Tweede Blad
voor het Land
van Neusden en Aitena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Kleine Kinderen
PÜ!t€JL
Nog eens: „Oude Hit".
BEHOORENDE BIJ HET
n
l
voudig onderwerp als verwerkt wordt in
mijn vers. Uw vergelijking is dan ook
hoogst onbillijk en grenst aan kwaad
willigheid. Over „ontroering" zou ver
der nog heel wat te zeggen zijn. Zij is
de, vooral in onze dagen, zoozeer be
geerde injectie, die de lijdende mensch-
heid, weliswaar opleving, maar geen ver
nieuwing schenkt. Voor mij, dat mag u
wel weten, is zij niet het voornaamste.
Verder kan ik thans hierop niet ingaan.
Alleen nog: wees nu eens consequent,
en ga eens na in hoeveel gedichten,
b. v. Vondel, ontroert, en durf dan
beweren, dat de verzen die niet ont
roeren, ook geen gedichten zijn, en dus
Vondel eigenlijk, omdat niet til zijn ge
dichten ontroeren, nü eens dichter en
dün weer geen dichter is. Want zóó staat
het toch. U bedoelt mij, op grond van
een gedicht dat niet ontroert, het
dichterschap te ontzeggen, en kent dit
naar denzelfden maatstaf, op grond
van een gedicht dat wel ontroert, toe
aan Da Costa. Ergo kan, al naardat
üwe ontroering zich over een bepaald
vers al dan niet ontfermt, een dichter
dichter en geèn-dichter zijn. Welk een
j solide maatstaf is toch üwe ontroering!
In uw cntiek op mijn gemcht —zoo nu verder j)a Costa's „Vjjf en
immers noemt gij het, onbekende^ ciriti-Twintig Jaren" betreft, nog slechts kort
jr~rw uf-M "f ding dat mij ver- gejeden is hierover door een vereerder
blijdt. Dati u, blijkbaar met overtuiging, van pja Costa gevraagd, of „het (dit ge-
Da Costa dichter noemt. Dst is waarlijk j djcbf.^ yee^ beeft van 'n berijmde
met gering m een eeuw waannmen den kroniek». Waar biijft in dit licht uw
leermeester van Da Costa Bilderdijk, ontroeren» en uw onvoorwaardelijk:
net dichter-zijn durfde ontzeggen, al is Da Cogta was dichter". En dit zijn
men daarop later dan ook eenigermate n0g zeer zachte woorden. Dezelfde schrij-
teruggekomen. ederkeeng zijn toen yer geefj n0g beei andere. Maar ondanks
eoor een volgend geslacht zijn critici dit alles heb ik Da Cogta lief> Langen
weder de dichterkransen ontrukt en tot tijd ze]fg wag hij- yoor mij dé dichter
Ingezonden,
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
nog toe, getuige üw stuk gaat de
menschheid op dien weg voort. En dat-
zal in déze eeuw wel zoo blijven. Pas u
dus maar op en begeef u niet tot dich
ten. Hoewel u bij eenzelfde ervaring
misschien tot troost zou kunnen zijn
dat Adama van Scheltema zingt:
„Zie gij niet om bij het schimpen der
professioneele scribenten
Boven hun woord brandt geen doel, ouder
hun woord smeult de nijd.
Diep in uw ziel zit de stem die u oor
deelt: uw kunstnaarsgeweten,
Eén maar heeft hooger gezag hem
hoort gij nimmerde Tijd 1"
Ik heb er dus niets legen dat u Da
Costa dichter noemt want ook voor mij
is hij dat. En het krenkende dat u mij
.in die woorden wilt doen gevoelen, ga
Maar niets staat nu eenmaal stil. Ook
niet de letterkunde. Zelfs niet bij een
Da Costa. En zoo is er né, hem veel
geschreven dat wel niet het rhetorische
van zijn poëzie bezit j maar het daarom
niet minder schoon is. al spreekt het
niet zoo direct tot ons en al moet men
soms eerst den bolster breken voor men
het pit kan grijpen. Maar dat zal u
wel te „moeilijk" en niet „ontroerend"
genoeg zijn.
Hier zou ik willen eindigen, maar op
één punt moet ik u nog antwoorden.
U vraagt, waarom ik „landouw" ge
bruik als ik den kant van een sloot
bedoel. Maar ik bedoel geen kant van
een sloot, abonné. U hebt niet goed
g dezen. Dat zal ik u bewijzen. Er staat:
„het gras van de landouw aan d'o ver zij
en, we zagen het boven, en toch noemt
tot driemaal toe „Oude Hit"
een ge-
ik gaarne voorbij. AHeen is_ het, in ver- j der sj00t". Er lag dus aan de overzij
band met andere uitdrukkingen m uw j yaü de gt00t een landouw weiland,
„ingezonden", een weinig inconsequent. (zie Koenen, Verk. Ilandw boek der Ned.
U bedoelt toch dat. ik geen dichter ben, faan en dje Wordt bedoeld. Een sloot-
ets is gemakkelijker dan dit te bewe- kant wag ör ook aan déze zijde. Daarvoor
behoefde hij dus niet naar d'o ver zij
te reiken. Want elke sloot heeft immers
twee kanten. En op welke wijze nu
„landouw" in verband kan staan met
„touw", ga dat maar eens na bij Vondel,
Bilderdijk, Da Costa e. a. of vraag het
ander3 maar eens aan een onzer moderne
dichters. Maar mogelijk is het een vak
geheim en zullen ze u wel even wijs
laten.
J. TIMMERMANS.
Veen, 18 September 1926.
P. S. Helaas is nog een andere op
vatting van uw ingezonden stuk mogelijk
Tcht. Kom nu later niet met „ironisch"
d. Dat kennen, wij wel. Trouwens ik
zal er u toch niet meer op antwoorden
Want ik heb geeD tijd, om een ieder
dien het lust mij aan te vallen hetzij
als anoniem, zooals voor kwam, hetzij
als „abonné", zooals u te woord te
staan. Wien mijn geschrijf mishaagt,
l«gge liet terzijde, er is genoeg anders.
Maar ter zake. Abonné dan blijkt veel
liefde voor Da Costa te hebben. Jammer
vind ik het nu van hem dat hij zoo
slordig met diens vers omspringt. En ik-
moet daaruit wel besluiten dat hij meer
door het pathos van Da Casta dan door dan die ik hierboven aannam. In uw
diens woorden is getroffen. Juist zooals gezegue, dat Da Costa en ook de schrijver
het meer gaat. Ook ten opzichte van het van »L>ude Hit" meenen dat slechts
hóógste Woord. Men verzuimt nauwkeu- dö wederkomst van Christus redding
rige lezing en verwatert nu het hoogste brengen kan, kan n.l. ojigesloten hg-
wt God gaf meteen het verstand,1 8en, dat, dlt ^eent. 0°k uw 8Pot"
;ot wien het Woord zich in de eerste zuchtigklinkend „slechtheid van den
daats richt, op de tweede plaats stel- goddeloozen mensch"geeft ruimte voor
ende en geeft zich zoetelijk over aan een aI}dore opvatting. In dat geval zou
ie cadans van het gevoel. Maar men j ,u slechts, door u met Da Costa te dek-
ouwt alzóó op een zandgrond. En zoo ken ~7 dle,n u.n^eï meer treffen kunt
fees ik in het door u aangehaalde vers efü bstig-berekenden aanval doen, niet
»ij Da Costa dan ook niet „d e Heemle" aBeen °P mijne poëzie, maar tevens op
aaar „Zijn heemlen". De andere fout- de Jeei\der HeiligeSchriftover de weder-
)s laat ik maar glippen. Maar het eerste oprichting aller dingen, die Grod gespro
laakt voor de poëzie van Da Costa een
•oot verschil.
Minder goed dan in de poëzie van Da
)8ta (schoon ook daarin onnauwkeurig)
hijnt abonné thuis te zijn in de Hei-
;e Schrift. Anders zou hij toch niet
bben kunnen zeggen, dat het moeilijk
den zin van het slotvers van „Oude
t" te verstaan. Wanneer de redactie
dit blad nog de oorspronkelijke copie
tft kan zij getuigen dat ik bij deze
sis aanteekende Gen. 8 17 j° Gen.
en Rom. 819 t/m 22. Aan Da
ta dacht ik dus niet. Bij de correctie
drukproef heb ik, nü tot mijn spijt,
i teksten geschrapt, omdat een vers
a eenmaal geen preek is. Nog zegt
joiiné verder dat de woorden van „Oude
it" niet ontroerend zijn. Nu zou ik er
kunnèn wijzen, dat hij over het hoofd
)t het verschil tusschen den „jubel-
eet" van Da Costa en de „bede" van
ij, wat op zich zelf reeds een verschil-
iden aanslag oproept, maar liever
lag ikhoe zou ontroering moge-
k zijn bij het lezen van iets, waarvan
den zin zoo moeilijk (beteekent dit
qs in 't geheel niet) verstaat,
ferder mag ik er zeker wel op wijzen,
bij een stof als waarover Da Costa
tdelt in zijn „Vijf en Twintig Jaren",
it „jaar", abonné), de bewogenheid
ken heeft door den mond van alle zijne
heilige profeten van alle eeuw. (Hand.
820 en 21). Indien dit zoo ware, wat
ik niet hoop en ook niet heb veronder
steld, ben ik, wanneer u er openlijk voor
uit durft komen, bereid, hierover
nog eens den degen met u te kruisen.
Maar noem dan eerst uw naam en wees
niet laf. T.
Maar gestel eens, dat de „Lingbekia-
nen" het bij het rechte eind hadden; dan
zouden we hier te doen hebben met een
algemeen menschelijken trek: als men ge
voelt niets tegen de Waarheid te vermo
gen, zoekt men zijn kracht in spotternij.
Laat de heer R. er toch goed aan den
ken, dat de Heere jezus voor spotters
geen woorden over had; de Rechtvaardige
liet hen in hunne zonde....
Aangaande de opmerking van den ge-
achten dichter in noot 2 (waartegen mijn
protest gaat), dat de Hervormde (Gere
formeerde) Staatspartij geen hooger doel
zou kennen, dan het vervolgen van onze
Roomsche landgenooten, zoude ik ge
neigd zijn te denken aan vuigen laster.
Evenwel, uit hetgeen de heer R. verder
opmerkt, blijkt, dat hij in het geheel niet
op de hoogte is, ja, dat zelfs een dichter
wel eens verkeerd kan lezen. „Volgens
Art. 36", beweert hij, wil de H.(G.)S.
de Roomschen met het zwaard uitroei
en." (N. B.)
Wat is echter de waarheid omtrent dit
hoogstbelangrijke stuk onzer Belijdenis?
De quaestieuze zinsnede daaruit toch luidt
niet:de Overheid moet met het zwaard'
weren en uitroeien alle belijders van val-
schen godsdienst en alle afgodendienaars',
edoch alle afgoderij en valschen gods
dienst.
Met andere woorden: wanneer godloo
chenende Dageraadsmannen te Amsterdam
met dikke letters op de muren kalken de
woorden: „God is het kwaad" en „Weg
met God", dan moet de Overheid, als
Dienaresse Gods de macht hebben om
zulks tc verbieden; dersgelijks mag zij niet
dulden ,dat de Roomschen hun broodgod
gaan bezigen voor publieke afgoderij op
de openbare straat.
De onzinnige gedachte, dat de Over
heid alle Roomschen over de kling! zou
moeten jagen heeft nooit of te nimmer ten
grondslag gelegen aan onze onvergelijke
lijke Gereformeerde Geloofsbelijdenis en
is ook nooit opgeklommen in het hart van
een oprechten belijder van Art. 36.
Roomschen, moderne heidenen van al
lerlei slag, atheïsten enz. mogen binnens
huis belijden en aanbidden wat en wien
ze willen. Echter heeft de Overheid, als
Dienaresse G,odskunnende dus geen twee
heeren tegelijk dienen, er voor te waken,
dat op haar gebieddus op het publieke
terrein, het Koningschap van Christus ge
handhaafd blijft. Daartoe gaf God haar
het zwaard in handen (Rom. 13) om een
wreekster te zijn tot straf dengene, die
zich schuldig maakt aan openbare afgode
rijen en godslasteringen.
Hiermede meen ik, de misvatting van
den heer R. voldoende te hebben doen
uitkomen; overigens is het hier de plaats
niet, om verder op deze zaak in te gaan.
Alleen wil ik den heer R. nog op het
hart binden, dat God óók gezien heeft,
of hij met zijn geschrijf recht of onrecht
pleegde jegens de H.(G.)S. en hare be
ginselen.
Gedachtig voorts aan het spreekwoord:
„De wereld wil bedrogen zijn", spreek
ik het vertrouwen uit, dat nochtans vele
lezers van Uw blad, geachte Redactie,
zich niet om den tuin zullen laten leiden
en acht zullen geven op de raadgeving van
Handelingen 17 11: „...en dezen, van
Berea, waren edeler dan die te Thessa-
lonica, ontvangende het Woord met alle
toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de
Schriften, of deze dingen alzoo waren." i
De Hervormde (Gereformeerde) Staats-
partij hoopt hun dit onderzoek binnenkort te
kunnen vergemakkelijken.
U zeer dankende voor de verleende j
plaatsruimte, teekent, hoogachtend,
Uw dw.,
W. A. BOERS,
Algem. Secr. der Herv. (Ge-
ref.) Staatspartij.
Amsterdam, 14 Sept. 1926.
we periode er een zal zijn minder kost- dat juist die menschen op den voorgrond
baar voor ons District, dat, dank zij de treden voor schadevergoeding ten koste
goede zorg, in uitstekenden staat ver- van de anderen, die juist in de dijklasten
keert. Nogmaals dankt hij voor de goede bijdragen. Spreker heeft becijferd, dat cr
woorden tot hen gesproken. pl.m. 4500 gebouwen in 'tdistrict zijn;
De dijkgraaf richt thans het woord, haar de vastgestelde wettelijke huurwaarde
tot den heer Brouwers, secretaris van het belast, zou dit, gemiddeld f 2 per vvo-
College en zegt dat sinds de vorige ver- ning, een inkomen geven van plm. f 9000
gadering een gewicht/ge gebeurtenis in' Waar een goed onderhoud der dijken
diens ambtelijke loopbaan heeft plaats ge- ook voor hen van groot belang is, kan
ha<4- Immers de secretaris heeft het feit een heffing niet onbillijk geacht worden,
herdacht, dat hij 25 jaren als secretaris De dijkgraaf zegt hierover terstond
van het College werkzaam is geweest. Op reeds eenige mededeelingen te kunnen doen
diens uitdrukkelijk verzoek is die dagl en wijst er op hoe één polderdistrict)
ongemerkt voorbij gegaan. Spreker kon in Zeeland reeds bebouwde eigendommen
dit verlangen billijken, temeer, waar kort j belast. Reeds vroeger is over het heffen
te voren de Dijkstoel en het Gecombineerd voor bebouwde eigendommen gesproken,
College een bewijs van groot vertrouwen
had gegeven, door hem eenparig te be
noemen tot Ontvanger van het Polderdis
trict.
Spreker gevoelt zich evenwel toch ver
plicht hem uit naam van allen hartelijk'
smaakt al* room
geluk te wenschen en te zeggen, dat in
de afgeloopen 25 jaren de heer Brouwer
het polderdistrict als secretaris heeft ge
diend met groot éistipheid en warme toe
wijding. Geheel heeft hij zich gegeven aan
de hem toevertrouwde belangen en per
soonlijk kan spreker hieraan toevoegen
doch juist de verschillende bezwaren wa
ren oorzaak dat 't Zeeuwsche voorbeeld
niet is gevolgd. Door de ramp in Maas
en Waal is het o-nderwerp weer naar
voren gebracht. Erkend moet worden dat
de belangen der huiseigenaren zeker even
groot, ja zelfs grooter zijn dan van heil
die thans de volle lasten dragen, dock
aan een toepassing van heffing zit veel
vast en ingrijpende veranderingen in tal
van zaken zullen moeten plaats vinden.
Door den dijkgraaf van Neder-Betuwe den
heer v. Beuningen is dit onderwerp be
sproken en zal dit op de agenda van den
Gelderschen Waterschapsbond worden ge
bracht, zoodat dit dan wordt behandeld.
Hoewel nu reeds gezegd kan worden dat
een juiste omlijning niet zoo gemakkelijk
zal zijn, hopen we toch dat, zoo moge
lijk, een beslissing in den geest van vori-
gen spreker zal volgen. Om echter reeds
op één moeilijkheid te wijzen denken we
eens aan 't stemrecht. Worden gebouwen
belast dan in evenredigheid ook aan de
eigenaren 't zelfde stemrecht. Als gevolg
dus een ander korps kiezers, wier belan
gen geheel afwijken van die der eigena
dat hij in de ware beteekenisi van he tl
woord, is een secretaris waarop de dijk- j ren van onbebouwde eigendommen. Deze
graaf kan rekenen; alzoo een steun voor laatsten immers hebben belang bij wa
den dijkgraaf
De geheele administratie is keurig in
orde. Het behoeft niet beter en zou ook
niet beter kunnen.
Deze woorden werden met luid applaus
begroet, waarop de secretaris dank zegt
voor dc hartelijke woorden tot hem ge
sproken en voor de betoonde instemming
der vergadering.
Notulen thans gelezen en vastgesteld.
Besluiten betreffende verleening van
gratificatiën van diverse geërfden dagen
genomen, zijn door Ged. St. goedgekeurd.
Betreffende het besluit van den pol
der Nieuwaal inzake verhaal op dc amb
tenaren in verband inkoop pensioen, wordt
door .Ged. St. bericht, dat slechts een
vierde van dien inkoop kan worden ver-
tergangen, sluizen enz. en zouden deze
dan wel voldoende gewaarborgd blijven?
Wij zijn overtuigd dart de huiseigena
ren groot belang hebben bij behoud van
het District. Het verheugt spr. dat dit)
onderwerp is aangesneden. Het zal een
prikkel zijn voor den Geldersehen Wa
terschapsbond om spoedig met een rap
port te komen, waar buiten Maas en
Waal en Neder-Betuwe ook ons District
belangstellnig in dit onderwerp toont.
De heer v. Heeswijk dankt voor de
toelichting, terwijl hij verder vraagt of
't niet beter ware geweest de uitvoering
van 't werk te Aalst aan te besteden in
plaats van 't in eigen beheer te nemen.
De Voorzitter en ook heemraad Philips
wijzen er op, dat de onbekende tegenval-
haald, waarom het geërfdenbesluit niet lers met het oog op 't risico of een hoogc
is goedgekeurd. inschrijvingssom tengevolge zouden heb-
Eveneens wordt door dat College be- j kcn> dat een kostbaar bijwerk 'tge-
zwaar gemaakt tegen het besluit van den j vo'§' zou geweest zijn, blijkens b.v. de af
polder Zuilichem om het vischwater on- j gebroken voormuur die geen fundeering
derhands te verpachten voor 6 jaar aan bleek te bezitten,
de wed. F. v. Veen te Zuilichem. Sluiting.
Komen aan de orde besluiten van: --111 11
Bruchem om de toelage voor het hou- fPIüil tselijk Memvs
den van een dekstier met- f 40 te verhoor
gen en te brengen op f ISO; j GENDEREN. Stat. No. 178 bevat de
Gameren orn tot herstel van een eer
tijds begaan verzuim te besluiten dat aan
N. Kiep en W. v. d. Zalm perceeltje./
gronden in bruikleen worden afgestaan,
gelegen aan de Startsteeg, waarop inmid
dels woningen zijn gebouwd;
afdruk van de Kon. goedgekeurde akte,
betreffende de Coöp. Stoornzuivelfabriek
»Op Hoop van Zegenalhier.
RIJSWIJK. Bij besluit van den Com
missaris der Koningin in de provincie
Nieuwaal om gebruik makende van art. Noord-Braha.pt is benoemd tot Zetter voor
=3 behandelt men de roode
:0 en smettende plekken met
die
Iers sterker zijn zal, en dus meer
Geachte Redactie
Het zij mij vergund, bij deze met klem
te protesteeren tegen het ingezonden stuk
van C. R. „Dc Lingbekianen onder pau
selijke vlag" in Uw geacht blad van
Vrijdag 10 Sept. j.l.
Nopens het „geestige" spotgedicht wil
ik hier niets zeggen; de heer R. zoude
zich verdienstelijker hebben gemaakt, in
dien hij zijn poëtische gave hadde ge
bruikt om de lezers van Uw blad te ont
halen op een populaire, waardige, princi-
piëele weerlegging in dichtvorm van Art.
ng wekken zal, dan bij zoo'neen- 36 dei. Nederlandsche Geloofsbelijdenis.
De billijkheid vordert dat wij plaats
ruimte voor dit verweer beschikbaar stel
len. De verdere ingekomen stukken hier
op betrekking hebbende kunnen wij even
wel niet opnemen en verdere discussie,
kunnen wij daarover niet toestaan.
DE REDACTIE.
Beknopt verslag der vergadering van het
Gecombineerd College van Bommeler
waard boven den Meidijk van Dins
dag 14 September 1926.
Voorzitter: Dijkgraaf H. C. de Jongh.
Alle leden aanwezig.
Na opening der vergadering wordt de
nieiiwgekozen hoofdgeërfde A. J. de Jongh
als zoodanig beëedigd, waarbij de Voorz.
hem een hartelijk welkom toeroept.
De heer de Jongh dankt voor de wel
willende woorden.
De Voorzitter deelt mede, dat bij Ko
ninklijk besluit tot heemraden zijn be
noemd de aftredende heeren H. L. Philips,
D. A, v. d. Kaaij, G. W. A. den Tref
fer en plaatsvervangend heemraad K. A. v.
Brakel, terwijl als hoofdgeërfden herkozen
werden de heeren v. d. Graft, v. Heeswijk
en J. A. de Jongh.
De Voorzitter wenscht de heeren geluk
met hunne benoeming en spreekt den
wensch uit dat dezelfde goede verstand
houding als tot heden zal blijven bestaan.
Heemraad Philips zegt namens allen
dank voor de vriendelijke woorden tot
hen gericht. Hij geeft de verzekering, dat
steeds op dezelfde prettige wijze zal wor
den samengewerkt en hoopt, dat de nieu-
137 der pensioenwet o?p de ambtenaren
een vierde van den verkoop te verhalen;
Rossum tot aangaan eener tijdelijke geld-
Ieening van f 1000 ter voorziening in kas
geld;
Zuilichem om den weg bij de Ham-
steeg over een lengte van 50 M. met 2
Meter te verbreeden en in orde te. bren-
's Rijks directe belastingen in deze gemeente,
C. C. van Herpen, zulks in de plaats van
G. Nieuwenhuizen Sr., die overleden is.
WERKENDAM. Aan het postkantoor
alhier werd gedurende de maand Augustus
in de Rijkspostspaarbank ingelegd f4786.31
en terugbetaald f3991 09. Het laatste
gen met daarbijgevoegde ciering. boekie
Besloten ter goedkeuring aan Ged. Sta- ,ö00f dat kant j^geven öoe*J« draagt
ten in te zenden.
i het nummer 4955.
Af- en overschrijving alsmede aanvul- j Verkeerscjjfers Postcheque- en girodienst
ling van diverse polderbegrootingeii. v&n het postkantoor alhier. Gedurende
Goedgekeurd. de maand Augustus werd gestort op post-
Af- en overschrijving District. Uit 011- j rekeningen f 48.322.82 en uitbetaald
voorzien f 696,03 op diverse posten en wegens cheques f 29 929.24.
aanvulling der begrooting met f 43,757,28 j)e2fl cjjfers bedroegen de vorige maand
zijnde ide extra heffing waarvan f 14,742,32
als onvoorzien dienende voor uitgaven over
het loopende jaar 1926-'27.
Af- en -overschrijving Waalafdeeling
f 4000, goedgekeurd.
Voorstel tot oninvorderbaar verklaren
van achterstallige lasten tot een bedrag
van f 179,59 en pachten tot een bedrag
van f 280 na toelichting goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat over'
1925-'26 geen achterstand zal voorkomen.
Wat de extra heffing betreft spreekt hij
resp. f45.888.26 en f 19.990.53.
WOUDRICHEM. Zaterdagavond liet
de iandb. H„ tijdens de uitbetaling van
den Veilingmeester, zijn fiets even onbe
heerd tegen het huis van mej. B. staan.
Bij zijn vertrek kwam hij echter tot de
ontdekking, dat zijn nog nieuwen lantaarn
inmiddels spoorloos verdwenen was,
Op de fruitveiling van Vrydag I.K
werd voor de goede soorten appelen en
een woord van waardeering tot alle be- peren hooge prijzen betaald. Voor het
talenden, waar toch de achterstand nog grove fruit, in hoofdzaak de knolperen,
slechts f 73,80 bedraagt. bestond bijna geen kooplust, zoodat ze
Verder deelt de dijkgraaf mede, dat gMn cent per Kilo konden op
de ^tooling te Hurweneti is ver- bre Valappelen werden «oor de fabriek
hoogd, dat het werk aan den Panoven j 01 rr n
binnenkort geheel in orde is, dat de werk- 8ek.ocht e" ,deden 3>-4 cent V" K'G'
zaamheden te Aalst echter niet medeval- 1 Aardappelen geen aanvoer.
len, waar thans gebleken is dat de vloeren '"l"1"
opnieuw van gewapend beton voorzien lilir^CrlljiVC
moeten worden.
Bij de rondvraag wijst de heer v. Hees- HEUSDEN.
wijk er op, dat we in de toekomst, met Geboren: Maria J. G., d. v. J. de
het oog op de verzwaring der dijken, Korl j, j_ Leijt9n M,ria G-i d, f_
voorgroote uitgaven komen te staan. Spr de p A Dnk Johanna
verzoekt den dukstoel te overwegen of x, T j -d ni 1 1
het mogelijk en wenschelijk is ook de be- d' »an Baardwijk en A.Ekkal-
bouwde eigendommen aan te slaan. Het Loom Gernt M„ z, v. J, H. Wolfensper-
gebied der overstrooming heeft geleerd, 8er en H. S, Plugers.
ffow-ïfsf
X