Eerste Blad Uitgave; Firma L, J. VEERMAN, Heusden. No, 4544. Woensdag 14 October 1925, Itiiiteiilaiiiisch Overzicht FEUILLETON, „Het Kasteel van Kerlor". Binnenland Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. UND VAN ALTERA Dit blad verschynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 4 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. De berichten uit Locarno zijn algemeen optimistisch gestemd. De overtuiging be staat, dat het Westelijk pact op geen bezwaren meer stuit en het tot stand komen daarvan nog slechts van het ver vullen van enkele formaliteiten afhangt. Wat de bezwaren van Duitschland voor zyn toetreden tot den Volkenbond betreft, welke bezwaren zich vooral tegen art. 16 van het pact richten, is volgens den corres pondent van de Daily Telegraph van En- gelsche zijde een compromis-voorstel inge diend. Daarbij wordt er op gewezen, dat de conferentie van Locarno niet bevoegd is om dit artikel te wijzigen. Duitschland kan echter een nieuwe interpretatie van dit artikel vragen en deze kwestie na zijn toetreden tot den Volkenbond aan de orde stellen, waarbij de leden van den raad, die op het oogenblik te Locarno aanwezig zijn, de door Duitschland verlangde inter pretatie zullen steunen. Dit zou hierop neerkomen, dat art. 16 van den Volken bond niet op Duitschland van toepassing zal zijn, zoolang*Duitschland zelf ontwapend en de staten aan zijn grens bewapend zijn. Ook de correspondent, van de Daily Mail seint, dat, naar hij van zeer bevoegde zijde verneemt, Duitschlands bezwaren tegen het toetreden tot den Volkenbond opgeheven zijn door een formule, waarin de belofte wordt gedaan, dat, nadat Duitschland in den Volkenbond zal zijn opgenomen, een herinnering van art. 16 in den geest van Duitschlands wensch zal plaats hebben. Ook de Westminister Gazette wijst op de optimistitche stemming, die in dekrin gen der conferentie is waar te nemen en zegt, dat het vertrouwen, hetwelk thans bestaat, er veel zal toe bijdragen om de belemmeringen, die thans nog voor overeen komst bestaan, te overwinnen. Voor het eerst ban worden gezegd, dat Frankiyk vastbesloten is om tot overeenstemming ts geraken. Volgens de Matin wil de Poolsche mi nister van buitenlandsche zaken reet be trekking tot artikel 6 van het Westelijk pact, dat betrekking heeft op de garantie der Oostelyke verdragen door Frankrijk, het volgende voorstellen Da Rijnlandzone zal steeds neutraal gebied zijn, uitgezonderd in de gevallen, genoemd in art. 42, 43 en 170 Hij was maar kort en luidde als volgt „Waarde Heer. Ik geloof, dat u belang stelt in uw schoonbroeder, graaf Georges de Kerlor, die u op droeg over zijn achtergelaten vrouw te waken. Ga eens naar het dorpje Villiers-sur-Marne, zoek daar naar een juffrouw Repiquet en vraag van wien dat kleine meisje, Marcelle, dat daar in huis is, een dochtertje is. Mis schien zal men u den naam van de gravin de Kerlor noemen." Elke onderteekening ontbrak. De Saint-Hyrieix dacht dien avond lang en ernstig na, maar niet meer over de geheimen der Oostersche quaestie. In 't eerste oogenblik gevoelde hij een aanvechting om den brief in de snip- permand te werpenhij kon aan zoo iets gruwelijks niet gelooven. Maar hij kende toch ook de Parijsche wereld te goedhij wist, wat bederf daar heerschte, ook in de hoogere stan den. Hij besloot dus de zaak te onderzoe ken. Den volgenden dag toog hij daarom op weg naar het aangeduide dorp. Wat 44 van het verdrag van Versailles en in art. 16 van het pact van den Volkenbond. Indien de verdragen van arbitrage gesloten tusschen Duitschland en Polen en Tsjecho- Slowakije, geschonden worden, treedt art. 16 van het pact van den Volkenbond in werking. De neutraliteit van de Rijnland zone wordt dan opgeheven en Frankrijk verkrijgt dan het recht tot interventie, niet op grond van de verdragen van bond genootschap, doch op grond van de alge- rneene verplichtingen, die het met de overige leden van den Volkenbond loyaal op zich heeft genomen, Dr. Benesj moet met dit voorstel geheel accoord gaan. De Matin merkt hierbij op, dat de rechten, die Frankijk volgens art. 16 heeft, ook voor Duitschland zullen gelden op den dag, dat het tot den Volkenbond toetreedt. Openbare vergadering van den raad der gemeente EETHEN, gehouden op Vrijdag 9 October 1925 des voorin. 10 uur. Aanwezig alle leden. j Voorzitter: Edelachtb. lieer D. F. Brune. Secretaris: Weled. heer D. A. v. d. Schans. De Voorzitter opent de vergade ring en vraagt of een der leden op- of aanmerkingen heeft op de notu len der vorige vergadering. De lieer v. Buuren die de laatste twee vergaderingen niet heeft bijge woond, zegt, dat het hem speet, dat in de voorlaatste vergadering geen der aanwezigen heeft voorgesteld, de behandeling der politieverord. uitte stellen, omdat hij afwezig was, daar hij toch in of na een vorige vergade ring te kennen had gegeven, dat hij met verscheidene punten der veror dening niet accoord ging. v. d. Beek. Ik herinner mij, voor of tijdens de vergadering mijn spijt te hebben uitgedrukt, dat de heer v. Buuren er niet was, daar deze zich speciaal in de politieverord. had in gewerkt. De Voorzitter zegt, dat toen de behandeling der verord. eenmaal op de agenda stond, deze er niet meer kon worden afgevoerd omdat een lid afwezig was. Bovendien zullen G. St. wel eenige op- of aanmerkingen omtrent de verord. hebben. Indien deze dan in den raad behandeld wor den, krijgt de heer v. Buuren toch nog gelegenheid zijn ineening te zeg gen. De notulen worden daarop met algem. stemmen goedgekeurd. hij daar vernam, was wel niet zoo heel duidelijk, want de min van Marcelle was zeer verward in haar uitdrukkingen maar hetgeen hij er hoorde deed hem toch gelooven aan Hélène's schuld. Marcelle was een kind, dat jong bij de min was gekomen. Zij werd telkens bezocht door een voorname Parijsche dame, die mevrouw de Kerlor moest heeten, meer wist de min er niet van. Dat was voor den heer de Saint-Hy rieix echter genoeg. Met zijn gewoonlijk wantrouwend karakter geloofde hij hier dadelijk aan een misstap van Hélène. Eenige dagen lang dacht hij daarover na, peinzende, wat hij in dit geval had te doen. Zou hij Carmen er mee in kennis stellen Dit leek hem bedenke lijk. Wel wilde hij haar echter eens polsen en een paar dagen na zijn bezoek aan Villiers-sur-Marne, toen hij met Carmen alleen was, vroeg hij deze plotseling: Zoudt gij kunnen gelooven aan een misstap van onze schoonzuster? Van Hélène? riep Carmen uit. Dat nooit Hij begreep ten slotte, dat er niets anders voor hem te doen was, dan aan de Kerlor te schrijven. Hij deed dat te eerder, omdat deze voor eenig dagen een brief had geschreven, dat hij het thans minder druk had en dat hij mis schien eenige maanden best zou kunnen worden gemist in de mijnen. Maar, liet hij er in zijn brief op volgen, hij bleef liever nog een half jaar in Mexico, om dan wellicht voorgoed naar Fran, krijk terug te keeren of althans voor Aan de orde: 1. Voorloopige vaststelling gem.- rekening over 1924. De Voorzitter vraagt of de commissie van onder zoek voor de rekening, op- of aan merkingen heeft. De heer v. d. Heuvel deelt namens de commissie mede dat geen op- of aanmerkingen zijn gemaakt en stelt voor de rekening voorloopig vast te stellen, waartoe met algem. stemmen wordt besloten. De wethouders pnthouden zich hierbij, krachtens art. 220 der Ge meentewet, van medestemmen. 2. Vaststelling gemeentebegrooting voor 1926. De Voorzitter vraagt, of de com missie van onderzoek op- of aanmer kingen heeft, waarna de heer v. d. Heuvel namens de commissie zijn genoegen uitspreekt over het feit, dat enkele uitgaafposten zijn ver laagd, hetgeen een teek en van bezui niging is, waarna hij adviseert de begrooting van inkomsten en uitga ven voor den dienst 1926 vast te stel len, zooals deze door Burgemeester en Wethouders is aangeboden. Hiertoe wordt met algem. stem men besloten. 3. Wijziging begrooting 192.5 De Voorzitter zegt, dat enkele pos ten moeten worden toegevoegd, zoo als vergoeding aan hoofden van cur sussen voor vervolgonderwijs, over de jaren 1920 tot en met 1922, het geen uit 's Rijks kas zal worden ont vangen en aan de betrokkenen moet worden uitbetaald tot een bedrag van f250. Verder een post.voor terugbe taling van belastingen wegens vroe gere diensten tot een bedrag van f 429.46 en een post voor het aan leggen van een uitweg aan de ge meente eigendommen tot een bedrag van f 392.67. De Voorzitter steltvoor de begrooting aldus te wijzigen, waar toe met algemeene stemmen wordt besloten. 4. Benoeming lid der schattings commissie. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, te benoemen tot lid der commissie den heer J. J. Brouwers te Heesbeen, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. 5. De Voorzitter zegt, dat is inge komen een aanvrage van E. Treffers te Drongelen om een voorschot a f 3000 uit de gemeentekas, ingevolge art. 13 der Landarbeiderswet. De Voorzitter zegt, dat E. Tref fers inliet behoort tot de menschen die volgens de wet, voor een voor langen tijd. De Saint-Hyrieix begreep dus, dat hij best aan zijn schoonbroeder kon schrijven. Mair wat? Hem ronduit te vertellen, welke don kere vermoedens hij had omtrent Hélène, dat ging toch niet aan. En hem in een brief met halve woor den te vertellen, wat hij vermoedde of vreesde, zou nog erger zijn, dan ronduit te spreken. Ten slotte besloot de Saint-Hijrieix een telegram te zenden. Hij seinde heel kort: „Een zaak van gewicht maakt uw overkomst zeer gewenscht 1" Hij vond dat hij een zeer gelukkige uitdrukking had gevonden. LXXXIX. Ontrouw, Op een voorjaarsavond zat de jonge gravin Hélène de Kerlor met haar zoon op den schoot en hielp hem bij het lezen van een prentenbroek, toen eensklaps de deur der kamer werd ge opend en een jonge man verscheen met een gebruind gelaat.... Hélène sprong op, zoo haastig, dat de kleine Jean bijna van haar schoot viel op den grond. Maar de binnengekomene schoot eensklaps toe en richtte het kind op. Zijn moeder keek den man aan, alsof er plotseling een geest voor haar was verschenen. schot in aanmerking komen en stelt voor afwijzend op het verzoek te beschikken, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. 6. Ten slotte stelt de Voorz. den raad voor, aan den heer Vos, ambt. ter secretarie, voor het jaar 1925 een gratificatie te verleenen ad 100 gld. waartoe met algem. stemmen wordt besloten. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de ver gadering. Valsche zilverbons. Talrijke arrestaties. De recherche van het hoofdbu reau van politie te Rotterdam heeft een bijzonder goeden slag geslagen, na reeds weken lang op den loer te hebben gelegen om de vervaardi gers van de in omloop zijnde valsche zilverbons van een rijksdaalder te betrappen. Telkens had zij in de laatste beide maanden bericht gekre gen, dat bij winkeliers, bij het op halen van buur in arbeiderswijken, bij het betalen van belasting enz., valsche zilverbons van f 2.50 in be taling waren gegeven. Een paar dagen geleden gaf een jongen van 12 jaar een valschenzil verbon in betaling bij een winke lier in de Tolhuisstraat. Dit leidde tot een spoor. De jongen zeide den winkelier, dat hij den zilverbon van zijn ouderen broer had gekregen, welke broer later bij den winkelier kwam opspelen, omdat deze de bon niet in betaling wou aannemen. Hiervan kregen een paar recher cheurs lucht. De ouderei broer, de 25-jarige havenarbeider J. v. II. uit de Spastraat, werd opgespoord en gearresteerd. Hij beweerde den zil verbon in drift verbrand te heb ben. Na herhaaldelijk verhoord te zijn, bekende hij tenslotte 15 zil verbons van een rijksdaalder gekre gen te hebben van den 24-jarigen havenarbeider A. D. K. uit de Veld- straat, die eveneens gearresteerd, werd en op zijn beurt zeide de zil verbons gekregen te hebben van den 31-jarigen communistischen havenar beider L. F. van de Persoonshaven. In diens woning werd dadelijk huiszoeking gedaan. Op een daarbij hoorend plaatsje werd onder den grond een bonbonnière gevonden,, waarin 120 valsche zilverbons. De man was niet thuis. Rechercheurs stelden zich verdekt op en toen hij Ken gij mij wezenlijk niet meer Hélène vroeg de binnentredende, terwijl hij den knaap bij de hand hield. Georges, was alles wat de jonge vrouw kon zeggen. Toen breidde Georges de Kerlor zijn armen uit Hélène wierp er zich in. Voor een oogenblik vergaten zij alles alles in de wereld, alles om hen heen. Doch ook maar voor een oogenblik. Toen boog de vader zich naar het kind en nam het op den arm. En dat is nu mijn jongen, mijn groote Jean.... O, wat ben je groot geworden. En wat een mooie jongen precies zijn moeders everbeeld.... Kom, je zult wel moe zijn, Georges,.. Ga zitten, lieveling. Ik ben zoo frisch als 't maar kan, zeide hij lachend, en terwijl hij den knaap op den eenen arm hield, sloeg hij den ander om zijn vrouw heen. Zoo bleven zij een oogenblik staan. Daarop ging Georges de Kerlor zitten. Hij zette zijn jongen op zijn knieen en werd niet moede hem aan te zien. Hélène stond naast hem en keek met vochtige oogen naar de beide we zens, die zij het meest beminde en vereerde op de wereldhaar man en haar kind. Eindelijk zeide zij Wat was ik verbaasd, je te zien, Georges. Het was wel een verrassing voor mij een groote verrassing, maar waarom schreef je mij toch geen enkel regeltje,' waarom zond je mij niet een telegram Je wist toch, dat ik zou komen, lie 's nachts thuiskwam, werd hij gear resteerd. Hij was gewapend met een geladen revolver. Aanvankelijk ontkende hij alles; daarna beweerde hij de zilverbons aan de Waalhaven gevonden te heb ben en vervolgens ze van een zeke- keren Herman te hebben gekregen. Ten laatste zeide hij de zilverbons gekregen te hebben van den Duits- scher André uit de Hudsonstraat. L. F. werd voorloopig opgeborgen en direct begaf de recherche zich naar de woning van genoemden An dré, dien zij op een door hem be trokken zolderkamertje in de Hud sonstraat overviel, terwijl hij bezig was met het vervaardigen van val sche zilverbons. In zijn bed vond men een pakje met 30 valsche bons en op het zolderkamertje een foto toestel, een drukpers, tubetjes met verfstoffen, een aantal negatieven, enz. waarop beslag gelegd is. De gearresteerde André noemde zich André de Bruin; hij is commu nist en bij zijn verhoor deelde hij mee, indertijd voortgeholpen te zijn door de communistische partij te Rotterdam. Halsstarrig weigert hij zijn juisten naam te noemen of te zeggen tot welke nationaliteit hij be hoort. Uit correspondentie in zijn bezit gevonden blijkt, dat hij een zware gevangenisstraf heeft onder gaan. Deze André woonde in bij H. P., een gemeentarbeider, werkzaam aan de gasfabriek aan de Keilehaven, van wien hij het zolderkamertje gehuurd had. H. P. is secretaris van de afd. Keilehaven van den Bond van per soneel in openbaren dienst. In diens woning werd gevonden een porte feuille met ongeveer 25 valsche zil verbons van een rijksdaalder. Ook hij werd gearresteerd. Verder zijn nog gearresteerd de 32-jarige havenarbeider A. S. uit de Zwijndrechtsche straat, die vier val sche zilverbons van A. D. K. heeft ontvangen, doch kans heeft gezien, deze bons door te slikken, toen men hem met den celwagen zou over brengen; A. K. II. P., rijwielhande laar in de Rubenstraat, een broer van den gemeentearbeider H. P., die 150 valsche zilverbons zou ontvan gen hebben van den havenarbeider L. v. S. uit de Atjehstraat, die ook valsche zilverbons in betaling zou hebben gegeven. Bij een herhaalde huiszoeking in de woning van den havenarbeider L. F. laan de Persoonshaven is in den 1 II veling? riep Georges verwonderd. Ik? Weineen! Ik verwachtte je in elk geval in de eerste maanden niet.... Hoe? Je weet dus niets van het te legram, dat onze schoonbroeder mij zond, dat telegram, het welk ik steeds weer opnieuw las, en dat mij dagen achter een in onrust hield? Ik ben hierheen geijld met al de snelheid waarover stoom- booten en spoorwegen kunnen beschik ken van Havre naar Parijs heb ik een exprestrein genomen, om maar gauwer bij u te zijn. Ik kon niet anders den ken, dan dat er iets met u was gebeurd. Er is dus niets? Is er inderdaad niets, Hélène? Je wordt bleek. Hélène was inderdaad bleek geworden. Als de Saint-Hyrieix naar Georges had getelegrafeerd, dan moest bij daarvoor een bijzondere reden gehad hebben Wat reden kon dat anders zijn, dan dat bij iets had ontdekt omtrent den mis stap zijner vrouw? Ongetwijfeld wilde hij daarover Georges spreken als het hoofd der familie, Hélène wendde het hoofd af, toen Georges haar aankeex. Verberg je mij iets, Hélène? zeide hij op droeven toon, nu, in het eerste oogenblik mijner terugkomst? Hij zette Jean op den grond, maar hield hem tusschen zijn knieën vast. Dat doe ik niet, Georges, zeide Hélène en keek hem openhartig in het gelaat, terwijl zij zich herstelde. Hij zag haar eenige oogenblikken aan, en trok haar toen naar zich toe. (Wordt vervolgd.) XIEIWSBLAD voor 1st Lii( lii-Htislei sn AlteiajeLanistraat ei de Bommelerwaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1925 | | pagina 1