immmm mÊÈS PP® mê Rechtzaken. Burgerlijke Stand. m Enkele opmerkingen over kalibemesting op kleigronden BOSSCHE RECHTBANK. E. S. een jonggetrouwde schoenmaker uit Waalwijk ondernam met z'n vrouw een reis naar Amsterdam, 't Was op den 18en Juli dat ze vandaar weer terug kwamen, waar het volop kermis was. De jonge vrouw ging de buurt in, nadat het- paar ook nog kermis had gehouden en wilde niet met haar man mede naar huis toen deze haar kwam halen. Er kwam hevige ruzie. In drift had de jonge echtgenoot Piet v. Eeten met een mes mishandeld omdat deze de vrouw van den schoenmaker niet had buitenje- gooid toen ze ten zijnen huize kwam; buurten en niet aan heengaan dacht. Wegens die mishandeling stond verd. terecht. Verdachte beweerde in drift te hebben gehandeld. Eisch: 4 maanden voorwaardelijke ge vangenisstraf. - j !J j J A. de R. 21 jaar, arbeider te Sprang, thans gedetineerd, beklaagd ter zake dat hij den len Augustus 1926 te Sprang-Ca- de woning van A. v. Wijlen geld heeft weggenomen door midde lvan in klimming. Verdachte bekende, schreide en beloof de beterschap. "Hij wilde in termijntjes het geld terugbetalen. Zijn verdediger kon al reeds tijdens de strafzitting f25 over leggen. - 1 De eisch van het O. M: luidde zes maanden gevangenisstraf. De verdediger pleitte clementie. Uitspraak 30 September a.s. P. v. E., bakker te Waalwijk, gedeti neerd had in den nacht van 28 op 2<9 Juli 1926 te Waalwijk ten nadeele van zijn vader J. v. Engelen een kist zeep ont vreemd. Verdachte had de kist in een kippenhok bij de buren verborgen. Een voerman kwam de gestolen waar halen en bracht ze in opdracht van verdachte bij den op- kooper ,die voor de kist met zeep f 4 had betaald. De eisch luidde 8 maanden gevangenisr straf. Als verdediger trad op jhr. mr. C. van Nispen tot Sevenaer. Uitspraak 30 Sept. a.s. H R. T. v. M. te Waalwijk was door den kantonrechter aldaar veroordeeld wegens overtreding der gemeentelijke bouwveror dening. Verdachte kwam van zijn vonnis in hooger beroep en werd de zaak dus opnieuw behandeld, thans voor de Bos sche rechtbank. Verdachte was niet verschenen. Als zijn woerdvoerder en verdediger trad op mr. Gerrits, den Bosch. Als getuigen werdén gehoord, J. Tek- stra en G. v. Huiten, beiden te Waalwijk. Het betreft hier een aantal woningen, die gebouwd zijn vóór het inwerking tre den der woningwet. Aan verdachte werd aangezegd, dat hij moest zorgen, dat ie dere woning voorzien werd van een pri vaat en den bouw af te werken volgens voorschrift. Echter blee fverdachte in ge breke aan die sommeering gevolg te geven en beriep er zich op niet wettelijk ver plicht te zijn die voorgeschreven verbe teringen in zake de privaten aan te bren gen. Is verdachte een huisjesmelker? in formeerde de president. De verdediger antwoordde ontkennend. Het O. M. stelde verdachte in 't gelijk en eischte vernietiging van het vonnis van den "kantonrechter. De verdediger betoogde in zijn uitvoe rig pleidooi om ontslag van rechtsver volging, dat de gemeente Waalwijk niet bevoegd is zoo'n verordening te geven. Er zijn meer van dergelijke gevallen in Waalwijk en men wi lnu eens laten uitma ken wie er gelijk heeft. Verdachte is geen huisjesmelker, maar hij is in figuurlijken zin proefkonijn, 't Gaat hier nu maar uit sluitend om het principe. Als een gemeen tebestuur maar kan decreteeren, zegt plei ter ,waar is dan de grens. Er wordt op die manier wel wat te erg ingegrepen in de eigendomsrechten van particulieren. Aan de hand der Woningwet betoogt pleiter dat de gemeente Waalwijk niet be voegd is, tot wat zij ten deze verdachte wil opleggen. Wat door de wet zelf zeer duidelijk is geregeld, daar moet de ge meente zich verder niet mee bemoeien. Waar zou het op uitloopen? Gesteld dat in den Gemeenteraad van Waalwijk eens een aantal bloemisten zou den zitten, dan zouden er in Waalwijk al maar parken kunnen worden aange legd? Dat gaat niet op. De Rijkswet moet door de gemeente worden uitgevoerd, juist zooals ze be doeld is. In het geval hier voor de rechtbank gebracht mist de gemeenteraad van Waal wijk iederen grond om het anders te wil len dan rechtens moet. De uitspraak der rechtbank werd be paald op 30 Sept. a.s. (Hsgz.) —o ARR. RECHTBANK TIEL. In de terechtzitting van den Politierechter d.d. 15 Sept. werden de volgende vonnissen uitgesproken J. C. B. Raamsdonksveer, stroopery, f25 of 10 d. h. A. v. d. W. te Heusden, eenv, bel. f 10 of 5 d.h.M v, O te Aalst, idem f30 of 15 d. h.C. B. te Aalst, wederspannigheid, f 25 of 10 d. h.H. v. E. te Gameren, idem f 50 of 20 d. h. DE MOORD TE CULEMBORG. Voor de TitMsche rechtbank heeft te recht gestaan de heer De Beus uit Cu- lemborg, verdacht van smaad en belee- diging van den Commissaris van politie aldaar ,in zake de Culemborgsche moord zaak. De belangstelling was buitengewoon groot. De raadsman van den heer Blok mr. Bourlier stelde zich civiele partij voor 150 gulden. Desgevraagd zeide verdachte De Beus dat hij de stukken geschreven heeft en dat hij gehandeld heeft om het algemeen belang te dienen. Het O. M. mr. J. v. Everdingen, zijn requisitoir nemende, zeide in het artikel van 22 Mei geen smaadschrift te zien, maar enkel eenvoudige beleediging, omdat er geen preciese feiten in ten laste gelegd worden, doch slechts beleedigingen van algemeenen aard. Het beroep op het al gemeen belang gaat dan ook niet op. Wat betreft het artikel van 15 Mei, dat is smaad, omdat er althans een bepaald feit in ten laste gelegd wordt. Den goeden weg heeft verdachte niet bewandeld door het schrijven van cieze stukken, want hij wist ,dat het onderzoek met kracht werd voortgezet. Hangende het onderzoek op deze wijze in kranten te schrijven, gaat te ver. Waren op sobere wijze feiten genoemd, dan zou het wat anders1 zijn. Thans is verdachte veel te ver gegaan, zoowel naar vorm als inhoud. Moge ju ridisch niet vaststaan, dat verdachte in het algemeen belang heeft gehandeld, toch staat wel vast, dat grootendeels heeft voorgezeten de bedoeling om het algemeen belang te dienen. De drijfveer van verdachte, die overi gens gunstig bekend staat, was, licht te brengen in de moordzaak. Spreker ge looft ,dat hij te goeder trouw is geweest en dat het zijn bedoeling was het alge meen belang te dienen. Eisch wegens smaad en eenvoudige be leediging aangedaan aan een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening zijner bediening- voor elk der beicle feiten f 50 boete of 10 dagen hechtenis. Mr. Muller Massis, zijn pleidooi houden de, zeide in deze zaak niet de juridische zijde naar voren te zullen schuiven. Of men hier te doen heeft met den smaad dan wel met beleediging is niet van het hoogste belang. De vraag is echter of hier het opzet voor de beleediging pf voor den smaad hoe men 't noemen wil bestaan heeft. Het antwoord; op deze vraag moet ontkennend luiden, al zou de verdachte de grenzen te buiten zijn gegaan. Hij moet dus vrijl uitgaan. Geen partijbelang, geen antisemitisme hebben verdachte gedreven, maar alleen het algemeen belang. Hij' vertolkte wat be wust en onbewust leefde in het overgroote deel van de Culemborgsche bevolking. Ten slotte concludeerde hij tot vrij spraak .subsidiair tot het wijzen van een zoodanig vonnis dat de volkomen eer lijke bedoeling en de goede trouw! van verdachte tot uiting komt. (Applaus op de publieke tribune). Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 30 September a.s. pSfej' lu WÈnsmiiÊ h I Mmmm tlHpi MÉ De Duitsch-Amerikaaissche zwemster »Trudi« (zooals men ze thuis rroe-mt). Ederle bedankt door wuiven met de hand de menigte voor de haar bij haar terug komst in New-York bereide ontvargst. Grooter menschenmenigte was nooit op de been om een zwemster te huldigen. door Ir. H. E. HUIZENGA. Rijkslandbouwconsulent te Breda. De vraag, in hoeverre er op de klei gronden behoefte bestaat "aan eene kali bemesting, heeft reeds zeer geruimen tijd de aandacht van de practici in mijn ambts gebied. Van den aanvang af, dpt de kunst meststoffen in gebruik kwamen, heeft de wetenschap zich over 't algemeen op het standpunt geplaatst 'dat als regel aange nomen mocht worden dat de kleigronden van nature zoo rijk aan kali zijn, dat een speciale bemesting met kalihoudende kunst meststoffen kan worden geacht overbo dig te zijn. Op het oogenblik' is men met zijne inzichten in deze zoover ge vorderd, dat men in de literatuur eene kalibemesting op lichte klei dikwijls voor- deelig vindt, maar dat er op de zwaar dere kleigronden gewoonlijk geen behoefte aan bestaat. Het zou mij te ver voeren hier ter plaatse de motieven in alle bijzonderhe den uiteen te zetten, waarop de zoo pas aangehaalde zienswijze berust. Ik wil slechts opmerken, dat zich inderdaad ge vallen voordoen, waarin eene kalibemes ting op klei met voordeel is of kan wor den toegepast en dat er tal van omstan- dghieden zijn, waar he( van afhangt of daarmee gunstige resultaten worden ver kregen. De kwestie„licht of zwaar" geeft hier alleen den doorslag. Ik meen, dat het nuttig is in dit blad de zoo juist be doelde omstandigheden nader te om schrijven. I. In de eerste plaats dan kan woir- den opgemerkt ,dat zware klei inder daad van nature meer kali bevat dan lichte klei. Dit komt omdat het gehalte aan uiterst fijne deeltjes in de zware klei gronden veel grooter is dan in de lichte en juist die uiterst fijne deeltjes bevatten vaak 'n betrekkelijk groote hoeveelheid ka li. Niet altijd is dit echter het gevaL Men moet in dezen wel onderscheid maken tusschen de eene zware kleisoort en de andere. Bij meer of minder wetenschap pelijke proeven is n.l. meermalen gebleken en ook practici hebben die ervaring wel opgedaan, dat op oude en tevens' toch vrij zware kleigronden gunstige uitkoms ten met eene kalibemesting verkregen wor den. In verband hiermee is het ook ver klaarbaar dat ik in mijn ambtsgebied op de rivierklei in 't Land van Heusden di verse keeren eene goede werking van bo venbedoelde bemesting heb gezien terwijl op jongere zware zeekleigronden het nut van eene kalibemesting op zijn minst ge nomen dikwijls zeer twijfelachtig is. Hoe ouder de kleigronden zijn hoe meer kans er voor bestaat, dat de gemakkelijk' op neembare^ kali daar op allerlei wijzen uit verdwenen is en hierbij heeft, naast de opname door de planten, ongetwijfeld de zeer langen tijd voortgezette uitspoelende werking van het koolzuurhoudend water in den bodem een belangrijke rol gespeeld. II. Een tweede punt, waarop we moe ten wijzen is dit, dat de cultuur,, die be oefend wordt, inzonderheid de vruchtwis- seling ,die op 'n bepaald perceel wordt toegepast, mede beslissend kan zijn voor het beantwoorden van de vraag of op dat speciaal perceel, eene kalibemesting noodig kan zijn of niet. Het is bekend dat men meer en ook minder sterk kali roovende gewassen heeft. Hoe vaker men met sterk kaliroovende gewassen op het zelfde perceel terugkomt, hoe meer kali aan den grond kan worden onttrokken. Hierbij moet men echter niet vergeten rekening te houden met de inrichting van het geheele bedrijf. Ik bedoel hiermee het volgende: Suikerbieten en voederbie ten zijn beide sterk kaliroovend, maar van de voederbieten blijft, aangezien ze op de boerderij als veevoeder wqrclen gebruikt, alle kali in 't bedrijf achter, ter wijl met de suikerbieten door de leveran tie aan en de verwerking op de fabrieken, veel kali voor 't bedrijf verloren gaat. Bovendien wil ik in verband met dit punt 2 nog even opmerken, dat de prac tici zich niet moeten plaatsen op het stand punt, dat wanneer zij eene kalibemesting toedienen, deze in de eerste plaats) aairj sterk kaliroovende gewassen gegeven moe- worden. De ervaring heeft n.l. meerma len geleerd ,dat juist die gewassen, die eene groote hoeveelheid eener bepaalde voedingstof aan den grond onttrekken, ook een groot opnemingsvermogen voor deze stof bezitten. In verband hiermee is mij door eigen aanschouwing wel gebleken n.l. in het Land van Heusden, dat suiker bieten bij wijlen in staat waren in een jon gen boomgaard de grond zoo arm aan kali te maken, dat de groei en de pro ductie van de jonge appelboomen er ern stig onder begonnen te lijden. Tevens is het met het oog hierop ook aannemelijk, dat men bijv. bij vlas, dat per H.A. misf schien hoogstens 57 K.G. kali aan den grond onttrekt, soms meer resultaten van eene kalibemesting kan zien dan ,bij sui kerbieten, die per bunder wel 200 K.G. kali uit den grond kunnen halen. III. Een 3e punt, waarop ik wil wijzen is de geheele inrichting van het bedrijf. De vraag of kalibemesting noodig is of niet hangt ook hiervan zonder twijfel af. Ik bedoel hiermee b.v. dit. Wanneer er op 'n boerderij naast akkerbouw ook veel aan veehouderij wordt gedaan en er dus ook veel krachtvoer en misschien ook ruwvoer wordt gekocht, dan wordt op deze wijze ook 'n grootere of klei nere hoeveelheid kali in 't bedrijf inge voerd. Deze kali komt in de stalmest terechten helpt het kaligehalte van den bodem op peil houden. Hoe meer stal- mestproductie, hoe minder behoefte aan Links: Ernest Vierkötter, de Dnitscher, die 42| uur het Kanaal overzwom, aldus het record van Gertrude Ederle verbeterd. RechtsDe jeugdige Jeddu Krishnamurti uit Indië, die, vergezeld door zijn «geestelijke moedeiAnnie Besant, een wereldreis maakt. Hij schynt zeer ont- wikkeld te zyn. eene speciale kalibemesting en in verband hiermee is het begrijpelijk, dat ik nog' niet lang geleden zeer sterk den indruk van het nut van eene kalibemestingj ge kregen heb op een der polders in den Biesbosch, waar tot voor korten tijd van veehouderij van belang geen sprake was en waar 't geheele bedrijf voor zoover de bemestnig betreft, op 't gebruik van knustmest en op groenbemesting dreef. Volledigheidshalve wil ik er bij dit punt nog aan toevoegen, dat de beteekenis, die onder anderen de stalmest hebben kan om 't kaligehalte van den bodem te helpen op peil te houden, heel verschil lend kan zijn. Er zijn in mijn ambtsgebied ook op de klei nog tal van landbouwers die aan het verzamelen en bewaren; van de stalmest nog zeer onvoldoende zon gen besteden en op wier bedrijven groo te hoeveelheden gier, waarin dus de vloei bare uitwerpselen van de dieren aanwe zig zijn, verloren gaan. Juist met deze gier gaat ook veel kali voor het bedrijf verloren. IV. Na deze drie punten moeten we thans wijzen op den invloed van de struc tuur van den bodem en de natuurlijke en kunstmatige middelen, die. er bestaan, eventueel toegepast kunnen worden, om de structuur in den meest gewenschten toestand te houden. Hoe meer rationeel de grond wordt bewerkt en hoe. beter de weersgesteldheid is met het oogj op het verkrijgen of het behouden van eene goede structuur, hoe beter de natuur lijke invloeden er aan kunnen meewerken om moeilijk oplosbare kaliverbindingen in gemakkelijk oplosbare om te zetten en hoe minder behoefte men heeft aan eene speciale kalibemesting. Een van deze natuurlijke invloeden is o.a. de droogte. Het' is bekend, dat de dro ge jaren voor den akkerbouw op de klei over het algemeen de beste jaren zijn en ik schrijf dit o.a. hieraan toe, dat direct door den invloed van de droogte, moei lijk voor de planten te gebruiken voeden de stoffen (o.a. kaliverbindingen) in ge makkelijk opneembare worden omgezet. Het is bekend, dat 1911 een droog jaar was en dat er toen in de klei 'n zeer goede oogst gewonnen werd, maar deze droogte heeft bovendien een zoodanigen gunstigen invloed gehad, dat de oogst, die in 1912 te velde stondi, zeker niet slechter was. Deze oogst werd echter slechts gewonnen omdat 1912 'n zeer nat jaar was, inzonderheid in den oogsttijd. V. Als 5e en laatste punt wil ik hier ten slotte nog melding maken van de dikte van de bouwvoor en de factoren, dié daarop invloed uitoefenen, met name de diepte van de grondbewerking en de hoog te van den waterstand in den bodem. Hoe dieper de bouwvoor is, hoe grooter kun nen we zeggen, de voorraadschuur aan plantenvoedsel van nature is en hoe groo ter dus ook de hoeveelheid bodem-kali is, waarover de planten de beschikking hebben, in a. w. hoe minder gauw eene kalibemesting noodig zal zijn. Meer meen ik over bovenstaand on derwerp thans niet te moeten zeggen. Ik hoop, dat het geschrevene zal komen vooral onder de oogen van vele landbou wers in de kleistreken en dat ze er door zullen worden aangespoord nauwgezette proeven met kali op hunne kleigronden en bij verschillende gewassen te nemen. Het spreekt vanzelf, dat ik ten allen tijde bereid ben bij het nemen van deze proe ven behulpzaam te zijn. DUSSEN. Geboren: Wilhelmus, z. v, J. M. van den Oort ep P. J. van OlstCornelis J., z. v. P. F. van der Pluym en C. A. van DelftMarie, d. van P. van Rosma len en G. van Wijngaarden Jannigje, d. van A. G. van der Stelt en A* Rijken Andreas A. M., z. van M. Leenhouts en A. de Ronde Marie T., d. van G. Rip- zaad en H. van BreugelPiet, z. van A. A. B. van der Wiel en E. Teuling Theodora C. P. W., d. van Th. van Ham en M. J. mm '.■W' Zandruiter «Ga weg, versta je 1 Kan iemand dan nog niet eens rustig van zijn paard vallen, zonder dat de heele dorpsschool er omheen staat Valk Sara M., d. van S. Hoevenaren en W. MaritsJacobus A., z. van A. Th. van den Broek en Sh. Akkerman. Levanl. aangeg. kind van A. L. de Witt en D. J. v. d. Pluym. Getrouwd: A. van Kampen, 60 j. met H. Dekker, 56 j.K. Hoeyenbos, 19 j. met C. de Rooy, 19 j.J. Schouten, 32 j. met A. J. Dekker, 26 j. M. Vet- jens, 27 j. met G. M. de WTit, 23 j. A. H, van der Pluym, 31 j. met W. J. Heijmans, 27 j. Overleden: D. C. van Luxemburg, echtgn. van A. M. van leisel, 65 j. S. F. van der Piuijm, 6 w. A. M. C. van Ravels, weduwe van J. van Mierlo, 70 j. J. de Wit 63 j. H. Berends, wed. van G. v. d. Breugel, 80 j.S. G. Boender. HERPT. Geboren: Jacobus M. z. van J. A. Verhoeven-van Corven Adriaan W. z. van M. de Hart-CouwenbergGijsbertus C. z. van W. Kuijs-Verbunt. Overleden: J. W. M. de Wilt 21 j. DE WERKEN EN SLEEUWIJK. Geboren: Cornelia Goverdina d. van C. A. de Heus en Chr. KantGei rit z. van W. J. W. Ottevanger en N. A. v. d. Beek Rosina Neeltje d. van J. de Rover en J. van Vogt. Ondertrouwd: Th. Noorloos 21 j. met B. Ippel 19 j. Overleden: J. C. Ivorsman 1 m. G. va« Druneri 50 j. WOUDRICHEM. Geboren: Jenneke d. van J. Kant .en J. J. Ottevanger. Ondertrouwd: IJ. Schriek 25 j. en T. Vérsteeg 29 j. L. J. v. d. Koppel 23 j. en H. M. v. Vugt 21 j.P. Schaap 26 j. en J. de Groot 26 j.A. P. M. v. Straten 25 j. en A. J. de Joode 20 j. Overleden: A. Fricke 10 dagen. AU1 «Moeder, wat ben jij toch een knap lief moedertje. Hoe komt U toch zoo mooi «Dat komt, omdat ik, toen ik klein was, altijd een braaf meisje ben geweest. «0, maar wat moet vader dan een stoute jongen zyn geweest fu>;m

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1926 | | pagina 6