Tweede Blad voor het Land van Neusden en Aitena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Kleine Kinderen PÜ!t€JL Nog eens: „Oude Hit". BEHOORENDE BIJ HET n l voudig onderwerp als verwerkt wordt in mijn vers. Uw vergelijking is dan ook hoogst onbillijk en grenst aan kwaad willigheid. Over „ontroering" zou ver der nog heel wat te zeggen zijn. Zij is de, vooral in onze dagen, zoozeer be geerde injectie, die de lijdende mensch- heid, weliswaar opleving, maar geen ver nieuwing schenkt. Voor mij, dat mag u wel weten, is zij niet het voornaamste. Verder kan ik thans hierop niet ingaan. Alleen nog: wees nu eens consequent, en ga eens na in hoeveel gedichten, b. v. Vondel, ontroert, en durf dan beweren, dat de verzen die niet ont roeren, ook geen gedichten zijn, en dus Vondel eigenlijk, omdat niet til zijn ge dichten ontroeren, nü eens dichter en dün weer geen dichter is. Want zóó staat het toch. U bedoelt mij, op grond van een gedicht dat niet ontroert, het dichterschap te ontzeggen, en kent dit naar denzelfden maatstaf, op grond van een gedicht dat wel ontroert, toe aan Da Costa. Ergo kan, al naardat üwe ontroering zich over een bepaald vers al dan niet ontfermt, een dichter dichter en geèn-dichter zijn. Welk een j solide maatstaf is toch üwe ontroering! In uw cntiek op mijn gemcht —zoo nu verder j)a Costa's „Vjjf en immers noemt gij het, onbekende^ ciriti-Twintig Jaren" betreft, nog slechts kort jr~rw uf-M "f ding dat mij ver- gejeden is hierover door een vereerder blijdt. Dati u, blijkbaar met overtuiging, van pja Costa gevraagd, of „het (dit ge- Da Costa dichter noemt. Dst is waarlijk j djcbf.^ yee^ beeft van 'n berijmde met gering m een eeuw waannmen den kroniek». Waar biijft in dit licht uw leermeester van Da Costa Bilderdijk, ontroeren» en uw onvoorwaardelijk: net dichter-zijn durfde ontzeggen, al is Da Cogta was dichter". En dit zijn men daarop later dan ook eenigermate n0g zeer zachte woorden. Dezelfde schrij- teruggekomen. ederkeeng zijn toen yer geefj n0g beei andere. Maar ondanks eoor een volgend geslacht zijn critici dit alles heb ik Da Cogta lief> Langen weder de dichterkransen ontrukt en tot tijd ze]fg wag hij- yoor mij dé dichter Ingezonden, (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. nog toe, getuige üw stuk gaat de menschheid op dien weg voort. En dat- zal in déze eeuw wel zoo blijven. Pas u dus maar op en begeef u niet tot dich ten. Hoewel u bij eenzelfde ervaring misschien tot troost zou kunnen zijn dat Adama van Scheltema zingt: „Zie gij niet om bij het schimpen der professioneele scribenten Boven hun woord brandt geen doel, ouder hun woord smeult de nijd. Diep in uw ziel zit de stem die u oor deelt: uw kunstnaarsgeweten, Eén maar heeft hooger gezag hem hoort gij nimmerde Tijd 1" Ik heb er dus niets legen dat u Da Costa dichter noemt want ook voor mij is hij dat. En het krenkende dat u mij .in die woorden wilt doen gevoelen, ga Maar niets staat nu eenmaal stil. Ook niet de letterkunde. Zelfs niet bij een Da Costa. En zoo is er né, hem veel geschreven dat wel niet het rhetorische van zijn poëzie bezit j maar het daarom niet minder schoon is. al spreekt het niet zoo direct tot ons en al moet men soms eerst den bolster breken voor men het pit kan grijpen. Maar dat zal u wel te „moeilijk" en niet „ontroerend" genoeg zijn. Hier zou ik willen eindigen, maar op één punt moet ik u nog antwoorden. U vraagt, waarom ik „landouw" ge bruik als ik den kant van een sloot bedoel. Maar ik bedoel geen kant van een sloot, abonné. U hebt niet goed g dezen. Dat zal ik u bewijzen. Er staat: „het gras van de landouw aan d'o ver zij en, we zagen het boven, en toch noemt tot driemaal toe „Oude Hit" een ge- ik gaarne voorbij. AHeen is_ het, in ver- j der sj00t". Er lag dus aan de overzij band met andere uitdrukkingen m uw j yaü de gt00t een landouw weiland, „ingezonden", een weinig inconsequent. (zie Koenen, Verk. Ilandw boek der Ned. U bedoelt toch dat. ik geen dichter ben, faan en dje Wordt bedoeld. Een sloot- ets is gemakkelijker dan dit te bewe- kant wag ör ook aan déze zijde. Daarvoor behoefde hij dus niet naar d'o ver zij te reiken. Want elke sloot heeft immers twee kanten. En op welke wijze nu „landouw" in verband kan staan met „touw", ga dat maar eens na bij Vondel, Bilderdijk, Da Costa e. a. of vraag het ander3 maar eens aan een onzer moderne dichters. Maar mogelijk is het een vak geheim en zullen ze u wel even wijs laten. J. TIMMERMANS. Veen, 18 September 1926. P. S. Helaas is nog een andere op vatting van uw ingezonden stuk mogelijk Tcht. Kom nu later niet met „ironisch" d. Dat kennen, wij wel. Trouwens ik zal er u toch niet meer op antwoorden Want ik heb geeD tijd, om een ieder dien het lust mij aan te vallen hetzij als anoniem, zooals voor kwam, hetzij als „abonné", zooals u te woord te staan. Wien mijn geschrijf mishaagt, l«gge liet terzijde, er is genoeg anders. Maar ter zake. Abonné dan blijkt veel liefde voor Da Costa te hebben. Jammer vind ik het nu van hem dat hij zoo slordig met diens vers omspringt. En ik- moet daaruit wel besluiten dat hij meer door het pathos van Da Casta dan door dan die ik hierboven aannam. In uw diens woorden is getroffen. Juist zooals gezegue, dat Da Costa en ook de schrijver het meer gaat. Ook ten opzichte van het van »L>ude Hit" meenen dat slechts hóógste Woord. Men verzuimt nauwkeu- dö wederkomst van Christus redding rige lezing en verwatert nu het hoogste brengen kan, kan n.l. ojigesloten hg- wt God gaf meteen het verstand,1 8en, dat, dlt ^eent. 0°k uw 8Pot" ;ot wien het Woord zich in de eerste zuchtigklinkend „slechtheid van den daats richt, op de tweede plaats stel- goddeloozen mensch"geeft ruimte voor ende en geeft zich zoetelijk over aan een aI}dore opvatting. In dat geval zou ie cadans van het gevoel. Maar men j ,u slechts, door u met Da Costa te dek- ouwt alzóó op een zandgrond. En zoo ken ~7 dle,n u.n^eï meer treffen kunt fees ik in het door u aangehaalde vers efü bstig-berekenden aanval doen, niet »ij Da Costa dan ook niet „d e Heemle" aBeen °P mijne poëzie, maar tevens op aaar „Zijn heemlen". De andere fout- de Jeei\der HeiligeSchriftover de weder- )s laat ik maar glippen. Maar het eerste oprichting aller dingen, die Grod gespro laakt voor de poëzie van Da Costa een •oot verschil. Minder goed dan in de poëzie van Da )8ta (schoon ook daarin onnauwkeurig) hijnt abonné thuis te zijn in de Hei- ;e Schrift. Anders zou hij toch niet bben kunnen zeggen, dat het moeilijk den zin van het slotvers van „Oude t" te verstaan. Wanneer de redactie dit blad nog de oorspronkelijke copie tft kan zij getuigen dat ik bij deze sis aanteekende Gen. 8 17 j° Gen. en Rom. 819 t/m 22. Aan Da ta dacht ik dus niet. Bij de correctie drukproef heb ik, nü tot mijn spijt, i teksten geschrapt, omdat een vers a eenmaal geen preek is. Nog zegt joiiné verder dat de woorden van „Oude it" niet ontroerend zijn. Nu zou ik er kunnèn wijzen, dat hij over het hoofd )t het verschil tusschen den „jubel- eet" van Da Costa en de „bede" van ij, wat op zich zelf reeds een verschil- iden aanslag oproept, maar liever lag ikhoe zou ontroering moge- k zijn bij het lezen van iets, waarvan den zin zoo moeilijk (beteekent dit qs in 't geheel niet) verstaat, ferder mag ik er zeker wel op wijzen, bij een stof als waarover Da Costa tdelt in zijn „Vijf en Twintig Jaren", it „jaar", abonné), de bewogenheid ken heeft door den mond van alle zijne heilige profeten van alle eeuw. (Hand. 820 en 21). Indien dit zoo ware, wat ik niet hoop en ook niet heb veronder steld, ben ik, wanneer u er openlijk voor uit durft komen, bereid, hierover nog eens den degen met u te kruisen. Maar noem dan eerst uw naam en wees niet laf. T. Maar gestel eens, dat de „Lingbekia- nen" het bij het rechte eind hadden; dan zouden we hier te doen hebben met een algemeen menschelijken trek: als men ge voelt niets tegen de Waarheid te vermo gen, zoekt men zijn kracht in spotternij. Laat de heer R. er toch goed aan den ken, dat de Heere jezus voor spotters geen woorden over had; de Rechtvaardige liet hen in hunne zonde.... Aangaande de opmerking van den ge- achten dichter in noot 2 (waartegen mijn protest gaat), dat de Hervormde (Gere formeerde) Staatspartij geen hooger doel zou kennen, dan het vervolgen van onze Roomsche landgenooten, zoude ik ge neigd zijn te denken aan vuigen laster. Evenwel, uit hetgeen de heer R. verder opmerkt, blijkt, dat hij in het geheel niet op de hoogte is, ja, dat zelfs een dichter wel eens verkeerd kan lezen. „Volgens Art. 36", beweert hij, wil de H.(G.)S. de Roomschen met het zwaard uitroei en." (N. B.) Wat is echter de waarheid omtrent dit hoogstbelangrijke stuk onzer Belijdenis? De quaestieuze zinsnede daaruit toch luidt niet:de Overheid moet met het zwaard' weren en uitroeien alle belijders van val- schen godsdienst en alle afgodendienaars', edoch alle afgoderij en valschen gods dienst. Met andere woorden: wanneer godloo chenende Dageraadsmannen te Amsterdam met dikke letters op de muren kalken de woorden: „God is het kwaad" en „Weg met God", dan moet de Overheid, als Dienaresse Gods de macht hebben om zulks tc verbieden; dersgelijks mag zij niet dulden ,dat de Roomschen hun broodgod gaan bezigen voor publieke afgoderij op de openbare straat. De onzinnige gedachte, dat de Over heid alle Roomschen over de kling! zou moeten jagen heeft nooit of te nimmer ten grondslag gelegen aan onze onvergelijke lijke Gereformeerde Geloofsbelijdenis en is ook nooit opgeklommen in het hart van een oprechten belijder van Art. 36. Roomschen, moderne heidenen van al lerlei slag, atheïsten enz. mogen binnens huis belijden en aanbidden wat en wien ze willen. Echter heeft de Overheid, als Dienaresse G,odskunnende dus geen twee heeren tegelijk dienen, er voor te waken, dat op haar gebieddus op het publieke terrein, het Koningschap van Christus ge handhaafd blijft. Daartoe gaf God haar het zwaard in handen (Rom. 13) om een wreekster te zijn tot straf dengene, die zich schuldig maakt aan openbare afgode rijen en godslasteringen. Hiermede meen ik, de misvatting van den heer R. voldoende te hebben doen uitkomen; overigens is het hier de plaats niet, om verder op deze zaak in te gaan. Alleen wil ik den heer R. nog op het hart binden, dat God óók gezien heeft, of hij met zijn geschrijf recht of onrecht pleegde jegens de H.(G.)S. en hare be ginselen. Gedachtig voorts aan het spreekwoord: „De wereld wil bedrogen zijn", spreek ik het vertrouwen uit, dat nochtans vele lezers van Uw blad, geachte Redactie, zich niet om den tuin zullen laten leiden en acht zullen geven op de raadgeving van Handelingen 17 11: „...en dezen, van Berea, waren edeler dan die te Thessa- lonica, ontvangende het Woord met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzoo waren." i De Hervormde (Gereformeerde) Staats- partij hoopt hun dit onderzoek binnenkort te kunnen vergemakkelijken. U zeer dankende voor de verleende j plaatsruimte, teekent, hoogachtend, Uw dw., W. A. BOERS, Algem. Secr. der Herv. (Ge- ref.) Staatspartij. Amsterdam, 14 Sept. 1926. we periode er een zal zijn minder kost- dat juist die menschen op den voorgrond baar voor ons District, dat, dank zij de treden voor schadevergoeding ten koste goede zorg, in uitstekenden staat ver- van de anderen, die juist in de dijklasten keert. Nogmaals dankt hij voor de goede bijdragen. Spreker heeft becijferd, dat cr woorden tot hen gesproken. pl.m. 4500 gebouwen in 'tdistrict zijn; De dijkgraaf richt thans het woord, haar de vastgestelde wettelijke huurwaarde tot den heer Brouwers, secretaris van het belast, zou dit, gemiddeld f 2 per vvo- College en zegt dat sinds de vorige ver- ning, een inkomen geven van plm. f 9000 gadering een gewicht/ge gebeurtenis in' Waar een goed onderhoud der dijken diens ambtelijke loopbaan heeft plaats ge- ook voor hen van groot belang is, kan ha<4- Immers de secretaris heeft het feit een heffing niet onbillijk geacht worden, herdacht, dat hij 25 jaren als secretaris De dijkgraaf zegt hierover terstond van het College werkzaam is geweest. Op reeds eenige mededeelingen te kunnen doen diens uitdrukkelijk verzoek is die dagl en wijst er op hoe één polderdistrict) ongemerkt voorbij gegaan. Spreker kon in Zeeland reeds bebouwde eigendommen dit verlangen billijken, temeer, waar kort j belast. Reeds vroeger is over het heffen te voren de Dijkstoel en het Gecombineerd voor bebouwde eigendommen gesproken, College een bewijs van groot vertrouwen had gegeven, door hem eenparig te be noemen tot Ontvanger van het Polderdis trict. Spreker gevoelt zich evenwel toch ver plicht hem uit naam van allen hartelijk' smaakt al* room geluk te wenschen en te zeggen, dat in de afgeloopen 25 jaren de heer Brouwer het polderdistrict als secretaris heeft ge diend met groot éistipheid en warme toe wijding. Geheel heeft hij zich gegeven aan de hem toevertrouwde belangen en per soonlijk kan spreker hieraan toevoegen doch juist de verschillende bezwaren wa ren oorzaak dat 't Zeeuwsche voorbeeld niet is gevolgd. Door de ramp in Maas en Waal is het o-nderwerp weer naar voren gebracht. Erkend moet worden dat de belangen der huiseigenaren zeker even groot, ja zelfs grooter zijn dan van heil die thans de volle lasten dragen, dock aan een toepassing van heffing zit veel vast en ingrijpende veranderingen in tal van zaken zullen moeten plaats vinden. Door den dijkgraaf van Neder-Betuwe den heer v. Beuningen is dit onderwerp be sproken en zal dit op de agenda van den Gelderschen Waterschapsbond worden ge bracht, zoodat dit dan wordt behandeld. Hoewel nu reeds gezegd kan worden dat een juiste omlijning niet zoo gemakkelijk zal zijn, hopen we toch dat, zoo moge lijk, een beslissing in den geest van vori- gen spreker zal volgen. Om echter reeds op één moeilijkheid te wijzen denken we eens aan 't stemrecht. Worden gebouwen belast dan in evenredigheid ook aan de eigenaren 't zelfde stemrecht. Als gevolg dus een ander korps kiezers, wier belan gen geheel afwijken van die der eigena dat hij in de ware beteekenisi van he tl woord, is een secretaris waarop de dijk- j ren van onbebouwde eigendommen. Deze graaf kan rekenen; alzoo een steun voor laatsten immers hebben belang bij wa den dijkgraaf De geheele administratie is keurig in orde. Het behoeft niet beter en zou ook niet beter kunnen. Deze woorden werden met luid applaus begroet, waarop de secretaris dank zegt voor dc hartelijke woorden tot hem ge sproken en voor de betoonde instemming der vergadering. Notulen thans gelezen en vastgesteld. Besluiten betreffende verleening van gratificatiën van diverse geërfden dagen genomen, zijn door Ged. St. goedgekeurd. Betreffende het besluit van den pol der Nieuwaal inzake verhaal op dc amb tenaren in verband inkoop pensioen, wordt door .Ged. St. bericht, dat slechts een vierde van dien inkoop kan worden ver- tergangen, sluizen enz. en zouden deze dan wel voldoende gewaarborgd blijven? Wij zijn overtuigd dart de huiseigena ren groot belang hebben bij behoud van het District. Het verheugt spr. dat dit) onderwerp is aangesneden. Het zal een prikkel zijn voor den Geldersehen Wa terschapsbond om spoedig met een rap port te komen, waar buiten Maas en Waal en Neder-Betuwe ook ons District belangstellnig in dit onderwerp toont. De heer v. Heeswijk dankt voor de toelichting, terwijl hij verder vraagt of 't niet beter ware geweest de uitvoering van 't werk te Aalst aan te besteden in plaats van 't in eigen beheer te nemen. De Voorzitter en ook heemraad Philips wijzen er op, dat de onbekende tegenval- haald, waarom het geërfdenbesluit niet lers met het oog op 't risico of een hoogc is goedgekeurd. inschrijvingssom tengevolge zouden heb- Eveneens wordt door dat College be- j kcn> dat een kostbaar bijwerk 'tge- zwaar gemaakt tegen het besluit van den j vo'§' zou geweest zijn, blijkens b.v. de af polder Zuilichem om het vischwater on- j gebroken voormuur die geen fundeering derhands te verpachten voor 6 jaar aan bleek te bezitten, de wed. F. v. Veen te Zuilichem. Sluiting. Komen aan de orde besluiten van: --111 11 Bruchem om de toelage voor het hou- fPIüil tselijk Memvs den van een dekstier met- f 40 te verhoor gen en te brengen op f ISO; j GENDEREN. Stat. No. 178 bevat de Gameren orn tot herstel van een eer tijds begaan verzuim te besluiten dat aan N. Kiep en W. v. d. Zalm perceeltje./ gronden in bruikleen worden afgestaan, gelegen aan de Startsteeg, waarop inmid dels woningen zijn gebouwd; afdruk van de Kon. goedgekeurde akte, betreffende de Coöp. Stoornzuivelfabriek »Op Hoop van Zegenalhier. RIJSWIJK. Bij besluit van den Com missaris der Koningin in de provincie Nieuwaal om gebruik makende van art. Noord-Braha.pt is benoemd tot Zetter voor =3 behandelt men de roode :0 en smettende plekken met die Iers sterker zijn zal, en dus meer Geachte Redactie Het zij mij vergund, bij deze met klem te protesteeren tegen het ingezonden stuk van C. R. „Dc Lingbekianen onder pau selijke vlag" in Uw geacht blad van Vrijdag 10 Sept. j.l. Nopens het „geestige" spotgedicht wil ik hier niets zeggen; de heer R. zoude zich verdienstelijker hebben gemaakt, in dien hij zijn poëtische gave hadde ge bruikt om de lezers van Uw blad te ont halen op een populaire, waardige, princi- piëele weerlegging in dichtvorm van Art. ng wekken zal, dan bij zoo'neen- 36 dei. Nederlandsche Geloofsbelijdenis. De billijkheid vordert dat wij plaats ruimte voor dit verweer beschikbaar stel len. De verdere ingekomen stukken hier op betrekking hebbende kunnen wij even wel niet opnemen en verdere discussie, kunnen wij daarover niet toestaan. DE REDACTIE. Beknopt verslag der vergadering van het Gecombineerd College van Bommeler waard boven den Meidijk van Dins dag 14 September 1926. Voorzitter: Dijkgraaf H. C. de Jongh. Alle leden aanwezig. Na opening der vergadering wordt de nieiiwgekozen hoofdgeërfde A. J. de Jongh als zoodanig beëedigd, waarbij de Voorz. hem een hartelijk welkom toeroept. De heer de Jongh dankt voor de wel willende woorden. De Voorzitter deelt mede, dat bij Ko ninklijk besluit tot heemraden zijn be noemd de aftredende heeren H. L. Philips, D. A, v. d. Kaaij, G. W. A. den Tref fer en plaatsvervangend heemraad K. A. v. Brakel, terwijl als hoofdgeërfden herkozen werden de heeren v. d. Graft, v. Heeswijk en J. A. de Jongh. De Voorzitter wenscht de heeren geluk met hunne benoeming en spreekt den wensch uit dat dezelfde goede verstand houding als tot heden zal blijven bestaan. Heemraad Philips zegt namens allen dank voor de vriendelijke woorden tot hen gericht. Hij geeft de verzekering, dat steeds op dezelfde prettige wijze zal wor den samengewerkt en hoopt, dat de nieu- 137 der pensioenwet o?p de ambtenaren een vierde van den verkoop te verhalen; Rossum tot aangaan eener tijdelijke geld- Ieening van f 1000 ter voorziening in kas geld; Zuilichem om den weg bij de Ham- steeg over een lengte van 50 M. met 2 Meter te verbreeden en in orde te. bren- 's Rijks directe belastingen in deze gemeente, C. C. van Herpen, zulks in de plaats van G. Nieuwenhuizen Sr., die overleden is. WERKENDAM. Aan het postkantoor alhier werd gedurende de maand Augustus in de Rijkspostspaarbank ingelegd f4786.31 en terugbetaald f3991 09. Het laatste gen met daarbijgevoegde ciering. boekie Besloten ter goedkeuring aan Ged. Sta- ,ö00f dat kant j^geven öoe*J« draagt ten in te zenden. i het nummer 4955. Af- en overschrijving alsmede aanvul- j Verkeerscjjfers Postcheque- en girodienst ling van diverse polderbegrootingeii. v&n het postkantoor alhier. Gedurende Goedgekeurd. de maand Augustus werd gestort op post- Af- en overschrijving District. Uit 011- j rekeningen f 48.322.82 en uitbetaald voorzien f 696,03 op diverse posten en wegens cheques f 29 929.24. aanvulling der begrooting met f 43,757,28 j)e2fl cjjfers bedroegen de vorige maand zijnde ide extra heffing waarvan f 14,742,32 als onvoorzien dienende voor uitgaven over het loopende jaar 1926-'27. Af- en -overschrijving Waalafdeeling f 4000, goedgekeurd. Voorstel tot oninvorderbaar verklaren van achterstallige lasten tot een bedrag van f 179,59 en pachten tot een bedrag van f 280 na toelichting goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat over' 1925-'26 geen achterstand zal voorkomen. Wat de extra heffing betreft spreekt hij resp. f45.888.26 en f 19.990.53. WOUDRICHEM. Zaterdagavond liet de iandb. H„ tijdens de uitbetaling van den Veilingmeester, zijn fiets even onbe heerd tegen het huis van mej. B. staan. Bij zijn vertrek kwam hij echter tot de ontdekking, dat zijn nog nieuwen lantaarn inmiddels spoorloos verdwenen was, Op de fruitveiling van Vrydag I.K werd voor de goede soorten appelen en een woord van waardeering tot alle be- peren hooge prijzen betaald. Voor het talenden, waar toch de achterstand nog grove fruit, in hoofdzaak de knolperen, slechts f 73,80 bedraagt. bestond bijna geen kooplust, zoodat ze Verder deelt de dijkgraaf mede, dat gMn cent per Kilo konden op de ^tooling te Hurweneti is ver- bre Valappelen werden «oor de fabriek hoogd, dat het werk aan den Panoven j 01 rr n binnenkort geheel in orde is, dat de werk- 8ek.ocht e" ,deden 3>-4 cent V" K'G' zaamheden te Aalst echter niet medeval- 1 Aardappelen geen aanvoer. len, waar thans gebleken is dat de vloeren '"l"1" opnieuw van gewapend beton voorzien lilir^CrlljiVC moeten worden. Bij de rondvraag wijst de heer v. Hees- HEUSDEN. wijk er op, dat we in de toekomst, met Geboren: Maria J. G., d. v. J. de het oog op de verzwaring der dijken, Korl j, j_ Leijt9n M,ria G-i d, f_ voorgroote uitgaven komen te staan. Spr de p A Dnk Johanna verzoekt den dukstoel te overwegen of x, T j -d ni 1 1 het mogelijk en wenschelijk is ook de be- d' »an Baardwijk en A.Ekkal- bouwde eigendommen aan te slaan. Het Loom Gernt M„ z, v. J, H. Wolfensper- gebied der overstrooming heeft geleerd, 8er en H. S, Plugers. ffow-ïfsf X

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 5