subsidie over 1925 werd toegekend
aan den Bosschen Dioc. Mariabond, den
Bosschen Dioc. Drankbestrijdersbond en
den Bredaschen Mariabond en Breda's
Dioc. Kruisverbond, tezamen f1200; het
Prov. Comité der Nat. Chr. Geheelonth.
Vereeniging f100; den Volksbond tegen
Drankmisbruik f150; de Noordbr. Prov.
Prop. Commissie van den Volksbond
tegen Drankmisbruik f 150de Noordbr.
Prov. Prop. Commissie van de Vereen,
van Geheelonth. onder Ned. Spoor- en
Tramwegpersoneel f 50de Nat. R. K.
Vereen, van Geheelonth. onder Ned.
Spoor- en Tram- en v. Gend en Loos-
personeel f100.
Subsidie over 1925 is verleend aan de
Noordbr. Vereen, tot bestrijding der
tuberculose, groot f 5000 voor de gewone
uitgaven, f2000 als tegemoetkoming in
de kosten van het districts-consultatie-
bureau te Eindhoven en f1000 in het
te stichten verplegingsfonds.
De sociaal-democratische leden stellen
voor om dit laatste op f 2000 te brengen,
welk voorstel werd verworpen met 35
tegen 22 stemmen.
Gedeputeerde Staten stelden voor af
wijzend te beschikken op het verzoek
van de Noordbrabantsche Propaganda-
Commissie der Nederl. Vereeniging tot
afschaffing van Alcoholhoudende dran
ken om een subsidie over 1925, groot
f 100.
Tegen dit voorstel verklaren zich de
de leden Gulden, Putman Cramer en
Foppele, die gaarne de gevraagde sub
sidie zagen toegekend.
Het lid van Susante verklaarde dat
de Commissie van Rapporteurs had ge
meend te moeten adviseeren tot afwij
zing van het verzoek omdat zij met het
doel niet kan meegaan en voorts omdat
er in de kas der Commissie een bedui
dend voordeelig saldo is.
Het voorstel van Gedeputeerde Staten
wordt aangenomen met 44 tegen 12
stemmen.
(Tegen stemden de leden Putman Cra
mer, van der Schans, Arts, Jansen, Gruys,
Verpalen, Gulden, de Broekert, Foppele,
van Rijen, Hyen en Spitsen).
Aan de R. K. Militaire-vereeniging
werd een subsidie van f400 toegekend
en aan de Protestantsche militaire te
huizen f225.
Afgewezen werd een subsidieaanvraag
voor het openluchtmuseum te Arnhem.
Bij de subsidieaanvraag om f 200 voor
de Heilige Landstichting verklaarde het
lid van Tuyll van Serooskerken zich
niet met het voorstel te kunnen ver
eenigen.
Het lid Jansen zeide namens zijn
fractie, dat hare stem niet aan het voor
stel verleend kan worden zoolang voor
de volksgezondheid, die het meer noodig
heeft, niet meer gedaan wordt.
Het lid Putman Cramer meende dat
vroeger het Openluchtmuseum subsidie
had en de H. Landstichting niet. Thans
is het omgekeerd en dat vond hij on
billijk, waarom hij zich niet met het
voorstel kon vereenigen.
Het lid Mr. v. Ommeren vroeg welk
provinciaal belang er voor Brabant aan
de H. Landstichting verbonden is.
Het lid Foppele verdedigde het voor
stel, wijzende op het groote cultureele
belang dezer stichting.
Het voorstel werd aangenomen met
40 tegen 17 stemmen.
(Tegen stemden de leden Van Tuijll
van Serooskerken, Verheijen, Van Stenis,
Mr. v. d. Biezen, Bax, Mr. van Ommeren,
Putman Cramer, Aarden, v. d. Schans,
De Wit, Van Beek, Mr. Coovels, Jansen,
Gruijs, Van Hout, Verpalen en Gulden).
Gedeputeerde Staten stellen vervolgens
voor om het restant van het bij Staten
besluit van 10 Januari 1924 tot bestrijding
der werkloosheid te hunner beschikking
gesteld crediet van f 200.000 ten bedrage
van ruim f148,000 aan te spreken voor
uitgaven wegens werkloosheidsbestrij
ding, welke door gemeenten in 1925 zijn
gedaan of nog zullen worden gedaan.
Het lid van Ged. Staten, Mr. v. d
Biezen, merkt op, dat de meening schijnt
post te vatten dat de groote gemeenten
van deze subsidie gebruik kunnen maken
voor hunne werkverschaffing. Spr. zeide
dit naar aanleiding van de voorstellen
van B. en W. van 's-Hertogenbosch
Spr. waarschuwt daartegen, omdat zulks
niet in het besluit der Staten ligt.
Het lid Mastboom meent dat er in
de provincie genoeg te doen is de werk
loosheid zal er niet beter op worden als
het aan de groote gemeenten wordt
gegeven.
Het lid Foppele herinnert eraan ge
vraagd te hebben werkverschaffing op
eigen terrein te doen verrichten. Dat
was echter heel moeilijk in verband met
waterschappen, enz. Spr. gelooft dat bij
de Staten de meening bestaat dat het
met deze 2 ton is afgeloopen.
Den Bosch zal voor zijn werkverschaf
fing waarschijnlijk 40 °/o van de loonen
der werkloozen van het Rijk ontvangen.
Hij merkt op dat Den Bosch kan weten
dat het met deze twee ton is afgeloopen.
Voorts wijst hij erop dat er nog groote
werkloosheid in die stad heerscht en
dat het daar moeilijk is productief werk
te verschaffen.
Men heeft thans deze plantsoenaanleg
aangegrepenhij gelooft toch wel, dat
naast de 40 van het Rijk, de provincie
ook wel haar deel zal bijdragen.
Ten slotte wijst hij er op dat het een
heel nuttig werk is de verfraaiing van
Den Bosch, waarvan de Statenleden ook
kunnen genieten als er hier vergadering
is. (gelach).
Het lid Gulden geeft in overweging
werkverschaffing te zoeken bij verbetering
van wegen.
Het voorstel van Gedeputeerde Staten
wordt ten slotte zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Besloten werd voorts tot het voeren
van een rechtsgeding tegen den Staat,
inzake hinder door telefoondraden aan
provinciale beplantingen.
Afgewezen werd een subsidieaanvraag
van de Kon. Ned. Brandweervereeniging.
De volgende subsidies werden verleend
f 200 en een zelfde bedrag in het tekort
der rekening over 1923 aan het doof-
stommeninstituut te St. Michielsgestel
f 1500 aan het Blindeninstituut te Grave
f2500 aan de handelsdagschool van het
St. Odulphuslyceum te Tilburgf 2500
aan de gemeentelijke hoogere handels
school te Eindhoven; f2500 aan de
R K. land- en tuinbouwschool te Tete-
ringen, plus f 425 voor den proeftuin en
f 1000 als tegemoetkoming in den druk-
kenden schuldenlastf 2500 en een
tijdelijke tegemoetkoming van f2500
aan het Carmelcollege te Oss f 10,500
aan de R. K. leergangen te Tilburg;
f4000 aan de R. K. landbouwschool te
Roosendaal; f2500 en een tijdelijke
tegemoetkoming van f2500 aan elk der
handelsdagscholen van de Vereeniging
Ons Middelbaar Onderwijs te Waalwijk,
Bergen op Zoom, Eindhoven, Helmond,
Den Bosch en Roosendaal.
Na de pauze wordt door den Voor
zitter aan de orde gesteld de behandeling
der begrooting 1926. De gewone ont
vangsten bedragen f 3,529,540.79s, de
uitgaven f3,485,311,846, zoodat voor on
voorziene uitgaven f44,228,95 overblijft.
De buitengewone ontvangsten en uit
gaven bedragen f2,128,100. In de Me
morie van Toelichting zeggen Ged. Sta
ten dat ofschoon ook voor 1926 de ge
wone uitgaven hooger moesten zijn ge
raamd in vergelijking met 1925 stegen
zij met ruim f48CKX) hoofdzakelijk ten
gevolge van de hoogere kosten onzer
wegen en de subsidies voor krankzinni
genverpleging is verhooging van
provinciale opcenten andermaal voor
komen kunnen j worden, voornamelijk
door de hoogere opbrengst van het weg
geld en van de opcenten op de personeele
belasting.
Eene wijziging op deze begrooting ver
geleken met de vorige is, dat de kosten
van oppervlaktebehandeling der wegen
voortaan als gewone onderhoudskosten
worden aangemerkt, terwijl de kosten
van wegenombouw niet meer als gewone
uitgaven worden beschouwd, doch uit
buitengewone middelen worden bestreden
Voor het gewone onderhoud is f918,800
voor reconstructiewerken (buitengewoon)
f334,000 uitgetrokken.
De heer Panken drong aan op ver
betering van de wegen, bevordering der
grondontginning, verbetering van den
waterafvoer en subsidieering van ge
meentelijke kunstwegen.
De heer Jansen wenscht namens zijn
fractie een kort woord te zeggen, alhoe
wel spr. vooraf moet opmerken, dat de
aangeboden stukken en voorstellen geen
aanleiding geven er diep op in te gaan.
Den financieelen toestand der provincie
meent spr. gunstig te mogen noemen.
Spr. acht het den juisten weg om de
kosten voor reconstructie der wegen te
brengen onder „buitengewoon". Wat de
loonpolitiek betreft moet spr. mededee-
len, dat de wijze wakrop Ged. Staten ge
meend hebbeD de loonen en salarissen
van het provinciaal personeel veilig te
moeten stellen, de volle instemming van
spr.'s fractie heeft en daarom heeft haar
verwonderd het woord van hulde door
den vooratter aan minister Colijn ge
bracht in de rede ter opening van deze
zomerzitting. De loonpolitiek als zoo
danig heeft evenwel niet volledige in
stemming in de afdeelingen gevonden.
Spr.'s fractie is tegen loonsverlaging
omdat zulks niet noodig is in deze pro
vincie en omdat het provinciaal perso
neel gezien zijn salarieering niet in een
gunstige uitzonderingspositie verkeert.
Het lid Mr. Arts geloofde dat het
toezicht van Gedeputeerde Staten op de
financieele instellingen in de provincie
niet voldoende is. Hij gewaagde van de
gevallen van fraude bij gemeenten en
vroeg aanstelling van een provincialen
accountant.
Het lid van de Westerlaken meende
dat de heer Arts te ver ging en dat het
niet aangaat het Gedeputeerde college
eene bemerking te maken als hij deed.
De heer de Broekert besprak den
slechten afwateringstoestand in Noord
brabant. Hij klaagde over de z, i. on
juiste maatregelen, genomen in het
Waterschap „de Dommel" en drong er
op aan de lagere gronden te beschermen
die last hebben van het water der hoo
ger gelegene.
Het lid van der Schans zeide de poli
tiek zooveel mogelijk buiten de Staten
zaal te willen houden, omdat de Staten
hebben te behartigen de oeconomische
belangen der provincie. Echter vond hij
in de woorden van den heer Jansen
aanleiding om thans van zijne meening
af te wijken. Spreker betoogde dat de
heer Jansen niet had behoeven terug te
komen op de woorden van den Voorzitter
bij de opening van de Zomerzitting over
Minister Colijn. Spreker trad in eene
nadere beschouwing van de politiek
van den heer Colijn, er daarbij op wij
zende dat deze door de noodzakelijkheid
gedwongen was de loonen te verlagen,
iets wat niet alleen door hem is gebeurd.
Ten slotte hield spreker een betoog om
aan te toonen dat politiek overal door
dringt, zelfs bij de vergaderingen, die
het lid Mr. van Ommeren heeft gehou
den te Dussen en te Heusden in zake
de tot standkoming van het Waterschap
„het Noorderafwateringskanaal". Bij die
vergaderingen wilden vele anti-revolu
tionairen niet aanwezig zijn, zooals
meerdere aan spreker mededeelden, om
dat zij bang waren dat Mr. van Ommeren
er van zijn politieke richting zou doen
blijken. Bovendien, zei spreker, waren
die vergaderingen juist in den tijd toen
overal in het Land van Heusden en
Altena aan boomen en palen aangeplakt
stond„Stemt Mr. C. W. van Ommeren."
Dat alles wijst op politiek.
De heer Mr. van Ommeren noemde
hetgeen de heer van der Schans gezegd
had omtrent zijne besprekingen met be
langhebbenden betreffende het Noorder-
afwateringski naai „slap gezwam" (voor
welke woorden Mr. van Ommeren zijne
excuses aan de vergadering aanbood) en
brabbeltaal. Spreker verzekerde dat alles
wat hij in zake het Noorderafwaterings
kanaal deed, door hem is gedaan zonder
eenige politieke bedoeling en dat bij de
gehouden besprekingen niets is gezegd,
door wien ook, wat naar politiek zweemde.
De meeste personen, bij de besprekingen
aanwezig, waren partijgenooten van den
heer van der Schans en nu ziet spreker
in de woorden van den heer van der
Schans niets anders dan een minder
fraaie manier om een politiek fortuintje
te oogsten, omdat de heer van der Schans
benauwd is dat hij wegens zijne houding
in zake het Noorderafwateringskanaal
over twee jaren stemmen zal verliezen.
Het tot stand komen van het Noor
derafwateringskanaal hadden de heer
van der Schans en enkele vrienden er
in de Statenvergadering zoo maar zonder
slag of stoot door denken te drijven en
dat is nu mede door mijn toedoen, aldus
spreker, mislukt en dat is natuurlijk
een groote tegenvallereen en ander
moet spreker nu ontgelden. Maar, aldus
spreker, die zich tot den heer van der
Schans wendde, wees er van verzekerd
dat ge na het door U gezegde van heden
middag nog niet van mij af zijt.
Het lid Mr. v. d. Mortel besprak het
„stroomgebied van den Dommel".
Hij meent dat die zaak ter dege in
studie moet worden genomen. Hij hoopt
dat men nu niet zal denken dat het be
stuur er is om de werken tegen te hou
den.
Het lid Aarts merkt op dat het be
stuur van het waterschap hard werkt.
De iieer Gulden protesteert tegen de
rede van den heer v. d. Schans, die de
politiek buiten deze vergadering wil
houden, doch wiens betoog desniette
min droop van de politiek.
De heer De Broekert oppert nog als
bezwaar tegen het bestuur van het wa
terschap het Stroomgebied van de Dom
mel, dat het proeven neemt, die niet
stroken met den opzet van het water
schap en welke de verbetering van de
afwatering in deze streek tegenhouden
De heer v. d. Schans vraagt het
woord.
De Voorzitter wil hem gaarne het
woord verleenen, doch spr. moet de hee-
ren dringend verzoeken toch vooral de
politiek buiten de discussies te laten,
omdat we er hier niets mee opschieten
en de heeren elkaar toch niet overtuigen.
De heer van der Schans repliceerde
met te zeggen dat hij niet heeft gezegd
dat Mr. v. Ommeren met zijne besprekin
gen met belanghebbenden in zake de
oprichting van het Waterschap „het
Noorderafwateringskanaal" politieke be
doelingen had, maar alleen dat de poli
tiek er volgens velen toch in zat al was
dat dan misschien tegen den wil van
Mr. van Ommeren.
Het Lid Mr. van Ommeren zeide nog
dat wat de heer van der Schans precies
gezegd had hem niet kon schelen, maar
dat het zeker is dat hij op zeer afkeu-
ring8waardige wijze een politiek fortuintje
heeft willen maken en dat hem dat te
zijner tijd nog wel zal opbreken.
De Voorzitter de verschillende spre
kers namers Ged. Staten beantwoordend,
merkt allereerst den heer Panken op, dat
als er eene provincie is, die het groote
belang van goede wegen inziet en dit
bevordert, het juist de provincie Noord
brabant is, die jaarlijks een millioen
uitgeeft voor onderhoud en onder „bui
tengewoon" tonnen voor verbetering van
wegen, enz. In zooverre begrijpt spr.
het betoog van den heer Panken niet.
Van meer belang nog acht spr. goede
waterleidingen. Spr moet dan ook pro
testeeren tegen het betoog van den heer
Panken in zooverre daarin doorschemert,
dat hier niet voldoende voor onze wegen
zou worden gedaan, terwijl juist onze
provincie zich daarvoor zoo groote of
fers getroost.
Het fpijt spr. zich te hebben laten
verleiden in zijn openingswoord hulde
te brengen aan minister Colijn hij zou
het niet gedaan hebben, zoo hij had
kunnen vermoeden, dat het zooveel po
litieke eloquentie zou uitlokken, (gelach)
Een provincialen accountantsdienst,
door den heer Mr. Arts bedoeld, moet
spr. ontraden, want dat zou er op den
duur toe kunnen leiden, dat de gemeen
ten zich gingen onttrekken aan de finan
cieele verantwoordelijkheid ten aanzien
van hare bedrijven. Spr. kan mede-
deelen, dat van het gouvernement uit
behoorlijk toezicht op de kleine gemeen
ten wordt gehouden.
Wat de Dommelkwestie betreft zou
spr, willen opmerken, dat men het
nieuwe bestuur den tijd moet geven om
te toonen wat het wil en kan.
De algemeene beschouwingen worden
gesloten, waarna wordt overgegaan tot
artikelswijze behandeling der begrooting
1926,
Na nog de begrooting artikelsgewijs
behandeld te hebben, wordt zij in stem
ming gebracht en zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
De agenda is hiermede afgehandeld
en de zitting wordt gesloten.
(Buiten verantwoording der Redactie).
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik alsnog voor onderstaande een
plaatsje in Uw veelgelezen blad, waarvoor
bij voorbaat mijn dank.
Naar aanleiding van het ingezonden stuk
van den heer Van Doorn in 't nummer
van 15 Juli, hetwelk in 't kort saamgevat
bier op neer komt, dat myn betoog onjuist
is en dat de debater der A. R. in de
bekende vergadering der S, D. A. P. van
hun beginsel afweken.
Maar, mijnheer v. Doorn, heeft er dan
niemand die zich voor 't debat heeft op
gegeven, den spreker steeds hinderlijk in
zijn rede gestoord Toch wel zoo, dat de
Voorz. herhaalde malen prijzenswaardig is
opgetreden om de orde te handhaven.
Heeft bedoelde debater blykbaar door
onkunde, niet een volkslied luidruchtig aan
geheven Maar de heer v. D. wil de
geheele A. R. party onschuldig houden,
daarom brengt hij naar vorendit waren
geen debaters. Ik reken echter allen, die
zich voor 't debat opgeven en ook zy,
die 't woord verzoeken tot debaters,
al zyn het dan ook zenuwachtige debaters.
Maar toen ik Uw ingezonden stuk las,
dacht ik aanstondsziet, deze brengt het
zelfde in praktyk wat Mr. Troelstra doet,
want heeft die ook niet de gewoonte, als
men hem over de Novemberdagen van 1918
te na komt, om te antwoorden er is
niets gebeurtDoch om zich bij 't
lezend publiek onschuldig te houden, geeft
v. D. voor, dat de Voorz. zijn beginsel
bewierrookte en dat van anderen bekladde.
Maar hier vergeet U toch ook al weer,
dat er een mededebater was, die spreker
er een verwyt van maakte, dat hij de
scherpe puntjes van het socialisme afliet.
Kwamen hier de beginselen der A. R.
niet in het gedrang, dan vraag ik my af:
wat houdt v. D. en anderen er dan wel
voor een beginsel op na Dat IJ de on
schuld betracht, is verklaarbaar; maar dat
U er niet voor terug deinst als men blijk
baar in 't nauw zit, de aangehaalde Bijbel
teksten als onjuist te betitelen, is my on
verklaarbaar. Er was in 't kamp der A.
R. een bizonder sterk lucbje van die per
soonlijke liefde, want toen de Voorz. ten
minste beloofde, om in oi:s stille rustige
dorp eens terug te komen, kreeg hij aan
stonds ten antwoord, dat hij dan met de
kopstukken der boeren te doen zou krijgen.
Hartelijkheid is maar alles, zoo dacht
blijkbaar ook onze dorpsveiligheidsdienst er
over en maakte aan alle persoonlyke ge
negenheid jegens elkander een einde.
Dat rayn antwoord zoo laat is, vindt
zyn oorzaak daarin, dat mijn vorig stuk
te veel plaatsruimte vroeg, daardoor heeft
de uitgever mij geadviseerd, om zooveel
mogelyk te bekorten.
U, Mijnheer de Redacteur, nogmaals
dankend voor de verleende plaatsruimte.
DE TOEHOORDER.
B, K., arbeider te Werkendam, kwam
iemand dien hy niet kon uitstaan met kar
en paard tegen en reed hem opzettelyk
aan en er volgde mishandeling.
Beklaagde werd veroordeeld tot f 20
boete.
Gerechtshof te 's Bosch.
Het gerechtshof heeft P. S., gewezen
directeur der Middenstandsbank in Limburg,
te Venlo, wegens verduistering van effecten
ten nadeele van mevr. de wed. Verhoeven,
veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf.
Arie Paans, koopman te De Werken.
Rechter-Commissaris Mr. W. Ummels
Curator Mr. S. J. Lion.
A. Klis, winkelier te Kaatsheuvel.
Rechter-Commissaris Mr. L. L. Becke-
ringh van LoenenCurator Mr. P. P. M.
Loeff.
VEEN. over Juni.
Geboren: Marius z. v. J Verbeek
en W. van Kuijk.
WOUDRICHEM.
G o b o r e n Maria d. v. M. A. Krentie
en A. Wijnbelt.
Ondertrouwd: H. J. B. Scheur
water 24 j. en A. M. Vink 21 j.
Overleden: A. M. de Jong de Bos-
son 47 j. echtg. van A. H. W. Sonneveld.
ANDEL, over Juli.
Geboren: Metta Johanna d. v. G.
Sterrenburg en A. M. van der WielCor
nells z. v. A. Kraay en L. Bok Elisa
beth Christina d. v. F. Tonkers en M. M.
Schouten.
Gehuwd: G. Heystek 26 j. met C.
J. den Dekker 25 j.
Overleden: A. J. Schouten 41 j.,
echtgen. van H. Crielaard.
Bezoek
van ouds bekend
HÓte*
Café Restaurant
Uitspanning.
8t. Jansstraat 10-12
's BOSCH.
Tel. Interc. 436
Station N.A
SLEEÜWIJK-'8
gr
Kicuwsblad