Tweede Blad
voor het Land
van neusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
iii,4668 woensdaB 29 Deceier
Parlementair Overzicht.
Kantongerecht flensden
BEHOORENDE BIJ HET
De Kamer in Kerststemming. De
laatste loodjes. Kamerzitting met
twee leden. Een hapje hier, een
mondje daar... uit de begrootingsde-
batten.
Den Haag 24 Dec. 1926.
Nu ja, ik kan me voorstellen, dat mijn
vrienden de Kamerleden met verlangen
naar de Kerstvacantie uitzagen. Want om
weken achtereen eindelooze redevoeringen
en begrootingsdebatten te moeten verwer
ken is ook zoo'n pretje niet. Maar tjonge
jonge, ze hebben zich de laatste dagen toch
wel leelijk in hun kaart laten loeren, hoor.
De belangstelling was nihil. Waren er ver
leden week op het eind van sommige zittin
gen nog maar tien leden aanwezig en
dat nog wel als er een minister zich ging
verdedigen deze week was het nog er
ger. Het minderde van 5 tot...,;. 2. En
meteen bij de laatste zitting is er misschien
niemand meer, zoodat de voorzitter alleen
de groene bankjes een prettige kerstmis
toewenscht. Ja, wat wil men, er valt nu
eenmaal weinig meer over al die begroo
tingen te zéggen. Men kan een jeetje
boos zijn, ontevreden, of men kan ingeno
men zijn, soit. Maar dingen van belang, van
ingrijpenden aard gebeuren er niet. Of,
jawel toch, er was wel iets, dat de gemoe
deren even pakte; de herdenking van het
kamerlid, mr. H. C. Dresselhuijs, door
den voorzitter van de Tweede Kamer, Jhr.
Ruys de Beerenbrouck. Even staan de le
den daar, van hun zetels ontheven, en luis
teren naar de ernstige, waardeer|ende woor
den van den voorzitter. Zijn leven pas
seert even de revue: eervolle rechterlij
ke en administratieve loopbaan, dan, 10
jaar geleden in de Kamer, opvolger van
mr. Tideman. Een man van zeldzame
werkkracht, scherpzinnig, bekwaam, ge
ziene figuur, waarvan nog veel verwacht
werd. Ook minister Waszink spreekt' nog
eenige eerbiedige woorden van hulde.
En danvoort gaat de parlementaire
machine weer. De begrooting moet af,
vóór Kerstmis natuurlijk. Af en toe knettert
het dan wel even op het debatersvuur.,
bij de politieke vechtjassen in de Kamer.
Bij „oorlog" bijv. Meneer v. Rappard,
v.b., was- wel over den minister tevreden,
waarschuwde alleen tegen te groote ver
sobering, maar drommels, meneer Ter Laan
s.d., liet een ander geluid schallen. Als
de minister zoo doorging, zou hij niemand
bevredigen. Van hem was voor de demo
craten weinig te wachten. De personeele
lasten moesten verminderd worden en dus
kwam er een motie, om voor 1927 de
sterkte der lichting de 13.000 niet te doen
overschrijden. Te verwonderen was 's hee-
ren Ter Laan's antipathie tegen „oorlog"
niet. Was daar niet juist dezer dagen
de nota aan de Tweede Kamer in zakfe
het ontwapeningsvoorstel-Ter Laan c.s. met
inlichtingen over de sterkte van het luchtl-
wapen in andere landen? Daarin werd o.m.
betoogd, dat bij een schending van de
neutralities door kleine groepen, dus niet
liggende in een opzet van den staat, de
veiligheidsmacht absoluut voldoende is. Bij
schending door grootere groepen, dus als
een geordend leger over onze grenzen
trekt, dan zal de veiligheidsmacht in
staat zijn, de neutraliteit te handhaven,
d.w.z. die te markeeren. In staat het land
te verdedigen, is zij niet. Maar dat is de
tegenwoordige strijdmacht ook niet. Maai
er zal minder bloed vergoten worden en
dit stelsel zal maar een zesde of vijfde
van de tegenwoordige kosten vorderen.
Dat was de motiveering van het voorstel-
ter Laan c.s.
Nog een ontevredene: mr. Oud, v.d., die
vond, dat aan ons leger als veiligheids
instrument vrijwel alles ontbreekt, dat we
weerloos zijn en dat alles wat de minis
ter doet, lapwerk is. Maar de heer Dec
kers, r.k., had waardeering, rekende ons
even voor, dat er sedert 1922 30 pOt.
op „oorlog" is bezuinigd. Er kon wei
nig meer bezuinigd worden. Nou, en hij
had wel vertrouwen in den minister.
De motie Ter-Laan bestreed hij. Na
tuurlijk was de heer Duijmaer van Twist
a.r.,t egen alle bezuinigings- en versobe
ringsmaatregelen, die onze paraatheid scha
den. En de heer Arts, r.k.v.pi.y vond de
motie-Ter Laan voorbarig terwijl hij be-
critiseerde dat er in de commissie van be
roep geen onderofficieren zitting hadden.
De Indische begrooting; Daar kwam
de heer Cramer s.d. malsche dingen ver
tellen. De toestand van de bevolking was
ellendiger dan van de armste plaggenbe-
woners in Drente. Het regime-Fock de
Graeff had tot verbittering geleid, niet
alleen van de bevolking, maajr ook vain
de ambtenaren. De politiek van „de vuist
op tafel" had het communisme in de
hand gewerkt. De hoofdschuldige voor
de jongste onlusten was de regeering, die
liet de bevolking onmogelijk maakte, den
wettigen weg te volgen. Meneer Lovinck
c.h., geloofde niet, dat door de bezuini
ging vitale volksbelangen geschaad waren
en was ingenomen met de verbetering in
de financiën. En de heer Boetzelaer van
Dubbeldam, c.h., vroeg een gezonder ver
banningsoord voor de ginterneerde commu
nisten ,dan Nieuw-Guinea. Een krachtig
woord van protest liet deze afgevaar
digde hooren tegen het opiumkwaad en
hij bepleitte sterk het tegengaan van den
smokkelhandel in dit onheilbrengende pro
duct. I 1 1
Bij „Onderwijs" enz. werd nog even
strijd gevoerd over de subsidies aan de
Coöperatie en Haarlemsche Orkestvereen.
van elk f 5000. De heer Zijlstra a.r.;,
diende een amendement in, om <dile te
schrappen op bezuinigingsgronden. Maar
daarvan wilde de minister niets hooren
en de kamer verwierp het amendement
met 50 tegen 25 stemmen. Op een haar
werd ook verworpen (met 37 tegen 36
stemmen) het wetsontwerp, om het on
derwijskan een moderne taal met ingang
van 1 Jan. mogelijk te maken op de lage
re scholen. En met 39 tegen 35 stemmen
liet het wetsontwerp tot verlenging van
den bestaanstermijn van de oude U.L.O.
en M.U.L.O.-scholen tot 31 Jan. 1930
het leven.
POLITICUS.
Vergadering van den raad der gemeente
HEDIKHUIJZEN op Dinsdag 21 Dec.
1926 nam. 5 uur.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer J. M. A. v.
Bokhoven.
SecretarisWelEd. Heer Couwenberg.
Aanwezig alle leden met uitzondering
van den heer v. d. Heijden.
Na opening worden de notulen der
vorige vergadering gelezen, op de vraag
van den Voorzitter of een der heeren op-
of aanmerikingen heeft op deze notulen
zegt de heer Dobbelsteen dat hij meent,
dat volgens art. 145 der gemeentewet niet
B. en W. doch de raad de ambtenaar ter
secretarie aanstelt.
De Voorzitterzegt dat dit alleen met
sommige ambtenaren zooals Gemeente-Sec
retaris, Hoofd der School en veldwachter
het geval is, een ambtenaar ter Secrjetarile
wordt aangesteld door B. en W. 'volgens
artikel 179 der gemeentewet. De Secreta
ris, toont met de gemeentewet in de hand
aan, dat de Voorzitter hierin gelijk heeft.
De heer v. Hemert zegt dat hij in de
notulen mist, hetgeen hij gezegd heeft
over de kwestie van den bol. Op zijn vraag
heeft de Voorzitter gezegd, dat in de in
structie stond, dat bij een eventueele op
ruiming de keien en palen eigendom der
gemeente bleven.
De Voorzitter antwoordt dat hij oor
spronkelijk dacht dat dit ook zoo was, het
is hem echter later gebleken dat dit niet
zoo is.
De heer v. Hemert merkt op, dat er
veel over gepraat wordt, en dat er zelfs
beweerd wordt dat de gemeentfc er door
in proces zal komen, spreker zag gaarne
dat zijn opmerking nog in de notulen
werd opgenomen. Aan het verlangen van
den heer v. Hemert zal worden voldaan.
De notulen worden hierop vastgesteld,
waarna de openbare vergadering wordt ge
schorst voor een bespreking met den heer
Fooij, Hoofd der School te Hedikhuizen.
Na heropening der vergadering komen
aan de orde ingekomen stukken
Procesverbaal van kasopneming bij den
Gem.-Ontvanger, en bij het G.E.B. waar
bij alles in behoorlijke orde is bevonden.
Schrijven van Ged. Staten met advies
van den Directeur van het Staatsbosch-
beheer over verkoop boomen langs den
weg naar Herpt.
De Directeur heeft geadviseerd de boo
men niet te rooien, met het oog op het ble-
houd van het natuurschoon en de boomen
niet allen zijn aangetast door de iepen
ziekte en niet kaprijp zijn.
De heer v. Vrede zou willen adviseeren
de boomen wel te rooien, zij zijn bij:
storm zeer gevaarlijk en door ze te rooien
zal de weg er beter van worden.
De Voorzitter zegt dat men niet goedge-
ketfrd krijgt ze te rooien, in het schrijven
aan Ged. Staten is er reeds op gewezen
dat ze gevaarlijk staan en de weg er beter
door zal worden.
De heer v. Hemert kan niet begrijpen
dat er hier geen toestemmiing tot rooien
wordt gegeven.
In Heusden waar men alle moeite heeft
gedaan om voor 't behoud van het natuur
schoon een laan mooie boomen te behou
den, moesten dezen er uit, en hier waar
het natuurschoon toch reeds weg is, omdat
er verschillende doode boomen gerooid
zijn mag dit niet.
De Voorzitter zegt dat hij tegen den
Diredjgur met wie hij de boomen is we
zen bezichtigen, ook gezegd heeft dat
het natuurschoon toch reeds geschonden
is, zooals blijkt heeft dit echter geeni
succes gehad.
De heer v. Hemert zou het belang van
rooien toch nog eens willen aantoonen.
De Voorzitter heeft hiertegen geen be
zwaar, hoewel hij er niet veel succes van
verwacht. Spreker deelt mede, dat er nog
steeds onderhandelingen gaande zijn over
overname van den weg door de provincie.
De heer v. Vrede vermoedt dat Qed. St.
dan denken, als wij den weg krijgen, heb
ben wij de boomen er bij.
Besloten wordt het Staatsboschbeheer
nog eens op het gevaar der boomen te
wijzen.
Goedkeuring door Ged. St. der rekening-
Courant-overeenkomst met de Nationale
Bankvereeniging.
Idem, .wijziging gemeentebegrooting.
Verzoek van A. v. d. Brand om terug
gave van schoolgeld.
De Voorz. zegt dat adressant zijn verzoek
te vroeg heeft ingediend, eerst als op 1
April blijkt, dat het kind waarop het
schoolgeld betrekking heeft, de school niet
heeft bezocht, kan eerst aanspraak worden
gemaakt op teruggave.
Verzoek van v. d. Heijden en v. d. Wa
ter om eenige perceelen gemeentegrond
te huren om deze te bepoten mtet band
hout.
Uit de gevoerde discussie blijkt, dat de
z.g.n. Westakker groot 77 are, de laatste
vijf jaar is verhuurd geweest voor f 404
dit is per jaar dus ongeveer f 80, een be
drag dat het ook voor den
oorlog zoo ongeveer opbracht. Aange
zien het land door het bepoten slechter
wordt en de gemeente er later belangrijke
kosten aan krijgt, om het weder in orde te
brengen, wordt de huurprijs gesteld op
f 120 per jaar.
Nota van aanmerkingen op de gemeente
begrooting.
De heer Dobbelsteen wil over deze
nota even zijn meening zeggen. Er wordt in
aangeraden aan het verlangen van Gted. St.
te voldoen, wijl de raad zonder medewer
king van Ged. St. bij de Kroon toch;
geen succes heeft te verwachten. Als dit
zoo is, waar blijft de Kroon dan, men kan
dan dit instituut even goed opdoeken.
v. Vrede. Dan kunnen ze ons ook wel
opdoeken, als wij niets te zeggen hebben.
De heer Dobbelsteen zou het standpunt
van den Ambtenaar ter Secretarie willen
handhaven en voor dezen geen post op de
begrooting willen uittrekken. Wat de gem.-
bode betreft, deze blijft noodig, doch heeft
geen heele dagen dienst te doen en kan
zijn werkzaamheden goed in halve dagen
af, daarom zou spreker de bezoldiging
met deze halve dagen in overeenstemming
willen brengen en deze jaarwedde willen
brengen op f 400. Met 4 tegen 2 stem
men wordt overeenkomstig dit voorstel be
sloten. De beide Wethouders stemden
tegen.
De heer v. Hemert merkt nog op, dat
hij heeft gelezen dat in een andfere ge
meente de raad heeft gelijk gekregen en
een ambtenaar ter Secretarie werd ontsla
gen, omdat het ambt van Burgemeester
en Secretaris niet in één hand was veree-
nigd, hetzelfde geval heeft men dus hier.
De Voorzitter voert hiertegen in, dat hier
het ambt van Secretaris en Ontvanger in
een hand is vereenigd, wat de heer v. He
mert aanleiding geeft tot de opmerking,
dat dit niet gelijk is te stellen, dit laatste
is vrijwillig.
Nota van aanmerkingen op de gemeente
rekeningen. Deze zijn slechts van admi
nistratieven aard en worden in handen ge
steld van B. en W. ter afdoening.
De heer Dobbelsteen zegt dat hij onder
de ingekomen stukken geen antwoord vna
Ged. Staten heeft gezien op het laatste
schrijven van den raad.
De Voorzitter zegt dot geen schrijven
is ingekomen, waarschijnlijk achten Ged.
Staten dit niet noodig.
De heer Winkel zegt dat Ged. Staten
heel goed begrijpen dat de motie slechts
tegen den Voorzitter is gericht en het is tie
begrijpen dat Ged. Staten ten slotte geen
antwoord meer waardig keuren.
De heer Dobbelsteen acht het waarschijn
lijk dat Ged. St. niet weten wat zij op de
diverse vragen moeten antwoorden, spr.
si agoqoo uao jooa pq jbav jatu jdfuSoq
dat niet eens op gestelde vragen antwoord
geeft.
De Voorzitter meent dat men hierover
geen discussie behoeft te voeren, er is
geen antwoord en daarmede uit.
v. Vrede. Ze schrijven geen antwoord
te kunnen geven.
Wijziging gemeentebegrooting '26.
Na eenige discussie wordt tot de voor
gestelde wijziging besloten.
Vaststelling stroomprijs van het G.E.B.
over 1927. Het voorstel van de lichtcom-
missie om de stroomprijs op 50 cent per
K.W.U. te stellen wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
Benoeming van een lid van het Burgerl.
Armbestuur wegens periodieke aftreding
van A. de Kort te Hedikhuizen.
De heer v. Hemert deelt m(ede, dat de
aftredende niet meer in aanmerking wil
komen, omdat hij door v. Beurden en de
Secretaris gedupeerd is, anders kwam de
Secretaris altijd bij hem en nu niet
De Secretaris merkt op, dat het niet
altijd uitkomt om naar iemand toe te gaan.
De Voorz. vraagt of nu misschien niet
gewenscht is de benoeming te verdagen
om eerst een geschikt persoon te zoeken
die bereid is de functie waar te nem|en.
De raad acht dit niet noodig en wïl
thans tot benoeming overgaan.
De heer H. v. d. Wiel verkreeg bij de
stemming 4 stemmen en is aldus benoemd.
Een stem was uitgebracht op J. Timmer
mans en een blanco.
Benoeming van een lid der Commissie
van Toezicht op het L. O. De aftredende
J. C. Meijs wordt met algemeene stemmien
herbenoemd.
Benoeming leden voor het Electr. be
drijf. De aftredende leden de hieeren J.
v. Engelen, P. v. d. Brand en J. Dobbel
steen worden herkozen.
Benoeming leden voor het Hoofdstem
bureau, Stembureau ite Haarsteeg en te
Hedikhuizen. Hoofdstembureau. De Bur-
gemeester Voorzitter, ambtshalve, als le
den worden aangewezen de heeren J. v.
d. Dobbelsteen, P. v. cl. Brand, M;. Ach
ten en A. v. Heivoort, hierover moet vijf
maal gestemd worden.
Als plaatsvervangende leden worden aan
gewezen de heeren A. v. Vriede, J. van
Heivoort en D. van Hemert, hierover
werd tweemaal gestemd.
Stembureau Haarsteeg. Gekozen werden
na twee stemmingen de heeren J. v. d.
Dobbelsteen en P. v. d. Brand.
Voorzitter de Burgemeester, ambtshalve
Plaatsvervangende leden de hoeren M. Ach
ten en H. v. d. Heijden.
Stembureau Hedikhuizen. Tot Voorzit
ter werd gekozen Wethouder J. C. Win
kel, leden A. v. Vrede en H. v. d. Wiel,
hierover werd tweemaal gestemd. Als
plaatsvervangende leden de heer J. Tim
mermans en Iz. Buijs
Bij de rondvraag zegt de heer v. d.
Dobbelsteen, dat bij de laatste verkooping
van straatvuil een klein misverstand heeft
plaats gehad. De bedoeling van het raads
besluit is niet dat de leden vaa den raad
bij iedere verpachting en verkooping moe
ten tegenwoordig zijn, dit geldt alleen voor
de groote verpachtingen. Zijn zij echter
bij een verpachting of verkooping tegen
woordig, dan hebben zij ook het recht
inzage te nemen van de biljetten.
De Voorzitter verklaart hiermede reke
ning te zullen houden.
De heer v. Hemert zegt dat deze week
de aanbesteding heeft plaats gehad van de
levering der kolen aan de school, spr.
vraagt of hier ook medegedeeld kan wor
den, hoe de betaling geschiedt, dé be
trokkene maakt hier aanmerking op.
Voorzitter. Is er nog een der heeren die
voorstellen voor deze vergadering heeft?
Dobbelsteen. Kan de betaling niet per
drie maanden geschieden?
Voorzitter. Op vragen antwoord ik niet.
Dobbelsteen. Ho, ho, dan stel ik voor
de betaling in vier termijnen te doen en
niet meer per jaar. Dit voorstel wordt aan
genomen, waarop de Voorzitter de verga
dering sluit.
Planquettes opera comique
„De klokken van Corneville".
Zoo langzamerhand behooren de opera's
v8ti Mannenkoor tot- de jaarliiksche pro-
grammanmnmers, die met verlangen wor
den tegemoet gezien. Er wordt altijd ernstig
gewikt en gewogen vóórdat een weirk in
studie genomen wordt en vooral wordt de
aandacht geschonken aan populaire, ro
mantische welken, dio door inhoud en
melodieuze muziek het auditorium boeien
kunnen.
Nu zal er wel moeiljjk een romantischer
libretto te bedenken zijn dan den inhoud
van Piat quettes comische opera »De klokken
van Cornevillec. Het gegevene is een won
derlijke liefdesgeschiedenis vol onverwachte
verwikkelingen, waarin twee Normandische
boerinnetjes de hoofdrollen spelen. Een
onvermijdelijke markies, teruggekeerd van
'n wereldreis, vindt het kasteel van zjjn
voorvaderen terug als een spookslot waarin
des nachts de geesten misbaar maken.
De bijgeloovige bevolking van het stadje
Corneville is vol vrees en angst voor de
nachtelijke spookgeschiedenissen en raadt
den onverwacht in hun midden verschenen
markies om zich niet te wagen binnen de
muren van het spookslot.
Onverschrokken lacht de moedige zee
vaarder met de fantastische verhalen der
visschers en landlieden.
Te midden van harnassen, speren en
schilden ontdekt de markies, bygestasn
door de matrozen van zjjn vaartuig, in het
nachtelijk uur de oorzaak der geheim
zinnigheden.
Op de jaarmarkt heeft hjj 'n koetsier
en een dienstbode gehuurd, die hem naai
't kasteel vergezeilan.
Zijn koetsier ia een blufferige Normandiër,
die leugenachtig voorstelt een meisje van
den dood gered te hebben.
Ontmaskerd door den markies wordt hjj
gestraft en in een harnas gestoken en be
vend van angst in de spookzaal als wacht
opgesteld.
Rillend wacht hy in het harnas de dingen
die komen zullen.
Dan verschijnt met z'ii dievenlan
taarn een oude Normandiër, Gaspard, 'n
gierigaard, die zich tijdens de afwezigheid
van den markies van diens schatten meester
maakte.
De vrek verlustigt zich daar boven f
de ridderzaal in het ongestoorde bezit van
't lieve geld en rommelt met z'n gouden
schyven en zingt een hartstochtelijk liedje
van gelddorstdan hult hy zich in 't
spooklakeri en danst voor de vensters
en daarbuiten beven de bewoners van
Corneville voor de geestverschijning I
Plotseling wordt hij verrast I De
gezellen van den markies, die 't kasteel
doorzocht hebben, zingen een helsch liedje
in de oude wapenzaalGaspard schrikt
zóó hevig, dat hy krankzinnig van angst
op den grond stort.
Dd&r, in die spookachtige omgeving, ont
vlamt de liefde van den markies voor
Germaine, de nicht van den vrek
Een lieve vondelinge, Serpolette, even
eens door Gaspard opgevoed, ziet zich op
eens door op de perkamenten, in 't slot
gevonden, tot maikiezinne uitgeroepen.
Haar vreugde is echter van korteu duur,
want uit een zoekgeraakt blad van 't stads-
register blijkt, d*t aan Germaine die titels
toekomen.
G&spard, de spokende, krankzinnige vrek,
speelt door de opera heen als een sterk
dramatische fuguur, sterk contrasteerende
met den nobelen markies.
De blufferige koetsier Grénicheux wordt
door de markies ontmaskerd, wijl hij zelf
de redder van Germaine geweest is.
Nu nadert het einde, waarin »ze-mekaar-
krijgen«, zooals in ieder opera pleegt te
gebeuren.
De vrek geneest en bekent en als
de klokken van het kasteel luiden, schiet
Amor twee harten stuk voor altijd.
Dit alles w>rdt in melodieusen trant
muzikaal geïllustreerd, boeiend en onder
houdend. Het voert ons door bosscheu
en ridderzalen, bij dag en nacht, door
bloemrijke parken naar een feestelijke
ontknooping.
Bekende melodieën zijn in de muziek
geweven.
Een voorname rol vervullen de koret
die voortdurend de solisten omstuwen
visschers en boerenvolk, matrozen, soldaten,
rechters, raadsheeren en een zielige baljuw,
die op z'n ouden dag een gedwongen
blauwtje loopt, z'n reputatie verliest en
zelfs in een markttwist zijn pruik kwijt
raakt.
't Is een-en-al levendige vroolykhriii,
gemengd met bijgeloovigen angst - schil
derachtige bedryvigheid in een Normandi eh
visschersstadje.
Over heel deze opera ligt een toon van
Fransche blijgeestigheid.
De keuze van Mannenkoor is wel een
zeer gelukkige geweest, wijl ook muzikaal
het geheel zóó in 't gehoor van hst publiek
ligt.
By de eerste opvoeringen te Parijs, Inter
ook hier te lande, was het succes enorm,
zoodat nog steeds deze comische opers* tot
de meest populaire zangspelen behoort.
Voor deze uitvoering ontwierp do heer
H. Moerkerk een affiche alsmede eenige
teekeoingeu voor de costumes.
Dit affiche en deze teekeringen van de
costuums der verschillende personen, die
in dit stuk optreden, zijn geëxposeerd in
de vitrines van den Muziekhandel Mosmars,
Kerkstraat, 's Botch.
Uitspraak van 17 Dec. 1926
455 Sr. H. v. V. Wyk, 15of2w.T.S.
Gem. verord. J. W. L B.-Broek f 25
of 10 d.
Jachtwet. A. S. Veen f 5 of 3 d.
460 Sr. A. S. Veen f 5 of 2 <1.
Visscherywet. J. S. Veen f 0 50 of 1 d,
J. v. d. W. W'dari) f 10 of 5 <1. v. v.
Invaliditeitswet. A. B. W'dari), 23 X
f 0.50 of 23 X 1 d-H. G. W'dam,
38 X f 0.50 of 38 X 1 d.
Motorregl, A P. v. B. Wyk f 5 of 3 d.
Binnenvaartregl, H. J. C, M. H. 's Bosch,
f 5 of 3 d.
Stierenregl. J. L. K. W'dam, J. K. v.
L, Dussen, ie r f 1 of 1 d.
Leerplicht. L. L. Dussen f 1 of 1 d.
427 Sr. A. K L. Kaatsheuvel f 3 of 2 d.
M.R.wet, W. d. D. AndelG. v. R.
Schyndel, ieder f 3 of 2 d.
Prov wegenregl. .1 S. B. Broek F. C.
Andel, ieder f3 of 2 d.C. M. D. en S. G.
M. beide te Drongclen, C, v, d. M. Gen-
deren, ieder f0.50 of ld.; C. d. J.
Genderen en A. v. d. L. W'dam, ieder
f3 of 2 d.; D. B Wyk f 2 of 2 d.
Ryw. z. licht. C. A. v, d. H. Wijk,
e. a. ieder f3 of 2 d.
o
Jfieawsblad