UND van altena Uitgave: Firma L, J. VEERMAN, Heusden. Wo 4538 Woensdag 23 September 1925 Buitenlandse!! Overzicht FEUILLETON. „Het Kasteel van Kerlor". Noorder-Afwateringskanaal. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt f 4.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 4—6 regels 90 cent. Elke regel meer 45 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 4 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Zaterdag vergaderde de Raad van den Volkenbond onder voorzitterschap van Lou- cheur ter behandeling van de kwestie van Mosoel. De zitting droeg een bijzonder plechtig en op bepaalde oogenblikkeu een ernstig karakter. De Commissie van Drie stelde een reso lutie voor om te besluiten, teneinde zekere punten van juridischen aard tot klaarheid te brengen, het permanente hof van inter nationale justitie te verzoeken advie3 te geven nopens de volgende vragen 4e. Welke is de aard van de beslissing, door den Raad te nemen krachtens art. 3, alinea 2 van het verdrag van Lausanne? 2e. Moet de beslissing genomen worden met algemeene stemmen of kan zij genomen worden bij meerderheid van stemmen van den Raad en kunnen da vertegenwoordi gers der betrokken partijen aan die stem ming deelnemen De Engelsche gedelegeerde Amery be treurde het uitstel, dat gevaren meebrengt, waarvoor hy wees op de deportaties door de Turken. Niettemin is Engeland bereid zijn medewerking te verleenen. Het vraagt dat het hof'van Internationale justitie in buitengewone zitting zal bijeen komen en dat het advies spoedig zal worden gegeven. De Tuiksche gedelegeerde, Roesjidi bey, verklaarde met spijt te constateeren, dat alle pogingen om tot een minnelijke over eenkomst met Engeland te komen, mislukt zijn. Volgens spr. kan de Volkenbond slechts als bemiddelaar optreden en dit binnen het kader van zekere verbintenissen, door Engeland te Lausanne aangegaan. Een uitspraak van het Ilaagsche hof, die niet zou strooken met deze verbintenissen en die rechten van Turkjje zou aantasten, zou dit land niet kunnen binden. Indien het hof van justitie eeR advies geeft, waardoor aan deri Raad arbitrale be oegdheid wordt verleend en wanneer door de gegeven beslissing de rechten van Turkije zouden worden aangetast, zal Tmkije niet termen bukken voor de uitspraak. Amery constateerde, dat de Turksche delegatie de verbintenissen desavoueerde, vroeger door Feihi bey aangegaan en voeg de er bij Als dat de bet ekenis is van de verklaring, die wij zooeven gehoord heb ben, dan moet ik namens mijn regeering verklaren, dat tenzy deze woorden worden teruggenomen en de Turksche delegatie de verbintenissen tegen over den raad aan 164 Dat alles is toch wel vreemd, had mevrouw de Saint-Hyrieix gezegd. Ver der voegde zij er bij Zij is het ook, die ons Pélagie Crépin hooft aanbevolen. Inderaaad I Maar. O jij, Hélène, jij bent te goed. Ik dwing mij om rechtvaardig te we zen. L Jij kunt niet begrijpen, dat er slechte wezens zijn1 Hélène, boewei zij van zich zelf eischte om de verdenkingen van Carmen niet te deelen, moest echter tot haar schrik erkennen, dat zij ook wel gedwongen was om aan vele dingen te twijfelen. Er moest iemand zijn, die er belang bij had om Carmen in 't verderf te stor ten, hoe kon men zich anders het ver dwijnen der papieren verklaren? Er zouden nog andere personen ge weest kunnen zijn, die mevrouw de Kerlor wilden spreken, maar alleen Mariana liep vrij uit en in. Hélène maakte er zich zelf een ver wijt van, dat zij zoo het wantrouwen in haar hart deed aangroeien. Wij moeten ons vergissen, zeide zij. Maar innerlijk waren beide dames van meening, dat zij Mariana moesten wantrouwen, evenals ieder ander, totdat het geheim was opgelost. gegaan, herhaalt, de verbintenissen, die wij zelf hebben aangegaan, van nul en geener waarde worden. Engeland hoopt, dat, als 't hof in zijn antwoord aan den raad arbitrale bevoegd heid toekent, Turkije weder aan deze tafel zal kunnen komen zitten. Gebeurt dit niet, dan zou Engelaod alle vrijheid van hande len hernemen en zouden de gevolgen ern stig kunnen zijn. Toen Loucheur aan Roesjdi bey vroeg of hij wenschte te antwoorden, zeide deze, dat hij niets had toe te voegen aan of een woord had terug te nemen van het geen hij zooeven gezegd had. Daarop.ont- stond beweging in de bijeenkomst. Loucheur verklaarde namens ziin code- ga's, dat het geen pas gaf thans over de zoo juist gehoorde verklaringen te discus sieereri. Hij bracht de resolutie in stemming. Zij werd met algemeene stemmen aangenomen. Alvorens de zitting te sluiten, verklaarde Loucheur, dat de Raad aan het Haagsche Hof zou vragen de gevraagde adviezen spoedig te geven. Zich richtende tot beide partijen herin- narde Loucheur deze aan de door haar in October 1924 aangegane verbintenissen, dat zij, in afwachting der beslissing, niet zouden overgaan tot eenigerlei troepen- of andere beweging, in staat den vrede in dit deel der wereld te verstoren. Ook hier, voegde Loucheur er bij, houden wij ons aan de bewoordingen van het verdrag van Lausanne. Hierna werd de zitting opgeheven. De Bijzondere Commissie voor de Waterschappen uit de Staten van Noord-Brabant, heeft dezer dagen in Hotel Heessels te Dussen zitting ge houden om te hooren het voor en tegen van het nieuwe op te richten Waterschap „Het Noorder afwate ringskanaal" De Voorzitter opeflde de verga dering des namiddags en deelde me de, bij de opening, kort te zullen zijn, daar hij meende te mogen ver onderstellen dat de meeste aanwezi gen ook in den voormiddag aanwezig waren en dus wel op de hoogte zou den zijn. Ik zal zal hier geen pleidooi hou den voor de heeren van den Zuid- Hollandschen Polder, doch wel even Hoe groot ook de angst en de bekom mering was van Carmen, zij was niette min vastbesloten om haar kind te om helzen. Zeker zou het meer verkieslijk zijn geweest indien mevrouw de Saint Hyrieix in de eerste dagen niet uitging maar Hélène dacht er niet aan om van Carmen het onmogelijke te verlangen De koetsier van Mariana was zoo han dig, dat hij na verloop van een paar minuten, weer achter het huurrijtuig reed van Carmen. Mevrouw Vernier was overtuigd, dat mevrouw de Saint-Hyrieix haar niet had herkend. Zij meende dat te mogen opmaken uit het feit, dat zij geen verandering maakte in haar tocht. Men kwam inderdaad zonder eenig ongeval aan den boulevard Straatsbrug. Ziet, zeide Mariana triomfeerend tot Grateloup, dat deze personen wel dege lijk naar het Oosterstation gaan. Ja, antwoordde de agent, alleen is het net daar wel een beetje uitgebreid. Zij zal zeker niet ver gaan, want zij moet vroeg weer thuis zijn. Zooveel te beter. Pas op, hernam Mariana, waarschuw den koetsier. Onnoodig. mevrouw, de knaap kent zijn vak. Zoo gaat het goed. Tot ziens, mevrouw.... U houdt het rijtuig?.... Goed. Tegelijkertijd dacht de eerlijke Grate- zeggen, dat ook de Z. H. Polder loost in liet Noorder afwateringskanaal en dus het peil daardoor ook hooger wordt. .We geven echter ook toe dat andere polders meer belang bij deze zaak hebben. AVe veronderstellen echter dat het hier ook verbetering zal brengen. Spr. hoopte dat de be sprekingen zakelijk en vooral niet persoonlijk zouden zijn. In het kort wordt hierop alles nagegaan. De Voorzitter zette uit een dat een centraal lichaam toch zeker veel be ter de belangen van de gezamelijke polders zal kunnen voorstaan, dan dat elk polderbestuur dit afzonder lijk moet doen en dat elke polder ook baas in eigen huishouden blijft. Spr. zegt dat jde classificatie slechts voorloopig is en door de oprichting van voornoemd nieuw Waterschap ook niets besloten wordt omtrent de de uitvoering van eenig werk. Hel nieuwe lichaam blijft in deze ge heel vrij om te oordeelen en te be slissen. Een schrijven door G. St. verzon den aan de verschillende Water schapsbest. wordt op verzoek van den Voorz. door den heer Radema ker voorgelezen. Hierna zegt de Voorz., laat de hee ren die er tegen zijn, met gegronde motieven komen en laat de eventu- eele discussies vooral niet persoon lijk en van kalmen aard zijn. Spr. vraagt hierop, wie in het belang van den Z. II. Polder het woord tver- langt. Senden. (Notaris Klerk). Ik wil hier nog even terugkomen op de ver gadering van dezen morgen, waarbij de lieer Branderhorst persoon lijk werd, door te zeggen dat een klerk van een Notaris, die een paar uur van achter den Bosch vandaan komt en nog maar anderhalf jaar hier is, niet op de hoogte kan zijn van den toestand en de waarde in den Z. H. Polder. Ik vind echter, dat ik, die steeds bij verkoopingen en verpachtingen tegenwoordig ben, voldoende heb leeren kennen de waarde van het land, zeker zoogoed als eene comm. uit 's Bosch die mis schien nooit hier is geweest. Ik hoop ook, dat de heer Branderhorst ver der niet persoonlijk meer zal zijn. Voorzitter. Ik wil den heer Senden even bekend maken, dat de comm. hier wel niet bekend mag zijn, doch dat ze zich daarom voldoende op de hoogte heeft gesteld van deze om streken. loup Ik zal drie uren in rekening brengen aan Piouffle. Hij sprong uit het rijtuig, terwijl Carmen de enkele trappen opging, die in het stationsgebouw voerden. Mariana had eigenlijk niets andere te doen dan zich naar het station Saint- Lazare te laten brengen, maar op haar horloge ziende, bemerkte zij, dat zij ver keerd had gedaan met te vreezen, dat zij te laat zou komen. Haar ongeduld had de minuten/lan ger gemaaktop haar uurwerk was het nog maar kwart voor elf. Haar levendig verlangen om het spoor te volgen, voorzoover de gewone voor zichtigheid dat toeliet, gaf haar de ge- gedachte in om te trachten nog iets te zien. Zij steeg op haar beurt uit het rij tuig, na tot den koetsier te hebben ge zegd Wacht me hier I De man bromde ietshij geloofde, dat men hem zou betalen en dat hij spoedig weer iemand zou vinden voor een nieuwen r;t. Mariana trad het station binnen. Terstond bemerkte zij CarmenGra teloup stond onmiddellijk achter me vrouw de Saint-Hyrieix. Een reiziger nam een kaartje en nu was het de beurt van Carmen om voor het loket te treden. Ditmaal zal zij mij niet ontsnappen, zeide mevrouw Vernier bij zich zelf. Maar terwijl de reiziger zijn geld op streek, keerde Carmen zich om en richtte den blik naar de deur, waardoor Senden. Ik begrijp dat wel, doch ik wil hier naar voren brengen, dat de heer Branderhorst zei, dat ik niet op de hoogte kon zijn. Branderhorst. Dat de heer Senden liet beter denkt, te weten dan de com missie, die al jaren met deze kwes tie bezig is, kan ik me niet indenken. Denkt bij dat dit persoonlijk be doeld was, dan neem ik deze yvoor- den terug, want dat was heelemaal mijn bedoeling niet. Donker. Volgens het rapport van den Hoofdingenieur (bladz. 20) ge schied in sommige gevallen de wa- terloozing van den geheelen polder langs het Peereboomsclie gat en ook volgens statistiek tableau van de pol ders in Noord-Brabant van de Geus van 1845 loost de polder voor twee derde in die richting. Mijnheer v. d. Schans heeft dit in de Statenverg. ook beweerd. Ik vraag mijnh. v. d. Schans of het ook werkelijk volgens gegevens uit liet boek van de Geus is. De heer v. d. Schans antwoordt tot driemaal toe bevestigend, waarop de heer Donker ter overtuiging van het tegendeel, het bewuste boekje van de Geus te voorschijn haalt. Hieruit blijkt, dat niet tweederde doch slechts een derde loost dooi de Peereboomsluis. v. d. Schans. Dit is zooals de heer Donker wel zal begrijpen, eenc fout van mij, waarschijnlijk gekomen door overschrijven. U mijnh. Donker kent m,ij toch te goed om te kunnen rneenen dat ik als lid dezer comm. moedwillig zoo iets zou neerschrij ven. Laat ik dus ook zeggen voor een derde. Donker. Er zijn volgens de comm verschillende huurders die klachten hebben, doch ik zou graag willen we ten wie klachten hebben, dan ga ik er direct naar toe. Mij is nog pas geleden ter oore gekomen dat een zekere v. Vugt klachten heeft ge uit tegenover den heer D. v. Buuren. Ik ben er toen ook naar toe gegaan, doch mij is toen gebleken, dat .de klachten ongegrond waren. Hierna leest de heer Donker cen'i- ge briefwisseling betreffende deze kwestie voor, waaruit het voren staande blijkt. Spr. meent dat liet zoo met de andere klagers ook wel zal zijn, want als iemand klachten heeft, dan dient liij zich tot het Be stuur te wenden, die deze dan da delijk zal (onderzoeken. 'Er zijn echter nooit geen klachten ingekomen over Mariana naar binnen was gegaan. Haastig boog mevrouw Vernier het hoofd, keerde zich om en ging heen. De rest gaat Grateloup aan, dacht ze in zich zelf, ik moet nu zien, dat ik dien goeden Silverstein vind. Carmen kwam nu voor het loket staan en zeide Eerste klas, naar Pierrefitte, als 't u blieft I Hoe? vroeg de beambte. Eerste klas, Pierrefiette, retour. Maar dan moet u aan het Noorder station zijn. Niet mogelijk, riep mevrouw de Saint- Hyrieix uit. En zij week terug, om aai den vol gende toe te staan een kaartje te vragen. Zij deed twee passen op zij en keek nu Grateloup doordringend aan. De kraag van valsch astracon had haar den spion verraden. Grateloup, geheel in de war, bleef zwijgend staan. En u, meneer vroeg de beambte zeei kortaf. Ik.... ik.... Och kom, niemand weet, waar hij heen moet, zeide een dikke dame achter hem, die bang was te laat te komen. Carmen keek steeds den verspieder onderzoekend aan. Grateloup herstelde zich intusschen spoedig, maar zijn verwarring was toch zoo groot, dat hij de porseleinen plaat voor het loket moest raadplegen om te zien, naar welke stations hij kon gaan. Nogent-sur-Marne, zeide hij op leven- digen toon, alsof hij iijn aarzelingen had te veel water, wel dat er te weinig water was. Voorzitter. Ik kan wel begrijpen dat er pachters zijn, die het liever tegen een der commissieleden zeg gen dan tegen den eigenaar. Jongbloets. Hij is zelfs geen pach ter, doch zetboer. Hiqf op wordt de polderwachter M. van cier Pluijm gevraagd naar den toestand der slooten bij van Vugt, waarop deze zegt: Dan moeten de heeren maar eens bij mij achter het huis gaan kijken, de bodem der sloo ten van Van Vugt ligt er gelijk niet het land. v. d. Schans. Ik heb nog eens na gezien wat betreft dat tweederde en een derde, doch het is zoo als de heer Donkeer zei. Het spijt me wel dat ik het zoo gezegd heb. Donker. Met is wel eens voorge komen dat in de Staten zoo iets hebt gezegd. Dat blijkt uit d,e no,- tulen van de vergadering der Staten van 9 Juli j.P: ln een verslag van de Staten met datum en nummer ge noemd, komt vorder een bedrag voor van f 49.990 doch volgens Spr. moet dit bedrag f57.000 zijn en licht dit verder toe. In clen Duil staa/t een Electr. watermachine en in den Ou den Doorn staat een gewoon mo lentje en toch geelt men daar meer voor het land dan* in den Duil. Spr. haalt hierna eenige voorbeelden aan. De heer v. d. Schans zegt te con- stateeren, ten le dat hij zich niet kan indenken dat een bestuur van een polder niet meewerkt om de be langen in het algemeen te beharti gen. Laat ons de han<&eia>ineen slaan om te krijgen van het* Rijk wat kan, en ten 2e dat het zijne persoonlijke opvatting is, de Z. H. polder die nu zegt dat de toestand goed is in on zen polder, later spijt hierover zul len hebben. Voorz. Ik zou deze vraag van groot belang willen stellen: Hebt U nu be slist geen belang bij verbetering. Denker. De toestand is beslist goed in den polder. Voorz. Dus U zoudt er schade bij hebben, zoodat de Z. II. polder abso luut geen lager peil wil. Algemeen. Neen. A. II. van Honsewijk, (Oud-Burge meester en oud-Dijkgraaf wm den Z. 11. polder). Het vee kan nu nog niet drinken, zoo laag is het, liet wei land, zou men door gebrek aan drinkwater voor het vee, ïiioeten scheuren. overwonnen. Carmen liet Grateloup in de wacht kamer gaan en begaf zich opnieuw naar het loket. Zij nam een biljet naar Villiers-sur- Marne, wat den beambte eenigszins ver wonderde, waaraan mevrouw de Saint- Hyrieix zich echter niet stoorde. Elk ander als Carmen, in de zeker heid verkeerende, dat 'zij bespied werd, zou het station hebben verlaten, maar de jonge vrouw met den schitterenden blik en het opgewekte gelaat, wilde niet wijken voor den strijd, die zich aan bood. Tot geenen prijs wilde zij haar reis uitstellenzij verlangde veel te zeer haar kind te zien, van welke beterschap zij nog niet geheel overtuigd was. Aan het station te Nogent zou zij zien of de man ook den trein verliet indien hij verder ging en met haar uit stapte te Villiers, zou zij recht op hem afgaan en hem vragen, door wien hij betaald werd. Carmen steeg in een damescoupé. De trein vertrok. Te Nogent verliet Grateloup bedaard den trein, zich wel wachtende om een blik achteruit te werpenCarmen zag, dat hij het station verliet. Het volgend station was Villiers. Toen Grateloup op straat stond, be hoefde hij niet langer zijn rustig!uiterlijk te bewaren, naar hij meende hij kruiste de armen over de borst en schudde het hoofd, zich afvragende of hij moest la chen of boos worden, zoo goed vond hij den streek gelukt. Wordt vervolgd NIEUWSBLAD t Land vai Heusöen SEi AitenaJeLangstraat en de Bommelerwasril Kr

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1925 | | pagina 1