KLEEDINGMAQAZIJN Reiskosten per Autobus Derde Blad voor het Land van Heusden en Aliena, de Langstraat en de Bommelerwaard. lo. 4553. frijii 13 RMer zuilen Grootste sorteering gemaakte bezocht worden in 't bijzonder het van Spoor of Boot vergoed worden. - Ingezonden DAMltUBHIEK. Plaatselijk Nieuws waar men een prima JEKRER of OVERJAS koopt voor lagen prijs en Winterjassen vanaf f 6 50 Ulsters 5.50 Motorjekkers - 5.50 Kinderjasjes - 2.90 Broeken - 1.60 tot in de beste kwaliteiten. bovendien de BEHOORENDE BIJ HET Een en ander over liet nut van eene goede ontwatering. (5e vervolg. Slot.) .Wanneer we alles ,wat we tot dusverre over bovenstaand onder werp geschreven hebben nog eens in ,tkort samenvatten, dan komen we tol de volgende conclusies: 1. Overmaat van water in den bodem kan om tal van verschillen de redenen nadeelig zijn voor den groei en de kwaliteit van het gras en voor de ontwikkeling en dus de opbrengsten van onze landbouwge wassen. 2. Onder overmaat van water moe ten we verstaan dat water, 'twelk niet door den grond (bijv. in de haar buisjes en aan de oppervlakte der gronddeeltjcs) wordt vastgehouden, maar dat er uit wegvloeit als de waterstand in de slooten laag ge noeg is. 3. We moeten er dus voor zor gen, dat we dit te veel aan water kwijt worden uit den bodem en wel door 't graven van greppels, door drainage, door 'tgoed onderhouden van de slooten en door bemaling. 4. De kleigrond heeft het vermo gen zeer groote hoeveelheden water vast te houden en ter beschikking van de planten te stellen. 5. Ook bezit vooral de kleigrond het vermogen het water uit diepere lagen ('t grondwater of 't staand water in den grond) omhoog te voe ren. Dit gebeurt door capillaire wer king zooals we gezien hebben. 6. Voorts zijn de planten instaat om met hunne wortels wel dieper in den grond door te dringen, dan men vaak vermoedt. 7. Voor eene watervoorziening van de planten, die op het land groeien, heeft het water dat eenmaal in de slooten gearriveerd is, geen betee- kenis meer. 8. Omdat de planten diep met hunne wortels in den grond kunnen doordringen ,is het ook weiischelijk, dat de grond diep ontwaterd is en dus tot n groote diepte in ,n .ge zonden toestand verkeert. In aansluiting van dit laatste punt moeten |Je volgende opmerkingen nog worden gemaakt. Onze goede grassen en ook de ak kerbouwgewassen alsmede de vrucht- boomen dringen over 'talgepieen met hunne wortels niet dieper in den grond dan tot daar, waar behalve water, ook nog lucht tusschen de gronddeeltjes aanwezig is. Wanneer men er een onderzoek naar instelt, hoe het op verschillende diepten in den grond staat, wat de aanwezig heid van lucht betreft, dan blijkt over 't algemeen het volgende: In dien het eenige dagen droog is ge weest, nadat, er 'n flinke regenbui is gevallen, dan zal bij onderzoek blijken a. Dat er tusschen de gronddeel- jes van de bovenste laag veel lucht aanwezig is. b. Komt men wat dieper, dan is er nog wel lucht aanwezig, maar toch al veel meer vocht dan in de bovenste laag. c. Graaft men nog dieper, dan komt men in de zgn. capillair-laag. In deze laag zijn alle holten, uitge zonderd de allergrootste met water gevuld. De kleine hoeveelheid lucht, die men in deze laag hier en daar aantreft, heeft voor de ademhaling der plantenwortels geen beteekenis. d. Nog verder in den grond door dringende komt men aan het bodem- vocht. Hier zijn alle holten in den grond met water gevuld. Van de aanwezigheid van lucht is hier in 't geheel geen sprake. In verband met het bovenstaande is het dus duidelijk, dat de planten niet verder niet hunne wortels in den grond zullen doordringen dan tot de grens van het capillaire water. In deze laag zelf dringen ze niet door. Ligt deze grens dus hoog, dan is de bouw voor dun en zullen de planten ook in 'n dunne laag hun j voedsel moeien vinden, 't geen voor de productie niet bevorderlijk is en bovendien zal de mest onder derge lijke omstandigheden vlugger zijn weggezakt naar grondlagen, waarde wortels niet in kunnen doordringen. Wanneer men echter 't peil van het bodemvocht verlaagt, waardoor ook de bovengrens van 't capillair water daalt, dan zullen de planten (ook de grassen) met hunne wortels dieper in den grond doordringen. Na het oogsten van 'n gewas, zul len vele wortels in den grond achter blijven, die daar afsterven en ver teren. Na dit afsterven en verteren van die wortels, zullen er overal dooi den grond kleine buisjes dus een heel net van fijne openingen blij ven, waar bijv. lucht in geborgen kan worden, maar waar in 't vol gend jaar ook weer de wortels van andere planten kunnen doordrin gen. Op deze wijze wordt de grond tot 'n grootere diepte langzamerhand gezonder en heter van structuur, zoo- clat ook de bacteriën, die in zoo hooge mate nuttig voor den groei van de gewassen kunnen zijn, ook langzamerhand tot op 'n grootere diepte in den bodem hun werk kun nen verrichten. De grondlaag, die voedsel en lucht naast 'n zekere hoe veelheid vocht aan de planten aan biedt, wordt oj) deze manier dus dikker en het kan niet anders of dit moet de resultaten van de cultuur ten goede komen. Wanneer aan de planten de kans gegeven wordt met hunne wortels diep in den kleibodem door te drin gen, dan zullen ze dit ongetwijfeld ook doen. De kleigrond bezit van nature, ook in diepere lagen, een groote rijkdom aan plantcnvoedscl en de wortels zullen zioh, als ze daarvoor de kans hebben, gaarne overal daarheen vertakken, waar voedsel te vinden is. In verband met al het voorgaande komen we dus als vanzelf tot de conclusie, dat men voor de planten wortels de gelegenheid gunstig moet maken om diep in den grond door te dringen en dat men dit niet heter doen kan dan door den bodem diep te ontwateren. Ontwateren we den grond dieper, dan zullen dus de wor tels ook dieper gaan zoodat de grond toL 'n grootere diepte in 'n gezonden toestand komt en zoo zien wej dat door 'n diepe ontwatering 't gevaar dat schade door droogte zou kunnen ontstaan juist kleiner wordt. Bij alles wat de landbouwers aan hun land doen in 't belang, van den verbouw van alle mogelijke gewas sen, moeten ze ten allen tijde den ken aan dat, wat ik eens 'n keer ergens in een boek over den land bouw gelezen heb. Er stond daar n.l. geschreven, dat de grond is het spijsverteringskanaal voor de plan ten. In het spijsverteringskanaal van menseden en dieren (dus de maag en de darmen) moet het voedsel zoo danig worden toebereid, dat het voor den groei van het lichaam en voor de productie, bijv. van melk enz. dienst kan doen. Het is bekend, dat dit spijsverteringskanaal in 'n goe den gezonden toestand moet blijven, opdat het zijn taak ten allen tijde goed zal kunnen verrichten. Dit zelfde kan in zekeren zin ook van den grond gezegd worden. Het voed sel, dat in den vorm van mest in den grond gebracht wordt, moet ook eerst nog veranderingen en dikwijls heel veel veranderingen ondergaan, voordal het voor de opname en dus voor den groei der planten dienst kan doen. 'tMoet dus ook in den grond eerst verteren en het is dui delijk, dat de grond als spijsverte ringskanaal van de planten, ook in een gezonden toestand moet verkee- ren, opdat de verschillende verle- ringsfactoren .goed zullen kunnen werken. Vooral wordt dit duidelijk, als men bedenkt, dat 'n zeer voor name rol bjj deze vertering dooi de bodembacteriën wordt gespeeld en hiermee meen ik mijn betoog te moeten eindigen. Ik hoop dat aan de lezers van dit blad het nut van eene goede ontwatering thans vol doende duideljjk heb gemaakt. De Rijkslandbouwconsulent, H. E. HUIZENGA. Breda, 4 Nov. 1925. V e r b e te r i n g enIn het 2e ver volgartikel (dus het 3e artikel, dat door mij geschreven werd) staato.a. 500 in de lengte, 500 in de breedte en 500 in de lengte. De aandachtige lezer zal begre pen hebben, dat één der 2 woorden: lengte door het woord: hoogte ver vangen moet worden. In het 3e vervolgartikel staat, dat de oppervlakte van alle grond-deel tjes in 1 cM3 gelijk is aan 1V2 cM2. Dit moet l*/2 M2 zijn. Redacteur: M. J. L, BÉNEKER te Andel (N.-Br.). Men wordt verzocht alle correspondentie, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. Op'ossing Wedstrijd-probleem no. 6. Auteur P. Kleute. De stand was Zwart 9 sch. op: 5, 9, U, 17, 18, 24, 26, 36, 45. Wit 9 sch. op: 15, 20, 27, 28, 29, 32, 37, 38, 44. Oplossing 29—23 44—40 37—31 32—41 27—22 18X 29 45X 34 26X 3f36X 47 47X33 28X19 12-14 15X22 17X28 9X'20 Goede oplossingen ontvangen van de heeren Chr. A. J. van Herpt te Herpt, A. de Graag te Heusden, P. v. Krieken, P. W. Wilhelm, M Benjamins, P. R. van Andel, G. de Joode Gz., te Woüdri- chem, H. Vogelaar te Andel. WEDSTRIJD-PROBLEEM No. 8. Stand in cijfers Zwart (7 sch. en 1 dam) op 9, 11, 12, 13, 14, 18, 30 en dam op 47. Wu (11 sch.) op 20. 21, 23, 27, 29. 33, 38, 39, 44, 46, 48 Wit begint en wint. Oplossingen worden ingewacht tot 25 November a.s. Correspondentie. A. de G. te Heusden. De oplossing die U mij zond is goed. Uw probleem zal ik plaatsen als de wedstrijd voorhy is. De laatste pr. van dezen wedstrijd zullen wat zwaarder zijn dan de eerste. Da le zet van het pr. dat ik U gaf is 3631. Zoekt U zelf nu maar verder 't is héél mooi, doch verbazend moeilijk. Breda. De nieuwe Röritgeninrichting, met vele gaven uit verschillende deelen der provincie door het Diaconessenhuis aange schaft, was Woensdagmiddag voor belang hebbenden ter bezichtiging gesteld. Deze zoo nuttige instelling kreeg zoodoende uit alle oorden een druk bezoek. 's Gravenmoer. Vrijdagmiddag 6 Nov. 3 uur hield de raad dezer gemeente een openbare vergadering, bijgewoond door alie leden. Na opening dcl? vergadering door den voorzitter, den hifSr D. Smits, burgemeester een lezing en vaststelling der notulen, wor den eenige ingekomen stukken medege deeld, waarna wordt besloten a. tot wijziging der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1925; b. tot vaststelling der gemeentebegroo ting over het dienstjaar 1926; c. tot het aangaan eener rekening courant-overeenkomst met de Bank voor Nederlandsche Gameente te 's-Gravenhage d. tot herziening der verordening tot het heffen van leges ter secretarie, met het oog ondermeer voor af te geven jacht- acten e. tot vaststelling van het percentage der gem. inkomstenbelasting over 1926/27 op 2|vorige jaren bedroeg dit 3 f. tot verleening eener subsidie van f 50.aan het fanfare-corp3 »Euterpe« g. tot eene afwijzende beschikking op het adres van M. van Loon tot onder- handsche verhuring van het perceel wei land, het ïVaartsch Gebuurland* h. tot het aanbrengen van ongeveer 28 vloeipalen ter bescherming van de be tonnen havenbescboeiïng i. tot verlaging van de keurloonen ter ui voering van de Vleeschkeuririgswet, zulks met ingang van 1 Januari 1926. Naar aanleiding eener desbetreffende cir culaire van de heer Commissaris der Ko ningin in deze provincie wordt de wensche- lijkheid uitgesproken om de gemeentege- bouwen niet bij eene maatschappij tegen stormschade te verzekeren, maar het daar heen trachten te lieden, dat de gemeenten in Noord-Brabant onderling dit risico zullen dragen, in welken geest aan de Commis saris der Koningin en de Afdeeling Noord- Brabant der Yereeniging van Ned. Ge meenten zal worden bericht. Gameren Op 't oogenblik heerscht er weinig levendigheid in den handel wat landbouwbedrijf betreft. Aardappelen is zoo stil of er geen noodig zijn en de menschen genoodzaakt zijn, ze in te kuilen. In de veestapel eveneens slap, werd in 't voorjaar alles tegen hooge prijs ingekocht, het moet er voor haast een zelfde prijs uit dus geen verdienste. Hooi, dat is nog 't eenigste wat goed weggaat en welke prijs bevredigend kan genoemd worden, men besteedt de laatste dagen f 18 f 19 per 500 kilo. Prijs der aardappelen Eigenheimers voor winter provisie f 3.Bravo's f 4.De sui kerbieten zijn haast op hare bestemming die waren, hoewel er niet veel zyn zeer bevredigend. STUFKEIS, Nieuwsblad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1925 | | pagina 9