Eerste Blad CREOUW A. VERSCHUUR-BAERT Bevissciiing enzer ziele wateren. De Wenteltrap, BIGGELAAR's S. D. LANKHUYZEN Go's BANK C. DE KEMP Uitgave: Firma L. J. VEESMAN, Heusden. Mo4639. Vrijdag 17 September 1926, ULIJILLi'Fgil OVERZICHT Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61535. Zijdie zich op dit Blad wenschen te abonneeren ontvangen de tot 1 Oct verschijnende nummers GRATIS T. BOONSTRA. Engstraat 80, HEUSDEN. land van alteNA Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en franco per post beschikt /1.40. Afzonderlijke Qummers 6 cent. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. op flesschen met gebruiksaanwijzing voor huishoudelijk gebruik, voor ont smetting van stallen, bij mond- en klauwzeer en andere besmettelijke ziekten. Verkrijgbaar bij DROGISTERIJ Wittebroodstraat W 52 HEUSDEN. We zitten hier in een streek, waarin tal van personen zich voor hun) genoe gen of voor hun brood of voor beiden met visschen plegen bezig te houden en daarom willen we eens 't een en ander gaan zeggen over de oeverbevissching van rivieren en binnenwateren. Niet slechts in onze streek, maar we kunnen gerust zeggen in alle deelen van ons land, waar rivieren of binnenwateren worden gevonden, zijn tallooze visschers. En dat dit inderdaad zoo is, blijkt wet hieruit dat in het seizoen 1924/1925 niet minder dan 36874 akten werden afgege ven, terwijl bovendien nog degenen die met één gewonen hengel visschen, dus de gïoote massa der hengelaars, geen akte noodig hebben. Kort geleden is gebleken, dat slechts 3796 personen de zoetwatervisscherij voor hun brood uitoefenden, zoodat dus de groote meerderheid der visschers in zoet water bestaat uit personen, die hun vrijen tijd met vischvangst benutten of het vis schen als sport beschouwen. Dat een en ander den beroepsvisschers hoogst onaangenaam is, ligt wel voor de hand. De niet-beroepsvisschers gebruiken wateren, waarin voor de beroepsvisschers Naar het Amerikaansch van MARY ROBERTS RINEHART. -)o(- 40) Niet aan den trein, juffrouw,, zei hij. Zoo iemand is hier vandaag niet geweest. Maar ik zal u vertellen, waar ik wel een manke man heb gezien, ik kon niet wach ten tot de brandweer vertrok, er gaat om 4,45 een goederentrein hier langs en ik moest naar het station. Ik had wel ge zien dat er bij den brand niet veel meer te doen was we hadden het vuur in bedwang. Qerturde keek mij! eens aan en glimlachte en ik ging dus op weg. Hier en daar liepen nog enkele menschen die naar huis terug gingen en op het voet pad van de golfclub zag ik twee mannen. De eene was nogal klein. Hij zat aan den kant van den weg met den rug naar m'ij toe en had iets wits in zijn hand, alsof hij bezig was zijn voet te verbinden. Toen ik een eindje verder was keek ik nog eens om en hinkte hij langs den weg luidkeels vloekend. Oingen ze naar de club, vroeg Gertrude. Neen, juffrouw, ik geloof dat ze naar het dorp zijn gegaan. Ik heb hun gezich ten niet gezien maar ik ken iedereen hier in de buurt en iedereen kent mij. Toen ze mij niet toeriepen begreep ik dat het vreemden moesten zijn. Dus alles wat we dien middag te weten kwamen, was dit: er was iemand geraakt een broodje zou zijn te verdienen, terwijl de hengelaars zelfs zonder vergunning maar mogen raak visschen in wateren, als bedoeld bij de artikelen 577 en 579 van het Burgerlijk Wetboek. Deze artikelen luiden aldus: 577. Insgelijks behooren aan den staat de wegen en straten, welke te zijnen laste zijn, de stranden der zee, de bevaarbare en vlotbare stroomen en rivieren met hun ne oevers, de groote en kleine eilanden en de platen welke in die wateren opko men, gelijk ook de havens en reeden; onverminderd de door titel of bezit ver kregen regten van bijzondere personen of gemeenschappen. Jeidttot het r»ook.en van BA/ 579. Als eigendom van den staat wor den insgelijks aangemerkt alle gronden en getimmerten welke tot 's lands vesting werken behooren, en gevolgelijk alle gron den waarop eenige werken van (verdediging, zijn aangelegd geworden, als wallen, borst weringen, grachten, bedekte wegen, glacien of vooruitspringende werken, pleinen waar op krijgsgebouwen gesticht zijn, linien, posten, verschansingen, redouten, dijken, sluizen, kanalen en hunne boorden; insge door den kogel, die door de deur} heen gegaan was, hij was het dorp niet uitge gaan en had hij geen dokter geraadpleegd En verder was ik er van overtuigd, dat dokter Walker wist, wie I„ucien Kallace was en juist zijn ontkenning waai voor mij een bewijs dat we in die richting ten minste op het goede spoor waren. Ik vond het een pleizierig idee, dat de detectieve 's avonds weer kwam en ik ge loof dat zelfs Gertrude er blij om was. Toen we naar huis reden zag ik haar voor het eerst sinds enkele dagen in he<t volle zonlicht en ik schrok er van, zoo slecht als ze er uit zag. Ze was mager en bleek en al haar opgewektheid was verdwenen. Gertrude, zei ik, ik ben een erg zelf zuchtige oude tante geweest. Van avond ga je nog uit dit afschuwelijke huis weg. De volgende week gaat Annie Morton naar Schotland en jij gaat met haar mee. Tot mijn groote verbazing werd ze vuur rood. Ik wil liever niet gaan tante Ray, zei ze. Laat me alstublieft hier blijven. Je verliest op die manier je gezondheid en je ziet er heel slecht uit, zei ik vast besloten. De verandering van omgeving zou uitstekend voor je zijn. Ik ga hier niet vandaan. Zij was even vast besloten. Toen voegde ze er op luchtigen toon bij: En Liddy en u hebben me ie- deren dag noodig om den vrede te be waren. Misschien begon ik langzamerhand ieder een te wantrouwen, maar het scheen mij toe dat Gertrude's vroolijkheid kunstmatig en gedwongen was. Onder het ritje naar huis keek ik haar af en toe eens van ter zijde aan, en de twee vuurroode plekjes op haar bleeke wangen bevielen mij niets. Maar ik zei verder geen woord over mijn lijks onverminderd de door^ titel of bezit verkregen regten van bijzondere personen of gemeenschappen. Zeker is dat wanneer het aantal vis schers te groot is naar verhouding van de oppervlakte der wateren waarin eene hoeveelheid visch aanwezig is, de gelegenheid voor beroepsvisschers om hun kost te verdienen, aanmerkelijk verkleind wordt. Eene vermindering van het aantal visschers is wel het voornaamste middel om de broodvisscherij in bete ren doen te brengen. Uit een onlangs ingediend wetsontwerp tot wijziging der Visscherijwet blijkt wel dat de regeering dien kant op wil, daar zij in dat ontwerp maatregelen voorstelt, die hef aantal visschers aanzienlijk zullen doen verminderen. Die maatregelen bestaan in de eerste plaats in eene verhooging van den prijs der visakten en in de tweedie plaats in eene beperking van de vrijheid' 'om zonder vergunning van den rechtheb bende op het vischrecht met één hen gel te visschen in de bij de reeds genoem de artikelen 577 en 579 van het Burger lijk Wetboek bedoelde wateren. In het vervolg zullen ook de zoogenaamde klei ne vischakten d. z. akten voor een be paald visehtuig, slechts worden afgege ven voor het visschen met één peur en één sleephengel, waardoor men dan hoopt te bereiken dat vele niet-beroepsvisschers hunne liefhebberij zullen opgeven. Een groot bezwaar tegen verhooging van den prijs der vischakten Is dat ook de beroepsvisschers door den nieuwen maatregel zullen worden getroffen en daar om is het zeer de vraag of ook in deze- het middel niet erger zal blijken te zijn dan de kwaal. Maar er is nog een a|p- der bezwaar en wel dit. Dei hengelaars in merg en been zullen in de toekomsjt meer met vergunningen gaan visschen of zelf meer wateren pachten. Natuurlijk zul len hierdoor de pachtsommen worden op gedreven zeer ten nadeele van de beroeps visschers. Omtrent een en ander lazen we dezer dagen in een der jongste nummers van het Haagsch Maandblad het volgende, waar mede we geheel instemmen: ,,De oorzaak van de te drukke deel neming aan de zoetwatervisscherij schuilt voornamelijk in het feit, dat hier te lande de rechthebbende naar willekeur over zijn vischrecht kan beschikken. Hij kan in zijn water laten visschen door zooveel per sonen, als hij wil; hij kan het verpach ten in zijn geheel, en gedeelten, aan één of meer personen, hij kan bepalen, dat de pachter er niet meer dan een bepaald plan om haar naar Schotland te sturen ik 'begreep wel dat ze toch niet zou gaan. HOOFDSTUK XXV. Een bezoek van Louise. •Dien dag zou er nog heel wat gebeuren, en toen ik het huis in kwam en Eliz^ op een stoel in de gang vond terwijl Mary Anne haar best deed om haar door huis- houdammonia te laten slikken en Liddy haar polsen wreef iets waarvan ik het nut nooit heb ingezien toen wist ik dat het weer gespookt had en dezen keer op klaarlichten dag. Eliza was radeloos van angst. Ze greep mijn mouw vast toen ik bij haar in de buurt kwam en weigerde m 'ijios te laten, voor ze alles verteld had. Omdat het nog maar zoo kort na den brand was, was het heele huishouden in de war en het ver baasde me niets toen ik Alex en de tuin mansknecht een zwaren koffer naar bene den zag sjouwen. Ik wou het eerst niet doen, juffrouw Innes, zei Alex. Maar ze was zoo opge wonden dat ik bang was dat ze doen zou waarmee ze dreigde zelf den koffer naar beneden te sleepen en zo oide heele trap bederven. Ik probeerde mijn hoed af te zetten en tegelijkertijd de dienstboden te kalmeeren. Bliza, als je je gezicht hebt gewasschen en klaar bent met huilen, zei ik, moet je maar in mijn zitkamer komen om mij te vertellen wat er gebeurd is. Zonder een woord te zeggen, begon Liddy mijn kleeren op te bergen. Haar heele houding drukte diepe afkeuring uit. Nu zei ik, toen het zwijgen ondrage lijk begon te worden het schijnt dat telef. No. is Raamsdonksveer. AGENTSCHAP VAN DE AMSTERDAMSCHE BANK A'DAM Verstrekt Handelscredieten tegen nader overeen te komen voorwaarden. Opent rekening-courant met rentevergoeding. Incasseert Binnen- en Buitenlandsche Wissels. Belast zich met den aan- en verkoop van Effecten en nazien van Uitlotingen Koopt en verkoopt vreemd Bankpapier. Verzilvert Coupons en bezorgt alle Assurantiën. Neemt gelden Deposito, rentevergoeding volgens overeenkomst. Verhuurt Safe-Lpketten. (Prijzen naar grootte dej kastjes). SPAARBANK. BCT Spaarboekjes gratis bij eerste storting. Nadere inlichtingen verstrekt gaarne de Directie aantal personen in mag laten visschen, maar hij kan dezen ook vrijlaten, hij kan zelf desnoods zooveel vergunningen uitrei ken, als hij wil. Twee factoren werken daarbij nog mede. Vooreerst is het aantal vischrechtheb- benden zeer groot, hetgeen te meer bevor derlijk is voor een omvangrijke deelne ming aan de visscherij, omdat daardoor het vischrecht van vele rechthebbenden zich slechts over een kleine wateropper vlakte uitstrekt en voor de visscherij van geen of weinig waarde is. Dergelijke on beduidende vischrechten leveren hun ei genaars niets op en daarom gaan dezen er gemakkelijk toe over, om voor het vis schen in hun water links en rechts ver gunningen af te geven. In de tweede plaats staan de wateren In den regel in gemeen schap met andere, zoodat de visch zich van hete ene water naar het andere kain begeven en een te intensieve bevissciiing van enkele wateren een ongunstigen in vloed heeft op de uitkomsten van het ge- heele complex, waartoe zij behooren. Op dat beroepsvisschers in de exploitatie van bepaalde wateren ,een behoorlijk bestaan kunnen vinden, is het dus niet voldoende, dat die wateren zelf, hun oppervlakte GOUD, ZILVER, UURWERKEN. Prima WEKKERS met 2 jaar schriftelijke Garantie f 2.25- en vischrijkheid in aanmerking genomen, niet te sterk bevischt worden; dit1 moet het geval zijn voor alle wateren, die met elkaar in gemeenschap staan." De pogingen, in de laatste jaren van particuliere zijde aangewend, om eene meer rationeele bevissching onzer rivieren en wateren te verkrijgen, hebben slechts een allersoberst resultaat opgeleverd. Om dus een meer gezonden toestand te verkrijgen moet de wetgever ingrijpen, maar dan ook zóó dat den broodvisschers aan den eenen kant niet wordt ontnomen wat zij aan den anderen kant winnen, terwijl er dan tevens voor gezorgd moet worden dat de belangen van broodvisscher en hen gelaar zooveel mogelijk met elkander in overeenstemming worden gebracht. De Italiaar,sche pers Iaat zich zeer ver ontwaardigd uit over de houding van de Fransche Regeering, die verblijf vergunt aan tal van Italiaansche uitgewekenen, die anti fascistisch denken en doen. De Fransche pers is niet ingebreke ge bleven de Italiaansche beweringen te ontzenuwen en Pierre Bernus heeft in een hoofdartikel van het Journal de3 Débats gereageerd op de Italiaansche perscampagne. Hij begint met vast t,e stellen, dat de publieke opinie in Frankrijk, zooals die van alle beschaafde landen, den aanslag heeft veroordeeld en gelukkig was, dat Mussolini niet werd gedood. Een misdaad is steeds iets verfoeilijks, hetzij zij gericht er weer wat aan de hand is. Liddy zweeg, en zuchtte diep. Als Eliza weggaat weet ik niet waar ik een ander keukenmeisje vandaan moet ha len. Voortdurend zwijgen. Waarschijnlijk zal Rosie wel goed kun nen koken. Minachtend gesnuif. Liddy, zei ik ten slotte, probeer nu maar niet te ontkennen, dat je eigenlijk geniet.' Je bent dol op al die opwinding. Je hebt er nooit beter uitgezien. Al deze drukte na je kalme leventje heeft be paald een goede uitwerking op jc gezond heid gehad. Ik denk niet aan mezelf, zei ze einde lijk. Misschien ben ik wel gezonder dan vroeger, misschien ook niet, maar dit weet ik wel: ik ben nog niet heelemaa] on verschillig geworden en toen ik u onder aan de trap zag staan, terwij! u door de deur schoot, o, ik kom er nooit over heen, ik ben er een ander mensch van ge worden. Nu, dat doet me plezier, zoo'n ver andering is wel eens aardig zei >k. En toen kwam Eliza binnen, met Rosie en Mary Anne. En afgewisseld door snikken en opmer kingen van de beide anderen vertelde ze het volgende: Om twee uur, kwart over tweeën beweerde Rosie, was ze rraar bo ven gegaan om een portret uit haar kamer te halen om dat aan Mary Anne te laten zien. Het portret van een dame, viel Mary Anne hier in de rede. Ze ging d<e bediendentrap op en langs de gang naar haar kamer, die tusschen den kofferzol der en de onafgemaakte balzaal lag. Toen ze' op de gang liep hoorde ze een geluid alsof er iemand meubels verzette, maar ze was niet zenuwachtig. Ze dacht, dat het hiisschien menschen waren, die het huis doorzochten na den brand van den vorigen nacht ,maar ze keek op den kofferzolder en zag niemand. Toen ging ze naar haar kamer. Het lawaai was opgehouden en het was overal heel stil. Toen ging ze op den rand van haar bed zitten en omdat ze zichwat flauw voelde ze had zooiets wel meer (Ik heb het je nog verteld toen ik kwam', weet je wel, Rosie? Ja, juffrouw, dat is zoo) legde ze haar hoofd op haar kussen, en.... Deed een dutje. Best. zei ik. Ga verder. Toen ik weer bij kwam, juffrouw Innes zoo waar als ik hier zit, dacht ik dat ik dood ging. Ik kreeg iets op mijn gezicht in ik ging dadelijk rechtop zitten. En toen zag ik de kalk vallen uit een klein gaatje in den muur. En even later vïél' er zoo'n groote ijzeren staaf, (volgens haar aanwijzing bijna twee meter) door dat gat en viel op het bed. Als ik no^ geslapen had (Flauw had gelegen, ver beterde Rosie) was het ding op m'n hoofd gevallen en was ik dood geweest. Ik wou dat u haar had hooren gillen, viel Mary Anne nu in. En ze zag zoo wit als een doek toen ze de trap af kwam. Er zal wel een verklaring voor te vinden zijn, Elize zei ik. Misschien heb je het in je „flauwte" gedroomd. Maar als het waar is, zullen de ijzeren staaf en het gat in den muur het bewijzen. Eliza keek een beetje beduusd. Het gat in den muur is er wel, juffrouw Innes, zei ze. Maar de staaf was verdwe nen toen Mary Anne en Rosie naar bo ven gingen om mijn koffer te pakken. NIEUWSBLAD iBör lit Liid ui Hindu en AltenaJeLaigstraat n ie Biinnelerwaard (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 1