De Stierengevechten
in Spanje.
DAMRÜBRIEK.
Burgerlijke Stand.
Plaatselijk Nieuws
Redacteur: M. J. L. BÉNEKER
te Andel (N.-Br.).
Men wordt verzocht alle correspondentie,
deze rubriek betreffende, aan bovenstaand
adres te richten.
Oplossing Eindspel.
AuteurPlagnol (Bordeaux).
De stand was
Zwart 2 schijven op 1 en 43.
Wit 1 dam en 4 schijf op 49 en dam op 5.
De oplossing is
Wit: 5-37 37-31 31-37 37—48
Zwart17 712 A 12181823
49—44 44—39 39—34 enz.
4439 4826 enz.
B 23—28 28—32
31-37 37—31 31-37
A 7-11 1116j 16—24 21-27 of
37—26 26-31 enz. I
2732
x 37—48 48-26
a 11—17 17—22 (1) 22-28"
26 —48 4944 of 4826 enz. I
28—33 of 32
4826 26—48 enz. I
17—21 21—27
Alléén van dhr. A. de Graag te Heusden
ontvingen we de goede oplossing van dit
vraagstuk Waar blijven al de anderen
Slagprobleem met naspel.
AuteurC. Biankenaar.
Stand in cijfers
Zwart (10 sch. en 2 dammen) op 4 7
12 13 14 19 24 29 30 34 en dammen
op 10 en 18.
Wit: (11 sch. en 1 dam) op: 15 26 27
28 31 32 38 39 43 47 49 en dam op 50
De oplossing is
Wit: 38-33 39-33 27—21 47-41
Zwart29X38"38X29 18X36 36X47
28-23 43—39 49X38 50X9 15X4
19X37 34X43" 47X33 4X13 13—19
4-10 10X41 21-17 17X6
24—29 29-33 7—11 AB 33-39
41—32 32-49 26—21 21-17 49—40
39—44 44-50 50—45 45 -23 23X45
6—1 1-6
45—50
41—32 2621 17—11 enz.*
B 33-38 38—27 27X16
wint gemakkelijk
41-28 17—11 28-32 enz.*
A 33—38 39—43 7X16
en wint
Correspondentie.
A. de G. te Heusden. Plège is Fransch,
en beteekent, slag. Een lokzet-plège heeft
dus niet anders om 't lijf, dan het spelen
van een lokzet, waarna een slagzet volgt
Voor 't overige nog geen tijd gehad
Hy'y lllliHl'. |g>l
Hg K> fel «i ii B
Zenuw 75 Hoofdpijn60 Hoest60ct.
Maag 75 ct. Staal 90 ct. Laxeer 60 ct.
Rheumatiek- 75 ct. Keelpijn- 60 ct.
Kiespijn 60 Griep Influenza 75 ct
Nier Blaas- 1 gld. Galsteen- 1.50
Worm 80 ct. Bloedzuiverende 75 ct
Koorts 60 Eetlustopwekkende75 ct.
JVerkoudheids 60 Pijnstillende 75 Ct
ftj Apoth.en Drogisten. Alles voor
zien van naam Mijnhardt. Let hierop
HERPT.
j^Qver de maand Januari.
Geboren: Johanna H., d. van J.
Fitters—van Sprang.
DEWERKEN EN SLEEUWIJK.
Geboren: Marius z. van H. Schoon
en C. de Vries Maria Cornelia d. van C.
Verhey en A A. van den Heuvel.
SPRANG-CAPELLE.
over Januari 1926.
Geboren: Roelof, z. v. M. J. Blom
en M. de JongWillem z. v. H. Haver-
hals en Chr. v. d. ZydePieternella d. v.
J. Koenen en P. Ros Gerrit Andries z.
v. A. Verduijn en Jac. Ie SageJohannes
Abraham z. v. W. Konings en P. A.
SnydersGerrit Mathys z. v. H. Waarts
en H, Pol.
Getrouwd: C. v. Beek, 45 j, en
A. Karreman 46 j.
Overleden: A. Braspenning 65 j.
weduwe van J G. Treffers; C. Spierings
76 j. echtgen. van Th. Blom B. de Rooy
82 j.J. v. Zeist 3 m.J. Vos 83 j.
weduwnaar van C. Quiryns J. F. v. Balkom
15 m.
's-GRAVEMOER.
G e b o re n Roelof z. v. W. Rutters
en L. A. van Dalen Pietje d. van C. A.
van Loon en W. van BeekAlberdina
Cornelia d. van C. van Eersel en W. van
EerselMaaike d. v. J. Borstlap en H. de
GeusHendrika Johanna d, v. M. Boezer
en D. J. Wagemaker.
Getrouwd: Adrianus Marinus Cor
nells Heijblom te Waspik 37 j. en Cornelia
Schep 30 j.Albert de Geus 42 j, met
A. J. van Donen 41 j.
Overleden: Adriana Blom, echtgen.
van Ant. Hejjblom 71 j.Cornelia Faro
wed. van C. A. Nerings 80 j.Eva de
Jong echtgen. van Chr. Mouthaan 79 j.
DUSSEN.
over Januari 1926.
Geboren: Cornelis z. v. H. A. Ver-
bunt en M. Ermen Johauna d. v. F. C.
J. H. Köther en Sara Johannes Schorer
Peter Adrianus z. v. J. J. Stoel en A. M.
Muskens.Clasina Cornelia d. v. B. van
Daalen en T. Schouten Leonardus z. v.
J. G. de Wit en H. de BodtBastiaan
Zeger z. v. B. C. Wijnands en J. van
Drunen Cornelia Theodora Maria d. van
F. A. van Ham en J, Th. Heymans Jo
hanna Theodora d. v. J. Verhoeven en P.
C. MeyersCornelia Maria d. v. G. van
Dijk en M. A. de WitJohanna M. C. de
Roojj en B. van Dijk: Teuntje d. van E
Rijken.
Getrouwd: Wilhelmus Wytvliet 39
j en Theodora J. Heymans 23 j.Pieter
van Tilborg 29 j. en Maria A. Leegganger
21 j.; Adrianus G. v. Gennep 48 j. wed.
van W. W. van Mol, en Maria H. Her-
melink 32 j.
Overleden: Johannis van Mierlo,
echtgen. van A. M. C. van Ravels 73 j.
Levenlooskind van A. L. de Witt en D.
J. v. d. Plujjm Jannigje H. Klop 6 w,
Eligius J. H. van Hees 5 m.
ZUILICHEM
Geboren: Bastiana d. van G. van
Tilborg en M. v. d. Linden.
Regeling van gemeentegrenzen
Aan het verslag 1924 over den toestand
der Provincie Noordbrabant ontleenen wij
het volgende, dat voorkomt onder het 4e
hoofdstuk. Bemoeiingen met gemeenten.
In 1924 kwam één wet tot vereeniging
van gemeenten tot stand, nl. die van 18
December 1924 Stbl. 554 tot vereeniging
van Maarheeze en Soerendonk c.a.
Hoezeer vereeniging van kleine gemeen
ten ook geldelyk ten goede komen kan aan
hare ingezetenen, bleek zeer duidelyk te
Ravenstein, sinds 1 Mei 1923 bestaande
uit de voormalige gemeenten Ravenstein,
Deursen c.a., Dieden c.a., Huisseling en
Neerloon.
Aan plaatselyke inkomstenbelasting werd
betaald over 1922/23 door ingezetenen
(gehuwden met twee kinderen) van
by een zuiver inkomen van f 1000.-—
Ravenstein f 7.12 Deursen c.a. f 18.75
Dieden c.a. f 8 43 Huisseiing f 20.25
Neerloon f 35.25.
Bij f 2000.respectievelijk 38.27
56.25; 50.42; 65.25; 110.25.
Bij f3000.respectievelijk f76.52;
9375; 102.90; 113.50; 188.50.
Bij f4000.— respectievelijk f 119.77;
131.25 157.90; 162.25; 267.25.
Bij f5000.respectievelijk f16802;
168.75; 212.90; 211.75; 346.75.
en over 1923/24 door de ingezeten van
de vereenigde gemeente Ravenstein (gehuw
den met twee kinderen) by een zuiver
inkomen als boven
f5.70 f30.62 f61.22 f95.82 f 134.42.
De opcenten op de personeels belasting
en op de vermogensbelasting bedroegen
over 1922/23 onderscheidenlijk in
Ravenstein 50 en 50
Deursen c.a. 70 en nihil
Dieden c a. 40 en nihil
Neerloon 50 en 100;
Huisseling 50 en 100
over 1923/24 in de vereenigde gemeente
50 en 50.
I rij. Laijt)
iVer v ol g.
Schuimbekkend van woede en pijn,
want de pijlen zijn scherp en drin
gen tamelijk diep in de huid, tracht
de stier zijn beul te pakken te krij
gen. Doch deze is behendig en vlug
en weet zich in veiligheid te bren
gen. Nummer twee komt met zijn
pijlen en 'tspel herhaalt zich tot
viermaal toe, zoodat niet minder dan
acht pijlen in den schoft van den
stier hangen te bengelen, bij elKe
beweging rondslingerend en tegen el
kaar aankletterend, doch door de
weerhaken belet uit hun wonden te
vallen, 't Bloed vloeit den stier met
straaltjes uit 't lichaam, schoft en
voorpooten roodkleurend. Met open
bek, snuivend en stampend, briesend
van onmacht, woede en pijn, tolt de
stier in het rond, overal zijn bela
gers verwachtend.
Het publiek juicht en schreeuwt
zijn bewondering uit over de kloeke
daden van de banderilleros.
De derde phase is ingetreden, n.l.
het reeds woeste dier nog wilder te
maken door 'tzwaaien van de roode
mantels. Was dit tot heden slechts
bijspel, nu wordt het hoofdspel en
de spelers zullen bijzondere staal
tjes van durf en behendigheid moe
ten toonen. Een viertal capeadores
bevinden zich daartoe in de arena.
Een van hen begeeft zich naai
den stier en houdt hem den rooden
mantel voor. Onmiddellijk valt hij
op 'tdoek aan, doch tevergeefs, tel
kens weer stoot hij slechts enkeli
in de lucht, of in het doek, de spe
ler weet zich steeds door snelle zij-
delingsche bewegingen voor de ho
rens te vrijwaren. Eenmaal gelukt
het den stier het doek aan de horens
te rijgen. Woedend scheurt hij het
stuk en vertrapt het met de voor
pooten. De speler is niet behendig
genoeg geweest en een schril gefluit
en gejoel uit de volstribune vergezelt
hem op zijn haastige vlucht uit de
arena, want zonder doek zou hij den
stier niet kunnen verleiden en zou
hij spoedig den weg van zijn mantel
volgen. Doch hij staat niet alleen.
Onmiddellijk snelt een tweede spe
ler toe, die hetzelfde spel met den
stier onderneemt. Zij spelen met den
„toro'' alsof het een hondje is. Slie
ren het doek achter zich aan en la
ten zich door den bul achtervolgen,
blijven plotseling staan, zoodat hij
rakelings voorbijvliegt, lokken hem
weer tergen en sarren hem;, tot hij
verbijsterd en ontmoedigd door zijn
onmacht stil blijft staan.
De spelers zijn dikwijls zoo ver
metel dat zij den stier heel even bij
een $er horens pakken of wel op
één knie vlak voor hem knielen om
bij de minste beweging van aanval
natuurlijk vliegensvlug terzijde te
springen. Bij gevaar is altijd direct
een der andere spelers bij de hand
om den -stier aif te leiden. Elk dei-
spelers moet zoo zijn durf aan het
volk toonen, dat hem met donderen
de toejuichingen loont, totdat de pre
sident den tijd gekomen acht, voor
het vierde of laatste gedeelte; het
dooden van den stier zelf.
De „matador" in schitterend ge
waad, treedt binnen, voorzien van
een ongeveer 90 cM. langen degen
en een om een korten stok geslagen
rooden doek. Hij treedt voor de pre
sidentsloge en brengt daar zijn groet
weidt hem den stier, luide toe
gejuicht door het volk, dat deze
helden van den dag eert als konin
gen. i I 1
De stier is verzwakt en vermoeid
geworden en heeft na al hetgeen
hij reeds heeft meegemaakt, weinig
of geen zin meer om zelf aan te val
len. Hij schijnt zich voornamelijk
nog slechts tot verwering te willen
bepalen. De matador begeeft zich
evenwel voor den jstier en houdt hem
den rooden doek voor. Na eenige
aarzeling en door 't telkens opnieuw
zwaaien van 'tdoek valt hij toch
eindelijk weer aan. Doch evenmin
als de vorige spelers is ook de ma
tador voor den stier niet te bereiKen.
Wanneer genoeg durf en dapper
heid is getoond, wordt overgegaan
tot de laatste handeling. De matador
stelt zich voor den stier op, het
roode doek in de linker- de degen
hoog in de rechterhand houdend.
Het oog langs het staal richtend^
wacht hij op het oogenblik dat de
stier geheel stil staat, den nek ge
bogen. Dan stormt hij op 't gunstige
oogenblik plotseling vooruit, drijft
met kracht den degen in den schoft
van den stier en springt op hetzelfde
oogenblik terzijde. Rakelings gaan
de groote horens hem langs t li
chaam, maar hij kent de bewegingen
van z^jn slachtoffer en weet het
juiste oogenblik te kiezen. Doch de
steek is niet ten volle gelukt. De
degen is slechts voor een vierde
gedeelte in den schoft van den stier
gedrongen en heeft hem dus geen
doodelijke verwonding toegebracht.
Andere spelers snellen toe, endoor
hun mantels over den rondtollenden
stier te zwaaien weten zij den degen
uit de wonde te trekken. Opnieuw
stelt de matador zich in postuur
om |den doodelijken steek toe te bren
gen en telhens wanneer hem dit
mislukt, wordt hij door de krij--
schende en joelende menigte uitge
floten. Tot driemaal toe was desteek
niet doodelijk en telkens opnieuw
moest de degen met geweld uit de
nieuwe wond getrokken worden.
Het bloed gutste den stier met
straaltjes uit het met wonden over
dekte lichaam en uitgeput en haast
niet in staat zich meer te verweren
ontving het gemartelde dier tenslotte
den doodelijken steek, die 't zwaard
tot aan het gevest in het lichaam
deed verdwijnen. Met open bek en
rollende met bloeddoorloopen oogen,
stond nog het sterke dier op zijn
pooten. Dan wendde hij zich wan
kelend van zijn heulen af, liep naar
een der gedoode paarden, berook het
en knielde er naast neer en strekte
bang loeiend, in stervensnood zijn
kop over het paard uit en bleef zoo
liggen.
■Tragisch en treffend was hier hel
einde, 't Ontroerde in zijn blijk van
aanhankelijkheid van dier tot dier
in gevaar en nood. Hij had begrepen
dat hier van menschen geen genaae
noch meelij was te verwachten.
Zooiets scheen toch niet dikwijls
voor te komen, want één oogenblik
werd 't stil, zelfs in de rangen van
de volksafdeelihg hield het rumoer
op. In het wreede Spaansche ge
moed moet iets opgekomen zijn,dat
het even tot zachtheid stemde. Doch
wanneer de matador boog, als een
groet aan het volk, dan barstten de
duizenden weer los in luide bijvals
betuigingen, hoeden en petten en al
lerlei voorwerpen werden hem bij
zijn rondgang door de arena van alle
zijden toegeworpen, als 'blijk van hul
diging voor de 'betoonde „dapper
heid en behendigheid", zoodat de
helpers handen vol werk hadden al
die voorwerpen terug te slingeren
vanwaar zij gekomen waren.
Doch twee waren er, die tot ver
wondering en aanstoot misschien van
de hen omringende Spanjaarden,
niet meededen aan deze daverende
ovatie's, doch terneergeslagen het
hoofd lieten zinken om niet langer
de op een slachtveld gelijkende
schouwplaats te zien. Zij overdach
ten mentaliteit en torosgebeuren
en schoven wat weg van hunne don-
keroogige naburen....
Open gingen de afsluitingsdeuren
en het span paarden kwam binnen.
Vlug werd een haak aan den dooden
stier geslagen en in draf uit de arena
weggesleept. Zoo ook de doode paar
den. En bij elk slachtoffer dat weg
ging juichte het volk, gilde en floot
de volkstribune als waare demonen.
'tZand werd gelijk geharkt, bloed
plassen verwijderd, de deuren wer
den gesloten en weer geopend om
een drietal of een viertal ruiters
binnen te laten. Ieder was weer
op zijn plaats, weer werd eenstie-
renkooi geopend en weer raasde
een gewonde stier naar binnen.
En de muziek deed zich hooren
en het volk juichte, popelend van
genot in het vooruitzicht van toet
opnieuw te aanschouwen bloedige
drama.
(Wordt vervolgd.)
Hedikhnizen. De Raad is bijeenge
roepen tegen Dinsdag 23 Februari 1926,
des namiddags vyf uur.
Onderwerpen ter behandeling
1 Ingekomen stukken w. o. besluit van
Ged. Staten houdende niet goedkeuring der
begrooting 1926 met toepassing van art,
12 der gemeentewet.
2 Benoeming lid Burg. Armbestuur
wegens periodieke aftreding van H. J. M.
Couwenberg.
3 Benoeming vyf leden commissie toe
zicht op het lager onderwys wegens aftre
ding van H. J. M. Couwenberg, M. Achten,
G. Timmermans, J. C. Meys en J. P.
Winkel.
4 Benoeming twee leden der Elec.
Commissie wegens periodieke aftreding van
A. v. d. Dobbelsteen en H. L. van der
Heyden.
5 Benoeming commissie advies voor de
werkloosheidsverzekering en een commissie
van toezicht op 't correspondentschap der
arbeidsbemiddeling, beide bestaande uiteen
patroon, een arbeider en een wethouder,
6 Bekrachtiging van de door den Bur
gemeester uitgevaardigde en afgekondigde 4
algemeene politievoorschrifien.
7 Vaststelling ontwerp-verordening re
gelende de samenstelling en den werk
kring der elec. commissie.
8 Aanvrage door het bestuur der R.
K. Bijz. Jongenscbeol te Haarsteeg om de
gemeentelyke vergoeding art. 101 L. O -
wet over 1925 en een voorschot van 80
pet. op de gemeente-vergoeding voor 1926
met toezending der driejaarlijksche afreke
ning.
9 Aanvrage om machtiging tot het
houden van verpachtingen en verkoopingen.
10 Vaststellen stroompryzen G. E. Ba
1926.
11 Wijziging begrooting 1926, 4
De Ged. Staten van Noerd-brabant,
voorgenomen de begrootiDg van plaatselijke
inkomsten en uitgaven der gemeente, He-
dikhuizen voor het jaar 1926,
overwegende dat op de door B. en W.
van Hedikhuizen opgemaakte ontwerp-be*
grooting voorkwam een post ad f 1150
voor
a. jaarwedde van den ambtenaar ter
secretarie ad f 500,
b. jaarwedde van den gemeentebode
ad f650,
benevens een post ad f 40 voor toelage
voor onderhoud rywiel van den gemeente
bode
dat de Raad bij de vaststelling der be
grooting heeft besloten deze posten te
doen vervallen
dat 's Raads besluit ten doel heeft B.
en W. te dwingen genoemde ambtenaren
te ontslaan
dat echter by Kon, besluit van 1 Sept.
1925 beschikkende op het beroep inge
steld door den raad van Hedikhuizen tegen
hun besluit d.d. 25 Maart 1926, waarbij
goedkeuring is onthouden aan de begroo
ting dier gemeente voor het jaar 1926 is
beslist dat »aan het ambt van gemeente
bode, waarin blyvend moet worden voor
zien, nu de gemeenteveldwachter geen
diensten als bode mag verrichten, eene
zoodanige bezoldiging moet verbonden bly-
ven, dat de ambtsnaar mat zijne overige
verdiensten uit nevenbetrekkingen een be
hoorlijk loon ontvangt*, terwyl voorts daar
in wordt overwogen, dat m H het oog op
de vervanging by verlof of ziekte van den
secretaris tevens ontvanger, de betrekking
van ambtenaar ter secretarie niet kan
worden opgeheven
dat de hierboven uiteengezette omstan
digheden zich nog steeds voordoen
dat genoemde ambtenaren behooren tot
de plaatselijke ambtenaren bedoeld in art.
205 sub. der gemeentewet
dat ingevolge genoemd wetsartikel hun
ne beiooningen op de begrooting van uit
gaven behooren te worden gebracht
dat de raad in zijne openbare vergade
ring van 29 Dec. 1925 heeft besloten bij
zjjne weigering om voor meergenoemde
belooningen posten op de begrooting voor
1926 te brengen, te volharden
dat mitsdien thans uitvoerig behoort te
worden gegeven aan het bepaalde by art.
212 eerste lid der gemeentewet
Gelet op de artt. 205 en 212 der ge
meentewet
Besluiten
1 aan voorschreven begrooting, zooals
die aan hun College ter goedkeuring is
aangeboden, hunne goedkeuring te onthou
den
2 aan die berrooting (hoofdstuk II)
toe te voegen de uitgaafposten
n.r 8a^Jaarwedden van de ambtena
ren en bedienden ter gemeentesecretarie,
den concierge en de boden en van het
kantoor van den gemeente-ontvangerc ten
bedrage van f1150;
nr. 31aToelage voor onderhoud ry
wiel van den gemeentebode* ten bedrage
van f 40
3 den raad der gemeente Hedikhuizen
uit te noodigen tot dekking dezer uitgaven
nieuwe middelen ioor te dragen en de
aldus gewyzigde begrooting ten spoedigste
wederom vast te stellen en aan hunne
goedkeuring te onderwerpen
4 den raad der gemeente Hedikhuizen
mede te deelen dat bij weigering zijner
zijds onder sub 3 bedoelde middelen tot
dekking voor te dragen, hun College alsnog
uitvoering zal geven aan het bepaalde in
bet tweede lid van artikel 212 der ge
meentewet.
Wondrichem. Zaterdagavond zal in
café Van Gooi voor de S.D.A.P. optreden
dhr. Drop, Lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, met het onderwerp »De
Regeeringscrisis.c
(voor zangers.)