Hoofd= huid PUROL /GGN h J. ELEKAN 'HERTOGENBOSCH. Een reis naar Spanje. Manufacturenhandel is ditmaal zeer belangrijk WAAROM „DE KROON" GEBRS. UBINK. Hooge Steenweg 2-4, 's BOSCH. OMDAT AARDBEIEN MALTA AARDAPPELEN. C. BOUMAN J, l is deze UITVERKOOP belangrijk bij Magazijn Onze Bons alléén zijn voor U reeds een GROOT Voordeel I Havenstraat 5 VERSCHE NIEUWE MIJNHARDT'S onze prijzen zoo beduidend zijn verlaagd, dat iedereen zijn voordeel zal doen en de komende dagen onze magazijnen zal be zoeken om hiervan te profiteeren. HEUSDEN. Uw Hoofdhuid wordt vry van roos en Uw haar wordt zacht en handelbaar indien U de gewoonte aan neemt om er des morgens een weinig Serre-armstoelen met mooi cre tonne Reclameprijzen. x>DE POTTEMAN« Langendijk, G o r c u m. (Pakkisten te koop). bouwen, verbouwen,! plannen, bestekken, teekeningefn, toezicht, billijk tarief. Aanbevelend A. MICHAEL, AALBURG Rechtskundig Adviseur, Behandeling van PROCEDURES bij RECHT BANK enKANTONGERECHT- ERFENIS- en HUURaange, legenheden. CONTRACTEN, REQUESTEN enz. enz. JbSiliyize Conditiën, X De Cathedraal „de Santa Maria" is een indrukwekkend gebouw, waarmede alles gezegd is. Een mooie wandelweg biedt de „passo del Malécon, een charmante weg, die langs een lager gelegen botani- schen tuin voert. Overal palmen, bamboe riet en allerlei mooie Zuidelijke gewas sen. De straat leidt naar een voorstad1» bevolkt door de gitano's een soort zigeu- nerstam. De meesten leven gewoon in holen in de rotsen uitgehouwen. Het is den vreemdeling aangeraden zich hier niet al te ver in te wagen. De half wilde be woners en niet in het minst de vrouwen zijn daar tot alles in staat. Bedelarij, die verij en ontucht zijn de voornaamste bron nen van hun bestaan. Het is een stam, die gehaat en gevreesd op zich zelf leeft, buiten de maatschappij en buiten het ge wone leven. Onbekend met de gevaren, die hier dreigden waren we in deze buurt beland en op een gegeven oogenblik zagen we ons als het ware omringd door een troep havelooze, bijna geheel naakte kinderen, die als hogerige wolven op ons aanvielen. Eenig klein kopergeld kon hier geen genoegdoening geven, er waren er al te veel. Zij kwamen als uit den grond op, elk oogenblik vermeerderde hun aan tal nog. Eenige van die kleine zwarte peuters .probeerde aan onze beeneq te gaan hangen om ons op te houden. We liepen maar steeds door, uit de rotsho len en uit de ellendigste krotwoningen en leeme hutten kwamen ze gekropen oud en jong. Hier en daar in de schadz/jw van cactusboomen en groote wilde planten wijde kringen van zigeunervrouwen en meisjes, die zich met dans en spell der-i maakten. Niet zoodra zij ons in de gaten kregen of de schare rondom ons was weer vermeerderd. Afschuwelijk vuile bede laars, bedekt met zweren en leunende op stokken en krukken, halfnaakte wijven in lompen en vodden, verdierlijkt in ge heel hun wezen. Meisjes met ravenzwart haar en donkere vurige oogen, met een valsch katachtig uiterlijk, drongen vleiend zich aan ons op, wilden ons dit verkoopen, en dat ver- koopen, wilden ons de toekomst ontslui eren door hun waarzeggingsgaven en trachtten ons met allerlei verleidelijke voor stellen mee te troonen naar hun armzalige en allerellendigste verblijven. „Cabellero, wil je mij zien dansen, wil je niet binnen komen, de gitana heeft mooie dingen te koop, koop wat van mij, de blanke ca- belleros zijn goed, toe geef mij wat." Zij zagen waarschijnlijk een goeden buit in ons, want ze kregen zelfs onderling] ruzie, de een gunde de ander geen staan plaats in onze nabijheid. In hun ijver om ons wat afhandig te maken verdrongen ze elkaar, trokken mekaar aan de haren, zoodat eenige van hen weldra in een for meel gevecht gewikkeld waren. Als wilde katten vielen zij op elkaar aan, krabden en beten wat zij konden en rolden gillend en huilend over den grond, elkaar met! handen en voeten bewerkend, aangevuurd door de overigen, die met genoegen heti schouwspel stonden aan te zien en geen hand uitstaken om de vechtenden te schei den. Hier gold het recht van den sterkste. Intusschen waren er echter zooveel man nen en jonge kerels bijgekomen, waaronder met zulke misdadigers tronie's en verdier lijkte gelaatstrekken, dat we het geraden achten ons daar niet langer op te houden. Doch niet zoodra zagen zij ons hettoo- neel van den strijd verlaten of bet ge vecht was uit, alles verzamelde zich den laatsten aanval op de vreemdelingen. De geheele bende volgde ons op de hielen. Meermalen moest ik reeds dreigend mijn stok tegen een al te vrijpostig wordend sinjeur opheffen, maar ze lieten zich niet gemakkelijk afschrikken. Zij zagen zich hun procw' ontgaan. De ouderen begonnen dreigend op te treden en er klonken reeds scheldwoorden. Een van hen had een knuppel in de hand. en wilde o;ns tegenhouden. Mijn vriend had zich evenwel thans ook in gevechtspositie gebracht door een zwaren boksbeugel aan zijn vingers te schuiven. Beiden hadden we onze zware stokken gereed. Zoo trok ken we af. Plotseling vloog er een steen door de lucht, die ons rakelings pas seerde, De bende drong nog meer op en huilden ons nu hun scheldwoorden en verwenschingen toe. Het werd tijd te laten zien dat we nog andere wapens bij ons hadden. Met een opzichtige beweging- trok ik mijn revolver half te voorschijn. Met een barbaarsch geschreeuw stoven de kinderen nu terug, terwijl de ouderen woedend bleven staan. We liepen wel door want enkele van de bandieten gre pen naar hun lange messen en hiermede wilden we liever geen kennis maken. Doch ze bleven staan en achtervolgden ons niet verder. Alleen een hagelbui van steenen kwam nog afzetten die ons gelukkig niet deerden. We iw aren blij dat we tenslotte weer in een beter gesitueerd gedeelte van de plaats kwamen en namen ons voor, voortaan minder ver van de beschaafde wereld af te wijken, We maakten hier verder prachtige wan delingen door en langs moestuinen en gaarden van sinaasappel en citroenboo- men, vijgen, druiven en a llerlei zuidvruch ten. Overal prachtige palmen en plata nen met hun mooie vruchtentrossen. Cac tushagen scheidde de verschillende percee- len grond. Alles moet hier kunstmatig be sproeid worden. Op elk stuk land treft men arigatiewerken aan, die nog het zelfde zijn, zoo als zij eeuwen geleden onder de Mooren waren. Een diepe put waaruit het water door middel van een ketting van emmertjes wordt omhoog ge draaid. Meestal wordt dit werk door een ezel o f muildier verricht, die a an een lan gen boom al maar rondloopt en het water onverpoost omhoog haalt, dat dan in de geledingen vloeit en zijn weg vindt naar de dorstige vruchtbare akkers. Men heeft ook waterleidingen van de bergen naar de velden aangelegd en kan er zoodoende verbouwen wat men wil: rijst en mafs, vijgen en citroenen, ja/ zelfs bananen en suikerriet. Het groeit en bloeit hier het geheele jaar door, zoodat men met een sterke bemesting somtijds wel 4 of 5 maal kan oogsten. Op de vlakten die niet besproeid wor den, groeit een lange, harde grassoort, halva genaamd, welk gras dient voor het maken van vlechtwerk en gebruikt wordt voor de bereiding van papier. Elk oogenblik ontmoetten wij de ty pische ossenwagens met hun drijvers. Meestal twee, somtijds vier of zes ossen trekken de zwaar gebouwde karren of wagens voort. Een lange boom is met een zwaar dwarshout, het ossenjuk, aan de groote sterke horens van de krachtig ge bouwde ossen bevestigd. Zij trekken uit sluitend met den zwaren kop. Langzaam en statig stappen zjj voort. De drijver in Spaansch costuum met zwarte breedge rande stroohoed op het hoofd, en breede rooden linnen gordel, loopt voor de die ren uit, m'et een gratieuse beweging een lange stok op den schouder houdend en bij tusschenpoozen de volgzame dieren wat toeroepend. Tusschenbeide draait de drij ver zich om en strijkt met een handige be weging de dieren met zijn stok langs den schoft, hiermede de door hem in te slane richting aangevend of tot meerderen spoed aanmanend. Dan loopt de drijver weer met een vorstelijke waardigheid voor zijn span uit, een liedje zingend en de dieren be moedigend toeroepend. De arbeid op het land wordt ook veel met ossen gedaan. Somtijds ziet men span nen voor den ploeg, waarin ossen, muil ezels en ezels gezamelijk vertegenwoor digd zijn. 's Middags van 1 uur tot half drie wa ren de meeste Spanjaarden in Murcia, in de café's te vinden, waar zij domino speelden onder het genot van wijn of een anijsje met water. Anijs wordt in het Zuiden veel gedronken. Meestal krijgt men een heel klein glaasje sterke anijs met een afzonderlijk glas water. Na elk slokje anijs wordt dan een teugje water geno men. Het is een zeer goeden drank voor den dorst. De bediening is meer dan ergerlijk. De glazen en kopjes worden altijd meer dan kopmaat geschonken, zoodat altijd ook het schoteltje half vol staat. Vreemdelingen tracht men zooveel moge lijk af te zetten. Maar wij kenden de prij zen en wierpen niet meer op tafel dan dat andere betaalden. Namen zij er geen genoegen mee, dan vertrokken we toch zonder bijbetaling. Maar meestal was ons resoluut, optreden voldoende om hen te doen zien dat wij ons niet lieten beetne men. In de hotels maakten we degelijke af spraken omtrent den prijs. Bleek, dat de rekening meer vermeldde, en dat was nog al eens een keer het geval, dan be taalden wij gewoon wat we volgens af spraak schuldig waren en niets meer. Fooien worden door de Spanjaarden altijd aangenomen met een gezicht van „te weinig". De schoenpoetsers zijn in Spanje voor den vreemdeling een ware plaag. Aan de stations r eeds wordt je door een ben de jeugdige schoenpoetsers in vodden op gewacht. Zij wijzen naar je voeten, stoot en vreemde geluiden uit, maken veelbetee- kenende gebaren en laten je nergens met rust. Overal in de straten en pleinen, kerels met een groote rood bekleede arm stoel, die je aanhouden om je stappers in den blink te zetten. Hier en daar ziet men zelfs heele inrichtingen voor dat be drijf. Bedelaars zelfs laten hun schoenen poetsen. Een vuile schoen lijkt hier wel het grootste kwaad. Als je even stil staat, zit er al een kleine peuter ongevraagd met zijn borstel over je schoenen te wrijven vuil of niet vuil. Schoenen poetsen is voor den trotschen Spanjaard het laagste werk dat er is, en daarom huisknechten en hotelbedienden, zij denken er niet aan, zull^ vernederend werk te doen. Dat is goed voor hen, die tot de allerlaagste volksklassen behooren. De Spanjaarden zijn ijdel en laatdun kend gepaard aan een groote mate van domheid. Dit is de indruk die men over het algemeen van dit volk krijgt. Werken doen zij enkel omdat dit drin gend noodig is voor hun bestaan, maar verder is het sigaretten rollen, stieren gevechten bijwonen en vrouwen najagen. Het geeft telkens blijk van wreedheid en spotzucht. Vrouwen en meisjes worden in het openbaar allerlei liefelijkheden toe geroepen, waarin grofheid en gemeen heid den hoofdtoon voeren. Vreemdelin gen, die wat bleu optreden, worden be spot en gehoond. Maar de Spanjaarden zijn laf van aard. Een vreemdeling die onvervaard rondloopt en hen onder de oogen durft zien, heeft respect. Wij hebben zelden last van hen gehad. Overal kwamen we, zoowel in achterbuur ten als in hoofdstraten. In den regel sloegen wij juist de achterbuurten niet over, omdat daar meestal zich het werke lijke leven van een volk afspeelt. Een1 stad zien is niet enkel de mooie winkel straten afloopen en de mooiste gebouwen bezichtigen, neen, ook de achterbuurten slopjes en steegjes moeten gezien wor den, wil men een volledig beeld van stad en bevolking. Wij liepen wel eens kleine cafétjes bin nen en zochten dan onder de Spanjaarden een plaatsje om hun doen en laten ook daar eens te zien. Dronkenmanspartijen en niet zelden hoogloopende twisten, waar bij naar de messen gegrepen werd, maakt ten we mee. Zoodra venwel een agent binnen kwam was de geheele zaak ineens kalm. De vechtersbazen kropen in hun schulp. Politie is eeu schvrikwoord voor de Spaansche helden. Zoo bezochten we naast de groote, ook de kleine bioscoopjes in volksbuurten en-, aan havens, waar moeders met zuigelingen op den schoot de mooie van liefde en hartstocht overvulde films kwamen bezich tigen, waar heele kinderscharen de eerste rijen bevolkten en ademloos genoten van de moordpartijen en liefdesdrama's op het doek. Arbeiders in hun werkpakje, een metselaar zóó van de stelling, w/t en bestoven van de kalk, een oud moedertje met twee brillen op, gepoederde vrouwen, in zoo goed als doorzichtige kleeren, die boven en onder te kort waren, een alle gaartje van het ergste soort. De gidsen kunnen ook brutaal last/g zijn. Zij zijn overal, voor kerkgebouwen en andere merkwaardige dingen. Zoo staan ze bij je, om je te gidsen. Je schudt van neen, hij houdt aan. Je zegt nö, nö, gratie. Hij verklaart reeds met de noodige gebaren de merkwaardige ingang van het gebouw. Je draait je om en loopt door om van den vent af te zijn. Hij volgt gemoedelijk, komt je weer opzijde vrien delijk glimlachend, wil weer gaan uitleg gen, maar je loopt de kerk in, zonder de prachtige portiek eigenlijk goed gezien te hebben, enkel om maar van den kerel af te zijn. Zie zoo, hier kan je rustig ge nieten, en je bekijkt op je gemak een. mooie kapel. „Cabellero", je draait je om en alle duivels, je kijkt weer in die satansche gidsentronie van zoo even. Hij is reeds doodkalm, de wondere dingen van de kapel aan het verklaren. Toen heb ik den kerel zoo verwoed aangekeken en mijn vriend maakte een zooveelzeggende beweging met zijn stok, dat hij begreep, dat hij nu ras moest verdwijnen, wilde door zijn toedoen het gebouw niet ontwijd worden. Wij zochten bijna altijd zelf onzen weg. We waren voorzien van alle mogelijke beschrijvingen, kaarten en gidsen en wisten dus 'precies wat er te zien was. Bede laars, schoenpoetsers en gidsen, zijn drie Spaansche plagen die den reiziger tot vertwijfeling kunnen brengen. We hadden ook het genoegen een groote processie bij te wonen. 's Avonds waren wij op onze kamer toen wij plotseling verrast wérden door klokkengelui en de tonen van een muziek corps. Wij gooiden het balconraam open en keken naar beneden. Een groote proces sie passeerde de straat. Ceremoniemeester vooraf. Anderen volgden in lange satijnen gewaden, blazend op zilveren bazuinen. Hooge geestelijken in vol ornaat schreden biddend voort. Tusschen brandende fak kels droegen deelnemers het kruis. Lange rijen in allerlei geestelijke gewaden volg den, allen een brandende kaars in de hand houdende. Groote wolken wierook stegen uit hun midden op. (Wordt vervolgd.) Verkrijgbaar bij Hoofdpijn tabletten werken, terstond. Buisje 60ct. Bij Apoth. en Drogisten. Grootestr. 207, WAALWIJK. doorheeD te wrijven De UITVERKOOP bi, „DE KROON"

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 11