Tweede Blad voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. en de Wet insumer 10. «91 yioo 2 Kinderrubriek. Iliinieiilaiid BEHOORENDE BIJ HET Troost voor ouden van d^gen. De oude dag behoort eenr tijdperk van geluk en welvaren te/zijn, niet een van ziekte en pijn,/de nieren zijn vaak aansprakelijk voor het laatste. Rugpijn, aanvallen Van rheuma- tiek, stijfheid, urinestbornissen en blaaszwakte komen /oort uit ver zwakte nieren. Bij /verwaarloozing bestaat gevaar voor/aderverkalking, waterzucht, graveel/ spit, ischias en chronische rheumartiek. De door den tijd verzwakte nieren behooren ver sterkt en opgewekt te worden bij het eerste teeken van ongesteldheid, opdat niet langer onzuiverheden in het bloed achterblijven en zich door het geheele lichaam verspreiden. Gr^ef de kwaal geen gelegenheid om vasten yoet te krijgen. Foster's Rugpijn\ Nieren Pillen zullen on schatbaar voor u blijken. Menschen, die zich nog kwiek voelen op 80- jarigen leeftijd, zeggen dat dit ge neesmiddel een nieuw levenstijdperk voor hen opende. Foster's Pillen kunnen? veilig gebruikt worden, zij werken uitsluitend op de nieren en blaas,/niet op de lever, maag of inge wanden. Lp op de verpakking in glazen flaoons met geel etiket (alom ver krijgbaar), waardoor gij zeke'r zijf goÊn Verlegen buitenlandsch goed te ontvangen. Prijs f 1.75 per flacon. Alleen rustig en geleidelijk, niet op den grondslag van wettelijken dwang, kan de wereld in betere banen worden geleid. De groote vrSag, die ;steeds meer in het middelpunt der algemeene belang stelling komt, die dit ongetwijfeld in de komende jaren in voortdurende toenemen de mate .zaFdoen, is die der z.g.n. mede zeggenschap. Sommigen achten den tijd gekomen om de werknemers in eenigen v6rm mede te laten beslissen lover den gang van zaken in de bedrijven. Zij meenen, dat de arbeiders daar geschikt voor zijn. Anderen echter verwerpen deze opvatting met kracht en nadruk, niet zelden ook met honenden spot. Zij oordeelen dat de be drijfsleider in hoofdzaak de oude alleen- heerscher moet blijven dat de werknemers er niet rijp voor zijn om in de bedrijfs leiding te worden betrokken, dat de leuze „geen twee kapiteins op één schip" oak voortaan richtsnoer van het economische leven moet blijven. Het komt natuurlijk niet in mij op, deze veel-omvattende vraag in dit korte artikel te willen bespreken. Zware boeken werden en worden daarover gevuld. Er is over de hoofdzaak ook weinig nieuws te vertellen. Wat men daarbij opmerkt, is meestal reeds door honderden eerder en... vaak beter gezegd. Dus alle reden om het eigenlijke probleem hier te laten rusten. Het menschelijk intellect heeft er reeds zooveel mee gedaan, als thans binnen zijn bereik valt. Daarom ware het beter het geredekavel te staken en het probleem te brengen in rustiger sfeer, waar al het wederzijds aangevoerde kan bezinken. Aan spontane gevoelsopenbaring, waarop de discussies doorgaans neerkomen, heb ben wij op dit gebied niets. Over het groote probleem wordt hier dus gezwegen. Echter is er een punt, dat in dit verband nooit genoeg naar voren kan worden gebracht. Daarbij stel ik mij in gedachte op het standpunt van den voorstander der medezeggenschap. Ik neem eens aan, dat hetgeen diens ideaal uitmaakt, op den langen duur het einddoel van onze wenschen moet zijn. Inderdaad komt dit voor de zeer verre toekomst met mijn persoonlijke meening overeen. Als zoodanig vermeld ik het hier echter niet. Het is hier slechts een veronderstelling, welke zal blijken te leiden tot een waardevolle les. Alleen om die les is het thans te doen. Nu zou ik willen vragen of men in ernst meenen kan, dat de invoering eenep nieuwe productie orde op korten termijn tot stand kan worden gebracht. Gelooft men werkelijk, dat de wet of een daad van geweld deze groote wijziging in het leven kan roepen? Voltrekken de groote dingen in de wereld zich ooit in korte eprioden? Ja, er komen acute revoluties voor. Zelfs heeft ieder volk groote revo luties gehad, van welker vruchten het tot in lengte van dagen leeft. Ons volk denkt met dankbaarheid aan wat Willem de Zwijger en Gijsbert Karei van Ho- gendorp voor ons deden. Maar daarmee kan de wijziging, welke de voorstanders van medezeggenschap voor de arbeiders nastreven, niet op één lijn worden ge steld. Het gaat hier om een toestand, die in den loop der eeuwen langzaam en ge leidelijk is gegroeid. Zou men nu heusch denken, dat men zoo'n toestand bewust en voetstoots kan omzetten in een ande ren, dien men beter of billijker vindt? Onze Tweede Kamer telt, gelijk bekend, inderdaad ideologen, die iets dergelijks meenen. Zij mogen denken aan Napoleon's woord, dat op het eind der 18e eeuw |de ideokgen Frankrijk te gronde hebben ge richt. Deze uitspraak van den grooten Cor- sicaan kwam ons in den geest, toen wij lazen, dat de heer Albarda onlangs in de Tweede Kamer een motie indiende, vol gens welke een wetsontwerp nopens de medezeggenschap van de arbeiders in de bedrijven gewenscht zou zijn. Men moet aannemen, dat hier werkelijke medezeg genschap wordt bedoeld. Dus het recht om mede over den gang van zaken in de bedrijven te beslissen, en niet enkel het „recht" om van tijd tot tijd eenige in lichtingen, die de patroon wel kwijt wil zijn, te ontvangen. Bij de wet zou deze wijziging in het economische leven dan worden ingevoerd. Dat doet denken aan de gedachte, dat bij de wet zou worden bepaald, dat voortaan iedere appelboom tienmaal zooveel vruchten moet opbren gen als tevoren. Maar evenals bij den appelboom is ook hier de wet zonder kracht of macht. Wie den boomgaard meer vruchten wil laten dragen, kan gaan enten enz. en na ge- ruimen tijd mag hij dan vruchten van dien arbeid verwachten. Zoo staat de zaak ook voor wie in de maatschappij iets ver anderen wil. Langzaam en geleidelijk kan hij iets in de richting van zijn verlangens verrichten. Vooral moet hij eerst den mensth rijp maken voor den nieuwen toe stand, dien hij zich denkt en droomt. Dat is een werk van zeer, zeer langen adem, naar ieder kenner van den mensch met zijn vele zwakheden zal toegeven. Zooals in den natuur de ebbe altijd ge volgd wordt door den vloed, zooals de storm ten slotte verandert in stilte, zoo als de bergen steeds worden afgewis seld door de dalen, evenzoo kan de maat schappij zich niet langs een rechte, niet- onderbroken lijn ontwikkelen. Wij kunnen die mogelijkheid wel betreuren maar de vraag is nog of deze droefenis goeden grond heeft. Ik zou meenen van niet. In alle gevalle is het echter zoo en niet anders. Boven menschelijke macht gaat het, daaraan iets te veranderen. Zoo is het streven om op grond van de wet een nieuwe productiewijze in te voeren, niet meer dan een ijdel verlangen. In de kringen, waar hét bedoelde stre ven bestaat en .gekoesterd wordt, zingt men bij feestelijke gelegenheden wel het lied: „Begeerte heeft ons aangeraakt." Nu, ieder zit natuurlijk liever in een auto^Üan dat hij wandelt langs een moei lijken weg. Een psychologisch bergrijpen is dus ongetwijfeld ten opzichte van die jaloersche wandelaars wel op zijn plaats, al valt het genoegen der autorijders ten slotte niet mee. Maar dat men in een lied, dat op tijden van plechtige stem ming wordt aangeheven, de „begeerte" verheerlijkt, d.w.z. op zich zelf een lage neiging der egoïstische menschenziel, dat is toch niet juist. Begeerte kan leiden tot uitbarstingen, tot plotselinge in-bezit-ne- ming, tot ruw stooten in het fijne ra derwerk der maatschappij. Mogen wij voor zoo'n begeerlijken ruwen greep in de eco nomische verhoudingen voor de heerschap pij van la béte humaine worden bewaard. Alleen rustig en geleidelijk, niet op den grondslag van wettelijken dwang, kan de wereld in betere banen worden geleid. Beste jongens en meisjes. De ODlossingen van de vorige raadsels i: zijn 1. Een gat. 2. Schilderezels. 3. Zomer tijd. 4. Paaschei (Aalsmeer, aambeeld, schutter, cypersch, handdoek, eenhoorn, Italiaan). De nieuwe raadsels zijn: x O X O O O X O O X X X X X O O X O O O X O Op de kruisjeslijnen moet het ge vraagde woord komen te staan, van boven naar onder gelezen en van links naar rechts. Op den eersten regel staat een medeklinker, op den tweeden de naam van een boot, op den derden iets dat we krij gen als het erg warm is, op den vier-) den het gevraagde woord, op den vijf den een timmermanswerktuig, op den zes den iets dat dient om te rusten, op den 7en een medeklinker. Het woord duidt een man aan, die er op uit is, den men-i schen iets te ontnemen en daarvoor nog geld vraagt op den koop toe. 2. Van vorm ben ik als een kogjel zoo rond, Licht en doorschijnend en ka kelbont, Maar een enkel windje, o wat on geluk, of een heel klein stootje, maakt me stuk. Hoe heet ik? 3. Welk bier maakt in ons land het meeste en witste schuim? 4. Van de week was ik weer zoo dom een heel spreekwoord uit mijn handen te laten vallen, gelukkig vielen de letters niet door elkaar. Alleen de lettergrepen werden door elkaar gezet. Kunnen jullie uit de volgende rare woorden weer een fatsoenlijk spreekwoord van 8 woorden maken Zoowaardals deis hijver ten gastrouwt nezij. OOM KAREL. HOE HEINTJE PUNT EEN INBREKER VING. Hij heette eigenlijk anders. Maar omdat hij zoo'n klein handig kereltje was en bovendien een heel puntig neusje had, noemde iedereen op de boerderij hem Heintje Punt. Maar Heintje was een schrander baasje en ofschoon hij pas twaalf jaar was, niet bang uitgevallen. Hij had geen ouders meer en moest bij boer Duitmans hard werken, om zijn kostje te verdienen. Hij woende op de boerderij en kreeg bo vendien f 1.50 in de week als loon. Nu was het de laatste weken op de boerderij van boer Duitmans al heel geheimzinnig toegegaan. Eiken dag, wanneer de baas was opgestaan en de stallen inliep, be merkte hij dat er een stuk vee gestolen was. Den eenen dag was het een varken, dan weer een schaap of een geit ot een paar konijnen. Boer Duitmans werd eiken dag boozer. Als het zoo doorgaat, zoo bromde hij, ben ik binnen een maand straatarm. Hij besloot daarom des nachts op te blijven en zich ergens te verstop pen, om den dief te betrappen. Eerst klom hij in een grooten appelboom, die op zijn erf stond. Den heelen nacht bleef hij daar. Maar geen dief liet zich zien. Toen hij den volgenden dag koud en stijf uit den boom kroop, was er echter geen beest gestolen. De dief had dus onraad geroken en was weggebleven. Den volgenden dag verborg baas Duit- mans zich op het dak, den nacht daarop in een korenschoof en den vierden nacht in het hondenhok. Niets hielp. De dief bleef weg. Moedeloos besloot hij daarom den vijfden dag om 's avonds maar weer in zijn bed te gaan slapen. En waaratje, toen hij den volgenden dag wakker werd, was er een van zijn .vetste varkens gestolen. Dat jwas te veel voor den verdrietigen boer. Hij werd zoo kwaad dat hij met zijn klomp op den grond stampte, totdat de klomp in tweeën barstte. Toen kwam Heintje Punt. Baas, zei hij, wat krijg ik van je, als ik den inbreker weet te vangen? Boer Duitmans bromde woest: Een pak rammel omdat je je met zaken bemoeit, die je niet aangaan. Maar Heintje liet zich niet uit het veld slaan. Baas, zei hij, ik zal je wat zeggen. Als ik den dief vang, moet ik een gulden op slag in de week hebben, aangenomen? Voor mijn part, bromde de baas, terwijl hij in zich zelf dacht, ik kan makkelijk ja zeggen, want hij vangt hem toch niet. Toen ging Heintje Punt aan het werk. Heei stil, zoodat niemand wist, wat hij uitvoerde, ging hij in een donker hoekje van de keuken aan het werk, toen de ande ren al lang naar bed waren. Hij haalde wat roet uit den schoorsteen en begon daarmee zijn heele gezicht en zijn handen in te smeren. Toen deed hij zijn klompen en kousen uit en maakte ook zijn voeten pikzwart. Ziezoo, dacht hij, nu ben ik zoo zwart, dat niemand mij in het donker kan zien en op mijn bloote voeten kan niemand me hooren aankomen. Laat nu de dief maar komen. Aldus onzichtbaar gemaakt, ging hij in het donker naar bui ten en verschool zich bij den stal. En jawel hoor. Het duurde niet lang, of hij hoorde sluipende voetstappen naderbij ko men. Hij tuurde en tuurde en toen zag hij om den hoek van den stal een donkere gestalte aankomen. Toen de man dichter bij kwam en Heintje zijn zwart gezicht kon zien, herkende hij den man niet. Het was dus geen dorpeling maar ie mand uit een andere plaats. De man maakte heel zacht den staldeur open. Even later zag Heintje hem terugkomen met een Vet varken, dat hij meteen in een groote zak stopte. Wacht, hoorde hij den dief mom pelen, ik ben er nou toch, laat ik meteen een paar konijntjes meenemen. Hij sloop weer den stal in en liet den zak met het varken staan. Vlug als de wind, maakte Heintje den zak los, joeg het varken weg en kroop zelf in den zak. (Wordt vervolgd.) geschonden gelaat wel eens heeft aan schouwd, kan niet anders dan met dank baarheid vervuld zijn, dat de wetenschap in de koepokinenting zoo'n schitterend voorbehoedmiddel tegen deze versenrikke- lijke ziekte bezit, waardoor de menschheid voor dezen volksgeesel gespaard kan blij ven. Op deze zegeningen te 'wijzen, het lijkt bijkans overbodig. Een ieder moet hiervan toch overtuigd zijn. De ervaring heeft echter herhaaldelijk geleerd, dat zelfs in de meest beschaafde landen blechts wettelijke maatregelen en voortdurende propaganda kunnen beletten, dat de wel daden en de noodzakelijkheid der vac cinatie niet in het vergeetboek geraken. Maar de tegenstanders der koepokinenting geven hun actie niet op en trachten steeds vaak door valsche voorstellingen, hun denk beelden ingang te doen vinden, en nooit kunnen deze krachtig genoeg bestreden worden. Als een schitterend bewijs van de waar de der inenting als voorbehoedmiddel laten wij hier eenige gegevens volgen, ontleend aan een verslag van Dr. Ch. Porter, Di recteur van den Gezondheidsdienst te Jo hannesburg, omtrent zijn ervaringen op gedaan gedurende de jaren 1905 en 1906 in het mijngebied Witwatersrand. Onder de bevolking aldaar, bestaande uit de meest uiteenloopende nationaliteiten, was de inenting slechts verplichtend voor de inheemsche arbeiders. De Chineesche mijnwerkers werden ingeënt in de havens van inscheping, en, in geval van twijfel of geen succes, opnieuw te Durban. De officieele cijfers nu toonen aan, dat bij de Europeanen één geval van pokken op de 783 personen voorkwam, bij de ge kleurde rassen, Maleiers, Indiërs, kleur lingen enz., 1 op de 410, bij de inheem sche bevolking 1 op de 6021, terwijl zich onder de Chineezen geen enkel geval van deze gevreesde ziekte voordeed, niettegen staande zij te midden der Europeanen en kleurlingen, die zoo zwaar beproefd werden, werkten. Ook in een andere mijn, waar 308 ar beiders van het blanke ras, meer of minder goea gevaccineerd, en 2.283 goed gevac cineerde arbeiders werkten, kwamen onder de blanken 10 gevallen van pokken voor, terwijl de inlanders gespaard bleven. Deze officieele onaanvechtbare cijfers, verzameld ten behoeve van de statistiek en zonder eenige propagandistische bijge dachte, geven slechts het aantal pokken- gevallen zonder meer, zonder te vermel den de materiëele en financieele verlie zen, tengevolge van deze ziekte geleden. Zalf verzacht de pyn niet aheen, doch geneest ook bij het gebruik I van uweNpuisten, wonden, «werende I borsten, Riqedvinnen, negenoogen, I winterhandenN^n voeten, oude e« I verwaarloosde wonden, open beenen, aangezicht*puistjes\enz. Prys per hus f 0.75 en f i .3f Verkrijgbaar by ApiHJi., Drog. en vele winkeliers. Gen. Agent J G. DE VRIES, Winsntn (Gron) smaak! als room KOEPOKINENTING. Wie denkt aan de verschrikkelijke ver woestingen, welke in vroeger tijden de pokken aanrichtten, of wie de ontstellende mismaaktheid van een door de pokken EEN VERGISSING. Uit Kampen wordt aan de „Tel", ge meld: De onlangs alhier overleden ds. Wes- terbeek van Eerten heeft bij testamentaire beschikking o.m. vermaakt aan het tehuis voor Militairen zijn „Spiegels". Met dankbaarheid nam het bestuur der stichting van dit legaat kennis, doch te vens met eenige bevreemding. Bij de aan schaffing toch van het meubilair van het Tehuis zijn eenige spiegels niet vergeten, met welk feit ook de erflater niet on bekend kon zijn geweest. En al wilde men den jeugdigen krijgers de gelegenheid niet benemen hun martiale evenbeeld in het glas weerkaatst te zipn, nu zou men heusch toch van het goede wat al te veel krij gen. Na eenige bespreking meenden een paar der bestuurders een oplossing aan de hand te kunnen doen: zij zouden de aangekochte spiegels tegen den kostprijs overnemen. Natuurlijk werd op dit aanbod met enthousiasme ingegaan en een ex pediteur ontving al spoedig opdracht, de in het gebouw aanwezige spiegels weg te brengen, om vervolgens het gelegateerde van het sterfhuis te gaan halen en op te hangen. Maar hoe stonden de heeren te kijken, toen de man terugkeerde met een wagenvracht.... boeken. Vanzelf dacht men eerst aan een malle vergissing van de boodschappers, maar na onderzoek bleek, dat dezen hun opdracht geheel naar behooren hadden uitgevoerd. Dominee bleek aan het Tehuis te heb ben vermaakt een aantal net gebonden jaargangen van bet tijdschrift: „De Spiegel". NEDERLAND°EN BELGIE. De correspondent van de „N. R. Ct." te Brussel meldt: De Belgische regeering heeft een wets voorstel ingediend tot ratificatie van de tusschen Nederland en België gesloten con ventie betreffende wederkeerigheid van territoriale bevoegdheid van civiele en han delsrechtbanken, de uitvoering van vonnis sen geveld inzake faillissementen en de -r Nederlanders in België en Belgen in nd geldende procedure. -o— KUNST EN WETENSCHAP. Door de algem. ledenvergadering van het Prov. Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noordbrabant gehou den op 22 Maart 1.1. zijn verschillende wijzigingen in het reglement vastgesteld. Naast het bestuur van 36 leden is nu geïnstitueerd een Dagelijksch bestuur van negen leden bestaande uit Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, voorzitter; dr. W. Meindersma, secretaris; K. Azijnman, jhr. mr. L. van Meeuwen, jhr. mr. F. van Rijckevorsel, Berlicum, pastoor G. Juten te Willemstad, dr. X Smits te Reek, mr. A. Baron van Oldeneel te Oosterhout en H. N. Ouwerling te Deurne. Verder zijn voorloopig drie commissies ingesteld en wel: A. voor de boekerij, handschriften, oorkonden, kaarten en af beeldingen; B. voor de verzamelingen in het museum en C. voor de uitgave van werken, handelingen enz. o— TELEGRAMTARIEVEN BUITENLAND. De directeur-generaal der posterijen en telegrafie maakt bekend, dat als gevolg van de in 1925 te Parijs gehouden Inter nationale Telegraafconferentie het tarief per woord voor telegrammen voor een aantal landen met ingang van 1 April 1926 zal worden gewijzigd. Wij laten hier het tarief voor de voor- naamste landen volgen: België l1/.2 cent. Luxemburg 8 cent. Duitschland Ql/9 cent. Zweden 12 cent. Denemarken, Frankrijk, LitauenOosten rijk, Tsjecho-SIowaki/e en Zwitserland 12cent. Polen 13 cent. Noorwegen lA1/9 cent. Finland, Hongarije, Koninkrijk der Ser viërs, Kroaten en Slovenen, Letland, Roe menië en Spanje 16 cent. o— REORGANISATIE Uit militaire kringen wordt gemeld; De commandant van het regiment Ge nietroepen zal tijdelijk tot 1 Mei a.s. worden belast met de functie van In specteur der Genie, welke functie op ge noemden datum ophoudt te bestaan. Mede zal worden opgeheven met in gang van 1 Mei de inspectie van de ca valerie en die der artillerie. De functie van directeur van het artilleriemateriaal is reeds afgeschaft. Verder ligt het in de bedoeling van den Minister om de functie van majoor- hoofdinstructeur bij de korpsen af te schaf fen. Door dezen maatregel zal met ingang van 1 'Mei a.s. aan een aantal hoofdofficie ren ontslag worden aangezegd. o— EEN NOODLOTTIG SCHOT. De gebroeders Veenstra te Surhuizum waren bezig met een kruikar hooi te vervoeren. Een hunner had een revol ver in den zak. Door onverklaarbare oor zaak ging dit eensklaps af, met het nood lottig gevolg dat de ander ernstig in de borst getroffen werd en naar het zie kenhuis te Groningen werd overgebracht. o— Van een juffertje en een hoHrfje De Tijd vermeit 't Gebeurde aan 't Venlosche station, 'n vrouwtje, zoo pas uit 't vGrosze Vater- land gekomen, wilde naar Utrecht, maar ze was niet alleen. Haar reisgenoot was 'n hond, waarvan zelfs de meest geoefende hondenkenner 't ras niet zou hebben kun nen vaststellen. Dit hondje moest mee naar Utrecht en aangezien de spoorwegen nu eenmaal voor 'n hond de volle passagiersvracht vragen, zat er niets anders op, dan ook voor 't hondje een plaatskaart te koopen. Dat ging ons moedertje toch wel aan 't hart, zooveel blanks guldens neertellen voor haar viervoetigen reisgenoot. En toen dan ook de omstanders, begaan moet moedertjes lot en eenparig van oor deel, dat zoo'n »morrael« - 't gefluisterd oordeel zóóveel reisgeld op geen stukken na waard was, toen dan ook de omstaan de vrouw trachten te bewegen, om dan haar hondje maar aan z'n lot over te laten en haar voor het hondje gekochte plaats- kaart maar weer in te ruilen, toen hadden ze bemerkt, dat 'n hevige tweestrijd in der vrouwe binnenste was ontketend. Edoch, de liefde voor den hond won het, Zij en haar hondje stapte in den ge- reedstaanden D-trein. Evenwelde dankbaarheid is niet van deze wereld. En niet steeds is de liefde wederkeerig. Want toen de D-trein zich in beweging stelde en de conducteur zich door de nog openstaande deur in het rytuig begaf, op dat zelfde oogenblik sprong de hond uit het rytuig op het perron en liet, terwyl hy de beenen nam, zyne begeleidster met het voor hem gekochte kaartje alleen naar Utrecht reizen. Heftig bewogen en de plaatskaart in haar hand omhooghoudend riep het vrouwtje met al de haar bekende lieve namen uit het coupé-venster hangend, haren ontrouwen medepassagier, die evenwel niet 't minst notitie nsm van die zoo goed be* doelde aanroepingen. 't Stationspersoneel heeft daarop met vereende krachten den deserteur gevangen en hem in een hondenmand ingesloten, 't moedertje achterna gestuurd. We zyn tot onze spyt niet in staat te vermelden, of 't wederzien byzonder har* telyk is geweest. —O-* i Jflcnwsblad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 5