Een reis naar Spanje.
De griep naakt vele slachtoffers
Gedurende de laatste weken heerscht in
den Zuid-Oosthoek van Drenthe en ook
in Noord-Oost Overijsel in erge mate de
griep.
In Coevorden en Schoonebeek heerscht
de ziekte bijna huis aan huis en dwingt
heele huisgezinnen het bed te houden.
Ook in Emmert dwingt de ziekte op vele
plaatsen velen het bed te houden. Een
geneesheer te Coevorden verklaarde dat
de ziekte thans even erg was als in het
najaar van 1918, toen zij als het ware
over het geheele land de goede functioneering
van het maatschappelijk raderwerk in
gevaar bracht. Dat er thans niet zooveel
aan de ziekte sterven als toendertijd, schreef
hij toe aan de omstandigheid, dat een deel
van de menschsn beter gevoed is dan in
1918, toen het physiek weerstandsvermogen
van de geheele bevolking, tengevolge van
dé langdurige distributie en rantsoeneering,
sterk verminderd was.
Hoewel de ziekte minder sterfgevallen
veroorzaakt dan in 1918, is toch ook thans
het aantal sterfgevallen niet gering. In
Schoonebeek zyn vóór 8 April 24 personen
gestorven, terwijl in 1925 over het ge
heele jaar het aantal sterfgevallen 25 is
geweest. In Ernmen zijn in 1925 387
personen gestorven. Vóór 26 Maart was
dat jaar het aantal sterfgevallen 97, een
normaal getal. Tusschen 26 Maart en 8
April werden echter 37 sterfgevallen ten
gemeentehuize aangegeven, welk getal
zeer hoog is. In Coevorden is het getal
sterfgevallen sinds 1 Januari 29, terwijl
in 1925 49 personen zijn gestorven. In
de laatste week stierven 7 personen, wat
abnormaal hoog is.
Ook in Dalen heerscht de ziekte erg,
maar hier is het aantal sterfgevallen niet
abnormaal hoog, zelfs lager dan het ge
middelde per kwartaal in 4925. Waar
in deze gemeente da economische toestanden
beter zyn dan in de buurtgemeenten, kan
dit een argument zijn voor de juistheid
van de redeneering van den Coevorder
geneesheer. In Etnmen is vooral het aantal
jeugdige kinderen, dat sterft, zeer groot,
Vermoedelyk speelt ook hier de ondervoeding,
aan welke volgens dr. Lodewyks te Nieuw-
Amsterdam niet minder dan 43.7 pet. der
schoolkinderen te Barger-erfscheiderveen
lijden, een rol. 0;er het algemeen dwingt
de ziekt® den zieke eeriige dagen het bed
te houden, waarna de toestand iets beter
wordt. Algeheele genezing laat dan echter
nog eenige weken op zich wachten.
o—
Relletjes te Rotterdam
De losse werkman C. C., die Zaterdag
middag, toen hij zich op het bureau voor
Maatschappelijk Hulpbetoon aan de Hoog
straat te Rotterdam om ondersteuning aan
meldde, niet vlug genoeg naar zyn zin
geholpen werd, heeft ter demonstratie van
zijn ongenoegen, de ruit van «en glazen
tusschenschot ingeslagen.
De losse werkman H. v. O., wiens steun
ingehouden was, omdat hij in de atgeloopeu
week gewerkt had en vergelen had, dn op
te geven, is d% armbezoeker, die du geval
gerapporteerd had, te lijf gegaan en heeti
hem een blauw oog geslagen. De twee
agenten, die tusschen beide wilden komen,
werden met een stoel bedreigd, v. O sloeg
met dit wapen d® helm van een der agenten
af. Zichzelf heeft hy aan beide handen
bloedend verwond.
De losse werkman C. W., die zich om
steun aanmeldde, maar wien dit niet ge
geven kon worden, omdat hij d® vorige
week zonder opgaaf van redenen van hem
verstrekt werk was weggebleven, heeft van
het bureau een ruit ingeslagen.
De drie werkloozen zijn opgesloten.
o—
foor een auto aangereden
Maandagmiddag werd de wielrijder M.
v. d. B., afkomstig uit Made, te Terheyden
aangereden door een luxe auto. De wiel
rijder werd zeer ernstig gewond. Zijn
beide beenen werden gebroken, terwijl hij
bovendien een zware hersenschudding op
liep. In zeer zorgwekkenden toestand werd
de ongelukkige naar het gasthuis te Breda
overgebracht. Den autobestuurder moet
geen schuld treffen.
o—
De gedienstige man
Een dame, die in de Loidsche straat t<
Amsterdam naar een winkeluitstalling stond
te kijken, liet haar handtaschj» vallen.
Eén van de roedekijkers was zoo vriendelijk
het voorwerp op te rapen en het de dame
terug te geven.
De dame vermiste later echter, naar
het IIbl. meldt, uit het taschje een enve
loppe met 'n biljet van 1000, drie biljetten
van 100 en één van 50 marken, alsmede
een portemonnaie met biljetten van f 10 en
van 20 en 5 mark.
o—
Waarschuwing.
De burgemeester van Boskoop waarschuwt
tegen het aanknoopen van zakenrelatie met
de fabriek »Laura«, die onder dezen firma
naam tracht kunstmest te verkoopen welke
echter uit turfstrooisel zou bestaan.
Inlichtingen zyn bij genoemden burge
meester te krjjgen.
o
Prins Hendrik te Silaan
Uit Milaan wordt gemeld,
Prins Hendrik met gevolg heeft, na
ontvangen te zijn door het bestuur van de
Jaarbeurs, een langdurig bezoek gebracht
aan het Nederlandsche paviljoen. Ir. Philips,
lid van het Nederlandsche eere-comité zegde
hem dank voor zijn belangstelling. Vervol
gens heeft de Prins zich opgehouden by
de luchtvaartafdeeliDg. Daarna is Z. K H.
naar Bazel vertrokken.
o—
Het verdrag Nederland—België
Aan het »Hbld.« wordt gemeld, dat de
nadere besprekingen tusschen ambtenaren
van het Nederlansche en het Belgische
ministerie van Buitenlandsche Zaken mede
loopen over wijziging van het profiel van
het kanaal AntwerpenMoerdijk.
o—
Een zak met f500 verdwenen
Maandagmiddag ging een bediende van
de Rotterdamsche Tramwegmaatschappy
per fiets van het kantoor in de Rozestraat
aldaar, naar een bank aan de Maaskade.
Achterop had hy vier zakken met geld
gebonden. Bij aankomst op de Maaskade
bleek een van de zakken inhoudende een
bedrag van f 500 verdwenen te zijn. Van
de vermissing is aangifte by de politie
gedaan.
o—
De Rtywielplaatjes
Voor den politierechter mr. C, Briët te
Amsterdam moesten zich niet minder dan
249 fietsers verantwoorden, omdat zij ver
zuimd hadden hun rijwiel van het «oor
geschreven belastingroerk (rij wielplaatje) te
voorzien. Overeenkomstig de vordering van
den rijksadvocaat werd de groote meerder
heid veroordeeld tot de minimum geld
boete f 5.
o—
Brandstichting 1
Naar aanleiding van plaats gehad heb
bende boschbranden op 3 dezer in de
wildbaan van den heer A. G. Krö'ler te
Harskamp, looft deze een premie van
f 250. uit voor deugene, die voldoende
aanwyzmgen geeft, dat de brandstichters
vervolgd en gestraft kunnen worden.
o
EEN POLITIESCHANDAAL TE BAARN.
Te Baarn heeft zich, naar de corr. van
het „Hbld." aldaar meldt, een politiedra-
ma afgespeeld, dat deze plaats een treu
rige vermaardheid geeft. De onlangs be
noemde adjunct-insp. van politie werd
Vrijdagavond door een troep jongens nage
jouwd. Hij meende den dader te kennen
en besloot zijn maatregelen te nemen.
Zondagmorgen werd de 22-jarige met
selaar Hendrik Bon door den adjunct
inspecteur van politie, die wegens afwe
zigheid van den commissaris tevens diens
functie waarnam, op het politiebureau ont
boden. Om kwart voor elf kwam hij daar
en dadelijk bij het binnenkomen vroeg de
adjunctrinspecteur:- „Je zult zeker wel we
ten waarvoor je komt?" I
„Neen," antwoordde Bon.
„Dan zal ik het je wel eens vertellen",
hernam de inspecteur. „Vrijdagavond ben
je dronken geweest en toen heb je mij
gezegd dat je mij wel lustte. Probeer
dat nu nog eens", en meteen begon de
adjunct-inspecteur den niets vermoeden
den jongeman met een gummistok te slaan.
Bon heeft toen nog de deur opengetrok
ken en den agent van politie, Huisman
die aan den overkant stond, te hulp ge
roepen. Door de slagen die Bon nog
steeds kreeg moest hij de deur weer los
laten. Hij werd daarna door den adjunct
inspecteur in een cel opgesloten. Daar
werd hij nog een keer of zes met den
gummistok bewerkt, zoodat het bloed langs
zijn gelaat liep en zijn lichaam blauw van
de slagen zag. Daar Bon niet tot bekente
nis was te brengen en als zijn alibi opgaf,
dat hij den bewusten avond naar een
zangvereeniging was geweest, heeft de
adjunct-inspecteur hem laten gaan, na eerst
zijn boord, die met bloed was bevlekt,
te hebben afgewasschen.
„Als je het bekend maakt, sla ik je hier
dood en begraaf je hier achter het bureau"
voegde de adjunct-inspecteur hem toe.
„Als men je vraagt, waarom je moest ko
men, zeg je maar, dat je mijn zwaar hebt
beleedigd, doch dat ik je niet heb wil
len bekeuren."
Bon moest zich direct onder genees
kundige behandeling stellen van Dr. Muijs-
ken en is Maandagmorgen met zijn vader
naar den adjunct-inspecteur geweest.
Deze heeft hem toen nog een sigaret
aangeboden met uitdrukkelijk verzoek om
deze zaak niet bekend te maken.
Bon heeft deze zaak echter aan den
Officier van Justitie te Utrecht in handen
gegeven.
De adjunct-inspecteur is door den w.n.
burgemeester den heer N. G. van Doornik,
in zijn -functie geschorst. Bon, die te
Baarn als een keurige jongeman bekend
staat, is door de ondervonden mishan
deling voorloopig nog niet in staat om
eenig werk te verrichten.
MOORD TE AMSTERDAM.
In het burgerlogement de Nieuwe Aan
leg, Noordermarkt n(o|. 9 te Amsterdam was
sedert drie maanden een zekere M. met
diens 25-jarige vrouw gelogeerd. De
man had zich als filmoperateur daar la
ten inschrijven, doch hij schijnt als zoo
danig niet bekend te zijn. Daar Woensdag
uit de kamer van den man en de vrouw
geen geluid vernomen werd, maakte de
eigenaar van het logement zich ongerust
en tegen den avond waarschuwde hij de
politie. Een inspecteur en een recher
cheur van het politiebureau Westerstraat
begaven zich daarop naar het logement.
Toen beide politiemannen met geweld de
kamer van het logement waren binnen
gedrongen, zagen zij het lijk van de vrouw
op het bed liggen. De vrouw 'was aan han
den en voeten gebonden en haar hals
was omsnoerd met een bonten zakdoek,
waarvan de uiteinden haar in den mond
waren gestopt. Uit een en ander maakte
de politie op, dat de vrouw door worging
om het leven is gebracht.
De vrouw lag gekleed te bed en had
nog haar hoed op het hoofd. Uit het
voorloopig onderzoek is gebleken, dat M.
Maandagavond heel laat in het logement
was gekomen en weinigen hadden hem
opgemerkt. De vrouw moet denzelfden
dag een bezoek hebben gehad van iemand
uit den Haag en uit wraak schijnt bij
M. het plan te zijn opgekomen de vrouw
van het leven te berooven. Buren zou
den hem hebben hooren zeggen: „Je gaat
nu voor straf naar bed."
Zeker is, dat M. 's morgens vroeg uit
het logement vertrokken is, zonder dat
iemand hem heeft gezien. Hij had dien
avond tevoren de kosten voor het logies
vooruit betaald.
Het onderzoek, dat de joolitie van het
bureau Westerstraat heeft ingesteld naai
den moord, heeft Woensdag niet veel
nieuw licht in de zaak gebracht. Tal van
personen zijn gehoord en de nasporingen
worden ijverig voortgezet.
Afgaande op de verkregen inlichtingen
%cht de politie het waarschijnlijk, dat de
z.g.n. filmoperateur, niet Gerrit Melchers
heet. Men neemt aan, dat hij zich onder
een valschen naam in het logement heeft
laten inschrijven.
De geworgde vrouw stond bij het lo-
Igement aan de Noordermarkt ingeschre
ven onder den naam Halfweg. Deze naam
was blijkbaar gefingeerd.
Op 19 Dec. j.l. zijn in het perceel
2e Jan Steenstraat 73 op kamers komen
wonen W. K. en Cornelia Wijker. Zij zijn
op 8 Jan. vertrokken, zonder adres achter
te laten. K. had ten nadeele van zijn hos
pita enkele huishoudelijke voorwerpen me
degenomen en werd in verband met dezen
diefstal gezocht. Hij was echter nog steeds
niet gevonden.
Bij de politie was nu, op grond van
verschillende aanwijzigingen, het vermoe
den gerezen, dat de vermoorde vrouw de
zelfde was ,die in de 2e Jan Steenstraat
heeft gewoond, De vroegere hospita is
Woensdagmiddag met het lijk geconfron
teerd en heeft verklaard, dat de versla-
gene inderdaad Cornelia Wijker was. Of
K. en Melchers verschillende namen voor
een zelfden persoon zijn staat echter niet
vast. Het is verder gebleken, dat het
paar, dat in de Jan Steenstraat heeft ge
woond, herhaaldelijk ruzie had. Ook in
het logement aan de Noordermarkt is er
nog al eens ruzie geweest tusschen de
vrouw en den man, die voorgaf Melchers
te heeten.
Een onderzoek, ingesteld naar een film
operateur van den naam Melchers, heeft
geen resultaat opgeleverd.
Noch bij den Bioscoopbond, noch bij de
brandweer was een operateur van dien
naam bekend.
~T"
INLEIDING.
Voort ging de sneltrein naar 't Zuiden,
al maar verder, ratelend en bonkend langs
stations en wissels, langs huizen en langs
bergen en gaarden. Landschappen ijlden
aan om ras weer te verdwijnen achter ons.
Biarritz was reeds gepasseerd en we
snelden aan op de Pyreneën, de grens
scheiding tusschen Frankrijk en het Ibe
rische Scheireiland. Onze coupé was ma
tig bezet en niets hinderde ons in on^
uitzicht op het voorbijvliegende landschap.
We hadden tijd en gelegenheid om onge
stoord nog eens terug te denken. Vier
weken reeds waren we op reis, dwaalden
we door Frankrijk.
PARIJS, de lichtstad, lumière de ville,
wij hadden haar doorkruist in alle rich
tingen. We hadden de wereldstad gezien
gaande in haar reusachtige straten, aan
bindend den strijd op leven en dood te
gen haar geweldig verkeer.
Trams, autobussen, taxi's en allerhande
ontelbare voertuigen, het is een warre
ling, een gedruiscli als van een fel be
wogen zee, doormengd met de scherpe,
schrille en zwaar loeiende geluiden van
autohoorns, een gewirwar van razend ver
keer, nu en dan onderbroken door den
machtigen artu of de seinlichten van den
verkeersagent. Dan staat in enkele oogen
blikken een geheele straat vol van voertui
gen, passeeren is dan haast niet mee*
mogelijk en men moet wachten. Een andere
straat loost in dien tijd haar verkeer.
De machtige arm verheft zich en alles
gaat weer voort. Nu vlug de straat over,
links en rechts en voor zich kijkend, half
weg opgehouden door auto's en bussen,
die je geen kans geven om te passeeren,
terug kun je ook niet, van alle kanten
snellen de voertuigen aan, scheren rake
lings langs je heen, je wijkt snel uit voor
een aanstormend gevaarte en staat het
volgend oogenblik voor een ander voer
tuig, je springt nog juist bijtijds- terzijde,
komt in botsing met een Parisienne dat
haar vuurrood geverfde lipjes trillen en
het poeder van haar bijgewerkte bleeke
wangetjes stuift. Zoo bereik je tenslotte
na velerlei angsten en gevaren den veili-
gen overkant. Op de trottoirs een gol
vende door elkaar krioelende menigte. Op
passen is het ook hier. Rechts uitwijken,
links uithalen, allerlei stalletjes en groote
winkeluitstallingen zoo maar op het trot
toir, behendig ontwijken, de kleintjes niet
onder den voet loopen en niet plotse
ling op het gezicht van een mooie win
keletalage pal blijven stilstaan als een boom,
in een veld, want een twintigtal botsingen
van allerlei aard, kan men daardoor op
zijn geweten krijgen. In de drukste uren
van den dag een groot plein oversteken is
synoniem met een poging tot zelfmoord.
Begeerig ziet men naar den overkant,
't is een heel ding het plein heeleimaal
rond te loopen, dwars het plein over is
het niet zoo heel ver, maar je voelt het
onbestemde, dat het noodlottig voor je
zijn kan. Op het plein is het een geweldig
gewirwar van voertuigen, een stroom naar
alle zijden waaraan geen einde schijint
te komen. Heel even is hier en daar een
doorgang, maar 't volgend oogenblik is
alles weer vol. Enfin je wil zegt „over
steken".
Je plant je eenen voet reeds moedig op
de straatsteenen, maar trekt hem met schrik
weer terug, een genieperig klein autootje
schuift rakelings voorbij. Nu zullen we het
wagen, neen, toch nog maar even wach
ten, een zware omnibus dondert vlak voor
je heen. Nu is de weg voor je, even vrij,
vooruit dus. Je loopt tien pas en allemach
tig je wordt er werkelijk koud van. Nu
zie je pas wat er gaande is. Voertuigen,
auto's en nog eens auto's, alles jaagt en
wringt door elkaar. Nergens geen door
gang. Men staat en kan niet van zijn
plaats. Aan alle zijden snellen de voer
tuigen op je aan. Radeloos spring je
rechts en links, vooruit en terug. De
dood schijnt overal naar je te grijpen.
Na een bange worsteling, wordt het mid
den, waar in den regel een vluchtheuvel
is, bereikt. Hier is het veilig en men zou
er willen blijven. Maar de andere helft
van het drukke plein ligt nog voor je,
want je kunt hier moeilijk een halven dag
blijven staan. Je krijgt spijt, dat je eerst
maar niet een levensverzekering gesloten
hebt, want er komt zoo zachtjesaan een
gevoel over je, dat hier alles samenspant
om je arme lichaam aan stukjes te rijden.
Maar tenslotte waag je het dan toch maar
weer, noodgedwongen.
En na het verschillende malen op het
kantje af gehaald te hebben, onder de
noodige verwenschingen van de chauf
feurs en telkens gedacht te hebben, nu
is het raak, het is afgeloopen met me,
bereik je met een zware zucht van ver
lichting toch eindelijk weer het veilige
trottoir. Je kijkt nog eens om1 naar de
plaats der bezoeking en je wordt bijna
trotsch op je zelf. Een slagveld kan haast
niet gevaarlijker zijn dan dat groote plein
met zijn razend verkeer. Zooiets gepas
seerd te zijn zonder te sneven, doet je
zelfvertrouwen krijgen. En dit laatste is
noodig in Parijs. De eerste dag hadden
we ervaringen als boven, maar toen wa
ren we er ook aan gewoon. Geen druk
plein of een volle straat kon ons meer
tegenhouden. Onder de leuze „kalmte kan
je hier redden" scharrelden we door de
drukste gedeelten. Wel deksels oppassend,
want het gaat hier altijd op het kantje
af. Eén verkeerde wending in dat drukke
gedoe en het aantal op de lijst van ver
keersongelukken is weer met een ver
meerderd.
Zoo doorwandelden we de Champs de
Elysees, de boulevards, de rue's, ons be
gevende van het eene bezienswaardige ge
bouw naar het andere, plattegrond van
Parijs bij de hand, beschrijving in den zak.
Zoo overschreden we de Pont Neuf,
de oudste brug van Parijs, dateerend van
1603, toegang gevend tot het eiland van
de stad, het oudste gedeelte, waar Romei
nen reeds paleizen bouwden.
Hier zagen we de beroemde kerk de
„Notre Dame" uit de 12e eeuw, een onvol
prezen voortbrengsel van gotische bouw
kunst, een kunstgewrocht in al haar dee-
len, machtig van exterieur, indrukwekkend
plechtig van interieur.
Het is Parijs grootste geestelijk gebouw.
's Avonds zagen we Parijs' grootste we-
reldsch gebouw, de groote Opera. Dit ge
bouw beslaat niet minder dan 11000 vier
kante meter oppervlak. De vermaarde „es-
calier d'honneur" of trappen van veel
kleurig kostbaar marmer zijn op zichzelf
reeds een bezoek waard. Overal een ge
weldige pracht en praal. En dan een kijkje
in de zaal zelf. Het grondvlak, welk een
afmetingen, de gaanderijen geheel in het
rond, vijf etages hoog. Het tooneel zelt
biedt minstens aan enkele honderden spe
lers plaats. Het plafond met prachtig de
coratief, het schittert hoog boven je. Over
al stralen de electrische bollen. In het
midden hangt een reuzenkroon met veler
lei geslepen kristal glazen. Honderden
electrische bolletjes en kaarsen doen het
glas schitteren in alle kleuren van den
regenboog. Opgevoerd werd dien avond
„Herodias". Dat was een eenig genieten
van muziek en zang, van voorstelling en
spel, van balletdans en kunst.
En dan het „Louvre", het wereldbe
roemde museum van beeldhouwwerken,
Egyptische oudheden, schilderkunst, enz.
waar niet te beschrijven kunstwerken en
kostbaarheden te aanschouwen zijn.
De Tuileriën, de Arce de Triomph als
herinneringen aan de overwinningen van
Napoleon I, de plaats de Concorde met
de Egyptische Obélisque en de acht stand
beelden van groote steden, de Dome des
Invalides met het praalgraf van Napo
leon I. Boven de deuren leest men de
bekende woorden van Napoleon „Je dèsvie
que mes condres reposent sur les bords
de la Seine du mellieu de ce peuple
francais que j'ai tant aimé."
Verder het Pantheon, eertijds kerk, la
ter bestemd als monument tot verheer
lijking van Frankrijk's groote mannen, het
Paleis en «den tuin „du Luxemburg" en „du
Tracadero", de Beurs, de vele andere be
zienswaardige gebouwen, poorten en stand
beelden. Niet te vergeten ook nog de
bekende „Seine" met haar vuil, troebel
water en haar stalletjes met oude boeken
op haar oevermuren. De Parijsche rivier
die voor velen die van het leven nietsi
meer te hopen hebben, een laatste toe
vluchtsoord en graf wordt.
Doch niet alleen van den beganen grond
zagen wij de millioenenstad, doch oox
vanuit de hoogte en wel vanaf de Sacré
Coeur, de kerk op den heuvel en vanuit
den 300 meter hoogen Eiffel to ren. Hoog
staat men hier boven alles verheven, men
overziet geheel Parijs en omgeving. Van
af deze duizelingwekkende hoogte heeft
men een zeer mooi panorama. Boven was
het geweldig koud en winderig en snel
daalden we met een lift weer naar bene
den en kwamen terug op de eerste ver
dieping waar een café en diverse kleine
vermakelijkheden zijn geïnstalleerd. Hier
vertoefden zeker wel een 150-tal menschen
die genoten van het mooie uitzicht en de
verschillende attractie's.
Doch wij zagen Parijs ook onder den
grond. We daalden af in één der velen
zich op de trottoirs of pleinen bevindende
trappen, waarboven het woord „metro"
naar onderaardsche gangen, passeerden het
loketje voor betaling en bevonden ons
in een ondergrondsch station. De metro
liet niet lang op zich wachten. Een ge
raas in de verte en uit een donkeren gang
komt even later het electrische treintje
aangeschoten. Het staat stil, deuren schui
ven open, even een druk beweeg van haas
tig uit en instappen, voort gaat het al
weer, de schuifdeuren klappen automa
tisch dicht en voor men goed en wel
heeft rondgezien is het volgende station
netje bereikt. Zoo raasden we door de
donkere onderaardsche gangen van het
eene stadsgedeelte naar het andere, som
tijds afdalend in een nog lager gelegen
metrostation, dat weer in een andere rich
ting voerde. Alles gaat vliegensvlug. Hier
geld: „time is money".
Vroeg in den avond reeds flikkeren
overal de lichten op, alles straalt in licht
en glans. Kunstige, veelkleurige lichtre
clames overal hoog in de lucht, afwisselend
en vervormend in regelmaat. Prachtige
winkeletalage's vertoonen hun luister. De
café's lokken in hun vroolijkheid van licht
en 'muziek. Schouwburg en bioscoop stra
len in kleurig lichteffect en uit de dans
paleizen stijgt het vroolijke leven, uitnoo-
digend zich zelf te vergeten en zich te
werpen in den maalstroom van vreugde
leven. In de prachtige winkelstraten pro-
moneert het duizendtallige publiek en daar-
tusschen door scharrelen heimelijk de pa
ria's der maatschappij, terluiks den vreem
deling terzijde loopend, hem verholen aan
biedend allerlei zaken op sexueel gebied,
die het daglicht niet mogen zien.
Overal in de straten en de café's loe
ren Venusgestalten met veelbelovende en
vragende blikken hun slachtoffers zoe
kend, meelokkend den zwakkeling naar
duistere zijstraatjes en plaatsen waar on
tucht verderf en misdaad hoogtij vieren.
Als in een droom doorleefden we on
ze reis nog eens. Na Parijs kwam Versail
les, het beroemde Paleis, gesticht door
door Lodewijk XIV. Wonderen van pracht
zijn hier te aanschouwen. De kostbaarheden
en de grootte der zalen zijn niet in te
denken. In de spiegelgalerij werd in 1919
den vrede geteekend door de vertegen
woordigers der oorlogvoerende mogend
heden.
Over Etamps waar we een oude toren
ruïne bezochten ,ging de reis naar Or
leans, geboorteplaats van Jeanne d'Arc.
Een groot standbeeld en een speciaal mu
seum met tal van bijzonderheden herinne
ren aan de beroemde maagd. Verder is
er een mooie Cathedraal uit de 12e eeuw
met fraai geschilderde boogvensters.
Olivet, een dorpje rijk aan natuurschoon,
aan de Loiret, bijgenoemd het Venetië
van de Loiret is zeer mooi. We maak-