Een reis naar Spanje. De griep naakt vele slachtoffers Gedurende de laatste weken heerscht in den Zuid-Oosthoek van Drenthe en ook in Noord-Oost Overijsel in erge mate de griep. In Coevorden en Schoonebeek heerscht de ziekte bijna huis aan huis en dwingt heele huisgezinnen het bed te houden. Ook in Emmert dwingt de ziekte op vele plaatsen velen het bed te houden. Een geneesheer te Coevorden verklaarde dat de ziekte thans even erg was als in het najaar van 1918, toen zij als het ware over het geheele land de goede functioneering van het maatschappelijk raderwerk in gevaar bracht. Dat er thans niet zooveel aan de ziekte sterven als toendertijd, schreef hij toe aan de omstandigheid, dat een deel van de menschsn beter gevoed is dan in 1918, toen het physiek weerstandsvermogen van de geheele bevolking, tengevolge van dé langdurige distributie en rantsoeneering, sterk verminderd was. Hoewel de ziekte minder sterfgevallen veroorzaakt dan in 1918, is toch ook thans het aantal sterfgevallen niet gering. In Schoonebeek zyn vóór 8 April 24 personen gestorven, terwijl in 1925 over het ge heele jaar het aantal sterfgevallen 25 is geweest. In Ernmen zijn in 1925 387 personen gestorven. Vóór 26 Maart was dat jaar het aantal sterfgevallen 97, een normaal getal. Tusschen 26 Maart en 8 April werden echter 37 sterfgevallen ten gemeentehuize aangegeven, welk getal zeer hoog is. In Coevorden is het getal sterfgevallen sinds 1 Januari 29, terwijl in 1925 49 personen zijn gestorven. In de laatste week stierven 7 personen, wat abnormaal hoog is. Ook in Dalen heerscht de ziekte erg, maar hier is het aantal sterfgevallen niet abnormaal hoog, zelfs lager dan het ge middelde per kwartaal in 4925. Waar in deze gemeente da economische toestanden beter zyn dan in de buurtgemeenten, kan dit een argument zijn voor de juistheid van de redeneering van den Coevorder geneesheer. In Etnmen is vooral het aantal jeugdige kinderen, dat sterft, zeer groot, Vermoedelyk speelt ook hier de ondervoeding, aan welke volgens dr. Lodewyks te Nieuw- Amsterdam niet minder dan 43.7 pet. der schoolkinderen te Barger-erfscheiderveen lijden, een rol. 0;er het algemeen dwingt de ziekt® den zieke eeriige dagen het bed te houden, waarna de toestand iets beter wordt. Algeheele genezing laat dan echter nog eenige weken op zich wachten. o— Relletjes te Rotterdam De losse werkman C. C., die Zaterdag middag, toen hij zich op het bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon aan de Hoog straat te Rotterdam om ondersteuning aan meldde, niet vlug genoeg naar zyn zin geholpen werd, heeft ter demonstratie van zijn ongenoegen, de ruit van «en glazen tusschenschot ingeslagen. De losse werkman H. v. O., wiens steun ingehouden was, omdat hij in de atgeloopeu week gewerkt had en vergelen had, dn op te geven, is d% armbezoeker, die du geval gerapporteerd had, te lijf gegaan en heeti hem een blauw oog geslagen. De twee agenten, die tusschen beide wilden komen, werden met een stoel bedreigd, v. O sloeg met dit wapen d® helm van een der agenten af. Zichzelf heeft hy aan beide handen bloedend verwond. De losse werkman C. W., die zich om steun aanmeldde, maar wien dit niet ge geven kon worden, omdat hij d® vorige week zonder opgaaf van redenen van hem verstrekt werk was weggebleven, heeft van het bureau een ruit ingeslagen. De drie werkloozen zijn opgesloten. o— foor een auto aangereden Maandagmiddag werd de wielrijder M. v. d. B., afkomstig uit Made, te Terheyden aangereden door een luxe auto. De wiel rijder werd zeer ernstig gewond. Zijn beide beenen werden gebroken, terwijl hij bovendien een zware hersenschudding op liep. In zeer zorgwekkenden toestand werd de ongelukkige naar het gasthuis te Breda overgebracht. Den autobestuurder moet geen schuld treffen. o— De gedienstige man Een dame, die in de Loidsche straat t< Amsterdam naar een winkeluitstalling stond te kijken, liet haar handtaschj» vallen. Eén van de roedekijkers was zoo vriendelijk het voorwerp op te rapen en het de dame terug te geven. De dame vermiste later echter, naar het IIbl. meldt, uit het taschje een enve loppe met 'n biljet van 1000, drie biljetten van 100 en één van 50 marken, alsmede een portemonnaie met biljetten van f 10 en van 20 en 5 mark. o— Waarschuwing. De burgemeester van Boskoop waarschuwt tegen het aanknoopen van zakenrelatie met de fabriek »Laura«, die onder dezen firma naam tracht kunstmest te verkoopen welke echter uit turfstrooisel zou bestaan. Inlichtingen zyn bij genoemden burge meester te krjjgen. o Prins Hendrik te Silaan Uit Milaan wordt gemeld, Prins Hendrik met gevolg heeft, na ontvangen te zijn door het bestuur van de Jaarbeurs, een langdurig bezoek gebracht aan het Nederlandsche paviljoen. Ir. Philips, lid van het Nederlandsche eere-comité zegde hem dank voor zijn belangstelling. Vervol gens heeft de Prins zich opgehouden by de luchtvaartafdeeliDg. Daarna is Z. K H. naar Bazel vertrokken. o— Het verdrag Nederland—België Aan het »Hbld.« wordt gemeld, dat de nadere besprekingen tusschen ambtenaren van het Nederlansche en het Belgische ministerie van Buitenlandsche Zaken mede loopen over wijziging van het profiel van het kanaal AntwerpenMoerdijk. o— Een zak met f500 verdwenen Maandagmiddag ging een bediende van de Rotterdamsche Tramwegmaatschappy per fiets van het kantoor in de Rozestraat aldaar, naar een bank aan de Maaskade. Achterop had hy vier zakken met geld gebonden. Bij aankomst op de Maaskade bleek een van de zakken inhoudende een bedrag van f 500 verdwenen te zijn. Van de vermissing is aangifte by de politie gedaan. o— De Rtywielplaatjes Voor den politierechter mr. C, Briët te Amsterdam moesten zich niet minder dan 249 fietsers verantwoorden, omdat zij ver zuimd hadden hun rijwiel van het «oor geschreven belastingroerk (rij wielplaatje) te voorzien. Overeenkomstig de vordering van den rijksadvocaat werd de groote meerder heid veroordeeld tot de minimum geld boete f 5. o— Brandstichting 1 Naar aanleiding van plaats gehad heb bende boschbranden op 3 dezer in de wildbaan van den heer A. G. Krö'ler te Harskamp, looft deze een premie van f 250. uit voor deugene, die voldoende aanwyzmgen geeft, dat de brandstichters vervolgd en gestraft kunnen worden. o EEN POLITIESCHANDAAL TE BAARN. Te Baarn heeft zich, naar de corr. van het „Hbld." aldaar meldt, een politiedra- ma afgespeeld, dat deze plaats een treu rige vermaardheid geeft. De onlangs be noemde adjunct-insp. van politie werd Vrijdagavond door een troep jongens nage jouwd. Hij meende den dader te kennen en besloot zijn maatregelen te nemen. Zondagmorgen werd de 22-jarige met selaar Hendrik Bon door den adjunct inspecteur van politie, die wegens afwe zigheid van den commissaris tevens diens functie waarnam, op het politiebureau ont boden. Om kwart voor elf kwam hij daar en dadelijk bij het binnenkomen vroeg de adjunctrinspecteur:- „Je zult zeker wel we ten waarvoor je komt?" I „Neen," antwoordde Bon. „Dan zal ik het je wel eens vertellen", hernam de inspecteur. „Vrijdagavond ben je dronken geweest en toen heb je mij gezegd dat je mij wel lustte. Probeer dat nu nog eens", en meteen begon de adjunct-inspecteur den niets vermoeden den jongeman met een gummistok te slaan. Bon heeft toen nog de deur opengetrok ken en den agent van politie, Huisman die aan den overkant stond, te hulp ge roepen. Door de slagen die Bon nog steeds kreeg moest hij de deur weer los laten. Hij werd daarna door den adjunct inspecteur in een cel opgesloten. Daar werd hij nog een keer of zes met den gummistok bewerkt, zoodat het bloed langs zijn gelaat liep en zijn lichaam blauw van de slagen zag. Daar Bon niet tot bekente nis was te brengen en als zijn alibi opgaf, dat hij den bewusten avond naar een zangvereeniging was geweest, heeft de adjunct-inspecteur hem laten gaan, na eerst zijn boord, die met bloed was bevlekt, te hebben afgewasschen. „Als je het bekend maakt, sla ik je hier dood en begraaf je hier achter het bureau" voegde de adjunct-inspecteur hem toe. „Als men je vraagt, waarom je moest ko men, zeg je maar, dat je mijn zwaar hebt beleedigd, doch dat ik je niet heb wil len bekeuren." Bon moest zich direct onder genees kundige behandeling stellen van Dr. Muijs- ken en is Maandagmorgen met zijn vader naar den adjunct-inspecteur geweest. Deze heeft hem toen nog een sigaret aangeboden met uitdrukkelijk verzoek om deze zaak niet bekend te maken. Bon heeft deze zaak echter aan den Officier van Justitie te Utrecht in handen gegeven. De adjunct-inspecteur is door den w.n. burgemeester den heer N. G. van Doornik, in zijn -functie geschorst. Bon, die te Baarn als een keurige jongeman bekend staat, is door de ondervonden mishan deling voorloopig nog niet in staat om eenig werk te verrichten. MOORD TE AMSTERDAM. In het burgerlogement de Nieuwe Aan leg, Noordermarkt n(o|. 9 te Amsterdam was sedert drie maanden een zekere M. met diens 25-jarige vrouw gelogeerd. De man had zich als filmoperateur daar la ten inschrijven, doch hij schijnt als zoo danig niet bekend te zijn. Daar Woensdag uit de kamer van den man en de vrouw geen geluid vernomen werd, maakte de eigenaar van het logement zich ongerust en tegen den avond waarschuwde hij de politie. Een inspecteur en een recher cheur van het politiebureau Westerstraat begaven zich daarop naar het logement. Toen beide politiemannen met geweld de kamer van het logement waren binnen gedrongen, zagen zij het lijk van de vrouw op het bed liggen. De vrouw 'was aan han den en voeten gebonden en haar hals was omsnoerd met een bonten zakdoek, waarvan de uiteinden haar in den mond waren gestopt. Uit een en ander maakte de politie op, dat de vrouw door worging om het leven is gebracht. De vrouw lag gekleed te bed en had nog haar hoed op het hoofd. Uit het voorloopig onderzoek is gebleken, dat M. Maandagavond heel laat in het logement was gekomen en weinigen hadden hem opgemerkt. De vrouw moet denzelfden dag een bezoek hebben gehad van iemand uit den Haag en uit wraak schijnt bij M. het plan te zijn opgekomen de vrouw van het leven te berooven. Buren zou den hem hebben hooren zeggen: „Je gaat nu voor straf naar bed." Zeker is, dat M. 's morgens vroeg uit het logement vertrokken is, zonder dat iemand hem heeft gezien. Hij had dien avond tevoren de kosten voor het logies vooruit betaald. Het onderzoek, dat de joolitie van het bureau Westerstraat heeft ingesteld naai den moord, heeft Woensdag niet veel nieuw licht in de zaak gebracht. Tal van personen zijn gehoord en de nasporingen worden ijverig voortgezet. Afgaande op de verkregen inlichtingen %cht de politie het waarschijnlijk, dat de z.g.n. filmoperateur, niet Gerrit Melchers heet. Men neemt aan, dat hij zich onder een valschen naam in het logement heeft laten inschrijven. De geworgde vrouw stond bij het lo- Igement aan de Noordermarkt ingeschre ven onder den naam Halfweg. Deze naam was blijkbaar gefingeerd. Op 19 Dec. j.l. zijn in het perceel 2e Jan Steenstraat 73 op kamers komen wonen W. K. en Cornelia Wijker. Zij zijn op 8 Jan. vertrokken, zonder adres achter te laten. K. had ten nadeele van zijn hos pita enkele huishoudelijke voorwerpen me degenomen en werd in verband met dezen diefstal gezocht. Hij was echter nog steeds niet gevonden. Bij de politie was nu, op grond van verschillende aanwijzigingen, het vermoe den gerezen, dat de vermoorde vrouw de zelfde was ,die in de 2e Jan Steenstraat heeft gewoond, De vroegere hospita is Woensdagmiddag met het lijk geconfron teerd en heeft verklaard, dat de versla- gene inderdaad Cornelia Wijker was. Of K. en Melchers verschillende namen voor een zelfden persoon zijn staat echter niet vast. Het is verder gebleken, dat het paar, dat in de Jan Steenstraat heeft ge woond, herhaaldelijk ruzie had. Ook in het logement aan de Noordermarkt is er nog al eens ruzie geweest tusschen de vrouw en den man, die voorgaf Melchers te heeten. Een onderzoek, ingesteld naar een film operateur van den naam Melchers, heeft geen resultaat opgeleverd. Noch bij den Bioscoopbond, noch bij de brandweer was een operateur van dien naam bekend. ~T" INLEIDING. Voort ging de sneltrein naar 't Zuiden, al maar verder, ratelend en bonkend langs stations en wissels, langs huizen en langs bergen en gaarden. Landschappen ijlden aan om ras weer te verdwijnen achter ons. Biarritz was reeds gepasseerd en we snelden aan op de Pyreneën, de grens scheiding tusschen Frankrijk en het Ibe rische Scheireiland. Onze coupé was ma tig bezet en niets hinderde ons in on^ uitzicht op het voorbijvliegende landschap. We hadden tijd en gelegenheid om onge stoord nog eens terug te denken. Vier weken reeds waren we op reis, dwaalden we door Frankrijk. PARIJS, de lichtstad, lumière de ville, wij hadden haar doorkruist in alle rich tingen. We hadden de wereldstad gezien gaande in haar reusachtige straten, aan bindend den strijd op leven en dood te gen haar geweldig verkeer. Trams, autobussen, taxi's en allerhande ontelbare voertuigen, het is een warre ling, een gedruiscli als van een fel be wogen zee, doormengd met de scherpe, schrille en zwaar loeiende geluiden van autohoorns, een gewirwar van razend ver keer, nu en dan onderbroken door den machtigen artu of de seinlichten van den verkeersagent. Dan staat in enkele oogen blikken een geheele straat vol van voertui gen, passeeren is dan haast niet mee* mogelijk en men moet wachten. Een andere straat loost in dien tijd haar verkeer. De machtige arm verheft zich en alles gaat weer voort. Nu vlug de straat over, links en rechts en voor zich kijkend, half weg opgehouden door auto's en bussen, die je geen kans geven om te passeeren, terug kun je ook niet, van alle kanten snellen de voertuigen aan, scheren rake lings langs je heen, je wijkt snel uit voor een aanstormend gevaarte en staat het volgend oogenblik voor een ander voer tuig, je springt nog juist bijtijds- terzijde, komt in botsing met een Parisienne dat haar vuurrood geverfde lipjes trillen en het poeder van haar bijgewerkte bleeke wangetjes stuift. Zoo bereik je tenslotte na velerlei angsten en gevaren den veili- gen overkant. Op de trottoirs een gol vende door elkaar krioelende menigte. Op passen is het ook hier. Rechts uitwijken, links uithalen, allerlei stalletjes en groote winkeluitstallingen zoo maar op het trot toir, behendig ontwijken, de kleintjes niet onder den voet loopen en niet plotse ling op het gezicht van een mooie win keletalage pal blijven stilstaan als een boom, in een veld, want een twintigtal botsingen van allerlei aard, kan men daardoor op zijn geweten krijgen. In de drukste uren van den dag een groot plein oversteken is synoniem met een poging tot zelfmoord. Begeerig ziet men naar den overkant, 't is een heel ding het plein heeleimaal rond te loopen, dwars het plein over is het niet zoo heel ver, maar je voelt het onbestemde, dat het noodlottig voor je zijn kan. Op het plein is het een geweldig gewirwar van voertuigen, een stroom naar alle zijden waaraan geen einde schijint te komen. Heel even is hier en daar een doorgang, maar 't volgend oogenblik is alles weer vol. Enfin je wil zegt „over steken". Je plant je eenen voet reeds moedig op de straatsteenen, maar trekt hem met schrik weer terug, een genieperig klein autootje schuift rakelings voorbij. Nu zullen we het wagen, neen, toch nog maar even wach ten, een zware omnibus dondert vlak voor je heen. Nu is de weg voor je, even vrij, vooruit dus. Je loopt tien pas en allemach tig je wordt er werkelijk koud van. Nu zie je pas wat er gaande is. Voertuigen, auto's en nog eens auto's, alles jaagt en wringt door elkaar. Nergens geen door gang. Men staat en kan niet van zijn plaats. Aan alle zijden snellen de voer tuigen op je aan. Radeloos spring je rechts en links, vooruit en terug. De dood schijnt overal naar je te grijpen. Na een bange worsteling, wordt het mid den, waar in den regel een vluchtheuvel is, bereikt. Hier is het veilig en men zou er willen blijven. Maar de andere helft van het drukke plein ligt nog voor je, want je kunt hier moeilijk een halven dag blijven staan. Je krijgt spijt, dat je eerst maar niet een levensverzekering gesloten hebt, want er komt zoo zachtjesaan een gevoel over je, dat hier alles samenspant om je arme lichaam aan stukjes te rijden. Maar tenslotte waag je het dan toch maar weer, noodgedwongen. En na het verschillende malen op het kantje af gehaald te hebben, onder de noodige verwenschingen van de chauf feurs en telkens gedacht te hebben, nu is het raak, het is afgeloopen met me, bereik je met een zware zucht van ver lichting toch eindelijk weer het veilige trottoir. Je kijkt nog eens om1 naar de plaats der bezoeking en je wordt bijna trotsch op je zelf. Een slagveld kan haast niet gevaarlijker zijn dan dat groote plein met zijn razend verkeer. Zooiets gepas seerd te zijn zonder te sneven, doet je zelfvertrouwen krijgen. En dit laatste is noodig in Parijs. De eerste dag hadden we ervaringen als boven, maar toen wa ren we er ook aan gewoon. Geen druk plein of een volle straat kon ons meer tegenhouden. Onder de leuze „kalmte kan je hier redden" scharrelden we door de drukste gedeelten. Wel deksels oppassend, want het gaat hier altijd op het kantje af. Eén verkeerde wending in dat drukke gedoe en het aantal op de lijst van ver keersongelukken is weer met een ver meerderd. Zoo doorwandelden we de Champs de Elysees, de boulevards, de rue's, ons be gevende van het eene bezienswaardige ge bouw naar het andere, plattegrond van Parijs bij de hand, beschrijving in den zak. Zoo overschreden we de Pont Neuf, de oudste brug van Parijs, dateerend van 1603, toegang gevend tot het eiland van de stad, het oudste gedeelte, waar Romei nen reeds paleizen bouwden. Hier zagen we de beroemde kerk de „Notre Dame" uit de 12e eeuw, een onvol prezen voortbrengsel van gotische bouw kunst, een kunstgewrocht in al haar dee- len, machtig van exterieur, indrukwekkend plechtig van interieur. Het is Parijs grootste geestelijk gebouw. 's Avonds zagen we Parijs' grootste we- reldsch gebouw, de groote Opera. Dit ge bouw beslaat niet minder dan 11000 vier kante meter oppervlak. De vermaarde „es- calier d'honneur" of trappen van veel kleurig kostbaar marmer zijn op zichzelf reeds een bezoek waard. Overal een ge weldige pracht en praal. En dan een kijkje in de zaal zelf. Het grondvlak, welk een afmetingen, de gaanderijen geheel in het rond, vijf etages hoog. Het tooneel zelt biedt minstens aan enkele honderden spe lers plaats. Het plafond met prachtig de coratief, het schittert hoog boven je. Over al stralen de electrische bollen. In het midden hangt een reuzenkroon met veler lei geslepen kristal glazen. Honderden electrische bolletjes en kaarsen doen het glas schitteren in alle kleuren van den regenboog. Opgevoerd werd dien avond „Herodias". Dat was een eenig genieten van muziek en zang, van voorstelling en spel, van balletdans en kunst. En dan het „Louvre", het wereldbe roemde museum van beeldhouwwerken, Egyptische oudheden, schilderkunst, enz. waar niet te beschrijven kunstwerken en kostbaarheden te aanschouwen zijn. De Tuileriën, de Arce de Triomph als herinneringen aan de overwinningen van Napoleon I, de plaats de Concorde met de Egyptische Obélisque en de acht stand beelden van groote steden, de Dome des Invalides met het praalgraf van Napo leon I. Boven de deuren leest men de bekende woorden van Napoleon „Je dèsvie que mes condres reposent sur les bords de la Seine du mellieu de ce peuple francais que j'ai tant aimé." Verder het Pantheon, eertijds kerk, la ter bestemd als monument tot verheer lijking van Frankrijk's groote mannen, het Paleis en «den tuin „du Luxemburg" en „du Tracadero", de Beurs, de vele andere be zienswaardige gebouwen, poorten en stand beelden. Niet te vergeten ook nog de bekende „Seine" met haar vuil, troebel water en haar stalletjes met oude boeken op haar oevermuren. De Parijsche rivier die voor velen die van het leven nietsi meer te hopen hebben, een laatste toe vluchtsoord en graf wordt. Doch niet alleen van den beganen grond zagen wij de millioenenstad, doch oox vanuit de hoogte en wel vanaf de Sacré Coeur, de kerk op den heuvel en vanuit den 300 meter hoogen Eiffel to ren. Hoog staat men hier boven alles verheven, men overziet geheel Parijs en omgeving. Van af deze duizelingwekkende hoogte heeft men een zeer mooi panorama. Boven was het geweldig koud en winderig en snel daalden we met een lift weer naar bene den en kwamen terug op de eerste ver dieping waar een café en diverse kleine vermakelijkheden zijn geïnstalleerd. Hier vertoefden zeker wel een 150-tal menschen die genoten van het mooie uitzicht en de verschillende attractie's. Doch wij zagen Parijs ook onder den grond. We daalden af in één der velen zich op de trottoirs of pleinen bevindende trappen, waarboven het woord „metro" naar onderaardsche gangen, passeerden het loketje voor betaling en bevonden ons in een ondergrondsch station. De metro liet niet lang op zich wachten. Een ge raas in de verte en uit een donkeren gang komt even later het electrische treintje aangeschoten. Het staat stil, deuren schui ven open, even een druk beweeg van haas tig uit en instappen, voort gaat het al weer, de schuifdeuren klappen automa tisch dicht en voor men goed en wel heeft rondgezien is het volgende station netje bereikt. Zoo raasden we door de donkere onderaardsche gangen van het eene stadsgedeelte naar het andere, som tijds afdalend in een nog lager gelegen metrostation, dat weer in een andere rich ting voerde. Alles gaat vliegensvlug. Hier geld: „time is money". Vroeg in den avond reeds flikkeren overal de lichten op, alles straalt in licht en glans. Kunstige, veelkleurige lichtre clames overal hoog in de lucht, afwisselend en vervormend in regelmaat. Prachtige winkeletalage's vertoonen hun luister. De café's lokken in hun vroolijkheid van licht en 'muziek. Schouwburg en bioscoop stra len in kleurig lichteffect en uit de dans paleizen stijgt het vroolijke leven, uitnoo- digend zich zelf te vergeten en zich te werpen in den maalstroom van vreugde leven. In de prachtige winkelstraten pro- moneert het duizendtallige publiek en daar- tusschen door scharrelen heimelijk de pa ria's der maatschappij, terluiks den vreem deling terzijde loopend, hem verholen aan biedend allerlei zaken op sexueel gebied, die het daglicht niet mogen zien. Overal in de straten en de café's loe ren Venusgestalten met veelbelovende en vragende blikken hun slachtoffers zoe kend, meelokkend den zwakkeling naar duistere zijstraatjes en plaatsen waar on tucht verderf en misdaad hoogtij vieren. Als in een droom doorleefden we on ze reis nog eens. Na Parijs kwam Versail les, het beroemde Paleis, gesticht door door Lodewijk XIV. Wonderen van pracht zijn hier te aanschouwen. De kostbaarheden en de grootte der zalen zijn niet in te denken. In de spiegelgalerij werd in 1919 den vrede geteekend door de vertegen woordigers der oorlogvoerende mogend heden. Over Etamps waar we een oude toren ruïne bezochten ,ging de reis naar Or leans, geboorteplaats van Jeanne d'Arc. Een groot standbeeld en een speciaal mu seum met tal van bijzonderheden herinne ren aan de beroemde maagd. Verder is er een mooie Cathedraal uit de 12e eeuw met fraai geschilderde boogvensters. Olivet, een dorpje rijk aan natuurschoon, aan de Loiret, bijgenoemd het Venetië van de Loiret is zeer mooi. We maak-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 10