Eerste Blad
Onder valsche Vlag.
Uitgave t .Firma L. J. VEEEMAN, Hensden*
W@, 4668 Woemdag 29 December 1926»
FEUILLETON.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 0152ft.
7)
'•And VAN ALTEN0
I m
v
Dit blad verschynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.25, en
franco per post beschikt ƒ1.40. Afzonderlijk»
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Vergadering van den raad der gemeente
DE WERKEN EN SLEEUWIJK op
Vrijdag 24 December des nam. 2 u.
Voorzitter: Ed.Achtb. heer W. Beuken
kamp.
Secretaris: WelEd. Heer O. Vos.
Aanwezig de heeren Verhagen, Koman,
Dekker, v. Arkel, Walraven en Gulden,
terwijl de heer v. 't Sant tijdens de lezing
der notulen ter vergadering komt. Afwezig
zijn de heeren v. Straten, Pellikaan', van
Driel en de Boon.
De Voorzitter opent de vergadering met
gebed, de Secretaris leest daarna de no
tulen der vorige vergadering, die zonder
op- of aanmerkingen worden goedgekeurd.
Mededeelingen
De Voorzitter deelt mede, dat zooals uit
de notulen blijkt van de Gezondheidscom
missie advies is ingekomen over de kwes
tie van de Looze Stoep. Enkele dagen ge
leden is door het Dag. Bestuur naar aan
leiding van dit advies besloten een aan
schrijving te richten tot den eigenaar dei-
betreffende panden, aangezien deze in
middels echter is 'overleden, is dit voorne
men niet uitgevoerd kunnen worden en
stellen B. en W. zich voor, zich thans
tot de erfgenamen te wenden. Vjerder hiel(i
het advies van de Gezondheidscommissie
in, voor het ledigen der bee/-pu|tten aan
te schaffen een tank, een dergelijke tank
is te koop te Werkendam voor niet veel
geld, voor nog geen f 200. B. en W. zien
hierin echter groote moeilijkheid, het is
een heel zwaar ding, waarvoor twee paar
den noodig zijn, plus iemand voor de be
diening. Werkendam heeft voor deze tank
een kleine duizend gulden betaald, terwijl
er thans een bod van f 150 voor is gedaan,
voor welk bedrag als er geen hooger bod
komt, men het ten slotte zal moeten ver-
koopen, want het is een zwaar en onprac-
tisch ding. B. en W. durven niet op! hét
advies in te gaan en meenen dat ook de
raad dit niet kan doen, omdat mien door
het opvolgen van dit advies een begin
van een gemeentereinigingsdienst zaal krij
gen en men dan ten slotte niet wefct, waar
men eindigt. Waar de Gezondheidscom
missie ook meent, dat door het op tijd
ledigen der beerputten, reeds een flinke
stap in de goede richting wordt gedaan en
aan den onhoudbaren toestand veel verbe
tering zal worden gebracht, zoodat B. en
W. den betrokken eigenaar met de politie
verordening in de band willen dwingen de
beerputten op tijd te ledigen.
De heer Gulden zegt dat de kwestie van
de Looze Stoep, aie in de vergaderingen
(Naar het Eogelsch)
Van W. G. WATERS.
En toch kon dat geteekende vrouwen
gelaat niet een ander van vleescli en bloed
uit mijn gedachten verjagen, dat ik den
vorigen dag gezien had. Ik hoorde iets ach
ter mij, met een schok van hoopvolle
verwachting zag ik om maar het was de
dwerg, die mijn ontbijt kwam wegruimen.
Ik vroeg hem naar zijn meester, want
ik was trotsch op mijn werk e|n wilde
liet hem toonen.
Mijnheer Bellamy, antwoordde hij,
gevoelde zich dezen morgen niet zeer
wel en hield zijn kamer. Maar het meisje
was in de voorkamer als ik haar zout
willen spreken.
Onmiddellijk legde ik mijn gereedschap
neer en vond Nathalie in de voorkamer
met een handwerkje bij den haard. Langer
dan een half uur bleef ik met haar praten
en ik bemerkte ,dat zij beschaafd en ont
wikkeld was, veel gelezen had, en zij naar
het scheen verheugd was, dat zij eens ie
mand vond om mede te praten. Bij het
daglicht leek haar gelaat nog bekoorlij
ker, maar ook strakker dan den vorigen
avond, maar zooals ik toen ook reeds op
gemerkt had ,zij had iets ouds in hiaar
trekken. Was dat echter te verwonderen,
als men bedacht in welke omgeving zij
haar dagen sleet?
van den raad reeds jarenlang een pu;nt
van bespreking uitmaakt, hoofdzakelijk
het benedeneind betreft. De bewoners van
dit gedeelte krijgen behalve regen- en vuil
huiswater, allerlei vuiligheid en faecaliën
voor hun deur. De bewoners van het bo
vengedeelte gooien al deze smeerlapperij
in een open bovengrondsche goot, door
het opvolgen van het advies van de Ge
zondheidscommissie wordt aan dezen toe
stand geen einde gemaakt. Alleen als bij
het bovenste perceel een flinkfe zinkput,
wordt aangebracht en de goot wordt ver
vangen door een ondergrondsch riool,
en wordt daarbij streng toegezien op de
beerputten, dan krijgt men eerst een af
doende verbetering. Het te rioleeren ge
deelte heeft een lengte van plus minus
40 a 50 meter, zoodat de vermoedelijke
kosten twee a drie honderd gulden zullen
bedragen, deze uitgaaf acht spreker ge-
gewettigd met het oog op den onhoudba
ren toestand, die ook vooral voor deai
gezondheidstoestand der bewoners niet be
stendigd mag blijven. Het is geen onbe
scheiden wensch om daar verbetering te
brengen.
De Voorzitter zegt, dat wat de heer
Gulden zegt, ook een punt van bespreking
heeft uitgemaakt in de vergadering van het
college van B. en W., dit durfde echter
in dezen zin geen voorstel aan den raad te
doen. Als de bewoners zich niet schamen
allerlei vuiligheid in een open goot te wier
pen zullen zij dit zeker niet doen in een
riool en vreezen B. en W. dat een zink
put een soort privaat zal worden. Boven
dien met één zinkput is men er niet, over
behoorlijke afstanden zullen vervalputten
gemaakt moeten worden en moet alles ten
slotte afgevoerd worden in den naastbij-
zijnden sloot. Er rust voor den eigenaar
v,an "dezen sloot een zeker soort erfdienst
baarheid om het vuil water te ontvangen,
deze erfdienstbaarheid mag echter niet wor
den verzwaard, de eigenaar zal daartegen
zeer zeker en terecht protesteeren, ook
daarom zijn B. en W. er n og niet toe over
gegaan, daar verbetering in den toestand
te brengen. Thans zijn nog onderhande
lingen aanhangig met het polderbestuur
om afwatering in het polderwater te krij
gen, waartoe dit bestuur waarschijnlijk wel
vergunning zal verleenen. Eerst als dé
kwestie van afwateren is geregeld kan m;en
overgaan tot verbetering. Zooals men ziet
hangt bij de kwestie van de Looze Stoep
het een aan het ander vast.
De heer Walraven merkt op, dat bij de
wet verboden is over iemands erf een rio-
leering te leggen.
De Voorzitter antwoordt hierop dat het
riool door een publieken weg zal loopen,
niet door het erf van een ander.
Ons gesprek werd gestoord door klop
pen op de deur en dr. Fabricus trad bin
nen.
Zoo, mijnheer Costello, 'begon hij, het
verheugt mij u zoo wel te zien. Ik kom
juist van onzen oudan vriend en hij brandt-
van verlangen om te weten hoe de plaat
vordert. Gaat het naar uw zin?
Zie zelf, antwoordde ik en bracht hein
naar de achterkamer.
De dokter nam zijn graveerplaat opi
en bezag haar nauwkeurig met een ver
grootglas onder de lamp. Toen zei hij
Prachtig, prachtig, en hoe ver zijt gij
reeds gevorderd het zal u nooit bero/u-
wen, mijnheer Costello, dat gij dit werk op
U genomen hebt. Als het bekend wordt,
dat gij de graveur er van zijt, zult gij
onmogelijk alle verdere bestellingen kun
nen aannemen.
Intusschen had ik mijn gereedschap weer
opgenomen. Dr. Fabricus bleef nog een
paar minuten toezien en verliet toen de
kamer. Het overige van den dag werkte
ik hard voort en des avonds om acht. uur
was er weinig meer te doen. Nathalie
zag ik dien dag niet meer, maar op dat
uur kwam Bellamy, oogenschijnlijk zeer
rwel, in mijn kamer en wqnschte mij geluk
met mijn succes.
Mijn goede vriend, de dokter, zoo be-
U3j.inq hS pjp p.o3zaS hui lp3ij 'hq uoS
verwachting slaagt. O, herinnert gij u wat
wij gezegd hebben over de vertroosting
der kunst? Zij is liefderijk, zij zegent
hém, wien zij iets geeft en wien zij ;iets
ontneemt. Wij zijn beiden inderdaad geluk
kig, wij kennen een vreugde, die voojr
eeuwig verborgen blijft aan hem, die al
leen naar goud dorst.
De heer Koman zegt dat het den heer
Gulden waarschijnlijk is ontgaan, dat liet
riool niet over een lengte van 50 toch over
100 meter zal gelegd moeten worden.
De heer Gulden verklaart den toestand
te hebben bekeken, het is niet noodig h'et
geheel te rioleeren, bovenaan is een goede
goot, begint men achter dit perceel met
een zinkput te maken, dan zal, naair hij
meent niet meer dan een vijftig nïjate^
overblijven, spreker heeft dit niet precies
opgemeten, doch heeft den afstand slechts
geschat, het is misschien mogelijk dat
het zestig meter zal worden, doch het
loopt slechts over drie of vier kringen.
Spreker wenscht er een voorstel van te
maken, te werken in de richting a,ls dooi
hem aangegeven.
De heer v. 'tSant vraagt, of hier met
persoonlijk initiatief niets is te beginnen.
Het gaat toch niet aan dat de gemeente
de zaken opknapt voor de eigenaars der
woningen, deze hebben te zorgen dat de
toestand wordt verbeterd.
De Voorzitter merkt op clat de heer
Gulden voorstelt over te gaan tot riolee-
ring, beseft deze echter wel dat hij daar
mede ook de verantwoordelijkheid op zich
neemt voor de verzwaring van dfe erf
dienstbaarheid van den sloot, waarin alle
vuil terecht komt?
De eigenaar van dezen sloot is reeds
herhaaldelijk met klachten gekomen en zal
dus niet toestaan, dat de erfdienstbaarheid
wordt verzwaard, dit staat voor B. en W.
vast.
Gulden. Dat staat voor mij juist nie't
vast.
Voorzitter. Wij weten van wel, wij wil
len echter bij den eigenaar inog wel eens
informeeren.
Walraven. Ik ziou nog even willen vra
gen of in overleg met de Gezondheidscom
missie de eigenaars zijn te dwingen de
beerputten te ledigen.
van 't Sant. De huizen zijn niet van ons
en de goot ook niet, zoodat wij komen
in het vaarwater van anderen. Heeft de
gemeente niet het recht de eigenaars tol
verbetering te dwingen. Als de Gezond
heidscommissie geen recht heeft tot deze
verplichting, waarvoor bestaat zij dan?.Wij
verbeteren den toestand voor de eigenaars
der woningen, dat gaat toch niet aan.
Voorzitter. De eigenaars zitten inet het
zelfde bezwaar als de gemeende, n.l. dat
de eigenaar van den sloot het niet wil
hebben. De groote vraag is hoe er ver
betering in den toestaand is te krijgen, er
is al eens gedacht het door den dijk te
brengen, doch de kosten daarvan zijn zoo
enorm, dat er niet aan is te beginnen. Een
ander idee was, het electrisch op te ma
len en zoo in de haven of de wiel te
Ik zag hoe ingenomen de oude heer mét
mijn werk was en daarom stuitte ik zijn
lofuitingen niet, al dacht ik, dat zijn
woorden meer klanken dan gezonde zin wa
ren.
Ik ben bijzonder tevreden met uw voor
treffelijk werk ging hij voort, en gij kunt
uwerzijds de zelfvoldoening hebben, dat
gij een goede daad hebt gedaan. En dat
is een zelfvoldoening, mijn jonge vriend,
die u; zal bijblijven zoolang gij leeft.
De heer Bellamy had zijn hand op mijn
schouder gelegd en een vriendelijke glim
lach verhelderde zijn eerwaardig gelaat.
Ik geloof dat het niet noodig zal zijn
een tweede plaat te maken antwoordde ik.
Volstrekt niet, volstrekt niet, hernam
de oude heer haastig. Zie, hier is uw geld
en hij telde mij vijftig souvereinen voor,
die hij uit een linnen zakje nam1. Ik wil
de plaat eens medenemen om' haar nog
beter onder een vergrootglas te bezien.
Wilt gij nog even wachten, voor het ge
val er nog iets aan te veranderen mocht
zijn? Hier staat uw avondeten. Gebruik
het en geniet er van, ik hoop dat het niet
de laatste maal zal zijn, dat gjij onder
mijn dak gebruikt.
Hij verliet de kamer en zonder dralen
viel ik op het avondeten aan. Een half
uur verstreek zonder dat iemand kwam,
Ik nam een boek en begon te lezen,
maar werd daarin gestoord door kloppen
aan de huisdeur, het geluid van voet
stappen en onderdrukte stemmen in de
gang. Nauwelijks had ik den tijd mij hier
over te verwonderen, na de doodsche
stilte, dfe tót dusver in het huis geheerscht
had, toen dr. Fabricus binnenkwam, en
onmiddellijk de deur achter zich sloot
brengen. Men zit echter mét de groove
kosten. Wie hier de goede oplossing weet,
die -vindt den steen der wijzen.
v. 't Sant. Er is zoo vaak ovér deze
kwestie gesproken, dat het 't beste is, dat
er eens een eind aan komt. Het grootste
bezwaar voor mij is, of wij voldoende
medewerking van de bewoners daar krij
gen, deze moeten de gemjeente niet be
schouwen als een koetje dat men maar
moet melken.
Koman. Ik ben het met den heer Gul
den eens, dat het er een zwijnenboéfl is.
v. 't Sant. Dat is toch de schuld van
de menschen zelf.
Koman. De menschen die boven wonen,
houden hun privaten niet in orde, daar
moeten B. en W. en de pobiie op toezien
dat dit verandert. Er staan 7 a 8 wonin
gen, waaronder er zijn die onbewoonbaar
zijn, tot heden heeft men ze niet onbewoon
baar willen verklaren omdat het dan zou
zijn, dat men tegen den eigenaar ageert, nu
*deze echte/ overleden is en ze in handen
van de erfgenamen komen, mogen B. en
W. daar wel ernstig op toezien. Ik zou
in dezen geest willen werken.
De heer Gulden merkt nog op, dat als
men de eigenaars kan verplichten den toe
stand te verbeteren, het dan geen bespre
king in de raadsvergadering behoeft uii
te maken. De goot loopt echter ook langs
den openbaren weg en dit is wel het ter
rein voor de gemeente. Spreker wil ech
ter op zijn voorstel terugkomen omdat de
Voorzitter zegt dat men geen toestemming
krijgt van deti eigenaar van den sloot.
v. Arkel. Laat de eigenaars er vooi
zorgen.
Gulden. Laat, maar hoe?
Voorzitter. Ik geloof dat de heer Gul
den mijn uiteenzetting niet goed heeft be
grepen, een open goot heeft een andere
bestemming dan een riool. Een open goot
is alleen bestemd voor huis- en regenwa
ter, al het andere is misbruik. Gaat m*|i
een riool leggen, dan geeft men als het
ware toestemming er alle vuiligheid door
af te leiden en daartegen maakt de eige
naar van den sloot zeker bezwaar.
Gulden. Ik heb uwe uiteenzetting goed
begrepen, want ik heb gezegd, er zijn 2
dingen, ook toe te zien op de beerputten,
dan heeft de goot niet alle faecaliën. Als
B. en W:. er echter naar streven verbete
ring in den toestand te brengen, dan maak
ik er geen voorstel van om tot rioleeriing
over te gaan.
Walraven. Zou het mogelijk zijn, dat
B. en W. eerst trachten toestemming te
verkrijgen, als dat lukt, laat ons dan
trachten een eind aan de zaak te maken.
Voorzitter. Wij zullen in die richting
werken. De raad gaat hiermede accoord.
en een gebaar maakte, dat ik mij stil moest
houden.
Onmiddellijk zag ik aan zijn houding
dat er iets bijzonders was.
Stil, fluisterde hij, er is iets, onaange
naams gebeurd, de politie is in huis en
in Bellamy's kamer, die arme man. Ik
vrees dat het hem den dood' zal dóen.
Wat heeft hij dan gedaan? riep ik uit.
Niets, hij heeft niets gedaan, maar ik
vrees dat de schok noodlottig wezen zal
voor zijn zenuwgestel. Luister. De politie
is hier in huis, omdat volgens gerucht
sommige buitenlandsche socialisten het plan
hadden van morgen het een of ander ge
bouw in de lucht te doen springen.
Nu had Bellamy de gewoonte met en
kele dezer lieden in een koffiehuis samen
te komen en de politie weet dat. Ik zeg
het niet om u bang te maken, maair ik
geloof, dat de politie minder gekomen
is om mijn ouden vriend, dan wel om een
jongen, onbekenden man te zoeken, die
enkele avonden geleden in zijn gezelschap
is gezien. Ik vrees dat zij u daarmede be
doelt, wat denkt ge er zelf van?
Ik was niet weinig ontsteld. Want
men mag zoo onschuldig zijn als een pas
geboren kind, het is toch niet alles om
als verdachte voor de rechtbank te moe
ten komen.
Maar zij kunnen mij niet bedoelen,
riep ik uit, ik kende den heer Bellamy,
voor enkele dagen in het gehéel niet. O,
die vijftig pond zullen mij zwaarr opbre
ken als mijn naam in de couranten komt.
Natuurlijk zal iedereen gelooven, dat ik
een samenzweerder of een anarchist ben.
Kom, kom, zulk een vaart zal het niet
loopen, hernam de dokter. Zou er geen
Ingekomen stukken zijn er niet.
Vaststelling der verordening op het be
heer van het gemeentelijk vleeschkeurings-
bedrijf met de gemeente Werkendam.
Deze verordening is in de laatste verga
dering van den raad van Werkendam reeds
vastgesteld. De Voorzitter leest de vierorde-
ning voor. Uit de voorlezing en de dis
cussie die wordt gevoerd, blijkt dat benoe
ming en ontslag geschiedt door de centrale
gemeente, dit is Werkendam, evenwel niet
zonder dat overleg gepleegd is met dien
raad van de gemeente de Werkien én Sleeu-
wijk. Bij eventueel verschil beslissen Ged.
Staten, waarbij beide gemeenten zich heb
ben neer te leggen. Met algiemeene stem
men wordt de verordening hierop vastge
steld.
Overeenkomst met de PNEM inzake le
vering van electrische energie.
De Voorzitter schorst de openbare ver
gadering, om eenige mededeelingen te doen
over de bespreking die hij heeft gehad met
de Directie van de PNEM naar aanlei
ding van het rapport der Commissie, uit
gebracht over deze nieuwe overeenkomst.
Na heropening der vergadering zegt de
Voorzitter dat de PNEM alleen bereid is
een nieuwe berekening te maken voor welk
bedrag zij het bedrijf wil overnemen, als
daartoe eerst een serieus verzoiek dooi
den raad wordt gedaan, waar spreker
uit de gevoerde besprekingen echter is
gebleken dat het niet eens waarschijnlijk
is dat het eerst gedane bod van f 25,000'
opnieuw gedaan zal worden, daar kan
spreker niet adviseeren tot overgave, want
deze f 25,000 ontvangt men niet, doch
de PNEM betaalt dit bedrag in tien
jaarlijksche aflossingen van f 25,00 en ver
goed slechts 4y2 pCt. rente, terwijl de
gemeente aan de Rijksverzekeringsbank een
rente van ö1/^ moet betalen. Praktisch
genomen krijgt de gemeente dus géén
f 25,000, doch slechts ongeveer f 20,000
een bedrag dat niet in overeenstemming
is met de waarde van het net dat plus mi-<
nus f 90,000 heeft gekost.
De heer Gulden is het volkomen mét
den Voorzitter eens, eeu dergelijk bod is
niet te accepteeren. Immers het net dat
f 75,000 en twaalfduizend gulden heeft
gekost vertegenwoordigt toch nog altijd
een waarde van 40 k 50 duizend gulden
door het af te staan voor het bedrag als
door de PNEM geboden, is de raad niet
verantwoord tegenover de ingezetenen, dit
moest het publiek beter begrijpen, want
de opinie dat door overdracht een weldaad
aan de gemeente wordt bewezen, is niet
volkomen waar. Immers de gemeente blijft
voor het geleende bedrag met de hoogë
rente zitten of men het net overgfeerft of
niet. Hier wordt aflossing en rente gé-
middel zijn om de politie te verschalken?
Wacht, laat uw gereedschap hier liggen,
zij begrijpt natuurlijk, dat dit alles het
eigendom van Bellamy is. Kijk, verberg
u in deze klok. Zij heeft ruimte genoe|
voor twee man. En bij deze woorden
sloop hij op zijn teenen door de kamer
en opende de kast van de groote staande
klok. Ik volgde hem zonder ved te denken.
Alleen begreep ik, dat ik voor goed verlo
ren zou zijn, als mijn naam gemengd werd
in een proces van buitenlandsche oproer
makers. Ik stapte dus in de klok en voor
hij de deur daarvan weer sloot, wees de
dokter mij op enkele oj>eningen in het
hout, waardoor voldoende frissche lucht
kon dringen.
Zij zullen in een paar minuten hier zijn,
fluisterde hij, en zoodra zij weg zijn zal
ik u komen verlossen. Denk er om, blijf
doodstil, zoodra gij in de kamer hoort loo
pen. Nu moet ik naar Nathalie, het arme
meisje is geheel van 9treek.
Daarop sloot hij de deur, het slot, naar
het scheen een veer, gaf een scherpe me
taalachtige klank en leek mij solied ou-
derwetsch werk.
Ik hoorde dr. Fabricus de kamerdeur
sluiten en toen alles weer stil was, war.
relden duizenderlei gedachten door mijn
hoofd om onmiddellijk even zoovele ang
sten te worden.
En toen dacht ik weer aan de scherpe
knip idie het slot gegeven had, toen de dok
ter de klokdeuf dicht drukt».
(Wordt vervolgd.)
NIEUWSBLAD
uir bet L
njiLiiistriittitiifliiiEltrinrl