fweede Blad
fenwsblad
I voor het Land
Ban Heusden en Altena,
de Langstraat
i>n de Bommelerwaard.
m
7 ÖCt
Noorder-Af wate
ringskanaal.
BEHOORENDE BIJ HET
Vervolg eerste blad.
(Voorzitter zal niet in herhaling
aangezien de meeste ingelan-
an den polder Hill reeds bij
.'i-ige vergadering tegenwoordig
én.
Je heer Branderhorst merkt op;
mijnheer v. Campen bij den vo-
jrigen polder heeft verklaard, dat men
in een periode van droogte wat meer
en in de regenperiode minder water
wenschte te hebben. Dat is iets zegt
spreker dat iwij ook willen. V-oor pol-
Her Hill is alleen van belang water-
inlating.
De heer A. Vos is overtuigd, dat
de ingelanden van polder* den Hill
tevreden zijn, hij heeft verschillende
ingelanden gesproken en deze ver
klaarden nooit geen klachten te heb
ben.
De heer y. d. Schans stemt toe,
dat polder '11 slechts voor een klein
gedeelte een beetje belang heeft bij
de inlating. Spr. zou echter willen
vragen, wanneer er aan de hand
van de plannen die bestaan, er voor
polder Hill nadeel uit zou kunnen
voortvloeien, is het dan niet ge-
wenscht dat polder Hill in het groot
waterschap vertegenwoordigd is, om
er voor te waken, dat de toestand er
niet slechter op zal worden? En als-
het u zelf geen of weinig geld kost,
waarom zoudt gij dan niet medewer
ken om den toestand van uw buurman
te verbeteren?
De heer A. Vos z gt, dat polder
11111 geen belang heei't bij de ver
laging! van het peil op het N.A.K.
er zelfs nadeel bij zou hebben. Dat
het peil verlaagd wordt zal voor pol-
'der Hill alleen zijn nut hebben in
buitengewone regen tijden. Polder
Hill betaald 75 ets. per H.A. voor,
onderhoud aan de vier Bannen en
1-5 ets. aan Bleek en Oostkil, krijgt
irfcn er ten slotte nog onderhouds
kosten bij van het Noorder afwate
ringskanaal dan weet men nietwaar
inen mede faf is.
en Oostkil, krijgt men er ten slotte
nog onderhoudskosten hij, dan weet
men niet waar men mede af is.
De Voorzitter zegt, dat de toestand
van polder Hill werkelijk goed is
en deze polder het minste belang
heeft bij de totstandkoming van het
groot waterschap. Het kan dan ook
heel goed zijn, dat deze polder vol
strekt niet in de kosten zal hebben
bij te dragen en deze polder alleen
in het verband wordt opgenomen,
opdat hij voor zijn eigen belangen
zal kunnen waken en deze tenge
volge van werken, die bij een ande
ren polder worden uitgevoerd, niet
worden geschaadt.
De heer Kerssemakers zou willen
vragen of de polder Hill ontkent
belang te hebben bij de regeling van
den waterstand op het N.A.K.
De heer A. Vos stemt toe, dat pol
der Hill wel bjelang ïyeeft bij dezen
waterstand, waarop de heer Kersse
makers vraagt of bet dan voor pol
der Hill ook niet van belang is me
dezeggingschap te hebben, bij de
terstand van dit kanaal,
e heer A. Vos zegt, dat polder
alleen belang bij den peilstand
voor de bevloeiïng van den
ir. Komen de werken tot stand
ivordt deze bevloeiïng voor pol-
Hill slechter.
ïr. Kerssemakers brengt hierte-
n, dat het niet gaat over de be-
n van polder Hill alleen, doch
'talie belanghebbenden, die ver
ing behoeven. Enkel omdat
bevreesd is, dat men een klei-
l zal moeten bijdragen, wil
t tot verbetering meewerken,
•per Rulkens heeft bij het
/^jpen van zijn plan een oo-
lik gedacht polder Hill buiten
verband te houden. Hij heeft
dezen echter alleen in betrokken
ft de bedoeling dat polder Hill
'dezeggingschap zou krijgen, op-
t hij er voor zou kunnen waken
de toestand bij hjem niet alech-
zou worden.
De heer Branderhorst heeft den
Voorzitter van polder Hill K>o°ren
beweren, dat bij een peil van 23
aan Ide Peereboomsluis, hiervol-
doende water kwam, dit is een on
mogelijkheid, liep er rechtstreeks
een kanaaltje, dan zou bet kunnen,
doch zooals de toestand thans is, is
dit een onmogelijkheid.
De beer A. Vos hooidt zijn bewe
ring, dat met een peil van 23
voldoende gevloeid kan worden,
staande.
De heer W. de Graaff vraagt, of
er ook stemmen van polder Hill
uitgaan, dat men met den bestaan-
den toestand niet tevreden is.
De Voorzitter meent, dat het gaat
over de vraag of de toestand niet
beter kan worden.
De heer v. d. Schans vraagt of
deze niet slechter zal worden, als
men den toestand in pnriere polders
gaat veranderen.
De heer \V. de Graaff noemt het
dwaasheid een toestand te willen
verbeteren, die reeds goed is, dat
is een stoel presenteeren, waar men
reeds op zit.
Het Statenlid van Beek zou het
dwaasheid vinden, als de stoel waar
op men zit een Oirschotsche stoel
is en men daarvoor een fauteuil pre
senteert dat men deze dan niet zou
accepteeren.
De heer Donkers acht 'thet beste
dat het groot waterschap niet wordt
opgericht, dan wordt de toestand
ook niet slechter.
Dhr. Kerssemakers heeft meerma
len besprekingen gevoerd met den
Directeur van den Rijkswaterstaat,
en deze verklaarde zich een voor
stander van de oprichting van een
groot waterschap omdat hier zoo
veel verschillende wenschen zijn,
met tegenstrijdige belangen. Komt
het groot waterschap tot stand, dan
is het voor polder Hill toch ook van
belang dat het medezeggingschap
krijgt in de waterstanden op het
N. A. K.
De heer v. d. Hoeven is op het
gebied van polderbelangen een leek.
Hij weet echter wel, dat een Jaag
gedeelte geen toevoer van water noo
dig heeft, wel afwatering. De toe
stand is hier goed, daarom mag hij
niet voor het kanaal stemmen. Mis
schien hebben echter andere polders
wel belang bij het groot waterschap
en daarom zal spr. zich van stem
ming onthouden.
De heer Senden heeft hooren be
weren, dat polder Hill weinig zal
behoeven bij te dragen in de kosten,
omdat deze polder weinig belang
bij het groot waterschap heeft. Ook
bij de Z. H. polder en meer andere
polders is dit gezegd, samen onge
veer 2400 H. A. die volgens de com
missie weinig of geen belang bij heL
waterschap hebben. Ten slotte zul
len volgens spreker die polders die
wel belang hebben bij de oprichting
blij gemaakt zijn, met een doode
muscli.
De Voorzitter merkt op, dat het
weinig of geen belang (hebben vün
sommige polders bedoeld is in ,t
algemeen, moet worden opgevat dat
speciale gevallen niet voor alle pol
ders dezelfde zijn.
Het centraal lichaam heeft later
het belang van iederen polder uit te
maken.
De heer Branderhorst gelooft, dat
bij mijnheer Senden de centen kwes
tie de hoofdrol speelt. Spr. kan zich
goed voorstellen, dat niemand zal
medewerken als men zelf de kosten
moet dragen van de tot stand te
komen verbeteringen van andere pol
ders. De bedoeling is echter juist,
door eensgezindheid te trachten steun
van Rijk en Provincie te krijgen.
Hierop wordt overgegaan tot stem
ming, met uitslag dat zich slechts
enkele personen voor de oprichting
van het waterschap verklaarden.
Thans is aan de beurt polder Bies
heuvel.
De Voorzitter van dezen polder
de heer v. Everdingen, acht de op
richting van het groot waterschap
voor polder Biesheuvel van groot
belang indien deze oprichting het
middel tot verbetering van den
slechten toestand kan zijn.
Geen der ingelanden verlangde het
woord, dat men het met den Voorz.
eens was, bleek uit de stemming,
want slechts een persoon stemde te
gen de oprichting, de overigen voor.
Hierna werd een half uur gepau
zeerd, daarna kwam polder Eethen
aan de beurt.
De Voorzitter heette de aanwezi-
zigen welkom en sprak ongeveer de
zelfde openingsrede uit, als bij pol
der Oud- en Nieuwl. van B.Broek.
Spreker legde er nogmaals den
nadruk op, dat men alvorens zijn
stem uit te brengen, eerst wel rijpe
lijk moest overwegen, en nadenken.'
Rijk en Prov. zijn zeer veel klachten
bereikt over den slechten toestand
op waterschapsgebied in deze streek,
zoodat het voor vele polders van het
grootste belang moet worden geacht,
de handen in een te slaan om verbe
tering te krijgen. Doet men dit niet,
dan zal zeer waarschijnlijk de kans
op verbetering voor jaren verstreken
zijn en zal men met zijn klachten
bij Rijk en Prov. aan doovemans
deur kloppen. Men moet hierbij niet
alleen aan het eigenbelang denken,
doch ook aan het algemeen belang,
en niet vasthouden aan de plannen
die door Ingenieur Rulkens zijn uit
gewerkt om aan te toonen dat hier
veel behoefte aan verbetering be
staat. Deze plannen behoeven niet
te worden uitgevoerd en kunnen zoo
noodig gewijzigd worden. Spr. zegt
dat hij net werkelijk zou betreuren,
als verbetering hier achterwege zou
moeten blijven omdat men niet goed
op de hoogte is, en door onderling
geschil van gevoelen.
De heer G. Branderhorst, Voorz.
van polder Eethen leest hierop het
volgende voor:
Als Voorzitter van polder Eethen
wil ik allereerst opmerken, dat de
waterstaatstoestand in deze streek
niet in orde is, vroeger kon elke
polder, die op het Oude Maasje
loost, 2 keer per dag uitloozen tot
gemiddeld 75 N.A.P. N.W. wind
uitgezonderd en na de opening der
Bergsche Maas is de gemiddelde
hoogte o phet Noorder Afwaterings
kanaal nabij het Drongelsche veer
8 uur v.m. gemiddeld 2473 N. A. P.,
Bij vergelijk met vroeger was er
op het Oude Maasje gedurende een
uur per dag een stand van 75 tot
675 een uur 675 tot 60
idem 60 tot 525
idem 525 tot 45
idem 45 tot 375
idem 375 tot 30
idem 30 tot 22*
dus 7 uur per dag een lagere stand
dan nu.
Thans is in regentijden het N.A.K.
meestal hooger, in droge tijden la
ger, hierdoor kunnen de lage polders
onvoldoende loozen, de hooge on
voldoende van versch water worden
voorzien. Bovendien kan niet wor
den gevloeid, als eefi der polders
waterbezwaar heeft, omdat het N.
afwaterings kanaal voor beide moet
dienen. i
Het N.A.K. is tegenover den Meeu-
vvenschen dijk reeds 2 M. smaller
in den bodem en 50 cM. ondieper!
dan bij den aanleg, waardoor een
zeer groot verhang des te grooter
naar gelang er onkruid in is, en
naar mate er kwel van uit de Berg
sche Maas komt en afvoerwater uit
de polders.
Dit kanaal is allerminst geschikt
om te vloeien, omdat het water van
het laag naar het hoog moet wor
den opgestuwd. Voor dit vloeien zijn
minstens 4 achtereenvolgende dagen
noodig, waardoor gedurende dien
tijd loozen voor lage polders is uit
gesloten, bovendien komt er door
lekkende sluizen en kwellende on
dergrond, bij dat vloeien meer water
binnen in kleine polders dan ge-
wenscht is, o.a. een poldertje bui
tendijks bij Wed. Joh. Millenaar-d.
Rooien te Drongelen staat dikwijls
door dat vloeien plas en dras.
Wat betreft dat peil van 24Y3 cM.
N.A.P. is zeer onvoldoende voor
polder Het Zuiderveld onder Dus-
sen, peil 60 het Zuidbroek peil
50 en Hablok onder Meeuwen
peil 50 de Rooiensche polder on
der Drongelen peil 40 De Beem
den 45 de Broekschen hoek 45
en een groot deel 500 H.A. van
polder Eethen dat een stand heeft
van 30 en hooger, zeer nadeelig
voor overig deel poljder Eethen 170
H.A., peil 60 en pollder Meeuwen
pl.m. 300 H.A. peil 70 die bij dien
stand te hooge bemalingskosten heb
ben.
Wordt er nu in regentijden door
Eethen en Meeuwen met hun stoom
gemaal, door B.-Broek fëlh het Zui
derveld met hun molens gemalen,
de sluis bij Drongelen van het bo-
venpand N. Afwaterings Kanaal
opengezet, dan is voor de kleine p ol
der tj es het peil weldra veel te hoog
om te loozen.
Nu is het de laatste? 4 (jaar gemid
deld 12V2 keer voorgevallen, dat pol
der Eethen maalde en het Rijksge
maal aan de Peereboom nog een of
meer dagen later begon, waardoor
het N.A.K. eveneens te hoog werd
en de Z. H. polder waar he;t peil
50 is niet kan loozen en door dat
te laat beginnen duurt het veel te
lang dat het N.A.K. abnormaal te
hoog blijft.
Thans zou er onmiddellijk reeds
een groote verbetering kunnen wor
den aangebracht als dat Rijksge
maal telefonisch met de verschil
lende polders verbonden werd om
overleg te plegen met deze, over wa
terbezwaar en ook over water te
kort, thans gebeurt het, dat eender
polders staat te malen en voorbande-
re gevloeid wordt.
Opgemerkt zij dat in regentijden
door het te laat beginnen van het
Rijksgemaai bijna geen voordeel
wordt verkregen om dat dan toch al
het water moet worden uitgemalen
en het voordeeltje alleen bestaat in
iets minder opvoerhoogte.
Verder is er bijna altijd water-
bezwaar in het Hakkeveld, het laag
van polder Genderen, die op het bo-
venpand van het N. afwat. kanaal
loozen, ja soms zoo erg, dat de weg
van S. v. Rijswijk naar Wijk in Aug.
gedurende 9 achtereenv. dagen onder
water stond, het vee moest gestald
worden. Om eenig denkbeeld van
het onvoldoende peil op het N. af
wat. kan. te geven, diene djat pp een
ander tijdstip bij veel regenval
het stoomgemaal van polder Eethen
6 achtereenvolgende dagen en nach
ten heeft moeten malen, terwijl de
stantj op het N. afwaterings kanaal
was niet lager dan het N.A.P., ja
zelfs tot 25 cM. -j- N.A.P.
Nog op een anderen tijd, hij veel
regenval terwijl Eethen dag en nacht
maalde was de stand op het Noor-
der afwaterings kanaal achtereen
volgens, 8 -f-, 40 -j-, 40 -f<„ 18 -f, 14
'-P, 10 -f en werd het Rijksstoomge
maal in dien tijd stopgezet en dit ten
gevolge had, dat wel 500 H.A. totaal
onder water stonden, ja, dat de ge
malen der polders ook moesten
stoppen, wegens dat abnormaal hoog
peil.
Men ziet dus, behalve de door-
loopende te hooge stand, nog ab
normaal hooge standen die buiten
gewoon nadeelig zijn voor de be
trokken polders. Neemt men nu
daarbij in aanmerking dat in den
Zuid-Holl. polder 14 kleine wind
molentjes staan, die bij zoo'n stand
ook buiten werking komen, en bo
vendien nog bij stil weer geen dienst
kunnen doen, dan staat onomstoote-
lijk vast dat het peil op het Noor
der afwaterings kanaal zeer on
voldoende is, zelfs vtoor den Z. H.
polder die de minst belanghebben
de is.
Opgemerkt zij, dat er, om te kun
nen loozen tusschen de polders en
het kanaal nog een verhang noio-
dig is, grooter naar gelang den af
stand dat de polders er van verwij
derd zijn gelegen. Zoo ook kan voor
polder Wijk nooit en in het hooge
deel van polder Veen en Aalburg ook
nooit, versch water worden inge
laten en 'bijna nooit in het hooge
deel van den polder Oudland van
B. Broek en al wordt er dan ge
vloeid, dan nog wordt in dezen pol
der, zoowel als in vele anderen, het
vuile water opgestuwd en krijgt men
in het bovendeel nooit versch wa
ter. Afgezien van di t moet er vin bij
na alle polders gevloeid worden via
liet lage deel naar het hooge, zoodat
door dit vloeien eveneens waterbe
zwaar ontstaat.
Werd nu een waterschap opge
richt omvattende alle polders loo-
zende op het N. afwaterings kanaal,
zooals in het rapport der Prov. In
genieurs is voorgesteld, dan kon dit
bevorderen een lager peil op N.A.K.
zeer gemakkelijk en direct verkrijg
baar voor de lage polders, alleen
door het stoomgemaal aan de Peere
boom bij regenval tijdig in werking
te zetten, in overleg met die polders,
en een lietere bevloeiïng van uit de
Maas bij Wijk, het water kon dan
zelfs het hooge deel (te Wijk ligt
het land 1.80 hooger dan bij de Pee
reboom), van de polder •'«an Wijk
voorzien, en als dan polder Veen1,
Aalburg, en B. Broek elk een sluisje
kregen en daarmede iedere polder
naar hun genoegen uit Wijk water
mochten nemen, dan was daarmede
in hoofdzaak in het vloeien voorzien,
kleinere polders kunnen dan even
eens worden geholpen, zoodat heele
mooie plannen hiervoor in het rap
port zijn uitgewerkt. In droge peri
oden kan dan nog even als tot he
den, worden gevloeid van af de Pee
reboom in overleg per telefoon.
Ten slotte rest nog de kosten en
als we zien wat in andere plaatsen
door het Rijk gesteund wordt, in
zonderheid Drente waar in 1924, 8
waterschappen zijn opgericht, waar
bij in een waterschap alle kosten
f700.000 door het Rijk zijn betaald,
in een ander bij een uitgaaf van
f 730.000, is gesubsidieerd met een
bedrag van f 666.000, dat tot oprich
ting van een algemeen waterschap
is geadviseerd door Ingen. en Hoofd-
Ingen. en ja zelfs door Z. E. Bon-
gaerts Min. v. Waterstaat kan hjet
niet uitblijven of het op te richten
waterschap zal van deze zijde vol
doende steun hebben. Het zal de
heele streek ten goede komen, de
waarde der gronden zal er door
stijgen, de dikwijls te hooge huren
voor dat minderwaardig land wat
veelal bestemd is voor hooi naar
het Buitenland, anderdeels totaal on
geschikt is tot weiland voor melkvee
en nog minder voor bouwland zal
een hoogere huur kunnen opbrengen
en toch nog beter rendeeren voor
huurder. Het is te betreuren dat
gronden vlak bij en grenzende aan
boerderijen door waterbezwaar met
griendhout beteeld moeten worden,
zooals in het Zuiderveld, Het Zuid
broek, ja zelfs nog in een der aller
hoogste polders, zooals Aalburg zou
den die griendjes zoo vlak bij arbei
derswoningen een zeer gewaardeerd
tuintje kunnen zijn.
De grond-, polder- en andere be
lastingen, die thans van een lage
huur of opbrengst moeilijk betaald
kunnen worden, zou voor vele gron
den heel gemakkelijk uit de meerde-
dere opbrengst voortvloeien.
Ten slotte nog het belang van pol
der Eethen, bestaande in veel .te
groote bemalingskosten. In de week
van de vergadering Z. H. polder
hebben we met stoomgemaal polder
Eethen 6 dagen gemalen, wel heeft
het nog al geregend, doch niet ab
normaal en was er ook nog weinig
kwelwater, wat bij hooge stand der
Bergsche Maas zelfs zonder regen
val ook nog op sommige plaatsen
waterbezwaar geeft.
Van 1914 tot en met 1921 heeft
Eethen gemiddeld 88 dagen per jaar
gemalen. Na dien tijd is een electr.
gemaal gebouwd en is de laatste 2
jaar door ons stoomgemaal gemid
deld gemalen 38 dagen en 91/2 nach
ten en met ons electr. gemaal nog
123 keer.
Deze abnormaal hooge kosten zul
len naar schatting bij verlaging van
het peil op het N. afwat. kanaal in
regentijden de helft dalen. Polder
Eethen is door schutten in Btrie dee-
len gescheiden, waarvan het miden-
ste en hoogste deel bij een peil van
45 op N.A.K. beter kunnen- loo-
zen, terwijl wij thans in de hoop dat
Peereboom zal beginnen te malen,
afwachten, en de laagste deelenvan
het middendeel meermalen water
bezwaar heeft.
Waar nu onomstootelijk vast
staat zoowel door bovengenoemde
feiten als door het rapport der Prov.
Ingen. dat de toestand niet goed
is, dat er wat moet gebeuren, dat
Rijk enj Prov. bezig zijn ook eens
wat te doen voor Het Land, van
Heusden jefn Altena oen teiland ver
stoken van spoor en tram waar men
ziet elders een kanaal zelfs langs
Tilburg in de hooge zandstreek van
N'w Br. de vele verbeteringen in an
dere streken zooals Drente, dat bij
de verlegging der Bergsche Maas uit
drukkelijk is bedongen, dat het wes
telijk deel van N. Br. geen nadeel
mocht ondervinden, ja zelfs een be
tere afwatering is toegezegd, er zou
worden voorgemalen enz., dan is het
onverklaarbaar, dat nog eenige te
genstand gehoord wordt, en dit des
te inieer nu uit geen enkele polder
eeu steekhoudend bezwaar is aan
gebracht.
De heer Spoor heeft al de cijfers
met plussen en minnen van mijnh.
Branderhorst niet kunnen bijhou
den. De bewering dat men hierdoor
de verlegging van den Maasmond
in slechter conditie is gekomen, is
echter, trots al deze cijfers niet
waar. Bij overlevering heeft Spr.
gehoord dat de weg van B. Broek
naar Eethen voor de verlegging van
de Maasmond meermalen onder wa
ter stond. Nu is de toestand zelfs'
in het lage gedeelte van Eethen goed.
Hij wil hiermede niet zeggen, dat
er heelemaal geen klachten zijn,
doch een goed polderbestuur moet
niet deze klachten niet naar de Piw
Staten gaan, en bij Rijk en PrV
om subsidie gaan vragen. Er zijn
streken, die veel meer verbetering
noodig hebben als de streek hier,
en deze moeten voor subsidie vap
Rijk en Prov. voorgaan. Zeker er
is hier minderwaardig land, doch
de menschen die dit kochten, wis
ten dat dit minderwaardig was en
zullen er dus met den prijs wel
rekening mede gehouden hebben.
Willen zij door dit land rijker
worden, dan heeft het Rijk daar
mede niets te miaken ten moeten zij
zelf de kosten ter verbetering maar
betalen. Er is op gewezen, dat een
weg 9 dagen onder water heeft ge
staan. Zal dan het Rijk hierin sub
sidie willen bijdragen voor verbe
tering, waar men ziet dat bij een
ramp als te Borculo het Rijk* ach
terwege blijft en men geheel op de
liefdadigheid van andere menschen
blijft aangewezen?
Ten derde heeft men gezegd dat
het stoomgemaal 9 dagen achter el
kaar stond te malen, waarvoor is
dit stoomgemaal gebouwd, toch ze
ker om te malen en niet om gere
geld. stil te staan. Verder is er ge
zegd, dat de griendjes langs den Hoo-
gen Maasdijk te Aalburg in tuintjes
konden worden herschapen en dat
hier de centen een bezwaar blijken
te zijn. Dat men dit ten koste van
een ander wil verbeteren keurt spr.
af. Wat den polder van Eethen be
treft, vindt hij dat de Voorzitter van
dezen polder wel wat te veel ei-
schend is. Eerst heeft men gehad
een watermolen, die is opgeruimd.