mmiAM'ïm. Romances van de woeste Zee. De hevigste OP HET KERKHOF. Het Belgisch-Nederlandsch verdrag. Hinderlijke Stand. Plaatselijk Nieuws Wind-bewogen bogen bloesemende boomen, Witgetooide wachters om den hof waar dooden droomen, Hun wijdstrekkende armen, als wilden zij weren, Moedwillige machten, omkocht hun gebied te onteeren Besefloos voor hun bedoelen, schoon uur na uur ToevendTmder hun koepeling, en onbekend met hun taal, Merkt de doodgraver niet de smart der natuur, En achteloos glijdt door hun vezels zijn schimmerend staal Er wacht een doodeLangs 't mulle zandpad recht zijn spft Het eng verblijf... Glimmerende houtresten delft voor en na Hij op, naast brosse beenderen, van een, verwaand eens als wij Wie daar éérder gerust heeft De doodgraver zwijgt en het graf zwijgt als hij Wie daar éérder gerust heeft Gewis geen diergenen, Die rijk wel in goud, maar arm in liefde, Nooddruft weenen Lieten voor hunne poortHun molmend skelet, Gruist onder het grauwe graniet van gindsche zerken, maar hun bed Is daarom niet zachter en hun slaap niet zoeter Wie déAr eerder gerust heeft, k&n geweest zijn, een dier braven, Die worstelend wrochten om zich-zelf te blijvendie slaven En sloven voor hun groot gezin, baarmoeder Der Maatschappij en fundament van den Staat; wier Behoeder God alleen isdie, schoon merg en spierweefsel der Gemeenschap, Door de bezitters miskend en door de armen benijd, beider gemeenschap Derven moeten die stug daarom en stoer, onbuigzaam streven Naar eigen doel, maar wier arbeidzaam leven Hun karakter adelt en hun wil staaltdie onder den last Slechts buigen om te arbeidenOngepast Lijkt mij daarom de roering van hun stof, maar de geest Die hen rusteloos voortjoeg door 't leven, vreest Voor hèn zelfs de rust van het graf... Maar dien men eerder daar rust gaf, Kan óók geweest zijn een dier armen, die in winterdagen Bibberend bedelen om brandstof en brood, of wel, rantsoeneerende, dragen Hun groot maar geheim gebrekwier kinderen vermageren, En wier vrouwen verschrompelen in zorgen, maar krijtende klageren Niet zijnverstompt voor idealen en aan verlangens gespeend, Plooit geen lach van verrukking ooit hun lippen, versteend En dof als zij schijnen door moedeloosheid en nood. Maar hoe dankbaar kent Gód hen voor eiken brok brood, Dien Liefde hun toereikt met een vriendelijk woord. Diè liefde, die hen aanziet als genooten van 't zelfde oord Des doods, waar zij aan zij zij zullen toeven op Jezus' stem daar behoeven Niet langer zij te trillen onder de wreede woorden der rijken, Geen giftpijl der spot snort daar rond, déAr zijn allen gelijken.. Rechtvaardige God, geprezen zij Uw NaamUw werken Zijn recht en waarachtig en zerken Noch zoden bedekken voor onze da&n Wij allen staan schuldig: rijken, zwoegers en armen; zie aan Ons in Uw Zoon, en leer zóó ons elkander steunen en minnen Als kinderen van éénzelfden Vader, hoe verspreid in gezinnen. Zie's&an/ons\ in Hèm Wiens stem eens het doodenrijk doorklinken Zal; Zie aan ons in Hèm, opdat juichende ontwaakt, blinken Wij zien Uw ontferming, en hand in hand nederknielende, eeuwig U loven Vmn 12 April 1926. J. TIMMERMANS. Het komt ons niet overbodig voor nog eens iets over dit verdrag te zeggen. Het is het allerbelangrijkste stuk op het ge bied der internationale politiek, waarin Nederland sedert een lange reeks van ja ren betrokken is. Nederland mag het ver drag, zooals het aan de Tweede Kamer ter oeslissing is gegeven, niet aanvaarden. Nederland mag dat met doen, terwille van zijn nationale waardigheid, wil het Ne- derlandsche Volk zijn zelfstandigheid hoog houden en aanspraak blijven ma ken op den eerbied van de andere be schaafde natiën, ook van België. België kan evenmin als wie ook iets ge voelen voor Nederland, waneer 't het zeer te waardeeren verlangen, om in vriend- Ean serie boeiende artikelen van onver melde kruistochten en beroemde schepen door F. J. CHAMBERS. (Oud-Officier, der Britsche marine.) Nadruk verboden. MATROZEN EN HUN BIJGELOOF. De bijgeloovigheid van matrozen is se dert eeuwen bijna spreekwoordelijk ge weest. Dit behoeft niemand te verwonde ren, wanneer men bedenkt dat de ou- derwetsche matroos zich overgaf aan de gevaren van de diepte met weinig hulp van wetenschap en ondervinding. Hij zocht zijn vergoeding voor deze te korten in het geloot aan bovennatuurlijke machten en ook in het toekennen van zekere beteekenis aan cijfers en teekens, welke hem konden voorspellen of zijn reis ai dan niet g unstigtzou worden. Sommige van deze gewoonten bestaan heden ten dage nog in den vorm van tra dities, niet meer als geloof. Bijvoorbeeld het noemen van meisjesnamen aan den gemecnschappelijken maaltijd, hetwelk goedgemaakt moest worden door het ge ven van een „rondje" drank. Zelfs de officieren der Britsche en Amerikaansche Marine houden op het oogenblik deze gewoonte nog in eere. Een verklaring van den oorsprong dezer traditie is, dat het noemen van een meisjesnaam meestal aanleiding gaf tot ruzie, aangezien door gaans twee matrozen op hetzelfde meisje verliefd werden als zij ergens in een vreemde haven binnenliepen. schap met zijn buurman te leven, zóó ver drijft ,dat het zijn eigen volk onnoodig benadeelt en afstand doet van zijn sou- vereine rechten. De internationale positie van Nederland zou derhalve, wanneer 't Verdrag mocht worden aangenomen, be langrijk worden verzwakt. Niemand zal ontkennen den plicht van Nederland om de verdere economische ontwikkeling van België, met name van Antwerpen, te be vorderen, voor zoover de medewerking van Nederland daarvoor onmisbaar is. Maar uit dien plicht volgt niet, dat Ne derland ook in onredelijke eischen moet toestemmen. Waarborgen behooren te worden gege ven, dat op de Schelde geen werken zul len worden uitgevoerd, die de Zeeuw^che polders kunnen schaden. Toestemmen in het verbod van een on derzoek van op- en afvarende schepen op de Schelde mag evenmin worden aan vaard. Het beloodsen van de Wielingen uitslui tend aan België over te laten, is zeer be denkelijk. Binnen zeer korten tijd zou Bel gië zich daar heer en meester gevoelen en het buitenland zou weldra België als zoodanig algemeen stilzwijgend erkennen. Het beloodsen van Wielingen en Oostgat, kan zeer goed, b.v. voor drie maanden, bij beurte door Nederland en België ge schieden. De nekslag, die in het verdrag aan Ter- neuzen wordt toegebracht, behoort te wor den voorkomen. Uitgesloten moet zijn, dat, door lagere heffingen de Belgische boven de Neder- landsche havens kunnen worden bevoor deeld. Het recht van Nederland, om de Bel gische oorlogsschepen op denzelfden voet te behandelen als de oorlogsschepen van alle. andere natiën moet onomstootelijk vast staan. Beter, eerlijker in elk geval, zou net zijn, de bepaling, dat Antwerpen geen oorlogshaven mag worden, te handhaven. Zonder recht van doortocht in oorlogs tijd heeft België er immers niets aan. Al deze punten, en nog meer, behoo ren atdoende te worden geregeld in het Verdrag zelf. Zoo ook de verdeeling der kosten van de kanalen. Met aanvulling der toelichtende memorie komt men er niet. Het geldt hier een overeenkomst van diep ingrijpend belang, wellicht voor een onafzienbare reeks van jaren. De uitlegging van zulk een Verdrag mag niet afhankelijk zijn van de persoonlijke inzichten der toevallig op zeker tijdstip zetelende regeering. De openbare meening in Nederland zou zeer veel kalmer worden, wanneer uit het Verdrag inderdaad het verlangen sprak om over en weer elkaar alles te geven, waarop men recht heeft. Wanneer het Verdrag in de Tweede Kamer in behandeling mocht komen, be hoort derhalve vooraf te gaan: wijziging van het Verdrag, opdat het in overeenstem ming kome met Nederland's souvereine rechten en zijn economische belangen niet meer kan schaden dan onvermijdelijk is; aanvulling ook om er het karakter van wederzijdsche .consessies aan te geven. Op die wijze zal zooveel mogelijk ge vaar voor een minder goede verstandhou ding tusschen beide landen worden verme den. steenpuisten, bloedvinnen,negenoogen, H| oude en verwaarloosde wonden, zwe- I rende borsten, fijt, likdoorns en wrat- H ten geneest binnen enkele dagen de 1H wereldberoemde Oprechte Win- gil sumer Zalf, alsook dauw baard- sa en ringworm, winterhanden en voeten, H[ barsten, kloven, aangezichtspuistjes, H open beenen en alle mogelijke wonden. I Attesten ter inzage. Prijs p. bus f0 75 en 11 35. Verkiygbaar bij Apoth., Drog. en ra| vele winkeliers. Gen -Agent J.CDE VRIES Winsnm(Gron) fü GmicHEM. Geboren: Geertje Engelina Maria, d. van C. F. Smit en W, v. Andel. Getrouwd: Joh. Labregt, 28 j., en Joh. van Akkooy, 25 j.; D. Buk, 24 j., en A. v. d. Ven, 23 j Overleden: Klara v. Veen 67 j. echtgenote van W. v. Heusden. DE WERKEN EN SLEEUWIJK. Geboren: Pieter Marie z. v. W. ZEESLANGEN. Het bijgeloof, dat waarschijnlijk wel het meest de aandacht van de landbewoners heeft getrokken, was de beroemde ver telling van de Zee-slang, ook bekend als Kraken, Leviathan en onder andere namen. Elke beschrijving van dit „zeemonster" is steeds weer verschrikkelijker dan de laatste en hoe meer verhalen men ervan leest ot hoort, hoe ongeloofelijker de zaak gaat lijken. Maar en in die dagen was er ook mets bekend van de „oephalopoda" of duivelsvisch, die leefde in de schaduw rijke' ld lepten der oceaan. En zoo min als van dit koppootige weekdier met zijn kring van trechtervormig geplaatste armen rond den kop, wist de wetenschap iets te verha len van andere dieren, zooals de achtar mige .poliep en zijn reiusachtige nicht, de pijl-inktvisch. Nu zijn zij gevangen en kan men ze, opgezet, bewonderen in de museums, terwijl er over deze mon sters gesproken wordt als „interresant zo ologisch studie-materiaal." Maar het is niets te verwonderen dat in dien ouden tijd een matroos hevig schrok wanneer hij zulk een monster te zien kreeg en evenzeer is het begrijpelijk dat zoo een man bij zijn thuiskomst een min of meer overdreven en fantastisch verhaal ging mededeelen over zijn onder vindingen, waardoor natuurlijk de juiste beschrijving van het monster steeds verder op den achtergrond werd gedrongen. Een ander bijgeloof is dat der vreemde geluiden uit de diepten, waarvan veron dersteld werd, dat zij storm voorspelden en rampspoed. Een Hollandsche kapitein verhaalde hoe hij bij een reis in 1768 op een nacht, dat het weer mooi en helder was, plotseling een zwaar gegrom hoorde in de nabijheid van het schip en dat even later een ver schrikkelijke storm boven het schip los barstte. Zijn verhaal werd als echt onder streept door den kanonnier, die er nog aan toevoegde dat hij bij een vroegere reis naar de Oost iets dergelijks al had meege maakt. Het aantal manieren om gunstige wind te verwekken gaat in het zeemans-bijge- loot alle schattingen te boven. Voor een briesje was het fluiten van een deun algemeen in zwang».. Werdisterke- re wind verlangd, dan stak men een mes in de bazaansmast met het heft wijzend in de richting, waaruit men wind wenschte. Ook kon men de voormast schrappen met een spijker terwijl een zeemansuitdruk king luidde: „Elke kat heeft een storm in haar staart." Hiermede moet het feit in verband worden gebracht, dat het verdrin ken van een poes bij mooi weer, storm tengevolge moest hebben, terwijl een plaats l hebbende storm juist kon worden vermin derd door dadelijk een kat overboord te gooien en aan de diepte prijs te geven. In vroeger tijden vonden vele menschen voorar Finnen, een bestaan in het verkoo- pen van toover-voorwerpen, welke mooi weer konden brengen. [>eze talismans be stonden uit artikelen van eiken aard, doch het bekendste was een bundeltje vodden, dat op eigenaardige wijze vastgebonden en met een spijker aan de mast bevestigd was. ZEEMEERMINNEN EN MEERMANNEN Zeelieden hebben altijd een soort bijge- loovigen afkeer gehad van het FinoChe volk, waarvan verondersteld werd dat het bovennatuurlijke machten bezat, welke zel den ten goede werden aangewend. Liep een zeereis soms eens verkeerd af en was er toevallig een Fin aan boord, tien tegen één, dat de arme man „Jonas" werd ge doopt en flink moest boeten. Een do minee aan boord werd beschouwd als een eeuwigdurende verzoeking van den Satan. Het vooroordeel tegen het dooden van een zeemeeuw is algemeen bekend. Men Verwoert en K. W. van der Wiel. Ondertrouwd: Johannes Huiber- tus Smits 24 j. met Jenneke van der Pyl 21 j. Overleden: Petrus Doedijns 69 j. BRAKEL. Geboren: Engelina d. v. W. Ver steeg en J. van der Zalm Ai ie z. v. Jac. van Baaien en N. van der Veer Gijsber- tje d. v. J. van Hemert en J. van Hemert. Getrouwd: Cornelis Leendert Ver voorn 24 j. en Dirkje Helena Ekelmans 22 j Willem Versteeg 26 j. en Engeltje van der Linden 25 j.Willem Gijsbert Huriik 20 j. en Anna Maria van Caropen 23 j. POEDEROIJEN. Geboren; Geertje Gijsbertje d. v. P. van den Anker en W. vau Veen Gerrit z. van D. Duizer en G. van de WeteringEusabeth d. v. D. Ooyen en W. van de Werken Wilheimina d. v. M. van Drie! en A G. van Os. Overleden: Gerritje van Zee, oud 1 dagElisabeth Roza, 76 j., Wed. J. A. van der Maas. SPRANG-CAPELLE. Geboren: Adriana Johanna, d. v. K. Timmermans en M. Breugem Cornells, z. v. G. van der Have en J. C. de Valk Christiaan, z. v. Sj. v. d. Galien en J. C. de GeusZacharias, z. v. A. Christ en D. J. MolegraafJohannes Cornelis, z. v. A. A. v. Beek en E. WertherJohanna Wilheimina, d. v. G. Ockers en Y. Wer vers Johannes Adriaan Teunis, z. v. J. v. d. Waal en Chr. KluytenaarThomas Adrianus, z. v, J. Molegraaf en M. A. SmitsDingena Adriana, d. v. H. M. Blom en L de Jong. Overleden: Antonia Cornelia Hom mel, oud 36 j. d. v. M. Hommel en A. Klootwijk Dirk Rosenbrand, oud 64 j. echtgenoot van M. SprangersGerrit van den Hoek, oud 80 j. weduwnaar van P. C. de Rooy Clasina Pieternella Verhagen, oud 56 j. echtgenoote van J. v. Tilborgh Johannes Adrianus Goedhart, oud 80 j. weduwnaar van W. Stark Leendert An- tonie Rijken, oud 1 j. z. v. D. Ryken en C. P. v. Seist; Willem Kruijf, oud 18 j z. v. Kruijf en A. Koenen Gerrit Mathijs Waarts, oud 2 mnd. z. v. H. Waarts en H. Pol; Geertruida Margaretha Maria Krom, oud 66 j. echtgenoote van C. G H. H. Meyer, DUSSEN. De arbeider R. alhier brand de op de papierfabriek te Hank een zijner handen. Geneeskundige hulp werd inge roepen. 6 Als bijzonderheid kan worden ge meld, dat bij Wed. de B. alhier uit een tulpenbol zeven bloemen zijn gegroeid welke allen prachtig bloeien en een normale groote hebben. HERPT. Tot lid van het R.K. kerk bestuur is herbenoemd de heer A, J. J. v. Bokhoven. In de Vrijdagavond gehouden ver gadering van de Coop. Stoomzuivelfabriek vSi. Isidorus* alhier, is besloten voor den gelooft nog heden, dat in de zeemeeuwen de zielen der oude matrozen naleven. De groote neef van de zeemeeuw de albatros werd maar al te vaak be schouwd als een goed boodschapper. Hij werd gevangen en weer vrijgelaten nadat hem een bundel brieven voor familieleden en liefjes van de matrozen onder de vleu gels gebonden was. Ook was het gewoonte om een albatros, die men op de thuisreis zag vliegen, te vangen en te onderzoeken ot hij wellicht brieven bij zich droeg. Na het onderzoek werd de vogel weer opgelaten met een kaartje om zijn hals, vermeldend de datum van het onderzoek. Ook andere vogels hadden hun ver schillende beteekenissen voor zeelieden. Wanneer een gewone spreeuw op het dek kwam, zou het onheil brengen als men het dier zou najjagen of pijnigen. Een raat, die in de mast kwam ziften bracht het grootste ongeluk aan, maar een wouw op die plaats beteekende het grootste ge luk. Bijna alle vogels hadden de een ot andere macht, maar gelukkig streefde het oude bijgeloof er altijd naar de gevederde vrienden van den mensch steeds te be schermen. Onverschillig of een vogel een goede ot een kwade beteekenis had, het bijgeloof verbood immer dat het dier wreed ot onmenschelijk mocht worden behandeld, daar zulks onder alle omstandigheden on heil met zich zou brengen. De zeelieden uit dien heel ouden tijd hadden ten opzichte van bijgeloovigheid wei het toppunt bereikt. In die dagen bestonden er verhalen, welke hetzelfde zeemonster in honderd verschillende vor men beschreven. 'Zeemeerminnen en meer mannen werden dagelijks besproken in vol len ernst, en toover-eilanden en dergelijke kwamen in alle gesprekken voor. Eer Fernando de Magelhaens en Fran cis Drake er in geslaagd waren hun reizen rond de wereld te volbrengen had de menschheid geen zuiver begrip van de ligging der werelddeelen. directeur der fabriek een woning te bou wen naast de boterfabriek op een daartoe aangekocht terrein onder Luttelherpt. Voor het groot nationaal concours van handboogschutterijen te geven op 6 en 13 Juni 1926 bij het 50 jarig bestaan dezer vereeniging ztjn de navolgende prij zen geschonken. Groote medaille van H. M. de Koningin. Groote medaille van Z. K. H' Pi ins Hendrik. Gouden medaille door H. J. v. Eggelen, burgemeester en beschermheer, gouden medaille door M. v. Bokhoven, president. Verzilverde beker door D. v. Diem, Eerelid en oprichter. Gouden medaille door A. van Vrede, eere- lid. Gouden medaille door Chr. v. Herpt, lid v. d. Raad. Verzilverde beker door M. Fitters, keizer, secretaris. Zilveren lauwerkrans door Schuttersgilde St. Catha- rina. Verzilverde beker dour M Putters, keizer. Zilveren medaille door J. v. Bok hoven, wethouder. Verzilverde statuette door Adr. Verhoeven, wethouder. Plaqu ette door Jac. de Wilt, lid v, d. Raad. Medaille door Adr. Couwenberg, lid v. d. Raad, Zilveren Distinctive door deu Pen ningmeester. Verzilverde beker door G. de Wilt. Zilveren medaille door den Ie Commissaris. Zilveren lauwerkrans door- de leden op Kaathoven. Zilveren distinc tive door de leden in Mom meren hoek. Z>l veren medaille door den 3e Commissaris. Zilveren distinctieve door Jan deWiltAzn. Verguld plaquette door Da Oranje Boom Medaille door N. V, C Polak Gzn te Groningen. Verguld kruis door de Vice- president. Emai'le kruis door P. v. Ges tel, 2e keizer. Ziiveren koningskruis door A. v. Hooren, Koning. Zilveren ster door de leden van Midden-Herpt. Verguld zil veren medaille door J. Buijs, president Harmonie. Zilveren distinctieve door Th. S'egers, Luttelherpt. Verzilverde beker door L. v. de Griendt caféhouder. Verzil verde beker door den 2e Commissaris Lau wertak door de leden van Luttelbergh. Zilveren lauwertak door de leden van Heusden en Oud-Heusden. Vergulde me daille door Heinekens-bierbrouwerij. Be halve deze medailles en eereteekens zullen nog verschillende geldprijzen zijn de Har monie »de Eendrachu zal op beide dagen de wedstrijd opluisteren. Het geheel zal enkele drukke dagen be zorgen. De harmonie »de Eendrachtoc zal deelnemen aan het festival dat te Waspik gehouden zal worden. ZUILICHEM. Voor de lichting 1927 zijn 11 personen geweest voor de keuring, waarvan 2 werden afgekeurd. Nu weldra de kabel van uit Zait- bommel naar Brake! gelegd zal worden in welke Gemeente men het eiectrisch licht van de Centrale Nijmegen zal ontvangen wordt er in onze gemeente meer over ge sproken of het ook uitvoerbaar zou zijn (wat de kosten althans betreft) om ook aan te sluiten. Naar men uit goede bron verneemt is ons dagelijksch bestuur der gem. wel in contact daarover met een vertegenwoordi ger der Centrale Nijmegen doch neemt vooralsnog een zeer gereserveerde houding aan, omreden de conditiën door de Centrale gesteld nog niet aanneembaar geacht kun nen worden en zij een nader onderzoek in deze belangrijke aangelegenheid zeker zeer gewenscht achten. VERLOREN' EILANDEN. Het is een bekend feit, dat in vulcanische streken somtijds eilanden verdwijnen als een gevolg van aardbevingen in de bedding der oceaan. Hieraan is toe te schrijven het ontstaan van sprookjes als dat der fa belachtige verdwijning van het wonderland Atlantis, waarvan de Fransche schrijver Pierre Benoit zoo meesterlijk vertelt in zijn roman van dien naam. En zulk een verhaal werd op het land gaarne geloofd. De moderne zeeman is een geheel ander wezen dan zijn kameraden van jaren ge leden. Nochtans kunnen al de tegenwoor- ge ontdekkingen en vooruitgangen der we tenschap hem niet geheel ongevoelig ma ken voor de romantiek der overleveringen van vroeger bijgeloof. Nog steeds gaat het zeemans wezen samen met mystiek, over drijving en geloof aan voorteekenen van naderend onheil. Er is echter één gewoonte onder zee lieden van verschillende naties, welke zeer beélist geen bijgeloof is, ofschoon zij er dikwijls ten onrechte voor gehouden wordt. Dit is het fluiten op de fluit van den bootsman wanneer een hoofd-officier over de loopplank komt. Dit is geen overblijfsel van de oude gedachte, dat het wensche- lijk was, de goden van den oceaan te eeren, doch het is een eenvoudig een typisch oud gebruik, dat toevallig is blijven voort bestaan. Het behoorde vroeger namelijk tot de onmogelijkheden, dat een zichzelf- respecteerende kapitein of officier 'savonds nuchter aan boord kwam en meestal was het noodig hem met een takel en een katrol uit zijn sloep aan boord te hijschen. Dit hijschen geschiedde dan op commando van den bootsman, die door fluiten aangaf als er „gehaald" moest worden. Op sommige schepen heeft men nu dit fluiten als een soort eerbewijs in zwang gehouden. Volgend no.: „De Reis der Verschrikking."

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 6