Eerste Blad Provinciale Staten Uitgave: Firma L J. VEEKMAN, Heusden. No, 4571 Vrijdag 22 Januari 1926 Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. iliimeiiland '-AND VAN ALTENA Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Donderdagmorgen om kwart over tien kwamen de Staten dezer provincie voor het eerst na het recés weer in Najaars zitting bijeen. Voorzitter: Mr. A. baron van Voorst tot Voorst. Griffier: J. Wagenaar. Alvorens met de behandeling der agenda aan te vangen, houdt de Voor- zitter een toespraak tot de leden Het eerste woord, zegt spr., dat in deze vergadering gesproken wordt, zij een woord van deernis met de slacht offers van den watersnood. Nieuwjaarsdag zal als een dag van rampspoed in de annalen onzer provincie worden opgeteekend. Spr. memoreert, hoe hij er getuige van is geweest, hoe de waterkeering ten Noorden van de Beers bezweek, zoodat alle pogingen, om den toestand teweer- Btaan, werden verijdeld, aan een water stand van 28 cM., den hoogsten beken den stand, konden onze dijken niet weer staan. We kregen daardoor min of meer ernstige dijkbreuken. De ellende door de vaterramp ontstaan, laat zich niet beschrijven. Dankbaar moet worden ge memoreerd, hoe het Nederlandsche volk hulp bood, hoe het watersnoodcomité uit Amsterdam, het R. K. Huisvestings comité, het Oranje Kruis en het Roode Kruis alles doen om het leed te ver zachten. H. M. de Koningin bleef niet achter en bezocht de geteisterde streken. Met dankbaarheid heeft spr. de verslagen dier Koninklijke belangstelling gelezen. Noord-Brabant werd zwaar beproefd. Moge uit de rampen van het heden het goede worden geboren, dat in de toe komst dergelijke rampen zullen kunnen worden voorkomen. De heer Verkuijl dankt den commis saris voor diens hartelijke woorden. Het heeft getroffenen getroost, dat zoo vele hooge autoriteiten in die dagen blijk van deelneming hebben gegeven. Spr. brengt dank aan H. M. de Koningin en brengt hulde aan den Voorzitter voor diens toewijding in die dagen, dag en nacht bereid hulp te verleenen. Met de meeste bereidwilligheid werd steeds door u tegemoetgekomen aan de nooden der bevolking. Gij hebt, zegt spr., u een eerzuil opgericht in de harten der bevolking van het land van Cuijk, Tenslotte brengt spr. een woord van hulde aan de wakkere mannen der ma rine, aan de burgerlijke helpers, het R.K. Huisvestingscomité, het Oranje-en Roode Kruis en den Boerenbond. Veel zal nog moeten worden gedaan. Moge God ons de kracht en sterkte schenken, dat te doen in het belang der zoo beproefde streek. Notulen: De Griffier leest de notulen der vorige vergadering, die onveranderd worden vastgesteld en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mee dat de heeren mr. C. H. Loeff, C. Francken en Aarts, wegens ziekte verhinderd zijn de ver gadering bij te wonen. Vervolgens deelt spr. mee dat een adres is ingekomen van mr. P. Loeff (zie ons derde blad) houdende uitstel om de behandeling van het waterschap het Noorder-afwateringskanaal aan te houden tot de zomerzitting. Verder was ingekomen een voorstel van het lid Jhr. mr. van Sasse van Ysselt, luidende als volgt: Stuk nr. 9 jctis de stukken nrs. 13, 47 en 56 der Najaarszitting 1925. De ondergeteekende heeft de eer voor te stellen nr. 4 van het ontwerp-besluit te doen luiden als volgt: 4e dat het waterschap zich jegens de provincie Noord-Brabant verbindt op eerste aanzegging van Ged. Staten van die provincie aan haar van het aan het waterschap uit de provinciale kas te verleenen subsidie een zoodanig bedrag terug te betalen of te harer beschikking te laten als volgens het oordeel van den Minister van Waterstaat een of meer door hem aan te wijzen waterschappen zal hebben te betalen voor werken, die door een of meer van die waterschappen moeten worden uitgevoerd of zijn moeten worden uitgevoerd om den waterstaats toestand bij 's-Hertogenbosch, voor zoo ver die door de uitvoering van de in het hoofd dezer bedoelde werken naar het oordeel van hem. Minister, in min der goeden staat mocht zijn gebracht dan waarin de streek rondom 's-Herto- genbosch zich bij de oprichting van het waterschap bevond, te verbeteren. Waterschap De Dommel. De Voorzitter stelde daarop aan de orde het voorstel tot wijziging van het regle ment en van de grensomschrüving en tot aanwijzing van de overstroomings- gebieden van hel Waterschap „Het Stroomgebied van den Dommel". Het lid Mannaerts besprak uitvoerig de classificatie. Naar zijn meening is betrekkelijk ge makkelijk uit te maken, welke perceelen volgens de oude regeling in de vier ver schillende klassen vallen. Aangenomen, dat de classificatie zoo lastig is, dan moeten de verhoudingcijfers uit de oude regeling toch zoo veel mogelijk door de nieuwe benaderd worden. Spr. verklaarde, niet te kunnen mee gaan met het ontwerp, tenzij er aan zienlijke wijziging in de verhoudings- cijfers wordt gebracht. Het lid van der Beek achtte het ge vaarlijk thans eene verandering aan te brengenhij adviseerde het ontwerp ongewijzigd aan te nemenin de a.s. zomerzitting komt nadere wijziging aan de orde. Het lid Willekens zou er zich mee kunnen vereenigen het ontwerp aan te nemen, als er toch in de zomerzitting weer wijziging aangebracht zal worden. Spr. achtte de verhouding echter niet goed, de classificatie wordt slechter dan we eerst haddenzooals ze er thans ligt deugt ze niet, een dergelijke classificatie is er eigenlijk geen, daarom kan hij ze niet aaavaarden. Het lid Mr. van de Mortel merkte op dat het vreemd aandeed, dat toen de wijziging werd voorgesteld aan het hoofd bestuur geen der rechtstreeksche belang hebbenden een opmerking heeft gemaakt. Men achtte het voorstel dus blijkbaar billijk en daarom doet het spr. vreemd aan dat er nu gezegd wordt, dat het tot onbillijkheden zou leiden. Hij adviseer de om het ontwerp aan te nemen. Spr. noemde eenige bezwaren, die evenwel bij geen gewone classificatie te voorkomen zullen zijn. Bij een andere indeeling van het waterschap zou men mogelijk tot een andere classificatie kunnen komen. Hij gaf intusschen in overweging het ontwerp ongewijzigd te aanvaarden. De Voorzitter zette nader de totstand koming van het ontwerp uiteen- De houding van Ged. Staten kon geen an dere zijn dan door het college in dezen aangenomen. Het lid Mannaerts merkte nog op, dat het bestuur 5 jaar heeft noodig gehad voor dit voorstel, zoodat hij zich niet vleit met de hoop, dat men spoedig weer met iets nieuws hoopt te komen; zooals de heer Van Beek in het voor uitzicht stelde. Dat kan wel jaren duren. Spr. stelde voor de verhoudingscijfers te bepalen op 10-5-4. Het lid van de Mortel betoogde nog maals dat destijds door ingelanden geen enkel bezwaar is ingebracht tegen het voorstel, dat hij nogmaals ter aanneming aanbeval. De consequenties van het voorstel Mannaerts kou spr. zoo ineens niet overzien. Het lid Spierings merkte op, dat in zijn afdeeling met 5 leden, slechts 2 op de hoogte waren van wat de nieuwe regeling inhoudt. Van het voorstel Mannaerts kan spr. zich de gevolgen niet op het oogenblik indenken. Het lid Jhr. Mr. J. Smits van Oyen bevestigde dat het voorstel van het be stuur eenstemmig door de ingelanden is goedgekeurd. Het lid Foppele achtte het verstandig en voorzichtig Ged. Staten te volgen. Het lid Kipp ontraadt de Staten een voorstel-Spierings om de classificatie te doen duren tot 1 Jan. 1927. De Staten moeten z.i. het bestuur van het water schap door het aannemen van het voor stel een fundament geven waarop het kan voortbouwen. Het lid Willekens vindt het vreemd, dat de bezwaren niet tot uiting zijn ge bracht in de vergadering. Het lid Spierings betreurt dat de af- deelingen niet gehoord zijn in dat geval zouden wellicht andere resultaten be reikt zijn. De Voorzitter stelde daarop aan de orde het gewijzigde artikel 142, volgens hetwelk de ongebouwde eigendommen worden ondergebracht in twee klassen, dat werd aangenomen met "50 tegen 5 stemmen. (Tegen stemden de leden Spierings, Panken, Willekens, De Beer en Man naerts). De overige gewijzigde artikelen werden zonder hoofdelijke stemming aangeno men, Op art. 144 diende het lid Mannaerts een amendement in om het verhoudings- cijfer voor de le klasse te bepalen op 10 in plaats van 7. Het lid Van Suzante bestreed dit amen dement, dat vervolgens verdedigd werd door het lid Willekens. Het lid Van Hout meende, dat de heer Mannaerts heeft aan te toonen, dat het oude reglement beter was dan het nieu we, anders heeft zijn betoog voor spr. geen waarde. Het lid Mannaerts betoogde nader het voorstel niet rauwelings gedaan te heb ben. Het is behalre een kwestie van in zicht in waterschappen, ook een kwestie van gezond verstand. Hij achtte zijn voorstel beter dan dat van het waterschapsbestuur. Het lid Baken achtte het zeer moei lijk een regeling te maken, die iedereen bevredigt. Gezien de groote oppervlakte van het waterschap is er z.i. geen te maken, welke ieder bevredigen kan. Spr. verklaarde zich voor het voorstel van Ged. Staten. De Voorzitter bracht daarop het amen- dement-Mannaerts in stemming. Dit werd verworpen met 47 tegen 9 stemmen. Voor stemden de leden Beliën, Frans- sen, Oomen, Versteynen. Panken, Wil lekens, De Beer, Van Rijen en Mannaerts. Het betrokken artikel werd daarna goedgekeurd. Bij ar. 144bis maakte het lid Willekens eenige bedenkingen. Na eenige verdere bespreking werd ook dit artikel zonder hoofd, stemming aangenomen, evenals art. 143 d. Goedgekeurd werden vervolgens de grenzen, aangegeven in en de omschrij ving als opgenomen in de bijlagen I en II. De overige wijzigingsvoorstellen wor den vervolgens zonder bespreking of stemming vastgesteld. Werkloosheidsbestrijding. 33. Verzoek van Gedep. Staten tot machtiging om over 1926 aan de daar voor in aanmerking komende gemeenten bijdragen toe te kennen in de door haar over dat jaar te maken kosten tot be strijding van werkloosheid. 41. Voorstel om aan de afd. Noord- Brabant van de Vereeniging van Ned. Gemeenten een crediet van hoogstens f1500 toe te staan, tot bestrijding der kosten van een aan de Ned. Heide Mij. op te dragen onderzoek naar de moge lijkheid om in deze provincie gronden toegankelijk en geschikt te maken voor cultuur met behulp van werkloozën. Zonder beraadslaging of stemming wordt het voorstel sub 33 aangenomen, evenzoo dat sub 41. Na de pauze komt in behandeling het adres van Mr. P. H. Loeff. (Zie ons derde blad). Het voorstel wordt verdedigd door de leden Jhr. Mr. van Sasse van Ysselt, Mr. van Ommeren en Gulden, terwijl het werd bestreden door de leden Kipp, Jhr. Mr. van Rijckevorsel, Mr. van der Biesen, van der Schans en van Beek. Jhr. Mr. van Sasse van Ysselt voelt alles voor uitstel van behandeling tot de as. Zomerzitting. Waar Mr. Loeff de mogelijkheid aanwezig acht, om de partijen te verzoenen, daar is spr. van meening, dat het wenschelijk is, opMr. Loeff's voorstel in te gaan. Spreker's bezwaar tegen de oprichting van het Waterschap is gelegen in het feit, dat verreweg het grootste gedeelte der in gelanden er tegen is. Mr. van Ommeren ziet in eene even- tueele oprichting van het Waterschap een bron van twist en tweedracht. En hieromtrent mag men niet optimistisch zeggen, de tegenstanders worden wel be keerd als het Waterschap er maar een maal is, want de mentaliteit der tegen standers is daar heusch niet naar. Men moet trachten, de partijen tot elkaar te brengen en om dat te bewerkstelligen, daarvoor is Mr. Loeff stellig de aange wezen man. Welnu, deze biedt zijne bemiddeling aanlaat men dat aanbod accepteeren. De zaak is waarlijk niet zoo urgent, dat de behandeling ervan niet zou kunnen wachten tot de a.s. Zomerzitting. Art. 19 van het Wetboek van Burger lijke Rechtsvordering laat zgn. minnelijke schikking toe in eiken stand van het geding en met die minnelijke schikking, die een goed rechter, zoo mogelijk toe past, zijn dikwijls uitmuntende resultaten verkregen. En nu hebben we in casu wel niet met civiel recht te maken, maar wel met eene zaak, waarin eene minne lijke schikking stellig op haar plaats zou zijn. De heer Kipp zegt namens de Com missie voor de Waterschappen dat zij tegen uitstel van behandeling is omdat de zaak reeds van alle kanten was be keken. Bovendien zou men door aan neming van het voorstel van mr. Loeff een gevaarlijk precedent voor het ver volg scheppen, omdat elk afwezig lid dan wel schriftelijk uitstel zou kunnen vragen. Jhr. mr. van Rijckevorsel spreekt namens Gedeputeerde Staten en zegt dat dat College dezelfde meening is toege daan als de Commissie voor de Water schappen. Mr. van der Biesen zegt naar aanlei ding van het door Mr. van Ommeren gesprokene dat een goed rechter alleen maar minnelijke schikking zal trachten te krijgen in eene zaak, die daarvoor geschikt is en niet in eene als de onder- werpelijke, waarvan toch geen resultaten zijn te verwachten. De heer Van der Schans is van moe- uing, dat Mr. Loeff maar pogingen tot verzoening der partijen moet aanwenden wanneer het Waterschap er zal zijn. Hij meent de mentaliteit der ingelanden van de verschillende polders wel te kennen en gelooft zeker dat na de oprichting de tegenstand wel gebroken zal worden. De heer Gulden meent, dat slechts weinig Statenleden van den toestand op de hoogte zijn, anders dan uit de rap porten. Hij zelf kent de menschen in het Land van Heusden en Altena goed en op grond daarvan meent hij, dat de tegenstanders niet gemakkelijk zullen toegeven, waarom hij dan ook voor het voorstel van Mr. Loeff is Het voorstel van Mr. Loeff, om de behandeling uit te stellen tot de a.s. zomerzitting, wordt verworpen met 23 tegen 35 stemmen Het voorstel van Ged Staten, om te besluiten tot de oprichting van het Waterschap „Het Noorderafwaterings- kanaal" wordt nu heden Vrijdagmorgen aan de orde gesteld. Fokkers-verkenners-rliegtuig vernist Men maakte zich Dinsdag te Soesterberg zeer ongerust over het niet terugkeeren van een Fokker-verkenners-vliegtuig, be mand met twee onderofficieren. De vliegers, die aan het oefenen waren nabij Katwijk, werden overvallen door een hevigen sneeuw val. Men vermoedt, dat zij de koers zijn kwytgeraakt en naar zee zijn afgedreven. Uit Soesterberg zijn vliegtuigen op verken ning uitgegaan, uit Den Helder zijn torpedo booten uitgevaren, uit de garnizoenen Den Haag en Leiden werd langs de kust ge patrouilleerd doch alles zonder succes. Men heeft thans alle hoop opgegeven en acht het vliegtu g met zjjn bemanning ver loren. O Moord te Rotterdam. Woensdagmorgen speelde zich in pand 426 aan de Rozenstraat te Rotterdam een verschrikkelijk drama af. Sedert eeriigen tyd leefden de 23 jarige L J. O. en diens 30 jarige vrouw C. J. M die beiden voor de tweede maal getrouwd waren, in onmin met elkaar. Herhaaldelijk kwamen hevige twisten voor en dit leidde tenslotte lot het feit, dat de vrouw een goed" heenkomen zocht. Zij begaf zich daartoe naar haar broer in de Rozenstraat. Woensdagmorgen, toen zij nog te bed lag, heeft haar echt genoot O. zich toegang verschaft tot da woning en daar zyn vrouw met een vlijm scherp mes een ernstige balswonde toe gebracht. Haar broer, bij wien zij inwoon de en die werkloos is, was tusschen 9 en 10 uur uitgegaan om te stempelen. Zyn vrouw was eveneens afwezig om bood schappen te doen en van beider afwezig heid heeft de moordenaar gebruik gomaakt. Later hebben buren verklaard, dat de dader reeds eenigen tyd voor het huis heeft heen en weer geloopen. Na het volvoeren van zijn vreeselyke daad is de dader gevlucht naar den buitenkant van de stad. Het slachtoffer, dat niet terstond dood was, ia naar de keuken gestrompeld. Vandaar heeft zjj zich langs de trap naar buiten begeven en is op de stoep in eikaar gezakt en daar tengevolge van vee! bloedverlies overleden. Buren, die voorbijkwamen, vonden de vrouw badende in haar bloed. Zij droegen haar in een porlaal, doch het slachtoffer leefde toen al niet meer. De politie werd gewaar schuwd en deze stelde een nauwgezet on derzoek in. Het mes, waarmede de dader den moord heeft gepleegd, is niet gevon den. Hy heeft het dus meegenomen en buiten de stad waarschijnlijk weggegooid. Alle maatregelen zijn genomen om den moordenaar in handen te krijgen Tot heden echter zonder resultaaf. De watersnosdschade van de „Waakteen" 400 000.000 steenen verloren. De »Geld.« kan op grond van officieels inlichtingen mededeelen, dat in de bijeen komst aan aandeelhouders der Nieuwe Handelsmaatschappij Waalsteente Nij megen een berekening is opgemaakt van de tengevolge van den watersnood geleden verliezen aan gebakken en ongebakken waalsteen, betevens de extra-kostof! van waterkeeringen en de materieels schade aan hare fabrieken toegebracht. Daaruit blijkt een zoo beduidend schadecijfer, dat men zich verplicht heeft gezien voor de overblijvende steenen der vorige campagne een verhoogden verkoopprijs vast te stellen op een basis van f 25 per duizend metsel- klinkers. Alleen op de by de Waalsteen aangesloten fabrieken zyn 100 000.000 steenen verloren gegaan. Een officieels enquete wordt ingesteld naar de schade op alle steenfabrieken geleden. o— Het Zilveren Huwelijksfeest ran de Koningin en den Prins Men meldt uit Den Haag. Thans is vastgesteld, dat de samenkomst in de Groote Kerk ter gelegenheid van het 35-jarige huwelijksfeest van de koningin en den prins, uitgaande van verschillende vereenigingen en organisaties hier ter stede, zal plaats vinden op Maandag 15 Februari. Bij die gelegenheid zal gewijde muziek ten gehoore worden gebracht door het koor der afdeeling 's Gravenhage van de Maat schappij tot bevordering van de Toonkunst, begeleid door het Residentie-orkest. o— GEVONDEN VOORWERPEN. In den Baardwijkschen Overlaat een bos sleutels. Terug te bekomen in de slytery aan bet Wilhelmioaplein te Heusden. siei it AltsBiieLaiistrut gg erwaar

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 1