Tweede Blad voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. lo. 1595 ïrijsiai 16 April jJ Jan Geerizen, Knellende Banden. Parijsche Modebrieven Ruime auto- garage's BEHOÖRENDÉ BIJ HET HET LIGT MET AAN HET WEER; Gij behoeft bij vochtig weer niet rheumatisch te zijn, als gij slechts zorg draagt voor goed werkendenie ren. Onder normale omstandigheden stroomt door uw gestel rijk bloed, dat de weefsels hersteld en voedt. Dit bloed zuiver te houden is (je taak der nieren. Te veel werk, zorgen en weersver anderingen verzwaren deze taak, en dan kunnen de nieren overspannen worden. Zij kunnen dan niet het urinezuur en andere schadelijke on zuiverheden behoorlijk uit het bloed filtreeren. Scherpgekante kristallen, vormen zich in de spieren, gewrich ten en weefsels der zenuwen. Dit leidt tot rheumatische aandoeningen bekend als spit, ischias of rheuma- tiek, naarmate de rug, beenen of andere deelen van het lichaam wor den aangetast. •Zoodra men urinestoornissen, rug pijn, waterzuchtige zwellingen of an dere verschijnselen van een nier aandoening opmerkt, gebruik© men Fosters Rugpijn Nieren Pillen. Zij hadden succes, zelfs in gevorderde gevallen van nierkwalen. Let op de verpakking in glazen flacons met geel etiket (alom ver krijgbaar), waardoor gij zeker zijt geen verlegen buitenlandsch goed te ontvangen. Prijs f 1.75 per flacon. ...laat de Staat zich onthouden (al zal het hem moeite kosten) om vrij willige overeenkomsten die goed kunnen zijn, om te smeden in knellende banden. „Vrijheid" is een begrip, dat dikwijls misbruikt wordt als een leuze om aller lei uitspattingen op elk gebied te ver dedigen, maar in werkelijkheid is het één der meest kostbare goederen van ons volk. Misschien ook wel daarom voelen wij het groote belang der individueele vrij heid zoo sterk, omdat zij in den loop der tijden menige veer heeft moeten la ten en tal van opzichten plaats heeft moeten maken voor gebondenheid. Men moge dit betreuren, de noodza kelijkheid diende veelal erkend te worden, en dat het individu plaats moet maken voor de gemeenschap, indien het algemeen belang zulks eischt, spreekt vanzelf. Prof. mr. M.* W. F. Treub zeide het indertijd volkomen juist in zijn inaugu rale rede: „De grenzen der vrijheid van ieder worden bepaald door het belang van allen en derhalve is elk individueel recht aantastbaar en moet aangetast wor den, zoodra het belang der maatschappij waarvan de individu deel uitmaakt, dit vordert." Geheel anders wordt het echter, in dien men de vrijheid van het individu gaat aanranden, om een groepsbelang te dienen, terwijl juist het algemeen belang net best gewaarborgd is bij de vrijheid. Dan dient men uiting te geven aan zijn verlangen om zichzelf te mogen zijn, om verschoond te mogen blijven van knellende banden ,die overbodig en schadelijk zijn voor ons volk in zijn geheel, maar die misschien op de schouders van enkelen gouden ketenen zullen blijken te zijn. Het is daarom dat stelling genomen moet worden tegen het aanhangig gemaakte voorontwerp van wet betreffende de bin dend verklaring van collectieve arbeids overeenkomsten. Plaatsruimte belet ons om» ttót interes sante onderwerp van alle kanten te belich ten, maar anderzijds is het te belangrijk en vooral nu de regeering gevolg heeft gegeven aan den aandrang van belangheb benden om niet te trachten enkele van de voornaamste bezwaren tegen dit proef konijntje naar voren te brengen. Het wetsontwerp heeft ten doel, om collectieve arbeidsovereenkomsten onder be paalde omstandigheden, algemeen verbin dend te kunnen laten verklaren door de overheid. M.a.w. een collectieve arbeids overeenkomst tusschen een groep werkge vers eenerzijds en een groot aantal werk nemers anderzijds, die een dergelijke over eenkomst geheel vrijwillig hebben, gesloten, wordt nu ook van kracht voor patroons en arbeiders ,die van de c.a.o. niets wil len weten. Zij kunnen door de overheid worden gedwongen om zich te onder werpen, aan de, in bedoelde overeenkomst vastgestelde loonen en arbeidsvoorwaarden. Welke bezwaren daaraan verbonden zijn, leert ons een simpel voorbeeld, dat door mr. P. W. J. H. Cort van der Linden op Quidelijke wijze is uitgewerkt en dat wij gaarne gedeeltelijk overnemen. Gesteld, dat van de 10.000 behangers patroons, die Nederland telt, er 9990 in een patroonsorganisatie vereenigd zijn, wel ke vereeniging met de behangersgezellen in een arbeidsvakvereeniging verzameld, een collectief contract heeft gesloten, waar bij het uurloon op f 0.50 is bepaald. Op hun verzoek komt nu de overheid en zegt tegen dien éénen overblijvenden be hanger, dat hij aan zijn gezel ook f 0.50 per uur moet betalen. Laten wij nu ver der veronderstellen, dat die eene behanger een klein baasje is, die, omdat hij zelf hard en goedkoop werkte, veel bestellingen kreeg. Er komt een tijd, dat hij het werk niet meer alleen af kan, hij moet er een knecht bij nemen, maar wil de arbeid van dien knecht hem geen verlies worden, dan zal zijn loon f 0,40 per uur moeten bedragen. „O, neen", zegt dan Vadertje Staat, beste vriend, als gij e€n knecht wenscht moet en zult gij hem f 0,50 per uur be talen." Misschien durft ons kleine baasje tegen dien machtigen staat te zeggen: „Maar waarom? een arbeider kan in mijn woonplaats oest van f 0,30 per uur leven, zie maar naar gindsche arbeiders groep, waarom moet ik, die bereid ben t 0,40 te geven, nu ineens t 0,50 betalen? „Ja, beste vriend", antwoordt de staat „een loon van f 0,30 per uur is in uwe gemeente nog zeer behoorlijk, maar ziet gij uw bedrijfsgenooten "hebben een loon van f 0,50 gedecreteerd; ik, Staat, acht nu op grond daarvan voor de behangerij een loon van f 0,50 per uur redelijk, ik wil, dat gij een redelijk loon betaalt, zoor dat ik, Staat, beveel dat gij f 0,50 per uur aan uwen knecht uitbetaalt." Ons behangertje kan nu drie dingen doen le. kan hij de bepaling van den staat ontduiken, wat het meest waarschijnlijk is; 2e. hij zal geen knecht nemen; 3e. hij zal een knecht nemen voor t 0,50 per uur; In alle drie gevallen wordt de gemeen schap belangrijk geschaad. In het eerste geval is van een stoere werker een wets- ontduiker gemaa/et, in het tweede geval wordt de gemeenschap op kosten ge jaagd, omdat een aantal bestellingen, an ders geplaatst bij den goedkoopen be hanger, nu, of bij een duurderen, of in het geheel niet geplaatst worden en in het derde geval wordt het kleine baasje over den kop gejaagd, omdat slechts een gezel van f 0,40 per uur voor hem ren- deerend is. Ziehier een eenvoudig geval, dat, in de practijk natuurlijk veel ingewikkelder zal zijn, maar dat in de werkelijkheid ontel bare malen is voorgekomen en zal voor komen. „Alle begin is moeilijk", ook in zaken, ja, zelfs vooral in zaken en tal van indu strieën zijn groot geworden, omdat zij konden beginnen op bescheiden schaal, lagere loonen konden en moesten geven, zoolang de kinderschoenen nog niet kon den worden uitgetrokken. En waarom is het noodig dat hier dwang wordt opgelegd? Algemeen belang, waarvoor het individu moet wijken? Zeker, zeggen de voorstanders, de bin dendverklaring is noodzakelijk, omdat an ders de C. A. O. gevaar loopt en deze is een algemeen belang. Immers door die C.A.O. wordt de bedrijfsvrede bevorderd, tusschentijdsche conflicten zijn uitgesloten en de werkgevers kunnen voor geruimen tijd hun prijsberekeningen maken, op de basis van bepaalde arbeidsvoorwaarden. Ongetwijfeld zijn dit niet onbelangrijke voordeelen voor de werkgevers, maar is daarmede gezegd, dat zij deze voordee len, die zij koopen, door middel van een c. a. o. en die zij betalen met hooge loonen, niet te duur kunnen koopen. Natuurlijk, zal men zeggen, deze be- drijfsvrede is een financieel offer waard, maar het offer kan zoo groot worden, dat de bedrijfsvrede te duur gekocht is. En hoe het blijkt als de prijs te hoog is. Als de druk van het water te hoog wordt, sijpelt het water door en kondigt het gevaar aan. En is de bedrijfsvrede te duur gekocht, dan zien wij de concurrentie van de niet- georganiseerde patroons met succes den kop opsteken. Deze concurrentie moet een waarschu wing zijn, zij is, als de veiligheidsklep van den stoomketel. Maar wat zal het gevol zijn van de bindendverklaring? Dat de veiligheidsklep netjes wordt af geschroefd, dat men de aanwijzing, dat de bedrijfsvrede te duur gekocht is, on mogelijk maakt en dat men dus „vrij spel" heeft. De groote prikkel, die thans in de con currentie gelegen is, om- de loonen binnen redelijke grenzen te houden, ontbreekt. De werkgevers zullen minder weerstand bieden aan den natuurlijken aandrang der arbeiders tot verhooging der loonen, want hun concurrenten betalen ook meer. De prijzen zullen stijgen en... het publiek wordt de dupe. Sijmen betaalt! Want niemand is er, die zich om hem bekommert, en het prijsniveau zal stijgen. Maar niet alleen het publiek wordt de dupe. Tal van bedrijven worden gedwongen loonen te betalen ,die zij niet kunnen ver dienen en zullen dus verdwijnen. Werkloosheid troef. Een aantal arbei ders heelemaal geen loon, omdat de rest te hoog loon heeft. Maar wiens belang is de bindendverkla ring dan eigenlijk wel? zal men vragen. Voor die arbeiders, die profiteeren van de hooge loonen.? Al evenmin, want zij zullen het meerdere loon, in hun bedrij/ verdiend ,zien verdwijnen aan de geste gen jprijzen tengevolge van de hoogere loonen hunner collega's. Daarom nog eens. Laat men toch niet trachten onder de leuze van „het alge meen belang eischt het, in ons land gaan experimenteeren met iets, dat niet alleen geen algemeen belang is, maar zelfs hee lemaal geen belang is. Laat de werkgevers en werknemers onderling hun .verhoudin gen regelen, maar laat de Staat zich ont houden (ai zal het hem moeite kosten) om vrijwillige overeenkomsten, die goed kunnen zijn, om te smeden in knellende banden, die het Nederlandsche bedrijfs leven noodeloos verstarren en het leven noodzakelijk duurder zullen maken. In het tusschenseizoen. In het tusschenseizoen, wanneer we de war me, met bont afgezette mantels uitlaten, ko men natuurlijk de sportcostuums voor den dag. Eenvoudige prettige mantelpakjes zijn 't, goed van lijn, bijna zonder andere gar neering dan enkele plooitjes hier en daar en een smalle peau de suede ceintuur. En voor wie zijn deze costuums wel meer geschikt dan juist voor onze jongemeisjes, slank en tenger van figunr en nog te jong om reeds een «elegante« te zijn. Prettig is 't dat men op 't oogenblik weer baretten ziet dragen. Soms zijn deze heel chic, van fluweel, met alle plooien naar een zijde getrokken, waardoor men een groote brillantenspeld heeft gestoken. Voor jonge meisjes zijn de baretten echter het aardigst in hun eenvoudigen vorm van dezelfde stof als het mantelcostuum of van fluweel in de zelfde tint. bere donkere. 19 de fantasie op 't oogenblik zeer groot in blouses, de hemdblouses met z'n even- heerachtig karakter, is toch wel het meest inden smaak, al wordt het stren ge wel zeer getemperd door de mooie soepele stof en de fijne pasteltint. De [i keurige blouse van onze teekening is van lichtgroe ne crepe de chine, afgezet met smalle bidès in don kergroene kleur. Hoe kapt ge uw haar? Wie de haren weer laat groeien - en er zijn wer kelijk enkele dames, die den moed hebben - moet een lastigen tijd door maken. De haren worden al spoedig te lang voor het page kapsel en toch zijn ze nog te kort voor elke ander coiffure. Op onze teekening ziet ge een kapsel dat ge ook van de kortste haren ma ken kunt. Ons dunkt dat beschrijving hier over bo- dig is. Alleen willen wij unog even voorstellen van de imitatie schildpadden spangen die hier voor zulke «was sende" haren ge bruikt worden. 'tZijn banden in den vorm van 'n halve cirkel, welke in 't mid den 'n gleuf heb ben waardoor men de h aar uiteinden steekt. Men rolt nu den band om en om tot deze achter tegen het hoofd vastgeklemd blijft. Men krijgt op deze manier zonder moeite een keurig gekleed kapsel tje. WILHELMINE. Hei mantelcostuum van onze afbeelding is van dunne lila wollen stof met een bijpas sende baret. Het manteltje heeft een glad schouderstuk en aan beide zijden enkele smalle plooien. Een origineele cape. De avondcapes van rijke en schitterende stof, worden hier zoo veel gedragen, dat som mige dames, om eens iets anders dan anderen te hebben, tot eigenaardige middelen haar toevlucht nemen. Zoo stapte kort geleden voor de Groote Opera een dame uit haar auto, gewikkeld in een cape van sprekend roze fluweel met een zeer grooten, uit breede plooien bestaanden kraag die tegen het hoofd opstond. Vanaf de hoogte der ellebogen was de geheele cape bedekt met zwart fluweelen bladeren, dak pansgewijze over elkander gelegd, elk blad met fijn gouddraad geaderd. Wanneer de draagster liep of zich bewoog, waaiden de bladeren lichtelijk omhoog en zag men weer den rozen ondergrond van de cape. Onze blouses. De blouses zijn nog altijd in leven en wat meer zegt, ze worden graag gekocht. Vooral slanke, tengere figuren kunnen zich de luxe veroorloven, om op een donkeren rok een aardige sprekende blouse te dragen. Ge moest den nienwen blousevoorraad eens zien in de groote Parijsche magazijnen, 't Is het land der duizend-en-een blouses. Er zijn heel een voudige, die ongeveer 20 fr. kosten. Een aar dige blouse komt minstens op 40 of 60 francs. Maar voor een mooie blouse moet ge toch zeker 130 franc neertellen, 't geen we hier heel duur vinden. Maar dan zijn ze ook snoezig. Van moderne, kleurig bedrukte zijde in alleraardigste modelletjes of in een ge distingeerd overhemd model, in alle kleuren en vormen die ge maar wenscht. En 't is wer kelijk heel moeilijk een keuze te maken. Ge lukkig dat men in Parijs zoo heerlijk „lastig" zijn mag en de blouses betasten, bekijken en aanpassen kan naar hartelust. Het voordeel van 't dragen van blouses is, dat men eens wat meer afwisseling in z'n kleeding kan brengen en ook in den winter lichte sprekende tinten dragen, die ons vrou wen toch meestal beter staan, dan de som- De oolossingen van de vorige raadsels zijn LEIDEN 's GRAVENHAGE OMMEN VENLO EINDHOVEN DORDRECHT 1. Egmoncl. 2. de ooievaar. 3. Als ze in het water komen. 4. Sikkel. Nieuwe raadsels 1. Zoek in de volgende zinnen de ver borgen namen van bloemen, planten en boomen. De matroos liep snel en lesciite zijn dorst. Door, nu moet je verstandig zijn, eet vlug je ei, kind. Willem Beukelsz. vond het haringkaken uit. Turfmolm ge bruikt men als brandstof. Vrouw, geef mij mijn Zondagsche jas, mijn andere is ge scheurd. 2. Eerst wit als sneeuw, dan groen als gras, dan rood als bloed, eerst dan smaakt het goed. Ra, ra, wat is dat? 3. Waar begint de rook en eindigt het vuur 4. Maak van de volgende lettert* oen naam van een bekende Hollandsche graaf. ddeeffilorsvij. OOM KAREL. HET AVONTUUR VAN JOESOEF. Heel lang gelden leefde er in het Oos ten een man, die vox r weinige stuivers aan het volk een geneesmiddel verkocht. Niemand in de stad wist, vanwaar de vreemdeling gekomen was. Die vreemde ling heette Joesoef. Het zonderlingste was, dat Joesoef zeide, dat zijn geneesmiddel alle ziekten genas, zelfs de ergste ziekten waartegen de dokters niets konden doen. Hij droeg een heel vreemd pak, van slan- genleer gemaakt en op zijn hoofd een zij den tulband, met een grooten diamant versierd. En hij woonde heel alleen in een klein huisje, met als eenig gezelschap een leeuw, een tijger en een slang. Als hij op de markt van de stad ging staan en de menschen toesprak en zijn geneesmiddel aanprees, kwam er al gauw een dichte menigte om hem heen staan, ledereen kocht van zijn geneesmiddel en Joesoef ont ving dus heel wat geld. Het gekste van alles was wel, dat de menschen, die zijn geneesmiddel gebruik ten, allen verklaarden, dat zij werkelijk genezen waren. Het meest verbaasd daar over wasJoesoef; want zijn genees middel was niet anders dan een beetje water met vijgensap. En Joesoef was niets anders dan een gewone bedrieger, die ge bruik had willen maken van de goedge- loovigheid van de menschen. Maar hoe het dan ook zij, vele zieken in de stad wer den gezond. Dit kwam ook den groot-vi zier van den sultan ter oore. Nu was op dat tijdstip de zoon van den sultan juist heel ziek. De sultan had alle geleerden uit het heele land laten komen. Die hadden den armen kroonprins onderzocht, had den hem wel honderd keer zijn tong laten uitsteken, en hem wel duizend keer zijn pols gevoeld en hem wel zeker hon derd verschillende drankjes laten slikken. Ze keken erg geleerd, mompelden ge heimzinnige woorden, krabden zich achter de ooren en.... zwegen. Want ze wisten niet, wat de prins mankeerde. Maar, dat zeiden ze natuurlijk niet. Ondertusschen werd de prins maar niet beter. De groot-vizier, die juist van den sultan een standje had gehad, omdat hij zonder voeten te vegen de kamer van den Sultan was binnengeloopen, wilde het graag weer goed maken. Daarom zei hij tegen den SultanHoogheid, heeft U al gehoord van dien vreemdeling Joesoef? Het volk zegt, dat hij alle ziekten ge nezen kan. Waarom laat u hem niet hier komen, om den kroonprins beter te maken? U kunt hem dan zeggen, dat hij opge hangen wordt, als hij den prins niet ge neest. De sultan had er wel ooren naar en liet dadelijk Joesoef bij zich brengen. Toen Joesoef de boodschap kreeg, wilde hij eerst de beenen nemen, maar de sol daad die hem de boodschap bracht, keek zoo leelijk en rammelde zoo met zijn krom men sabel, dat hij maar besloot mee te gaan naar het paleis. De sultan zat boven op zijn troon en al de geleerde dokters omringden hem. Toen stond de sultan op, wenkte Joesoef om voor den troon te Komen en zei: Joesoef ik heb gehoord, dat je een geneesmiddel hebt, dat alle ziekten geneest. Is dat zoo? Ja, Hoogheid, zei Joesoef brutaal, of schoon hij inwendig sidderde van angst. Prins Ali is ziek, ging de sultan voort, en geen een van al deze wijze en geleerde dokters heeft hem kunnen genezen. Ik wensch dus, dat jij hem geneest. Maar eerst wil ik je geneesmiddel op de proef stellen. Daarom heb ik in de kamer hier naast 10 zieken, kreupelen, lammen en andere ongeneeslijke zieken laten bren gen. Als je die eerst genezen hebt, dan moet je den kroonprins genezen. Maar denk erom, als je niet slaagt, laat ik je in stukjes snijden en inmaken. Joesoef rilde. Zonder een woord te zeggen ,ging hij de kamer binnen, waar de tien zieken lagen. Langen tijd keek hij ze aan en dacht na. Toen kreeg hij op eens een inval. Hij schraapte zijn keel en sprak: DE DALING VAN DEN BELGISCHEN FRANC. Een paar maanden geleden rapporteerde de Nederlandsche gezant te Brussel in voorzichtige termen, maar geruststellend over den stand van de Belgische rinan- ciën en het betaalmiddel. Onze Minis ter van Buitenlandsche Zaken liet dit rap port in „Handelsberichten" publiceeren. De strekking der openbaarmaking was de handen der Belgische regeering te ster ken in hare onderhandelingen over de buitenlandsche leening waarvan ook Ne derland een deel zou opnemen. Zoolang de politieke verhouding tusschen Nederland en België niet gezuiverd is, het tractaat van 3 'April 1925, hetwelk een aanslag op ons gebied is, ingetrokken wordt, mag er geen sprake zijn van geldleening aan België. o— MEDEZEGGINGSCHAP. De staking bij de tramlijn Zutphen-Em- merik is een strijd om de macht tusschen werkgevers en werknemers. Er was een werkman ontslagen bij de Maatschappij, hierover werd geconfereerd en de be- 1 paling gemaakt ,dat het verhvandelde door een der partijen niet gepubliceerd zou worden zonder goedvinden der andere par tij. Tot tweemaal toe schond de werkne mersorganisatie de afspraak, zoodat de Maatschappij het contract verbrak, dat zij wilde herstellen, als de werknemers ver ontschuldiging aan boden en de verzeke ring gaven dat herhaling niet meer zou voorkomen. Zij weigerden dit (de Ned. Vereeniging) en wilde door krachtsvertoon het laten rijden van autobussen voor eigen rekening de Maatschappij „klein" krijgen, wat in het Westland niet was gelukt. De lijn Zutphen-Emmerik zou de Victorie moe ten brengen. Dat wu n.l. medezeggenschap. De eerste begrippen van „fatsoen" kennen de „lei ders" nog niet. Wat zouden de fabrieks geheimen gauw op de markt zijn, en de fabrieken gauw op de flesch. van ouds bekend H6tel Café Restaurant Uitspanning. St. Jansstraat 10-12 '8 BOSCH. Tel. Interc. 436 Station N.A.B.O SLEEUWIJK-'s B08CB Beste jongens en meisjes. (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 5